Alle relevante informatie voor 2025 op een rij

Nu de eindexamenperiode weer in zicht komt, leek het ons, verantwoordelijken voor de centrale schriftelijke examens (CSE) Nederlands havo/vwo, zinnig om kort alle informatie over deze examens in 2025 op een rij te zetten.
Vraagvernieuwing
Sinds vorig schooljaar, 2023-2024, komen in de CSE’s Nederlands havo/vwo nieuwe vraagtypen voor waarmee tekstbegrip op een bredere, meer eigentijdse manier bevraagd wordt. Dit is een gevolg van het project Uitbreiding van vraagtypen voor het leesvaardigheidsexamen Nederlands havo en vwo, dat in april 2022 is afgerond en waarover hier al eerder werd gepubliceerd (Project leesvaardigheid Nederlands havo en vwo afgerond). De uitbreiding van vraagtypen was vorig schooljaar vooral herkenbaar in het vwo-examen. In het havo-examen 2024 waren de wijzigingen in mindere mate geïmplementeerd, maar vanaf 2025 zullen de wijzigingen duidelijk merkbaar zijn in beide examens Nederlands.
Uitgebreide vragenlijst over vwo 2024-1
Docenten met vwo-eindexamenklassen konden na de examenperiode in een enquête hun bevindingen over het examen uit tijdvak 1 delen. Het rapport met de resultaten staat binnenkort op Examenblad op de pagina van vwo 2024. Van de 372 invullers is 82% tevreden over de uitbreiding van vraagtypen in het algemeen en 85% over de nieuwe soorten teksten en bronnen. Wél hadden docenten vooraf meer duidelijkheid willen hebben over de mate van vernieuwing in dit eindexamen en zouden ze – zoals ook bleek uit eerder onderzoek van het College voor Toetsen en Examens naar de correctielast bij verschillende vakken – graag minder werk willen hebben aan het nakijken van examens.
Overige reflecties op het CSE vwo 2024-1
In de novemberaflevering van Levende Talen Magazine blikten wij als verantwoordelijken voor de examens Nederlands havo/vwo terug op dit examen, op basis van reacties van docenten, reacties in de media en onze analyse van de examenresultaten (Nieuwe wegen, nieuwe uitdagingen? Reflectie op het vwo-examen Nederlands 2024). Hierin noemen we onder andere drie lessen die we hieruit hebben getrokken (Rooijackers et al., 2024):
- De vraagvernieuwing mag op scholen nog meer bekendheid krijgen.
- Er lijkt behoefte te zijn aan een vakinhoudelijke uitwerking van de notie betrouwbaarheid.
- Het meten van meervoudig tekstbegrip vereist niet alleen een evenwichtig samengestelde tekstset, maar vergt ook een nauwkeurige screening van de hoeveelheid kritische vragen bij een tekst of tekstfragment.
Meer oefenmateriaal
Bij de oplevering van het uitbreidingsproject in 2022 zijn online informatie en een docenthandleiding beschikbaar gesteld over de nieuwe vraagtypen, alsmede oefensets om leerlingen bekend te maken met deze vraagtypen. Deze materialen zijn nog steeds eenvoudig via Examenblad.nl te raadplegen, via de examenomgevingen van Nederlands havo én vwo (onder het kopje Aanvullende informatie). Sinds kort is hieraan een nieuwe oefenset voor vwo toegevoegd: Voorbeeldopgaven jeugdliteratuur en pulp. De examenmakers hadden voor deel 1 van het CSE Nederlands vwo 2024-1 (‘Pulp in het Nederlandse leesonderwijs?’) namelijk meer materiaal ontwikkeld dan uiteindelijk te maken was binnen het tijdsbestek van drie uur.
Correctietips en vakspecifieke informatie
Uit de vragenlijst over het CSE vwo 2024 kwam naar voren dat bijna een derde van de docenten de vakspecifieke informatie van het CvTE zelden of nooit gebruikt bij de voorbereiding op het examen. Daardoor kunnen docenten echter voor verrassingen komen te staan en lopen hun leerlingen de kans onvolledige informatie over de CSE’s te krijgen. Belangrijk in de vakspecifieke informatie Nederlands voor havo en voor vwo voor 2025 zijn onder meer de wijzigingen in en toelichtingen op de correctieregels.
