met Dido Michielsen, Jacqueline Bel, Lara Nuberg, Daan Heerma van Voss inloop vanaf 20.00 uur | aanvang programma 20.30 uur
Driekwart eeuw nadat het voormalige Nederlands-Indië onafhankelijk werd zijn de sporen van de koloniale periode nog altijd volop zichtbaar in de Nederlandse literatuur. De vaak nostalgisch gekleurde romans, verhalen en essays van witte schrijvers (zoals Louis Couperus, Edgar du Perron, Hella Haasse en Rudy Kousbroek) worden nog veel gelezen – maar niet meer geschreven. In Nederland opgegroeide auteurs met een (deels) Indische achtergrond (Marion Bloem, Alfred Birney) hebben hun plaats ingenomen en dwingen tot een heel ander perspectief. Inmiddels meldt zich ook al een derde generatie schrijvers en wetenschappers met een eigen verhaal. Zo wordt de literatuurgeschiedenis gedekoloniseerd. Beter laat dan nooit. Die Multatuli bijvoorbeeld, had die nou echt het beste met de inlanders voor?
Dido Michielsen is schrijfster van non-fictie en fictie. Haar debuutroman Lichter dan Ik, geïnspireerd door het levensverhaal van haar betovergrootmoeder, werd met veel lof ontvangen en in 2020 onderscheiden met de Boekhandelsprijs. Onlangs verscheen het vervolg, Engel en Kinnari, over de kinderen van de Hollandse vader en zijn concubine.
Jacqueline Bel is hoogleraar Nederlandse Letterkunde aan de VU, waar ze de Multatuli-leerstoel bekleedt, en is auteur, onder veel meer, van een literatuurgeschiedenis van de periode 1900-1945 en mede-samensteller van De Postkoloniale Spiegel, de Nederlandse letteren herlezen.
Lara Nuberg studeerde geschiedenis, schrijft en maakt radiodocumentaires. Samen met de Indonesische schrijfster Lala Bohang publiceerde ze In haar voetsporen, weerslag van een reis op zoek naar beider voormoeders in Indonesië. Eind van dit jaar verschijnt haar romandebuut Gado Gado bij uitgeverij DasMag.
Marion Bloem is filmmaker, beeldend kunstenaar en schrijver van een groot aantal boeken, zowel fictie als non-fictie. Haar debuutroman ‘Geen gewoon Indisch meisje’ (1983) zorgde meteen voor een doorbraak bij een groot publiek. Sindsdien is zij niet meer weg te denken uit de literatuur van en over het voormalige Nederlands-Indië. Ze speelt tot op de dag van vandaag een rol in het debat over migratie in het algemeen en de postkoloniale periode in het bijzonder. Voor haar hele oeuvre werd ze onderscheiden met de Edgar du Perron-prijs en kreeg ze vorig jaar de Constantijn Huygens-prijs. In 2020 verscheen van haar ‘Indo. Een persoonlijke geschiedenis over identiteit’ en eerder dit jaar de roman ‘Meisjes uit het dorp.’
Moderator van het gesprek is Hans Maarten van den Brink, Daan Heerma van Voss spreekt het slotwoord.
Laat een reactie achter