Op woensdag 12 maart opent in het Literatuurmuseum / Kinderboekenmuseum in Den Haag een tentoonstelling ter viering van de negentigste editie van de Boekenweek. In 90 x Boekenweek: Literatuur op de rode loper komt aan de hand van archiefstukken een aantal bijzondere verhalen uit de rijke geschiedenis van dit cultureel fenomeen aan bod. “Ik ben er trots op dat we deze tentoonstelling kunnen presenteren. Het is een overzicht geworden dat bol staat van prachtige vondsten uit het archief. We kijken ernaar uit dit te laten zien aan het publiek, aanhakend bij de jubileumeditie van hét leesfeest van het jaar: de 90ste Boekenweek”, vertelt directeur Valérie Drost.
Een duik in de historie
De negentigste editie van de Boekenweek vormt een mooie aanleiding om rond dit thema een tentoonsteling samen te stellen. Als bezoeker duik je in de historie van deze traditie en ontdek je verrassende weetjes en verhalen. Bijvoorbeeld over het ontstaan van de week, de speciale Boekenweekgeschenken, het Boekenbal en natuurlijk de relletjes. De getoonde objecten zijn heel divers. Van de drukproeven van het allereerste Geschenk en het manuscript van Hella S. Haasses Oeroeg tot aan de conducteurspet van Joost Zwagerman. Van de (aan)tekeningen van geschenkauteur 2025, Gerwin van der Werf, tot aan de veren boa van Marga Minco en de pumps van Nelleke Noordervliet waarmee ze op de rode loper van het Boekenbal verschenen: in de Galerij van het museum is het vanaf 12 maart tot en met het eind van het jaar allemaal te zien!
’Wie leest baat zijn geest’
De Boekenweek is onmiskenbaar een hoogtepunt in het literaire jaar en een traditie die niet meer valt weg te denken. De Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) organiseert jaarlijks een ruime week vol literaire activiteiten, een geschenk en het roemruchte Boekenbal. De voorloper van de Boekenweek is de ‘Dag van het Boek’ in 1930, een initiatief van uitgevers en boekhandelaren om de boekverkoop te stimuleren. Twee jaar later vond de allereerste editie plaats met als slogan ‘Wie leest baat zijn geest’. Iedereen die voor een rijksdaalder of meer aan boeken kocht, ontving in 1932 een bundeling van bijdragen van Nederlandse schrijvers, Geschenk getiteld. Dit jaar is het Boekenweekthema Je moerstaal waarbij het draait om de taal waarin je spreekt, schrijft, zingt en juicht. Gerwin van der Werf schreef het Boekenweekgeschenkgeschenk De krater. De opening vindt plaats, in aanwezigheid van Zijne Majesteit de Koning, in het Literatuurmuseum / Kinderboekenmuseum.
Gratis toegang op zondag 23 maart
De negentigste Boekenweek bundelt de kracht van verhalen, niet alleen in boeken, maar ook in musea. Als onderdeel van de Boekenweek 2025 bieden veel musea, waaronder het Literatuurmuseum / Kinderboekenmuseum, op zondag 23 maart gratis toegang aan op vertoon van het Boekenweekgeschenk 2025 De krater. Voor één dag is dit geschenk hiermee een gratis Museumkaart. Een uitgelezen kans om je in Den Haag onder te dompelen in de wereld vol verhalen. Tijdens de boekenweek, van 12 t/m 23 maart, ontvang je De krater in de boekhandel bij aankoop van 15 euro aan boeken. Tickets voor deze dag kunnen gereserveerd worden via www.literatuurmuseum.nl.
90 jaar oud en na de gehaaste maar wonderschoon opgelepelde excuses van Mark R. voor het Nederlandse koloniale en slavernijverleden (met een beloofde ‘komma…’ die nooit kwam), de opname van de Surinaamse antikoloniale schrijver, activist en verzetsheld Anton de Kom in de ‘Canon van Nederland’ en de tot voor kort nog alom gepropageerde exclusiviteit en diversiteit, blijkt de Boekenweektraditie nog steeds een oer-Hollands-Hollands exclusief wit onderonsje van elk jaar dezelfde welbekende uit de kamfer gehaalde koppen.
Waar is Henna Goudzand Nahar die recent de Jonge Beckmanprijs ontving voor haar historisch jeugdboek ‘Suikerland’? Waarom ontbreekt de eerste Dichter der Nederlanden Babs Gons? Radna Fabias, Asis Aynan, Dean Bowen, Mira Feticu, Rodaan Al Galidi, Lale Gül, Mounir Samuel, Ida Does en zoveel andere Nederlandse schrijvers en dichters – waar zijn ze? Zij zijn toch wel welkom op het ‘roemruchte’ Boekenbal? Noem dan ook hun namen. Dat is aardig en het hoort zo. Het zijn mensen. Nederlanders. Gevierde schrijvers en dichters. Geef ze een plek aan de tafel. Maak eens plaats.
Er ontbreekt nog iets anders in deze jubileumaankondiging. Je zou van het Literatuurmuseum / Kinderboekenmuseum als schatbewaarder van de literatuur en het vrije woord verwachten dat het – naast liefde voor boeken en je moerstaal – ook actuele thema’s op de agenda zet, zich uitspreekt, het voortouw neemt.
Brandende kwesties te over. De gure fascistische wind die ook in Nederland waait. Het structurele voortdurende ondermijnen van recht en rechtsstaat, mensenrechten en democratie. Het van staatswege muilkorven criminaliseren oppakken afrossen en vervolgen van onwelgevallige protesten. Het vermarkten, de verdienmodellen, het grootkapitaal. De oorlogsretoriek, oplopende defensiebudgetten, het risico dat we een oorlog in worden gepraat die met internationaal recht en diplomatie is te voorkomen. De gitzwarte wolken boven Palestina waarover je niets mag zeggen op straffe van verkettering en onterechte, grievende verwijten. De censuur, het shadow-bannen door sociale media platforms, de regering die ook op dat punt steken laat vallen. De verantwoordelijkheid van schrijvers, dichters en journalisten. Wie durft zich nog uit te spreken? Wie krijgt nog een podium, wie niet meer? Wat gaan wij doen, als burgers van Nederland? Laten we dit gebeuren, ook als dat betekent dat we straks onze rechten en democratie kwijt zijn, misschien wel voorgoed? Of nemen we de handschoen aan, kijken we het beest moedig in de bek en organiseren we collectief tegengas?
Maar nee, geen woord. Jammer, een gemiste kans. Zeker in deze extreem gevaarlijke tijd.
Waarom loopt dit zo? Is het Literatuurmuseum / Kinderboekenmuseum bang voor de boze beer, het eigen pluche? Voelt het veiliger – zeg maar: minder onveilig en grensoverschrijdend dan het gemorrel en gezaag aan recht en rechtsstaat, de democratie – om de andere kant op te kijken, zich braaf te schikken en te conformeren aan de nieuwe wind, lekker Hollands knus te babbelen over relletjes, de boa van Marga en de pumps van Nelleke, totdat de beer weer weg is? De gedachte alleen al is even zorgwekkend als de brandende kwesties zelf.
Enfin. Die beer gaat niet weg. Mijn felicitaties voor de 90-jarige. Nu kan het nog.