Docenten maken geregeld kritische opmerkingen over het feit dat in een leesvaardigheidsexamen ook de spelling en grammatica van de antwoorden moet worden beoordeeld (en de hoeveelheid nakijktijd die dat kost). Dit is een besluit dat destijds door de toenmalige staatssecretaris is vastgelegd en waar Cito en CvTE niet van kunnen afwijken.
Om enigszins aan deze kritiek tegemoet te komen, hebben we als examenverantwoordelijken nogmaals gekeken bij welk type vragen de spelling en/of grammatica moet worden beoordeeld en bij welk type opgaven niet. Vanaf de 2025-examens hoeft daarom de spelling in antwoorden op citeervragen niet meer te worden beoordeeld. Een andere wijziging is dat het gebruik van hoofdletters aan het begin van een zin niet langer hoeft te worden beoordeeld; hooflettergebruik moet alleen nog worden beoordeeld bij gebruik in namen en afleidingen daarvan. Hierdoor ontstaat geen onnodige puntenaftrek als leerlingen hun antwoord op een aanvulzin abusievelijk met een hoofdletter beginnen of als ze een antwoord uit een tabel per ongeluk met een kleine letter beginnen.
Tot slot merken we op dat we bij de veelgestelde vragen achter in de Vakspecifieke informatie verduidelijkt hebben hoe er met verkort citeren moet worden omgegaan. We hopen dat dit het nakijkgemak zal vergroten.
Dr. Jacqueline Evers-Vermeul is voorzitter van de Vaststellingscommissie Nederlands havo/vwo van het CvTE en werkt als Universitair Hoofddocent Taal, Communicatie & Educatie aan de Universiteit Utrecht.
Dr. Patrick Rooijackers werkt als leesonderzoeker bij Stichting Cito en is verantwoordelijk voor de constructie van de vwo-examens Nederlands.
Corien Stevens (MA) werkt als toetsdeskundige bij Stichting Cito en is verantwoordelijk voor de constructie van de havo-examens Nederlands.
Drs. Marjo van Vliet is clustermanager Nederlands vmbo, havo en vwo bij het College voor Toetsen en Examens.
Referentie
Rooijackers, P., Stevens, C., & Evers-Vermeul, J. (2024). Nieuwe wegen, nieuwe uitdagingen? Reflectie op het vwo-examen Nederlands 2024. Levende Talen Magazine, 111(7), 18-22.
Waar kan ik vinden dat hoofdlettergebruik niet meer wordt beoordeeld? Als ik hier kijk, wordt er iets anders beweerd:
https://www.examenblad.nl/2025/onderwerpen/veelgestelde-vragen-over-beoordeling-ce-nederlands-havo-vwo
U heeft gelijk! Op Examenblad staat nog de versie uit 2024 van de ‘Veelgestelde vragen’. De nieuwe versie is kennelijk niet goed ingeladen. Dat is een fout die we zo spoedig mogelijk herstellen. Dank voor uw alertheid.
Hoe zit het met het onderscheid tussen casus 1 en casus 2?
Casus 1: leerling X schrijft 7 keer ‘persé’ in plaats van ‘per se’
Casus 2: leerling Y maakt 7 verschillende spelfouten, t.w.: ik vindt, hij wilt, persé, onmiddelijk, verassend, appel flap en burgermeester.
Krijgen beide leerlingen evenveel punten aftrek? En zo ja, op basis waarvan?
Graag verwijs ik u hiervoor naar de correctievoorschriften bij de examens (bv. die van vwo 2024-1: https://www.examenblad.nl/2024/vwo/documenten/cse-1/vw-1001-a-24-1-c). Zie met name Algemene regel 6 en Vakspecifieke regel 1 (zesde bolletje).