Vakinformatiediensten als antwoord op digitale transformatie
De digitalisering heeft het wetenschappelijk onderzoek fundamenteel veranderd. Nieuwe technologieën bieden ongekende mogelijkheden voor het vergaren, analyseren en delen van informatie, maar stellen onderzoekers en bibliotheken tegelijkertijd voor complexe uitdagingen. In dit spanningsveld tussen kansen en obstakels zijn de Duitse vakinformatiediensten (Fachinformationsdienste, FID) ontstaan als antwoord op de digitale transformatie van de wetenschap.
Het Duitse bibliotheeksysteem kent een unieke structuur die ook wel wordt aangeduid als “verdeelde nationale bibliotheek”. Naast de nationale bibliotheek, die alles verzamelt wat in Duitsland verschijnt of over Duitsland wordt gepubliceerd, bestond er sinds 1949 een door de Deutsche Forschungsgemeinschaft (DFG) – de Duitse tegenhanger van de NWO – gesubsidieerd systeem van wetenschappelijke bibliotheken met bijzondere collecties (Sondersammelgebiete). Dit coöperatieve model verdeelde de verantwoordelijkheid voor het systematisch verzamelen van buitenlandse publicaties over verschillende bibliotheken, waarbij elke bibliotheek zich specialiseerde in specifieke vakgebieden of regio’s.
De FID’s zijn sinds 2014 opgericht als opvolger van dit traditionele systeem. Waar de bijzondere collecties zich voornamelijk richtten op het fysiek verzamelen van publicaties, is het nieuwe, eveneens door de DFG gefinancierde FID-programma projectgebaseerd en expliciet gericht op digitale media, snelle toegang tot wetenschappelijke informatie en digitaal maatwerk voor specifieke wetenschappelijke communities. Momenteel zijn er ongeveer veertig FID’s actief voor verschillende vakgebieden en regio’s.

Het profiel van de FID Benelux
Een van deze vakinformatiediensten is de Fachinformationsdienst Benelux / Low Countries Studies (FID Benelux) van de UB Münster. Deze FID heeft een lange voorgeschiedenis: vanaf 1951 was de UB Münster al verantwoordelijk voor de bijzondere collectie Nederlandse taal en cultuur, later uitgebreid tot de gehele Benelux.
De FID Benelux is gekenmerkt door een multidisciplinaire benadering en sluit daarmee nauw aan bij het concept van de Lage Landen Studies. Het servicepakket richt zich niet alleen op de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap, maar ook op disciplines als geschiedenis, politieke wetenschappen, sociologie, volkskunde en geografie.
Hoewel de FID Benelux primair is opgericht voor onderzoekers in Duitsland, staat internationalisering hoog op de agenda van de FID. Aangezien wetenschappelijk onderzoek niet stopt bij landsgrenzen, is mondiale kennisdeling essentieel voor de ontwikkeling van een vak, en zeker voor een betrekkelijk klein vak als de neerlandistiek. Bij alle diensten die de FID aanbiedt, is er dan ook van meet af aan naar gestreefd om zo goed mogelijk rekening te houden met de behoeften van de internationale neerlandistiek.

