Interview met Gema Piquero García, alumnus van MediterraNed 2024-2026.
MediterraNed is het platform van docenten, studenten en alumni van het Middellandse Zeegebied.
Gema is de tweede alumnus van MediterraNed. De eerste was Riccardo Daino, oud-student van de afdeling Nederlands van Trieste, die postuum werd verkozen tijdens de Zestiende Bijeenkomst van MediterraNed in Trieste in 2022. Voor het huidige biennium heeft de jury gekozen voor Gema, voorgedragen door Arthur Verbiest, docent Nederlands aan de talenschool Escuela Oficial de Idiomas (EOI) van Madrid. Gema is uitgeroepen tot alumnus MediterraNed 2024-2026, met als voornaamste reden dat zij blijkens het juryrapport “een actieve rol speelt binnen de Neerlandistiek in Spanje en voor meer zichtbaarheid van de Nederlandse taal en cultuur zorgt binnen de regio”.
Het initiatief van de alumnus van MediterraNed is voortgekomen uit het tweejarige alumniproject van MediterraNed, dat in 2022 werd opgestart in Trieste, met ondersteuning van de Taalunie. Het project werd geleid door Dolores Ross en Paola Gentile (universiteit van Triëst) en Antoinet Brink (universiteit van Coimbra). Alumni van Italië, Spanje en Portugal kregen toen een online-bevraging voorgelegd door een team van plaatselijke student-coördinatoren, geleid door Giada Brentaro (alumnus van Trieste).
Op Mondiaal Neerlandistiek vind je een paar belangrijke resultaten van dit project: https://neerlandistiek.nl/2024/10/alumninetwerk-mediterraned-de-kracht-van-het-nederlands-in-het-middellandse-zeegebied/
Om inzicht te krijgen in Gema’s achtergrond en beroepsleven, hebben wij haar per e-mail een aantal vragen voorgelegd. Hieronder de vragen en antwoorden.
- Welke opleiding heb je precies gevolgd?
Ik heb rechten en bedrijfskunde & management gestudeerd aan de Universiteit Carlos III van Madrid.
- Wanneer ben je afgestudeerd en met welke titel?
Ik ben in 2000 afgestudeerd. Ik behaalde een dubbele universitaire BA-graad, in rechten en in bedrijfskunde & management.
- Wat is jouw huidige beroep?
Ik werk op de culturele afdeling en de financiële afdeling van de Nederlandse ambassade in Madrid.
- Sluit de opleiding goed aan bij het werk dat je hebt gevonden? Hoe is het met jouw betreding van de arbeidsmarkt gegaan?
Toen ik werd aangenomen op de ambassade kende ik geen Nederlands omdat dat geen vereiste was, alleen Engels. Aangezien mijn universitaire opleiding gelukkig breed was, kon ik daar altijd op terugvallen bij mijn verschillende taken, ook al heb ik dus geen gespecialiseerde opleiding in cultuurwetenschap gehad. Maar ik besloot wel algauw om Nederlands te leren, omdat ik dacht dat het me vooruit zou helpen in mijn carrière op de ambassade. En dat was ook zo. Ik ben er met veel enthousiasme aan begonnen.
- Was het werk op de ambassade jouw eerste baan? Zo niet, wat deed je voorheen?
Het werk op de ambassade was niet mijn eerste baan. Ik heb ook gewerkt voor een Duitse verzekeringsmaatschappij, voor de inkoopafdeling van Vodafone, een vastgoedbeheerbedrijf, een Engels marketingbedrijf als hoofd van de administratie en de controledienst, en ook als monitor bij een radiotour – naast andere kleine baantjes.
- Wanneer en hoe heb je besloten om je op het Nederlands te storten?
Toen ik op de ambassade begon te werken. Bijna vanaf het begin besloot ik Nederlands te gaan studeren.
- Hoe vond je het onderwijs Nederlands dat je genoten hebt?
Geweldig, van zeer goede kwaliteit. Het is een heel andere taal dan ik gewend ben (ik ken Engels en een beetje Frans) en het leek me daarom aanvankelijk een onmogelijke taak. Maar de docenten gaven met veel toewijding les en wisten hoe ze de stof moesten overbrengen.
- Wat is de rol van het Nederlands in je dagelijkse leven?
Ik gebruik het vaak voor mijn werk.
- Je bent nu een speciaal lid van de MediterraNed-gemeenschap. Wat vind je daar zelf van?
Ik ben hier blij mee omdat het een erkenning is voor mijzelf en tevens een gelegenheid om het nut van Nederlands leren te promoten.
- Je hebt op een talenschool gestudeerd. In Spanje heb je naast universiteitsfaculteiten waar talen wordt gedoceerd, ook openbare taalscholen. Had je ook contacten of gezamenlijke lessen met de universiteit?
Nee, geen gezamenlijke lessen met de universiteit.
- Heb je ideeën over hoe de neerlandistiek in jouw land kan worden gepromoot? Ben je zelf bereid om daaraan mee te werken?
Promotie kan door bijvoorbeeld bevordering van culturele activiteiten voor studenten Nederlands. Dankzij mijn job kom ik veel te weten over culturele projecten. Als ik denk dat die interessant kunnen voor Nederlandse studenten, vertel ik daar altijd over aan de docenten van Nederlandse scholen, om ze aan te moedigen daarnaartoe te gaan. Onlangs werd er een Nederlandse film vertoond op het vrouwenfilmfestival in Madrid. Dat was een groot succes omdat er veel leerlingen Nederlands aanwezig waren
- Heb je interesse om zelf je Nederlands te verbeteren?
Altijd! Het enige probleem is om daarvoor tijd te hebben
- Kom je wel eens in Nederland of Vlaanderen?
Gemiddeld eens in de twee jaar, niet zo vaak als ik zou willen!
- Heb je een speciale herinnering aan de tijd dat je Nederlands studeerde? Iets grappigs? Of onverwachts?
Ik maakte heel goede vrienden, we namen deel aan speciale naschoolse activiteiten zoals een bezoek aan o.a. de Jeroen Bosch-tentoonstelling in het Prado Museum. De band met de leraren was heel hecht.
Wij distilleren een paar gegevens uit dit interview.
In de eerste plaats, het leren van Nederlands kan ook na de studie aan bod komen, zoals in het geval van Gema. Anders dan in de andere landen van MediterraNed heeft Spanje (openbare) talenscholen, met een praktischer taalonderwijs dan aan de universiteiten wordt geboden. Dit maakt het gemakkelijker om voor specifieke doeleinden, bijvoorbeeld een Nederlandstalige werkgever, alsnog Nederlands erbij te leren. De openbare talenscholen bieden talen (dus ook Nederlands) aan tot op een hoog niveau. Daardoor kunnen studenten voldoende taalkennis opdoen om zich daadwerkelijk van de taal te kunnen bedienen hun beroepsleven.
Voorts blijkt uit het interview het grote enthousiasme van de docenten Neerlandistiek in het zuiden. Onze afdelingen scoren vaak hoog qua voldoeningsgraad bij de studenten. Dat is een grote verdienste van de docenten. Hierbij moet echter wel aangetekend woren dat het natuurlijk ook gemakkelijk is om een band op te bouwen met onze studenten, aangezien neerlandistiek vaak een nichevak is.
Ten derde, alumni zijn ons menselijk kapitaal. Het is onze vaste overtuiging dat zij meer moeten worden ingezet door de diverse afdelingen Nederlands binnen en buiten het onderwijs.
Laat een reactie achter