De 22ste Interdisciplinary Conference for Netherlandic Studies vond in juni jl. plaats aan de University of North Carolina (UNC) in Chapel Hill. Dit tweedaagse interdisciplinaire congres stond dit keer in het teken van het thema “Shaping the Future”, wat aanduidt dat er veel mogelijkheden bestaan om bezig te zijn met de neerlandistiek, met de Lage Landen en met thema’s uit de (voormalig) koloniale Nederlandstalige gebieden wereldwijd. Dankzij de organisatorische bekwaamheid en de onvermoeibare inzet van professor Dan Thornton van de UNC Chapel Hill was het congres een daverend succes. Onze dank gaat ook uit naar het Center for European Studies, de College of Arts and Sciences, en de afdeling Germanic and Slavic Languages and Literatures aan de Universiteit Chapel Hill voor hun bijdragen aan het congres.
De ICNS wordt tweejaarlijks ergens in Noord-Amerika gehouden en georganiseerd door de American Association for Netherlandic Studies (AANS). Namens het bestuur van de AANS geef ik hierbij ons verslag van de conferentie.
Het congres beleefde een bijzondere start doordat de algemeen-secretaris van de Taalunie Gunther Van Neste aanwezig was en alle aanwezigen toesprak bij de openingsreceptie. Voor zover bekend was dit de eerste keer dat het hoofd van de Taalunie een bezoek besteedde aan de ICNS. We waren verder vereerd dat Van Neste niet alleen de opening bijwoonde maar ook het gehele congres.

Er werden meer dan 30 presentaties oftewel papers gegeven door collega’s uit verschillende landen, waaronder Nederland, België, Suriname, de VS, Polen, Canada en Engeland. Het was bijzonder fijn en bemoedigend voor de toekomst van ons vak dat een hoger percentage van de deelnemers dan in voorgaande jaren masterstudenten en promovendi waren.
Het congres in Chapel Hill werd dit jaar gekenmerkt door twee keynote lezingen. De eerste was in het kader van de nadruk die onze bijeenkomst wilde leggen op het bijzondere jubileum: 50 jaar onafhankelijkheid Suriname ook wel Srefidensi genoemd. Uitgenodigde spreekster Hilde Neus van de Anton de Kom Universiteit hield een provocatieve lezing getiteld “Rising to a Suriname Future by Learning from the Past.” Daaropvolgend vond een levend en uiteenlopend tafelgesprek plaats met Neus zelf, Rita Tjien Fooh van het Nationaal Archief van Suriname en twee collega’s van de Universiteit Michigan, Denice Gravenstijn en Annemarie Toebosch, waar in het afgelopen jaar een nieuwe minor-studie Nederlands met focus op Surinaams Nederlands is ingevoerd. De veelzijdige aandacht voor Suriname tijdens deze conferentie is mede mogelijk gemaakt dankzij steun van de Stichting Koningin Wilhelmina Professoraat.

De tweede keynote, waarmee het congres afsloot, werd door Ton van Kalmthout gegeven. Van Kalmthout, die werkzaam is aan het Huygens Instituut en de Rijksuniversiteit Leiden, hield een fascinerende lezing over “Dutch-American Emigration Literature after World War II”, waarna een boeiend gesprek in de vragenronde met deelnemers plaatsvond. De keuze voor dit onderwerp was bijzonder treffend aangezien veel deelnemers zich herkenden in de ervaringen die hij beschreef. Velen in het publiek waren immers zelf immigranten of nazaten van immigranten, of mensen die de impact van migratie in het koloniale verleden van Nederland ervaren.

Het is hier natuurlijk niet mogelijk om individuele presentaties samen te vatten. Het opvallende van dit biennale congres in de Verenigde Staten is het interdisciplinaire karakter. Misschien heeft het met de context van Neerlandistiek extra muros te maken, maar je ziet telkens weer dat de Neerlandistiek op interdisciplinaire manier wordt bedreven. Vanzelfsprekend zijn er presentaties over literatuur, toneel,taalwetenschap en geschiedenis. En traditiegetrouw zijn de Historians of Netherlandish Art ook bij de ICNS betrokken. Maar steeds meer komen er presentaties die een aanpak hanteren uit bijvoorbeeld kartografie, sociologie, politicologie, en zelfs beta-wetenschappen zoals biologie. Dit jaar werd ook bijzondere aandacht besteed aan de staat van belangrijke archieven zoals die in het Nationaal Archief van Suriname. Voorafgaand aan dit congres wordt er een docentendag gehouden waar bijna alle universitaire docenten Nederlands in de VS aan deelnemen. Door de enorme afstanden in de VS biedt deze docentendag een unieke gelegenheid voor persoonlijk contact. De uitwisseling van ervaringen en ideeën en ook de gezamenlijke aanpak van uitdagingen in ons vak maken deze docentendagen onmisbaar voor de betrokken collega’s. De docentendag wordt mogelijk gemaakt door de genereuze steun van de Taalunie.
We kijken nu al uit naar het volgende congres dat in juni 2027 plaats zal vinden. Binnenkort wordt de volgende locatie bepaald en t.z.t. aangekondigd. We verheugen ons erop lezers van Mondiaal Neerlandistiek daar te ontmoeten.


Laat een reactie achter