Deze maand komt er nog een laatste plankje Surinaamse literatuur bij. In Jairam vertelt… (2009) beschrijft historicus André Loor de geschiedenis van de hindoestaanse immigranten in Suriname. Dit werk werd herdrukt wegens de herdenking van 135 jaar immigratie. De laatste zendingsarts (2002) van Agnes Ritfeld is een jeugdroman over het leven van zendingsarts Miep Dekker, die werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau voor haar werk in Suriname. Voor de allerkleinsten is er ook weer genoeg, zoals Buddy en ik! (2013) van Soecy Gummels, over een jongetje en zijn hondje.
Van Frits Wols, voormalig secretaris-generaal van de Nationale UNESCO-Commissie Suriname, komt het jongensboek De bom van Saramacca (1992) beschikbaar, over een groep padvinders die tijdens een kampeertochtje te maken krijgt met Duitse spionnen! Zie voor meer avonturen van deze scoutinggroep De leeuwen in gevaar (1991). Eerder kwam van Wols ook de korte roman Het groene labyrint (1988) online, over een man die schipbreuk lijdt bij de Marowijne-monding en een avontuurlijke zwerftocht door het woud onderneemt.
Marie en Pauline, of Nederigheid en hoogmoed (1856) is een verhaal voor de jeugd van kinderboekenschrijver en onderwijzer P.J. Andriessen. Hij schreef vooral christelijke historische jeugdboeken. Deze titel gaat over Suriname, over meisjes die op een plantage terechtkomen. Het boek gaat wel over slavernij, maar is geen aanklacht ertegen te noemen. Integendeel: het bevat veel stereotyperingen en over afschaffing van slavernij wordt niet gesproken.
De kanten zakdoek, een verhaal uit den ouden tijd (1929) van Eduard Gerdes is ook een christelijk verhaal voor de jeugd. Net als Andriessen was Gerdes onderwijzer. Het verhaal gaat over een bedelende jongen die een zakdoek van een rijke dame probeert te stelen. Maar hij betert zijn leven en bekeert zich en komt op het rechte pad. Ewoud Sanders behandelde dit boek in zijn overzicht over antisemitisme in kinderboeken.
Van Joannes Stalpaert van der Wiele komt de Roomsche Reys, t’zamenspraecksgewijs tusschen Pieter de Reijser ende Abacuk Fijnen Broeder beschikbaar. Hierin polemiseert de contrareformatorische dichter met de protestanten. Het werk is een samenspraak waarbij een katholiek en een protestant tegen elkaar ingaan. Waar de affiniteit van Stalpaert van der Wiele ligt, is tamelijk duidelijk.
Aan de andere kant van de Reformatie vinden we Franciscus Junius. Na zijn studie theologie werd hij beroepen als predikant, maar vanwege zijn remonstrantse gevoelens legde hij in 1617 zijn ambt neer en ging zich verdiepen in de filologie en oudheidkunde. Als bibliothecaris en gouverneur van de graaf van Arundel (Engeland) bracht hij in 1641 De Schilder-konst der ouden uit. Dit werk heeft sterk bijgedragen aan het gezag van de schilders uit de Oudheid.
Ten slotte enkele jaargangen van het tijdschrift Filter, tijdschrift voor vertalen en vertaalwetenschap. Sinds 1994 biedt het artikelen over ‘de confrontatie van vertaalwetenschap en de praktijk van het vertalen en de wisselwerking ertussen’, zoals het in de eerste inleiding luidde. Dus niet alleen wetenschappelijke artikelen, maar ook veel artikelen over het handwerk van het vertalen zelf.
Laat een reactie achter