Hans en Chrétien signaleren het toenemend gevaarloze karakter van het verschijnsel ironie, waarbij Chrétien het CPNB-speldje voor Marcel van Roosmalen als voorbeeld aanhaalt. Verder aandacht voor twee nieuwe projecten rond het oeuvre van dichter Arjen Duinker en het gedoe omtrent de door Boskalis gesponsorde Grote Poëzieprijs. Tot slot: montere besprekingen van ‘Hoe ik de vissen ontmoette’ (Ota Pavel) en ‘Meesterwerk voor de prullenbak’ (Stella Bergsma).
Laat een reactie achter