80 jaar Gerrit Komrij
08-07-2024
Ik moet je eerlijk bekennen: ik heb nog nooit enig gevoel in een vers gestopt. Dat is mijn geaardheid. Omdat ik die gevoelens niet heb, kan ik ze ook niet veinzen.
Bron: ‘Gevoelspoëzie’ in De buitenkant (1995)
07-07-2024
In de tijd dat ik debuteerde waren er maar drie dichters: Peter Berger, Wim Hazeu en J. Bernlef. Kun je nagaan wat een suffe tijd het was.
Bron: ‘Debuut’ in De buitenkant (1995)
05-07-2024
Waar houden die ex-hippies zich nu mee bezig? Tweede hypotheek aflossen, aanleggen van inbraakalarm, kleinkinderen… Ze waren allemaal zo linksig als ik weet niet wat, en dat was ik niet, maar intussen zijn ze me allemaal zo knallend langs rechts voorbijgevaren dat ik me nu zo langzamerhand Rosa Luxemburg voel. (1993)
Bron: ‘Jaren 60 tot en met 90, De’ in De buitenkant (1995)
04-07-2024
Nog nooit op één moment in de wereldgeschiedenis hebben op één plek zoveel mensen tegelijk het zo goed gehad als nu. En wat is het resultaat? Een volk van ontevreden klagers. De een is nog sjagrijniger dan de ander. (1993)
Bron: ‘Jaren 90, De’ in De buitenkant (1995)
03-07-2024
Etiketten gaan een eigen leven leiden en je raakt die nooit meer kwijt. Eerst heet je gevreesd en vervolgens klinkt er een koor op van ‘wat verbeeldt hij zich wel gevreesd te zijn’. Het kleineren is in Nederland een volksvermaak. Vooral het kleineren van wat men eerst heeft helpen opblazen. (1990)
Bron: ‘Imago’ in De buitenkant (1995)
02-07-2024
Je weet hoe sentimenteel ik ben. Uniformen op een taptoe: brok in de keel. Een harmonie die Stars and Stripes forever op een nog bedauwd grasveldje speelt: drie dagen ondersteboven.
Bron: ‘Geestverschijningen uit een koperdiepdrukwereld’ in Papieren tijgers (1978)
01-07-2024
De gedichten van De Schoolmeester zijn zo volgestouwd met zorgvuldig geciseleerde grappen, contrasten, parodieën, woordspelingen, dat ik vaak al na het lezen van enkele regels niet meer verder kán, dat het zicht me ontnomen wordt door een oculaire springvloed en ik zo in een hiklach schiet dat ik vaak eerst de volgende morgen in staat ben verder te lezen, na drie koudwaterbehandelingen, een modderbad en een pot kamillethee.
Bron: ‘De onnavolgbare harpakkoorden van De Schoolmeester’ in Papieren tijgers (1978)
30-06-2024
Het meest van al beweegt hem [de festivaldichter] ijdelheid en het onwrikbare besef dat het vulgus zowel hongert als dorst, tegelijkertijd, naar de kracht van zijn boodschap, de steun van zijn stem, de troost van zijn woorden, kortom, naar heel zijn dichterlijke breukband- en spalkzwachtelwinkel.
Bron: ‘Meer dan veertig ezels met een lier’ in Papieren tijgers (1978)
29-06-2024
Mijn God, iedereen die ‘gevoelig’ in het leven staat gaat een gedicht bij elkaar breien, de enorme troep die daar van komt. Nederland is en land waar niemand gedichten leest en iedereen ze schrijft. (1970)
Bron: ‘Poëzie’ in De buitenkant (1995)
28-06-2024
Er wordt hier gedicht dat de stukken eraf vliegen, het is niet mooi meer. Misschien is dat zo omdat iedereen denkt dat er bij verzenmaken niets komt kijken. Ouders zouden het bij hun kinderen de kop moeten indrukken, dat zou getuigen van wijs opvoedingsbeleid. (1970)
Bron: ‘Poëzie’ in De buitenkant (1995)