100 jaar Willem Frederik Hermans
22-12-2021
“Ik schrijf, omdat ik in iedere gedachte die ik vergeet, verloren ga.”Bron: Paranoia
Gekozen door: Onno Blom
schrijver, journalist en literair criticus
21-12-2021
“Nee, u mag mij niet onderbreken. Ik ben helemaal uit Parijs gekomen om u te woord te staan en mijn kostbare tijd, die moet u mij gunnen, en dan moet u niet met vervelende onderbrekingen komen.’ […] ‘Nee, dit is een vertelgesprek van mijn kant.”Bron: Hier is…Adriaan van Dis, 13-4-1983
Gekozen door: Sander Bax
20-12-2021
“Alleen blindgeborenen kunnen de schrijver verwijten dat hij liegt; hij liegt nooit. Hij kan niet liegen waar geen waarheid is. Alleen verkochte journalisten kunnen het mythische karakter van de roman verwerpen uit naam van de maatschappelijke d.w.z. commerciële mythen die zij in hun kranten voor de alleen zaligmakende werkelijkheid uitgeven: de werkelijkheid van de voorgoed gedresseerde meemarcheerder wie de zweep van een dictator als muziek in de oren klinkt of in wiens welvaartstaat middelmatigheid het sacrosancte criterium is.”Bron: ‘Antipathieke romanpersonages’. In: -, Het sadistisch universum. Amsterdam 1964, pp. 117
Gekozen door: Sander Bax
19-12-2021
“In feite veracht de schrijver zichzelf om dezelfde reden waarom hij de massa veracht. Tussen schrijver en massa bestaat een diepverborgen solidariteit. Een solidariteit niet alleen op wederzijdse haat gebaseerd, maar ook op overeenkomstige zelfhaat. De lezer haat in de schrijver zichzelf, de schrijver haat zichzelf in zijn romanpersonages.”Bron: 'Antipathieke romanpersonages’. In: -, Het sadistisch universum. Amsterdam 1964, pp. 112
Gekozen door: Sander Bax
18-12-2021
“Alleen dan is het voor een schrijver de moeite waard geschreven te hebben, als hij de zekerheid heeft hardop uit te spreken, wat zijn publiek wel heeft geweten, maar altijd heeft verzwegen; wat het gedroomd heeft, maar bij het ontwaken verdrongen.”Bron: ‘Antipathieke romanpersonages’. In: -, Het sadistisch universum. Amsterdam 1964, p. 111
Gekozen door: Sander Bax
17-12-2021
“Het staat anders met de literatuur. Een gedicht dat ik lelijk vind, is in beginsel alleen een zonde tegen mijn reglement. Hoeveel anderen dat reglement met mij misschien ook delen, ik heb geen afspraak met hen gemaakt. De zonde is niet vanzelfsprekend, ik, als criticus moet zelf spreken.’ […] ‘Het is daarom maar het eenvoudigste een boek dat mij niet bevalt als een persoonlijke belediging te beschouwen. Zonder dat het speciaal mijn overtuiging van wat ik voor goed, mooi of waar houd, heeft willen aantasten, doet het dat intussen toch. Schrijvertje dat daar de gevolgen niet van wil dragen, moet zijn manuscripten maar onder in een kast laten liggen. ”Bron: Mandarijnen op zwavelzuur. Groningen 1964.
Gekozen door: Sander Bax
16-12-2021
“Ik geloof dat de vriendschappen tussen schrijvers, het verbreken ervan, het oprichten van tijdschriften, het al of niet krijgen van prijzen, het voeren van polemieken, het samengaan van tijdschriften, de politieke mode van de dag, een allesoverheersende invloed kunnen krijgen op de vorm waarin een schrijverschap zich ontwikkelt. Wie de mislukkelingen bestudeert die met elkaar de mislukking van de Nederlandse literatuur uitmaken, moet zich bezighouden met dat soort omstandigheden, die meestal in het duister blijven en hoogstens korte tijd mondeling worden overgebriefd. En de goede schrijvers dan? ”Bron: Mandarijnen op zwavelzuur. Groningen 1964
Gekozen door: Sander Bax