Na vier weken gewerkt te hebben aan de producten rondom het project 80 jaar Airborne kan ik wat voorzichtige conclusies trekken. Wellicht de belangrijkste in het licht van herinneringscultuur zoals besproken in het eerste artikel is hoezeer bepalend de beelden zijn die mijn leerlingen al hebben van de oorlog. Zo overheersen in gedichten en objecten de kleuren zwart, wit en geel en worden beelden als prikkeldraad, bommen en vogels gebruikt.
Foto van de wand met producten van de leerlingen – Museum voor moderne kunst, Arnhem
Het kader van de tentoonstelling – de Airborne en de Tweede Wereldoorlog – bepaalde de keuzes van leerlingen en niet zozeer de vraag over wat vrijheid voor hen betekent in deze tijd. Zo is er een groep geweest die een oma heeft geïnterviewd over de hongerwinter; haar broertje ging zo klein als hij was elders aardappelen halen. Over deze voetreis hebben zij een gedicht gemaakt waar ze zeer trots op waren.
Beeld Eerlijk – groep Madieke
Beeldend werk
Het museum heeft dit gedicht niet geselecteerd voor de tentoonstelling omdat de selectie vooral gebaseerd was op de vormgeving in relatie met de rest van de objecten. En dat brengt mij tot de tweede voorzichtige conclusie; een museum dat over moderne kunst gaat, kiest vooral voor sterke beelden zoals de beeldhouwwerken die door een aantal leerlingen zijn gemaakt. Opvallend vind ik wel hun tegenstelling in de beeldcultuur; het ene werk is duidelijk geïnspireerd door de herinneringscultuur rondom de klaprozen. Zij hebben een poppey gemaakt van klei met als titel Tijdloze bloei (zie overzichtsfoto).
Overzichtsfoto kolibrie en poppey
Hun motivering was als volgt:
“Tijdloze Bloei
In een veld, waar de oorlog zijn sporen had achtergelaten, stond een enkele klaproos. Haar rode blaadjes dansten zacht in de wind, te midden van de verlaten grond die ooit getuige was van gevechten. De klaproos bloeide, klein maar opvallend, als een teken van hoop te midden van het verdriet. Na de oorlog kwam ze elk jaar terug, haar heldere kleur een herinnering aan de soldaten die hier ooit stonden. Terwijl de wereld verderging, bleef de klaproos bloeien, alsof ze wilde laten zien dat er altijd leven en schoonheid kan opbloeien, zelfs op plekken waar alles verloren leek. Haar bloei werd een symbool van herinnering — een tijdloze bloei die ons eraan herinnert dat zelfs in de donkerste tijden hoop kan voortleven.”
Het andere beeld, de kolibrie, is geïnspireerd door de tattoo-art (zie overzichtsfoto). Als je binnen deze kunstvorm op zoek gaat naar de symbolische betekenis van dit vogeltje, kom je erachter dat het gaat om hoop en licht. Hun motivering was de volgende:
“De reflectie van vrijheid
De kolibrie symboliseert vrijheid door zijn vermogen om te vliegen en in de lucht te hangen. Deze vrijheid staat in contrast met de beperkingen en chaos die oorlog met zich meebrengt. In tijden van conflict worden mensen vaak gevangen in situaties waarin ze hun vrijheid verliezen, terwijl de kolibrie ons herinnert aan de schoonheid van onafhankelijkheid en de mogelijkheid om te ontsnappen aan de strijd. De kolibrie kan zo ook een symbool worden van hoop voor een toekomst zonder oorlog, waarin iedereen vrij kan zijn. Het goud op de vleugels reflecteert met het licht, het staat voor de reflectie van jouw vrijheid.”
Deze motiveringen laten zien dat ik geprobeerd heb om diepgang in het werk te bereiken door een tekst aan te leveren met een titel en een uitleg over de betekenis en inspiratie. Zelf denk ik te zien dat waar leerlingen dit soort teksten inderdaad hebben toegevoegd ook meer diepgang in het werk zit, maar dat is misschien wishfull thinking.
Neerlandistiek
Een laatste conclusie die ik ook wel durf te trekken is dat het aandeel neerlandistiek, bezig zijn met taal, niet per se goed uit de verf is gekomen. Zo lijkt een gedicht maken op een ambachtelijk werk – nadenken over woorden, beelden, strofe, zinsbouw – en dat was voor veel leerlingen een brug te ver (vergeef me deze woordspeling). Ik ben dan eigenlijk wel een beetje trots op mijn gamende groep jongens die in korte tijd een gedicht hebben bedacht met allerlei termen uit de gamewereld; zij hebben daadwerkelijk nagedacht over wat vrijheid voor hen betekende – een hoogstpersoonlijke visie die aansluit bij wat de leerling uit mijn eerste artikel aangaf: vrijheid is om te doen wat ikzelf wil. Ook het gedicht ‘dansende klaprozen’ is een mooie aanzet, maar nogmaals schaven aan een gedicht, dat hebben maar weinigen gedaan (zie foto aan het begin voor het bijbehorende beeld).
Gedicht en beeld – groep Tara
Saamhorigheid
Als laatste wil ik benadrukken dat werkelijk elke leerling op wat voor manier dan ook bezig is geweest met dit project. Zoals al besproken en getoond hebben veel leerlingen hard gewerkt aan hun product. In het bijzonder wil ik het filmpje gemaakt door Lisa noemen aangezien haar filmpje gebruikt gaat worden door de gemeente Renkum. De wethouder Eveline Vink was aanwezig bij de opening van de tentoonstelling en zij was zeer onder de indruk van deze film. In deze projectie worden willekeurige mensen op straat geïnterviewd aan de hand van de centrale vraag van deze tentoonstelling; wat betekent vrijheid voor jou? Alle mensen is gevraagd of ze herkenbaar in beeld wilden komen. Het filmpje is ook slim gemonteerd. Een man gaf hetzelfde antwoord als hierboven mijn leerling deed; vrijheid is om te doen wat je wilt, waarop de volgende vrouw vertelt dat vrijheid saamhorigheid betekent, er zijn voor anderen want we moeten het toch samen doen in deze wereld? Als dat is wat mijn leerlingen hebben meegenomen, is dat wellicht al genoeg en moet ik mijn teleurstelling over het aandeel neerlandistiek voor lief nemen. De tentoonstelling was te bezoeken tot en met 27 oktober.
Laat een reactie achter