Vrijgevigheid leeft, schrijft de lage landen. In het themanummer ‘Iedereen filantroop’ duikt het tijdschrift in de rijke geschiedenis van de filantropie in Vlaanderen en Nederland, en zoekt het de verbinding met het heden én de toekomst. Om te geven moet je overigens niet rijk zijn: wie iets doet voor het algemeen belang, is filantroop.
Er is een filantropische golf in de Lage Landen, merken Wim Pijbes (stichting Droom en Daad) en Ludwig Forrest (Koning Boudewijnstichting). In een dubbelinterview verklaren de filantropen dit zo: aan de ene kant komt er steeds meer kapitaal beschikbaar doordat de rijkste generatie ooit, de babyboomers, tachtigplus is. Aan de andere kant worden de noden in de samenleving groter – denk onder meer aan de klimaatverandering. Kinderen van vermogende ondernemers dringen bij hun ouders dan ook steeds meer aan om bij te dragen aan een betere wereld.
Tegelijk zeggen Pijbes en Forrest dat filantropie toegankelijk is voor iedereen, ze is allang niet meer het domein van rijke weldoeners achter marmeren gevels. Ook wie vrijwilligerswerk doet, een kleine gift overmaakt of zich inzet voor de buurt, is een filantroop.

Zo bekeken, is het duidelijk: vrijgevigheid leeft. In Vlaanderen bloeit de filantropie in de warmte van lokale verbondenheid, in Nederland in een strak georganiseerd stelsel van stichtingen. En in beide regio’s heeft de kunst van het geven een lange traditie die bovendien de gespannen relatie tussen overheid en samenleving weerspiegelt.
Deze diepe wortels van de filantropie legt de lage landen bloot in een reeks historische verhalen.
In de middeleeuwen was armen- en ziekenzorg een gedeelde zaak van vermogende patriciërs en religieuze gemeenschappen. Op de Gentse Bijloke-site is dat onbaatzuchtige verleden nog zeer tastbaar aanwezig.
In de vijftiende eeuw ontstonden de loterijen in de Lage Landen. Van bij het begin hadden ze liefdadigheid als doel. Maar vroegmoderne mensen kochten niet alleen lotjes uit naastenliefde, ze wilden ook deugpronken met hun vrijgevigheid.
Dat er achter donaties soms eigenbelang schuilt, zie je ook in de geopolitiek: liefdadigheid dient er vaak een diplomatiek doel. Onze geschiedenis zit vol sprekende voorbeelden.
De rijke burgers die zich in de achttiende eeuw verenigden in genootschappen, kon je niet van zulk opportunisme verdenken. Hun empathie met ‘de gewone man’ was zuiver, ze wilden kennis en geluk brengen. De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen uit die tijd is vandaag nog actief.
In de negentiende eeuw bewoog er veel op het vlak van de filantropie: vrouwen vonden er een zinvolle invulling van hun bestaan buitenshuis in. Daaruit groeide de beweging voor vrouwenrechten, met de menslievende feministe Mina Kruseman als boegbeeld énbuitenbeentje.
In die tijd kwam ook de sociale ondernemer op: een bedrijfsleider die huisvesting, onderwijs, ontspanning en gezondheidszorg voor zijn fabrieksarbeiders voorziet. Jacques van Marken en zijn vrouw Agneta Matthes horen bij de eerste industriële filantropen in de Lage Landen.
Vandaag is vrijgevigheid niet alleen voor iedereen, ze is ook een heus vak met professionele organisaties, een breed onderzoeksveld en vernieuwende initiatieven die de filantropie andere wegen opsturen.
De grootste innovatie komt dezer dagen van migranten uit de tweede en derde generatie. Net als hun (groot)ouders sturen zij geld over de grenzen. Maar dat doen ze niet langer alleen naar hun eigen familie, ze steunen evenzeer sociale projecten in hun land van herkomst. De diasporische filantropie in Europa vaart een nieuwe koers dankzij deze ‘dubbele burgers’. Want ook zij weten: geven maakt gelukkig.
Het filantropiedossier is gerealiseerd met steun van het Streekfonds West-Vlaanderen, beheerd door de Koning Boudewijnstichting.
Ook in de lage landen
- De stadsdichter schrijft niet alleen
- Het Nederlands van de Vlaamse Amerikaan
- Koloniale roofkunst baart musea kopzorgen
- Literatuurfondsen trekken samen op, maar blijven autonoom
- Nederlands studeren heeft wereldwijde impact
- Samenwerking op het scherm: tussen cultuur en kassa
- Internationaal cultuurbeleid is broodnodig
- Bonnie & Clyde in de middeleeuwen
- Hoe Vlaanderen en Nederland het vrije woord beschermen
- Gerecenseerd: Laura van der Haar, Joost Vandecasteele, Mariska Kleinhoonte van Os, Hanna Bervoets, Johannes Westendorp, Jante Wortel, Marieke de Maré, Sara Eelen, Samuel Vriezen en vele anderen
Alle artikelen zijn ook te lezen op www.de-lage-landen.com.
Laat een reactie achter