De Theo Thijssen-prijs, de driejaarlijkse prijs voor kinder- en jeugdliteratuur, is toegekend aan Edward van de Vendel (1964). De jury looft zijn taalgebruik ‘met nieuwe woorden, originele beelden en fonkelende dialogen’ en omschrijft zijn oeuvre als ‘geloofwaardig, oprecht en warmhartig’. Van de Vendel was blij verrast toen hij hoorde dat deze oeuvreprijs aan hem is toegekend. “Ik dacht direct aan drie van mijn grootste helden: Annie M.G. Schmidt, An Rutgers-van der Loeff en Paul Biegel. Zij wonnen deze prijs in 1964, 1967 en 1973. En nu, zoveel jaar later, sta ik in diezelfde lijn. Dat is voor mij het allermooiste.” Het Literatuurmuseum organiseert op 14 november de feestelijke uitreiking van de prijs.
Edward van de Vendel is een literaire duizendpoot wiens werk al veelvuldig is bekroond. Hij beoefent verschillende genres en combineert deze ook vaak. Dat heeft geleid tot verrassende publicaties zoals stripgedichten of de mix van fictie, dierenweetjes, tekeningen, strips en fotostrips in de serie over het meisje Sofie (2010-2018). Daarnaast schrijft hij liedteksten, maakt podcasts en heeft sinds kort ook een eigen uitgeverij: Blauw Gras. Inmiddels heeft Van de Vendel iets meer dan honderd boeken geschreven. Een recent voorbeeld is Misjka (2022), ontstaan in samenwerking met Anoush Elman met wie hij eerder De gelukvinder (2008) maakte als deel in de Slash-reeks van Querido. Die reeks is door Van de Vendel bedacht en bestaat uit jeugdboeken die geschreven zijn door bekende auteurs, op basis van gesprekken met jongeren over hun bijzondere levensverhalen. Misjka en De gelukvinder zitten vol rake details die jonge lezers niet alleen laten begrijpen wat er in Afghanistan is gebeurd en wat vluchten inhoudt, maar de ellende ook tastbaar maken.
Maatschappelijk engagement
De jury – bestaande uit Annemarie Breekwater, Andrea Kluitmann (voorzitter), Annemie Leysen, Daan Remmerts de Vries en Zindzi Zevenbergen – prijst de uitzonderlijk hoge kwaliteit van zijn werk en is bovendien van mening dat Van de Vendel met zijn houding de hele jeugdboekenwereld verder helpt, en misschien wel de hele literaire wereld. ‘Hij is maatschappelijk geëngageerd, initiatiefrijk, creatief, heeft oog voor wat kinderen willen lezen en is collegiaal. Hij werkt graag samen met vakgenoten, wil makers vooruithelpen en anderen een stem geven. Daarnaast begeleidt hij jonge schrijvers en illustratoren, en leest hij het werk van zijn collega’s niet alleen, maar schrijft er ook over op zijn website.’
Magie van het maken
Van de Vendel omschrijft het als magie dat je als auteur dingen mag maken waar anderen iets aan hebben. “Persoonlijk kan ik niet zonder boeken. En als dat voor mij een functie heeft om te kunnen leven, dan zal dat voor heel veel anderen zo zijn. Bij jonge mensen is de kans dat wat ze lezen van betekenis is bovendien nog groter dan bij volwassenen. Het is in mijn ogen een cadeau als je iets kunt maken dat niet alleen van jou is, maar ook van degene die het leest. Het is overigens niet zozeer dat ik er heel bewust over nadenk waar een publiek voor is. Ik raak bevangen door een onderwerp of de taal die ergens bij hoort, en heb vervolgens heel veel zin om daar een boek over te maken.”
Laat een reactie achter