Deze maand breiden we de collectie uit met Lees maar, er staat niet wat er staat (1959), een invloedrijke bloemlezing uit het werk van dichter Martinus Nijhoff, voorzien van ‘een beschouwing over eigen werk’.
Van Maria Doolaeghe komen de drie delen van haar Vereenigde dichtwerken (1876-1878) beschikbaar. Dit verzamelde werk werd uitgegeven in Den Haag, en getuigt van haar grote invloed in zowel Noord als Zuid. Toen het verzamelde werk uitkwam, was de schrijfster reeds voorbij de zeventig, maar nog steeds actief aan het schrijven.
Ook van haar vriend Prudens van Duyse voegen we verschillende werken toe. In Het klaverblad (1848) bewerkt Van Duyse romances, legenden en sagen uit de volkse orale traditie. Later zal zijn zoon Florimond van Duyse zijn werk verder zetten, en het Nederlandse lied tot onderwerp nemen. Verder voegen we van Prudens’ hand Simon Stevin, naer Voorduin’s bekroond werk, met eenige dichtstukken (1846) toe aan de verzameling.
Aan de Verzamelde opstellen van Lodewijk van Deyssel worden bundel 3, 6, 9 en 10 toegevoegd. Ook komen de twee ontbrekende delen van de Nederlandsche bellettrie 1857-1876 van Conrad Busken Huet beschikbaar.
Van de roemruchte hispanoloog, historicus en verzetsstrijder Johan Brouwer wordt de historische briefroman Philips Willem. De Spaanse prins van Oranje (1953) opgenomen, over de oudste zoon van Willem van Oranje, die langdurig in ballingschap leefde aan het Spaanse hof.
Van Tine van Berken komen er twee kinderboekjes online. De Berewoudjes (oorspronkelijk uit 1895) gaat over de belevenissen van de jeugdige familie Berewoud. Jonge vechtersbazen (1896) is een moraliserend verhaal over de gevolgen van een vechtpartij tussen schooljongens.
In De witte wingerd van Frankrijk (1957) van J.W.F. Werumeus Buning leren we alles over de Franse wijncultuur. Er worden ook twee werken toegevoegd met vertaalde reisverhalen van Duitsers die met de Verenigde Oost-Indische Compagnie naar Azië waren gereisd: Verhaal van drie voorname reizen naar Oostindien, in 1671 uitgebracht door Jan Hendrik Glazemaker, en Drie seer aenmercklijcke reysen nae en door veelerley gewesten in Oost-Indien, in 1694 uitgebracht door Simon de Vries. Deze reisverhalen waren vaak spectaculair en schokkend, maar ook leerzaam over en kritisch op de activiteiten van de V.O.C. in Oost-Indië. Daardoor vormen ze ook nu nog een belangrijke historische bron.
Ten slotte is er een flink aantal tijdschriftjaargangen toegevoegd. Recent uitgekomen zijn Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis (2019), De Parelduiker (2013-2015) en Terras (2019). Ook zijn er weer jaargangen van De Belgische Illustratie (1883/4), Ontwaking (1905-1910) en Vormen (1937-1940) opgenomen.
Laat een reactie achter