80 jaar Gerrit Komrij
17-12-2024
Zodra iemand zijn bescheidenheid weet te benoemen, zodra er bij hem ook maar een greintje besef van zijn eigen bescheidenheid daagt, houdt hij op bescheiden te zijn. Het ligt in de aard van de bescheidenheid dat ze onzichtbaar is voor anderen en voor zichzelf.
Bron: ‘Bescheidenheid’ in Humeuren en temperamenten (1989)
16-12-2024
Ze stellen prijs op ‘informeel’: ze zouden anders, gruwel der gruwelen, eens en deur voor iemand moeten openhouden of iemand een jas moeten aanreiken – plichtplegingen die, hoe dan ook, een vorm van inspanning, zelfs van hersenwerk, vereisen. Hun bescheidenheid vormt een excuus voor schrieperigheid en luiheid.
Bron: ‘Bescheidenheid’ in Humeuren en temperamenten (1989)
15-12-2024
Voor mensen die van zichzelf zeggen dat ze bescheiden zijn, heb ik altijd geleerd, moet je oppassen. Vaak komt het bij die lui neer op een bescheidenheid voor het schellinkje – om geld en moeite uit te sparen. Ze drinken maar weinig en eten gewoontjes: anders zouden ze, stel je voor, ook anderen eens een glas moeten aanbieden of zelfs fêteren.
Bron: ‘Bescheidenheid’ in Humeuren en temperamenten (1989)
14-12-2024
Ik bezit geen unieke eigenschappen of voorkeuren. Zodra ik me maar even verbeeld dat ik er een heb kom ik er al snel achter dat het opnieuw een derivaat is van de zoveelste apendrift. Op zulke momenten, wanneer het je niet lukt iets menselijks in jezelf te ontdekken, staat het huilen je nader dan het lachen.
Bron: ‘Jachtinstinct’ in Humeuren en temperamenten (1989)
13-12-2024
Als ik besluit een middag de stad in te gaan om wat vrienden te ontmoeten en een glas te drinken is dat niet omdat de boog niet altijd gespannen kan staan , nee, de boog is nog even gespannen en ik ben er mee op jacht – je weet immers nooit waar en wanneer je nog eens een verovering achterover zult leggen.
Bron: ‘Jachtinstinct’ in Humeuren en temperamenten (1989)
12-12-2024
Als ik door mijn kamer loop te ijsberen en maar niet aan het werk kan komen is dat niet omdat ik er zulke mooie gedachten op nahoud die er recht op hebben met zoveel mogelijk uitstel en voorgevoelens van zaligheid aan het papier te worden toevertrouwd, maar omdat ik op zoek ben naar een prooi en niet weet welke.
Bron: ‘Jachtinstinct’ in Humeuren en temperamenten (1989)
11-12-2024
Wie de wereld wil aanpassen, door reglementen of te vuur en te zwaard, aan het beeld dat hij van zichzelf heeft is een gek. Maar omdat het streven ons in zijn goeiige vorm zo vertrouwd voorkomt sluiten we zo iemand niet op. Terecht. Want wie een bekeringszeloot wil bekeren valt zelf in de zelotenkuil. Alleen medelijden resteert, helaas.
Bron: ‘Bekeringsijver’ in Humeuren en temperamenten (1989)
10-12-2024
Het is dezelfde houding die, wanneer ze niet als een vergeeflijk defect wordt herkend, een aan zowel partij als tegenpartij eigen instinct, leidt tot zendingsdrift en bekeringsijver. Dan glimlachen we niet toegeeflijk, maar gaan we van de ander eisen dat hij zich net zo gedraagt als wij, dat hij dezelfde God aanbidt, dezelfde spijzen nuttigt, hetzelfde levensritme eerbiedigt, nalaat wat wij verfoeien en in de tropen Beetsterzwaag nabootst.
Bron: ‘Bekeringsijver’ in Humeuren en temperamenten (1989)
09-12-2024
Een van de miserabelste gedachtegangen van de mensheid – de chauvinistische – is tegelijkertijd haar meest aangeborene. We hoeven ons er niet particulier voor te schamen, ze is universeel.
Bron: ‘Bekeringsijver’ in Humeuren en temperamenten (1989)
08-12-2024
Geen macht ter wereld, hoe sterk ook, kan ons redden van de moeheid – enkel een lichte geur, een aanraking, een klank. God noch een span karrepaarden sleuren ons uit onze apathie – alleen de kleinigheid maakt ons klaarwakker. Maar geuren en klanken zijn schaarser dan macht, kleinigheden onzienlijker dan God.
Bron: ‘Apathie’ in Humeuren en temperamenten (1989)