In 2011 verscheen Tonio, het requiem dat A.F.Th. van der Heijden schreef voor zijn zoon Tonio die een jaar eerder overleed. Naast alle aandacht en lof die het boek kreeg, waren er ook mensen die Tonio niet wilden of durfden te lezen: dit requiem zou hen alleen maar verdrietiger maken, of het was – naar horen zeggen – te persoonlijk of te privé . A.F.Th. schreef zijn boek nog overmand door verdriet; was het niet beter geweest er nog even mee te wachten?
Deze stemmen kregen weerklank in de pers toen de Nederlandse vertaling verscheen van David Grossmans requiem Uit de tijd vallen. Hij schreef het naar aanleiding van de dood van zijn zoon Uri, soldaat in het Israëlische leger. Anders dan Tonio zou het poëtische boek van Grossman vooral gaan over hoe ouders uiteindelijk leren leven met de leegte die hun gestorven kind achterlaat, en dus meer troost bieden. Wat dit laatste betreft verwees men trouwens ook naar Schaduwkind, het boek dat P.F. Thomése schreef na de vroege dood van zijn dochtertje Isa en naar Contrapunt van Anna Enquist, wier dochter Margit net als Tonio verongelukte in het Amsterdamse verkeer.
Voor Jan Brands voldoende reden om de vier genoemde requiems eens nader te bekijken. Was Tonio’ werkelijk zo afwijkend als sommigen deden voorkomen? Zijn essay verscheen in 2014 en is al enige tijd uitverkocht, maar de belangstelling bleef. Het is nu opnieuw uitgegeven door Stichting De Tandeloze Tijd.
Laat een reactie achter