Diensten en infrastructuur
Het dienstenpakket van de FID Benelux is veelzijdig en omvat zowel traditionele als innovatieve elementen. De fysieke collectie telt tegenwoordig ruim honderdduizend gedrukte boeken en tijdschriften die wereldwijd beschikbaar zijn via interbibliothecair leenverkeer (IBL). Het portaal www.fid-benelux.de fungeert als centrale toegangspoort tot wetenschappelijke literatuur en tot alle diensten van de FID. De website is naast het Duits ook beschikbaar in een machinaal vertaalde Engelse versie. De vertaling is momenteel nog niet optimaal, maar wordt binnenkort verbeterd.
Een van de hoofdoelen van de FID Benelux is het aggregeren en vindbaar maken van wetenschappelijk relevante literatuur en informatie. Hiervoor heeft de FID een overkoepelend zoekportaal en diverse gespecialiseerde bibliografieën ontwikkeld om literatuur te ontsluiten die anders moeilijk te traceren zou zijn.
Een belangrijk speerpunt van de FID Benelux vormt de bevordering van open access (OA) en open science. De FID hanteert hierbij een model met inmiddels zes pijlers: retrospectieve digitalisering van auteursrechtenvrije werken (tot nu toe ruim 4400 titels), “immediate open access” publicatiereeksen (19 boeken), retrospectieve open access voor boeken (54 boeken), de repository Benelux-Doc voor het verzamelen en ontsluiten van o.a. artikelen, grijze literatuur, conferentiebijdragen en dergelijke (rond 700 publicaties), “subscribe to open” (S2O, momenteel 7 vaktijdschriften op basis van de abonnementskosten) en het Open Journal Systems-publicatieplatform (OJS).
Een recente mijlpaal is de “delayed open access”-uitgave van het tijdschrift “nachbarsprache niederländisch” (nn) via het OJS-platform. In samenwerking met de Fachvereinigung Niederländisch heeft de FID alle jaargangen vanaf 1986 gedigitaliseerd. Het vrij toegankelijke archief bevat meer dan 850 artikelen, alle voorzien van een DOI voor permanente toegankelijkheid, en is volledig doorzoekbaar.
Andere diensten van de FID zijn bijvoorbeeld een onderzoeksportaal (Forschungsverzeichnis) dat inzicht geeft in Benelux-gerelateerd onderzoek in de Duitstalige landen, inclusief informatie over onderzoekers, projecten en dissertaties, de FID Benelux-blog met nieuws en bijdragen uit het veld en Benelux-Box – een cloudoplossing die samenwerking aan projecten en documenten faciliteert.
Naast informatievoorziening biedt de FID Benelux advies en ondersteuning op het gebied van o.a. digital humanities en research data management. Door middel van online workshops en colloquia stimuleert de FID de uitwisseling over digitale methoden in de neerlandistiek. Deze bijeenkomsten zijn laagdrempelig opgezet en gericht op peer-to-peer learning en networking.

Uitdagingen in de digitale praktijk
Ondanks alle mogelijkheden die digitalisering biedt, zijn er ook aanzienlijke obstakels. State-of-the-art digitalisering vergt veel tijd en personeel. Bovendien moet bij digitaliseringsprojecten altijd rekening worden gehouden met het auteursrecht. Dit geldt tot zeventig jaar na de dood van de rechthebbende en het betreft niet alleen teksten maar ook afbeeldingen. Het copyright van recentere publicaties ligt meestal bij de uitgeverijen, maar in veel gevallen is het ook onduidelijk wie de rechthebbenden zijn of hoe zij te bereiken zijn. Retrospectieve open access projecten stuiten vaak op onwil of onvermogen van de uitgeverijen om de rechten (tegen betaling) vrij te geven – gedeeltelijk vanwege vrees voor winstverlies, gedeeltelijk omdat zij zelf niet over de rechten voor de digitale publicatie (van bepaalde onderdelen) beschikken.
Ook het verzamelen van online publicaties voor de FID-repository blijkt in de praktijk moeizaam. Onderzoekers en instituties publiceren vaak zogenaamd “open access” op hun homepages maar zonder duidelijke licenties zoals Creative Commons (CC), waardoor de rechtelijke situatie onduidelijk blijft. In dergelijke gevallen moet de FID individuele overeenkomsten sluiten met de rechthebbenden om de publicaties op zijn repository te mogen plaatsen.
De licentieverwerving voor e-books, e-tijdschriften en databanken is soms eveneens problematisch. Niet alleen zijn licenties voor digitale bronnen beduidend duurder dan gedrukte titels – vooral als het gaat om nationale licenties zoals in het geval van de vakinformatiediensten –, sommige bronnen zijn voor bibliotheken ook simpelweg niet te verkrijgen.
Toekomstperspectieven
De FID Benelux staat voor de uitdaging om zijn dienstverlening voortdurend aan te passen aan de veranderende behoeften van de wetenschap. Een intensieve dialoog met onderzoekers is essentieel om te begrijpen wat de praktijk vraagt en om diensten optimaal af te stemmen. Centrale vragen zijn daarbij o.a.: Welke vormen van informatievoorziening en diensten hebben neerlandici tegenwoordig nodig? Wat is reeds beschikbaar en waar zijn lacunes?
In het digitale tijdperk is wetenschappelijke informatievoorziening geen eenrichtingsverkeer, maar een dynamisch proces van gezamenlijke kenniscreatie en -deling. Samenwerking is hierbij het sleutelwoord.
De slides van de presentatie, die op 28-08-2025 op het 22ste Colloquium Neerlandicum is gehouden, zijn gepubliceerd op Benelux-Doc. De repository staat uiteraard ook open voor andere congresbijdragen. Deze tekst is een bewerkte versie van de lezing van Ilona Riek, neerlandica en informatiewetenschapper aan de Universiteitsbibliotheek Münster, tijdens het 22ste Colloquium Neerlandicum.

Laat een reactie achter