Verder terug dan de late 18de eeuw in de podcast met Kevin Absillis en Janneke Weijermars over de vroege literaire Vlaamse Beweging ging Leest spreekt vooralsnog niet, maar vandaag gaan we met plezier terug tot het allerbeginnendste begin van onze literatuur: ‘Hebban olla vogala’ en alle bewaard gebleven liefdesliederen in het Middelnederlands tot de komst van de rederijkers, ruim driehonderd jaar later. Dat is immers ook de tijdspanne die de Antwerpse mediëvist Frank Willaert bestrijkt in zijn eerder dit jaar verschenen magnum opus Het Nederlandse liefdeslied in de Middeleeuwen. Het boek is door eminente vakgenoten als Frits van Oostrom, Dieuwke van der Poel en Johan Oosterman onthaald als een meesterwerk en wie zijn wij om daar anders over te oordelen?
In deze extra lange podcast-aflevering gaat Geert Buelens in gesprek met Frank Willaert, over het onderzoek, het vakgebied en de academische cultuur, over taalgrenzen en verengelsing, over Hadewijch, schlagers, hiphop en blues, de Tachtigers, Gerrit Komrij en meer — met als bonus een voordracht van het lied ‘Melancolie’.
Frank Willaert was tot 2017 hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen waar hij op de universiteit, in het Ruusbroecgenootschap en het mee door hem opgerichte Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Nederlanden (ISLN) een sleutelrol vervulde in het academische en zeker ook intellectuele leven. Ook daarbuiten – in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent en op allerlei publieke fora – is hij een groot pleitbezorger van de Neerlandistiek als wetenschappelijke discipline.
Laat een reactie achter