Tijdens de 7e mastodoncast duik ik in 19e eeuwse kerstsferen. Vader kwam thuis met een boek of almanak en wat werd er dan voorgelezen? Misschien wel een gedicht van S.J. van den Bergh uit 1852, over een koetsier die op kerst nog moest werken. Of een heuse tranentrekker van N.A de Charante uit 1869, over een arm en doodziek kind, die nog één keer langs de ramen van rijke kerstvierende kinderen wilde lopen. Luister en leef mee met de kerstverhalen uit de 19e eeuw!
ernstclaes zegt
Ik ga luisteren. Maar ‘een kind, die’? Dat wisten ze in de 18de eeuw toch beter…..
vierbunders zegt
Beter? Ik stel vast dat deze “foute” vorm van het betrekkelijk voornaamwoord steeds vaker voorkomt. Taal leeft en evolueert.