100 jaar Willem Frederik Hermans
22-09-2021
“Ik schrijf, zoals een ander in zichzelf praat.”Bron: Richard Simmillion. Een onvoltooide autobiografie, De Bezige Bij, Amsterdam, 2005, p. 146
Gekozen door: Mark Schaevers
journalist, auteur en redacteur bij het weekblad Humo.
21-09-2021
“Angst is het vruchtwater waarin ik ondergedompeld ben.”Bron: ‘Het grote medelijden’, 1967
Gekozen door: Mathijs Sanders
20-09-2021
“Soms droom ik van een zwart bewegen, Ver, heel ver onder mij gelegen En van een draad, waaraan ik hang. Ik val, kom in mijn val jou tegen De armen neerhangend, al roep ik: Vang! ”Bron: Kussen door een rag van woorden, 1944
Gekozen door: Mathijs Sanders
19-09-2021
“In het bovenstaande vergeleek ik onze tijd met die van Keizer Augustus. Laten wij vooral de goede en grootse (ook culturele) goederen, die het keizerrijk gebracht heeft, niet uit het oog verliezen, en laten wij hopen dat ook wij, juist nu, een betere toekomst tegemoet gaan.”Bron: Schoolopstel Hermans, 18 februari 1939. Bron: Volledige werken 20
Gekozen door: Mathijs Sanders
18-09-2021
“Het surrealisme is eigenlijk een soort katholicisme zonder God, of – laten we zeggen – zonder eerbied voor de paus. Maar het mythische, fantastische element erin, dat boeit mij zeer zeker, uiteraard zonder te geloven dat het allemaal waar is. En het is de grote handicap van de Nederlandse literatuur, dat alles altijd echt gebeurd moet zijn.”Bron: Hermans in gesprek met Wilbert Smulders, Utrecht 1989, opgenomen in W. Smulders, Verboden toegang
Gekozen door: Mathijs Sanders
17-09-2021
“Dagenlang zwierf hij rond op zijn vlot, zonder drinken. Hij stierf van dorst want het water van de oceaan was zout, Hij haatte het water dat hij niet drinken kon. Maar toen de bliksem in zijn vlot sloeg en het vlot in brand vloog, schepte hij dat gehate water met zijn handen op, om te proberen de brand te blussen!”Bron: Openingsalinea van De donkere kamer van Damokles
Gekozen door: Mathijs Sanders
16-09-2021
“Het schijnt dat er beneden een afscheidsbier wordt gedronken, maar ik zit maar liever op mijn kamer. […] Hoe sereen mijn stemming hier ook aldoor is geweest, toch, als ik aan de andere deelnemers aan de excursie denk, die veel gereisd hebben, kunnen skiën, autorijden, alles: zeg ik hardop: Allemaal rijke klootzakken die niet hun hele jeugd door zijn gepest en tegengewerkt, wie niet alles mislukt is door geldgebrek.”Bron: Dagboeknotitie Hermans, 4 augustus 1960, laatste dag van een wetenschappelijke excursie in Zweden. Bron: Volledige werken 3
Gekozen door: Mathijs Sanders