Het schoolleven op het Vossius Gymnasium in Amsterdam, 1928-1929
Uitgegeven door Tom Porcelijn

Bram Porcelijn begon op 26 januari 1928 een dagboek bij te houden. Hij was toen zeventien jaar en zat in de derde klas van het Vossius Gymnasium in Amsterdam. Het dagboek getuigt van scherp inzicht in zichzelf, zijn familie, zijn schoolgenoten en de leraren op de school, die twee jaar eerder was ontstaan als afsplitsing van het Barlaeus Gymnasium. Met zijn geschiedenisleraar Jacques Presser had hij een goede band. Bram was een gangmaker als oprichter van de leerlingenvereniging, redacteur van de schoolkrant, als pianist op feesten en en als de componist van het schoollied. Zijn dagboek heeft daarnaast een beeld van het culturele leven in de stad. Hij gaat vaak naar de Stadsschouwburg, het Paleis voor Volksvlijt, de bioscoop Tuschinski en wordt gegrepen door een Amerikaans gospel koor in het Concertgebouw. Op 29 december 1929 maakt hij zijn laatste aantekening als scholier. Tekeningen en foto’s die Bram maakte zijn in deze uitgave opgenomen, evenals bewaarde klassenfoto’s.
Tom Porcelijn is de tweede zoon van Bram en begon eind vorige eeuw met onderzoek naar de oorsprong van de familie. Wanneer je naam luidt Porcelijn (zeker breekbaar, hè?) ga je je vanzelf afvragen waar die vandaan komt. Het blijkt dat alle Porcelijnen afstammen van een Asjkenazische jood, die halverwege de achttiende eeuw begon met het overschilderen van Chinees porselein: het ‘Amsterdams bont’. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn tientallen Porcelijnen door de Duitsers vermoord, welk besef zijn fascinatie voor zijn naaste familie versterkte. Na zijn vaders dood verdiepte hij zich in diens jeugd.
Laat een reactie achter