Afgelopen jaar beleefde het tijdschrift Nederlandse letterkunde haar 25-jarige jubileum. Ter ere hiervan verscheen deze week een dubbeldik themanummer. Met de eerste jaargang van Nederlandse letterkunde in de hand, buigen maar liefst zestien auteurs zich over 25 jaar vakbeoefening. Vanuit hun eigen expertise gaan zij in op wat er sindsdien is veranderd en wat niet: welke genres of werken werden bestudeerd? Welke benaderingen werden gehanteerd? Hoe keken vakgenoten in 1996 naar de toekomst van het vak? Zijn die richtingen daadwerkelijk ingeslagen of heeft het onderzoek en onderwijs zich een heel andere kant op ontwikkeld? En welke kant zou het in de toekomst op moeten gaan? De artikelen zijn soms beschouwend en inventariserend, soms meer betogend van aard, maar stuk voor stuk zijn het diepteboringen in onze vakgeschiedenis. Als zodanig leveren de veertien artikelen in dit jubileumnummer (zie inhoudsopgave hieronder) tal van inzichten op voor zowel individuele neerlandici als de Nederlandse letterkunde als collectief en Nederlandse letterkunde als wetenschappelijk tijdschrift.
Het gehele nummer is tot 1 juni voor iedereen gratis toegankelijk via de website van AUP: https://www.aup-online.com/content/journals/13845829/browse
Wij wensen u veel leesplezier en zijn benieuwd naar uw reacties!
Inhoud
Inleiding
Marieke Winkler & Nina Geerdink (gastredactie)
Nederlandse letterkunde: tijdschrift, vakwetenschap, schoolvak
Erwin Mantingh & Marijke Meijer Drees
Over ‘Periodiek’: opkomst en ondergang van een tijdschriftenrubriek
Nelleke Moser
Van Pantheon naar buitenwereld. Observaties over literatuurgeschiedschrijving in Nederlandse letterkunde en daarbuiten
Bertram Mourits
‘Dattet gheen vrauwe werc en es’. Genderverhoudingen en gebruikscontexten in de Middelnederlandse literatuur
Lisa Demets
Twee schatkisten en hun erfenis. Dimensies van gender en age in de Nederlandse vroegmoderne letterkunde
Feike Dietz
‘Wij doen immers niet aan ras.’ Interculturaliteit, postkolonialisme en ras in de Nederlandse letterkunde
Liesbeth Minnaard
Medioneerlandistiek, millennials en het nieuwe millennium. Een vakgebied in digitale erfpacht
Mike Kestemont
Van historiserend paradigma naar maatschappelijke reflectie. Enkele ontwikkelingen in het onderzoek naar vroegmodern toneel, 1996-2021
Tim Vergeer
Wie van de drie: compilator, kopiist of corrector? Over het ‘Velthemprobleem’ en de Lancelotcompilatie
Marjolein Hogenbirk
De vraag ‘wie betaalt voor de kunsten?’ is eeuwig actueel. 25 jaar onderzoek naar cultuurbeleid en mecenaat na 1800
Helleke van den Braber
Zo gaat de molen. Nieuwe aanvliegroutes voor (nationaal) beeldvormingsonderzoek
Frans-Willem Korsten & Inger Leemans
Schrijversgericht vs. lezersgericht. Geschiedenis en toekomst van het onderzoek naar autobiografische literatuur in de neerlandistiek
Kim Schoof
‘Ook hier zeggen de getallen niet alles’. Literatuurgeschiedschrijving, toen en nu
Mathijs Sanders
Van top-down, boekcentrisch, exclusief en autonomistisch, naar bottom-up, mediabreed, inclusief en heteronomistisch. Nederlandstalig poëzieonderzoek sinds 1996
Kila van der Starre
Jan+Stroop zegt
Sorry hoor, maar hier moet ik de redactie van Neerlandistiek toch even op wijzen:
“het tijdschrift Nederlandse letterkunde haar 25-jarige jubileum.”
U begrijpt wat ik bedoel, neem ik aan.
Bessel Dekker zegt
Ja, de eerste zin van Matthijs Sanders’ artikel doet dat beter. Maar ja, “beter”? 🙂 Dit “haar” komt inmiddels zo vaak voor dat het allengs een nieuwe trend wordt. De redactie gaat misschien mee in een nieuwe regel: “Het persoonlijk voornaamwoord ‘zij/haar’ verwijst anaforisch naar vr. of onz. antecedenten, het persoonlijk voornaamwoord ‘hij/zijn/hem’ naar mannelijke.” Om niet gelyncht te worden, wou ik hier graag aan toevoegen dat het nog geen regel ís. Maar het gaat om de taalgebruikers, en hun zullen uiteindelijk de doorslag geven.