In de eerste jaren van het bestaan van de vakgroep neerlandistiek in Olomouc als zelfstandige eenheid Katedra nederlandistiky moesten adepten voor een PhD-studie deze studie altijd doen bij een ander instituut dat een accreditatie voor een PhD had. Zo verdedigden verschillende doctorandi hun proefschriften, in historische volgorde: Kateřina Křížová (Tsjechische taalkunde, 2005), Martina Vitáčková (Theorie van de Literatuur, 2011), Lucie Smolka Fruhwirtová (Theorie van de Literatuur, 2012), Pavlína Knap-Dlouhá (Duitse taalkunde, 2012), Veronika ter Harmsel-Havlíková (Theorie van de Literatuur, 2013), Benjamin Bossaert (Theorie van de Literatuur, 2020), Markéta Kluková (Algemene Taalwetenschap, 2022).
Een eigen studie
Na accreditering in 2017 kon de vakgroep een eigen PhD-studieprogramma Nizozemská filologie (Nederlandse filologie) openen. Hieraan ging een relatief lang accreditatieproces vooraf. De studie is een vierjarige studie, waarbij de studenten in het eerste jaar nog vrij veel colleges hebben en algemene vakken moeten volgen, terwijl de volgende jaren vooral aan hun dissertatieproject zijn gewijd. Gedurende de standaard studieperiode krijgen intern studerende studenten een maandelijkse beurs van (vanaf 1 september 2025) 25.000 CZK (ongeveer € 1000), bij het overschrijden van die termijn vervalt de beurs.

De eerste jonge doctor
Onze Vlaamse lector, Mgr. Jan Fabry (Pelt, 1991), verdedigde als eerste op vrijdag 27 juni 2025 na het afleggen van het een uur durende doctoraatsexamen en de eveneens een uur durende verdediging met succes zijn dissertatie “De tael is gansch het volk”. De begrippen Nation en Sprache bij Wilhelm von Humboldt en sporen van zijn taal- en politieke theorie bij de vroege Vlaamse Beweging in de Gentse context. Fabry heeft voor zijn dissertatieproject 6 Vlaamse tijdschriften uit Gent onderzocht voor de periode tussen het uitroepen van de Belgische onafhankelijkheid (1830) en het onderzoek van de zogeheten Grievencommissie (1859) of Vlamingen inderdaad achtergesteld werden in België. Deze periode komt overeen met het langzaam sterker worden van de Vlaamse Beweging en de stapsgewijze erkenning van het Nederlands als taal (formeel afgerond met de Gelijkheidswet van 1898). Het onderzoek werd uitgevoerd onder leiding van achtereenvolgens Doc. RNDr. Tomáš Hoskovec, CSc., prof. dr. Pierre Swiggers en prof. dr. Wilken Engelbrecht
Zoals de beide opponenten, prof. dr hab. Stefan Kiedroń van de Universiteit van Wrocław en dr. habil. Gábor Pusztai van de Universiteit van Debrecen constateerden, heeft de dissertatie een interdisciplinair karakter waarbij linguïstische thematiek, ideeëngeschiedenis, discoursanalyse en cultuurpolitiek in de eerste helft van de 19e eeuw zijn bekeken. De twee pijlers van het proefschrift zijn de invloed van Wilhelm von Humboldt (1767–1835), stichter van de Berlijnse Humboldt-Universität) op de Vlaamse Beweging en daarnaast het taalpolitieke discours in Gent. Fabry onderzocht ook de ontwikkeling van het begrip België in het Vlaamse discours en hoe de Walen als ‘de ander’ in dit discours werd gezien. Interessanter wijze blijkt rechtstreekse receptie van Humboldts ideeën met verwijzing naar zijn geschriften voor te komen bij twee destijds Frans schrijvende auteurs, Jean Stecher (1820–1909), eerst hoogleraar te Gent, vanaf 1850 te Luik, en Théodore Geselschap (1820–1881), destijds docent bij de Société littéraire te Gent.

Na de discussie en de geheime stemming, waaraan ook commissieleden prof. dr. Hubert van den Berg, prof. Mgr. Adam Bžoch, CSc. en prof. PhDr. Libuše Spáčilová, Dr., deelnamen, kon voorzitter Van den Berg constateren dat de kandidaat zowel het examen als de verdediging succesvol had afgerond en zich voortaan doctor Jan Fabry mag noemen. ’s Avonds vond een mooi feest in de Ierse pub Black Stuff plaats die vaak voor feestelijke gelegenheden van de neerlandistiek wordt gebruikt. Voor de neerlandistiek in Olomouc was dit een historisch moment.


Laat een reactie achter