Jonge generatie Neerlandici uit Boedapest in de finale van Landelijke Wetenschappelijke Studentenwedstrijd in Hongarije
Drie studenten van de Vakgroep Neerlandistiek aan de ELTE Universiteit (Boedapest), Lexa Berg, Levente Erős en Sára Tóth en een studente van de Károli Universiteit (Boedapest), Lili Hargitai hebben deelgenomen aan de 35e Landelijke Wetenschappelijke Studentenwedstrijd. De gepresenteerde onderzoeksresultaten bevatten uiteenlopende onderwerpen, zoals de voorwaardelijke V1-constructie in het Nederlands, de perceptie van het Poldernederlands, Hongarije in het literaire oeuvre van Arjaan van Nimwegen en de representatie van de Holocaust in Martine Letteries kinder- en jeugdboeken. Onderwerpen van Nederlandse taal- en literatuur zijn weinig bekend in Hongarije en ook in dit geval maakt onbekend vaak ook enigszins onbemind. Daarom is het fijn dat door de deelname van deze vier jonge Neerlandici aan de studentenwedstrijd en hun mooie resultaten ook de neerlandistiek meer bekendheid kreeg in Hongarije.
De Wetenschappelijke Studentenwedstrijd in Hongarije
OTDK, oftewel de Landelijke Wetenschappelijke Studentenwedstrijd is de meest prominente studentenwedstrijd in Hongarije die sinds de jaren 50 om de twee jaar wordt georganiseerd voor het hoger onderwijs. In 2021 was de Universiteit van Miskolc aan de beurt om het onderdeel ‘geesteswetenschappen’ van de wedstrijd te organiseren. De studenten mochten echter niet naar deze Oost-Hongaarse stad reizen vanwege de huidige COVID-maatregelen, het evenement vond dus online plaats. Dit jaar hebben 403 studenten zich aangemeld met hun onderzoeksresultaten. Na twee selectierondes van de ingeleverde werkstukken vond de laatste, mondelinge ronde tussen 14-16 april plaats.
De receptie van het Poldernederlands
Lexa Berg presenteerde op de wedstrijd haar onderzoek, die zij onder de begeleiding van Roland Nagy (universitair docent Nederlandse taalkunde, ELTE) heeft uitgevoerd. Dit is een vervolgonderzoek op dat van Renée van Bezooijen en Rob van den Berg uit 2001 naar de sociale perceptie van het Poldernederlands. De hypothese dat de tendens dat het Poldernederlands steeds positiever wordt beoordeeld, die in vorige onderzoeken herkenbaar is, zich zou voortzetten, werd bevestigd. Uit het onderzoek bleek dat het verschil tussen de perceptie van mannen en vrouwen verdwenen is maar dat jongeren (vooral die tussen 18-25) nog steeds een ietwat positievere perceptie hebben van het Poldernederlands. O.b.v. het onderzoek kan worden vastgesteld dat de perceptie van het Standaardnederlands en het Poldernederlands niet veel meer van elkaar verschillen.
De representatie van de Holocaust in kinderliteratuur
Levente Erős nam met zijn onderzoek over De representatie van de Holocaust in de hedendaagse Nederlandse jeugdliteratuur. Een analyse van schrijverstechnieken in Martine Letteries ‘Groeten van Leo’ en ‘Kinderen met een ster’ deel aan de wedstrijd, onder de begeleiding van Orsolya Réthelyi. In zijn onderzoek heeft hij de auteurstechnieken van Martine Letterie geanalyseerd waardoor de auteur de Holocaust bespreekbaar maakt voor haar jonge lezers. De technieken, onder anderen de impliciete verteltechniek, de keuze van ruimte en de personele verteller maken het mogelijk om verhalen over de Holocaust aan kinderen te kunnen presenteren. Naast de analyse van de boeken heeft Levente ook een interview gemaakt met Martine Letterie om meer inzicht in het schrijfproces te kunnen krijgen. Het onderwerp van de Holocaust is grotendeels afwezig in de Hongaarse kinder- en jeugdliteratuur, en tot nu toe zijn er geen boeken van Letterie in het Hongaars uitgegeven, al wordt er veel Nederlandse kinder- en jeugdliteratuur naar het Hongaars vertaald. Om de taalbarrière te overbruggen heeft Levente ook twee hoofdstukken uit Kinderen met een ster voor de juryleden naar het Hongaars vertaald. Van de jury van de sectie ‘Kinder- en jeugdliteratuur’ heeft hij voor zijn onderzoek de zogeheten ‘speciale prijs van de jury’ gekregen.
De voorwaardelijke V1-constructie in het Nederlands
Lili Hargitai presenteerde haar onderzoek over de voorwaardelijke V1-constructie in het Nederlands. Ze heeft twee actuele taalveranderingen geanalyseerd: de zgn. Croma-verandering en het gebruik van mocht(en) en moest(en) in de voorwaardelijke wijs. Het onderzoek gaat in op de belangrijkste verschillen tussen het Nederlands-Nederlands en het Belgisch-Nederlands in verband met de onderzochte taalverschijnselen. Door middel van een corpusonderzoek en een enquête wordt er ook gekeken naar zowel de geschreven als de gesproken taal. De jury van de sectie ‘Germanistiek en Neerlandistiek’ heeft haar onderzoek met de eerste prijs gehonoreerd. Het onderzoek van Lili werd begeleid door Júlia Albertné Balázsi, universitair docent aan de Károli Universiteit.
De kindertreinen in literaire werken
Sára Tóth heeft haar onderzoek over De impact van de kindertreinenactie op de hedendaagse literatuur – De representatie van Hongaren en de dubbele identiteit van de verteller in de werken van Arjaan van Nimwegen onder de begeleiding van Orsolya Réthelyi (vakgroephoofd Neerlandistiek, ELTE) uitgevoerd. In haar onderzoek maakte ze een analyse van een aantal literaire teksten die als gevolg van de zogenaamde kindertreinenactie tot stand zijn gekomen. Na de Eerste Wereldoorlog reisden ongeveer 60.000 Hongaarse kinderen naar Nederland en andere westerse landen in het kader van de actie. Een deel van de deelnemers is voor de rest van hun leven in het buitenland gebleven. Het onderwerp van haar analyse waren de werken van de Nederlandse schrijver Arjaan van Nimwegen (1947), namelijk zijn kortverhaal Hongritude (1996) waarin we over een fictieve reis naar Boedapest kunnen lezen. De moeder van de auteur was van Hongaarse afkomst en in het kader van de actie op zesjarige leeftijd op een trein gezet om in Nederland aan te sterken. Naast Hongritude heeft Arjaan van Nimwegen het Hongarije-thema ook in enkele sonnetten uit de cyclus Verwant (1993) verwerkt, die ook in de analyse werden opgenomen. De langtermijngevolgen van de kindertreinenactie, de gevoelens en de herinneringen spelen een centrale rol in de geanalyseerde teksten. De auteur beschrijft ook de verschillen tussen de twee culturen en volken, waardoor een imagologische benadering van de tekst een vruchtbare methode bleek. De jury van de sectie ‘Germanistiek en Neerlandistiek’ heeft het onderzoek van Sára Tóth met de tweede prijs gehonoreerd.
Laat een reactie achter