80 jaar Gerrit Komrij
07-12-2024
Neerwaarts gericht is het menselijk lot, maar tijdens de korte vergissing tussen geboorte en dood klapwiekt hij amechtig voorwaarts en opwaarts.
Bron: ‘Ambitie’ in Humeuren en temperamenten (1989)
06-12-2024
We doen dan alsof we de ander zijn rijkdom, Ferrari, landhuis en bloedmooie meid van harte gunnen, meestal met een opmerking in de gruwelijke, hypocriete trant van dat ‘we de zon best in het water kunnen zien schijnen’. In werkelijkheid gunnen we die ander zijn zonnetje natuurlijk helemaal niet.
Bron: ‘Afgunst’ in Humeuren en temperamenten (1989)
05-12-2024
Helemaal nooit geven we toe dat de gierende nijd ons bij de strot grijpt als het banale, vulgaire zaken betreft, situaties waarin we wel degelijk een verbetering bij onszelf aangebracht hadden willen zien – meer geld, een sportwagen, een groter huis, een krulspeldloze vrouw zonder abonnement op de Opzij, kortom, niet een onsje, maar een ton meer.
Bron: ‘Afgunst’ in Humeuren en temperamenten (1989)
04-12-2024
De afgunst, zo weten we allemaal, is groen en geel. En wat we vooral weten is dat iedereen ermee behept is – behalve wij zelf. Er is geen ondeugd die we zo grif en bij de meest uiteenlopende gelegenheden in een ander veronderstellen, maar persoonlijk zijn we er altijd merkwaardig vrij van.
Bron: ‘Afgunst’ in Humeuren en temperamenten (1989)
03-12-2024
Wie geen aandacht krijgt – of naar zijn mening niet genoeg – gaat zich aanstellen. Hij doet gek om in vredesnaam maar in het middelpunt van de belangstelling te staan. Zich aanstellen is veinzen uit ijdelheid. Of uit eenzaamheid. Of uit verwarring.
Bron: ‘Aanstellerij’ in Humeuren en temperamenten (1989)
29-11-2024
Op een normale dag denkt men van zichzelf dat men het middelpunt van het heelal is. Dat is normaal, dat is vanzelfsprekend.
Maar op een absurde dag beseft men dat men in dat heelal niets is, het is nauwelijks een besef te noemen, maar het Niets is er, je bent erdoor omringd, je bent eronder bedolven, als onder een vederlichte, alles verpletterende donzen deken.
Bron: 'Quia absurdum' in Intimiteiten (1993)
28-11-2024
‘Ik heb liever dat men mij de waarheid in het gezicht slingert, dan dat men mij met stijl bedriegt,’ hoor ik de heer Rechtdoorzee uit Dapperdorp verzuchten. Nu, als ik om een waarheid verlegen zou zitten, ik zou die liever toegeslingerd krijgen door iemand die van slingeren af weet en die daarvoor zijn mooist mogelijke slinger heeft uitgezocht.’
Bron: ‘Verhult stijl de waarheid?’ in Intimiteiten (1993)
26-11-2024
Dat de mensheid het zo lang met elkaar uithoudt heeft, dunkt me, van alles te maken met het feit dat we regelmatig de waarheid uit het oog verliezen. Dat we liegen, huichelen, poetsen.
Bron: ‘Verhult stijl de waarheid?’ in Intimiteiten (1993)
25-11-2024
Verhult stijl als vormelijkheid de waarheid? Is stijl in die zin niet dikwijls ook het apenpakje van de leugen? Dan zou men eerst moeten nagaan of het wel zo heel, heel wenselijk is dat mensen elkaar conform de waarheid benaderen.
Bron: ‘Verhult stijl de waarheid?’ in Intimiteiten (1993)
24-11-2024
Dat hele complex van omgangsvormen, vormgeving... ach, ik vind een wereld waarin mensen zich zachtaardig ruisend langs elkaar hen bewegen nu eenmaal aangenamer dan een wereld waarin dikke puistenkoppen elkaar een mes in de rug steken.
Bron: ‘Verhult stijl de waarheid?’ in Intimiteiten (1993)