Max Kijzer was een van die ‘literaire zwerfhonden’ die de literatuur kleur geven. Hij was een vaste medewerker van De Nieuwe Gids en vereerde Willem Kloos, hoewel ook wel gesuggereerd is dat zijn aanbidding van de koning der Tachtigers louter spel was. Onvermoeibaar bracht hij altijd en overal schrijvers en kunstenaars bijeen in literaire salons waar hij zelf het hoogste woord voerde, voortgedreven door zijn neiging tot imponeren en fabuleren. Meinderts schrijft over de vele identiteiten van Kijzer: sigarenfabrikant, handelsreiziger, denker, journalist, dichter, romancier, mesjoggene en knoestige oude boom. Hij schreef twee gedichtenbundels en drie romans. Met name zijn romans Naar het licht (1936) en De verborgen dissonant (1937), maar ook Honderd kwatrijnen (1936) wekten afschuw door de vrijmoedige wijze waarop Kijzer over liefde en seks schreef, wat een recensent er zelfs toe bracht Max Kijzer uit te roepen tot de ‘goorste auteur’ van de Nederlanden.
De prijs van Uit geil en bloed bestaat dit rotte leven: Max Kijzer (1893-1944) bedraagt EUR 19,50. De uitvoering is: paperback met kleurenillustraties, 15,5 x 23,5 cm en 96 pagina’s. Het boek is te verkrijgen door overmaking van EUR 19,50 op bankrekening NL85 INGB 0680 2522 15 ten name van W.S. Huberts te Nijmegen (NL), onder vermelding van ‘Kijzer’. Als u betaalt via elektronisch bankieren, vergeet dan niet uw adresgegevens toe te voegen. Na ontvangst van de betaling wordt uw bestelling zonder verdere kosten bij u thuis afgeleverd. Bij afleveradressen in het buitenland zullen de extra verzendkosten in rekening worden gebracht.
Uitgeverij Flanor geeft sinds 1987 op bescheiden schaal boeken uit op het gebied van de Nederlandse literatuur(geschiedenis). Willem Huberts en Gerben Wynia vormen de redactie. Zie hieronder voor de adresgegevens. Een fondslijst is beschikbaar op: www.uitgeverijflanor.nl.
Wouter van der Land zegt
(een deel van) de tekst of een voorstudie staat bij de DBNL:
https://dbnl.org/tekst/_jaa006199301_01/_jaa006199301_01_0005.php
‘Hoewel Max’ voorliefde uitging naar de studie van letteren en wijsbegeerte zag hij zichzelf in 1920 directeur worden van n.v. Sigarenfabrieken ‘Amerika’ v/h M. & A. Keijzer Jzn. Een droevig stemmende ontwikkeling vooriemand wiens jeugd doortrokken was ‘met bewondering voor de sprook van den kleine Johannes, den droom eens dichters, dien ik altijd voor mijn gretige oogen zag leven als een luchtig voortschrijdende droomknaap, een witlicht kind.’
‘[de kunstschilder] Van Ameijden herinnert zich een gesprek dat hij vlak voor de tocht naar het Stieltjesplein met Kijzer voerde: ‘Ik zei: “Max, jij wil het einde. Omdat jij zelf geen eind aan je leven durft te maken, laat je het de Duitsers doen.” Ik had onderduikadressen voor hem, net zoals ik later ook adressen had voor zijn broer, schoonzus en hun kinderen. Toen ik dat zo tegen hem zei, begon hij te huilen: “Jij bent de enige van mijn vrienden, die mij begrijpt.” Max was ook bang, dat, als hij zich niet zou aanmelden, hij dan zijn familie in gevaar bracht. Max was een wonderlijk, ontzaglijk gecompliceerd, maar wijs mens. Ik herinner me dat hij tegen me zei: “Kees, als deze oorlog afgelopen is: wat zullen we dan veel liefde moeten opbrengen voor de Duitsers.”’