
Bij diefstal denken we meestal aan de ontvreemding van voorwerpen of geld: een gouden ring, een iPad, een portemonnee. Maar is de ultieme diefstal niet de onteigening van iets met als gevolg dat iemand zichzelf niet meer is? Klinkt dat geheimzinnig? Wanneer iemand jouw Instagram-account overneemt of je handtekening vervalst, schendt hij of zij jouw relatie met de wereld. Daarvan is ook sprake als iemand een muziekgenre van een gemeenschap ‘kaapt’, of zich toe-eigent en openbaar maakt wat een ander heeft bedacht, gemaakt, geschreven.
In tijden waarin feiten een almaar hachelijker bestaan lijken te krijgen, is onze identiteit ook in toenemende mate aan onzekerheid onderhevig. Zoveel van onze sociale identiteit wordt bepaald door documenten, mediale communicatie, buiten onze invloedsfeer opgeslagen gegevens, dat identiteitsdiefstal geen magisch begrip meer is, maar een alledaagse praktijk.
Als we de schending van onze relatie met de wereld als diefstal betitelen en bestraffen, wat wordt er dan ontvreemd? Weten we wel wat dat is? Zou je identiteit niet veeleer moeten beschouwen als variabele van een voortgaand proces, een uitwisseling die veranderlijk, onzeker en asymmetrisch kan zijn? Als iemand verliefd wordt, zeggen we dat zijn of haar hart gestolen is.
Wie leeft, wordt misschien wel voortdurend bestolen en zal onvermijdelijk nieuwe delen van haar of zijn identiteit bij elkaar stelen.
Laat een reactie achter