80 jaar Gerrit Komrij
27-06-2024
[vervolg] en héél smartelijk, héél schuchter haal ik nog nét ’t laat mij erin, laat mij erin. Verder kom ik niet, het blijft maar een liefhebberij.
Bron: ‘Een causerie’ in Papieren tijgers (1978)
26-06-2024
De petomanie heeft mijn leven veranderd. Ik kan zelf intussen al, na lange oefeningen, een bescheiden deuntje blazen. Op ’n stille zondagmorgen kan je bij mij thuis – oh! heel bescheiden nog! – het roodborstje tikt tegen ’t raam regelrecht uit mijn eh… reet horen komen,
Bron: ‘Een causerie’ in Papieren tijgers (1978)
25-06-2024
Het is het geraaskal, het gestamel, dat ware poëzie moet suggereren. Het is het gesprek dat je dankzij schijnpoëzie dingen kan vertellen als ‘God is ons cirkulatiepunt. God is een knipoog van herkenning.’ Ja, m’n fiets. God is de dynamo van de herdrukken van Huub Oosterhuis.
Bron: ‘De meestgelezen dichter van Nederland’ in Papieren tijgers (1978)
24-06-2024
Kinderlijk gestamel, nietwaar, wordt in elke creatieve kleuterklas voor poëzie aangezien: de erfenis, maar dan ook de enige erfenis, van de poëzie der Vijftigers.
Bron: ‘De meestgelezen dichter van Nederland’ in Papieren tijgers (1978)
23-06-2024
Goed, u hebt dus geen smaak. Dan kan ik u één kunstgreep aan de hand doen, één list die altijd lukt. Wat niet in uw ideale kamer thuishoort, ja, alles wat lelijk is, staat in het huis van degene die u het meest verafschuwt. Loer dáár vrijmoedig naar binnen en lazer alles naar de trottoirkant wat u daarvan ook zelf op magazijn heeft.
Bron: ‘Is er een klassebewuste stoel? en andere mijmeringen’ in Papieren tijgers (1978)
22-06-2024
U bent het ergste wat er is: de gediplomeerde domheid. U blijft mijn eeuwige tegenstander.
Bron: ‘Dialoog over de elite’ in Papieren tijgers (1978)
21-06-2024
Biechten, daar heb ik het niet op begrepen. En zelfs elke schijn van autobiografie is gefantaseerd – wat heet? – knarsend bijeengemalen met de fantasie van een molensteen.
Bron: ‘De jongensbroekzak’ in Papieren tijgers (1978)
20-06-2024
Vanouds wordt de letterkundige kritiek bij ons beoefend door schoolmeesters, door leraren Nederlands, en dat is bepalend geweest voor haar belerende en pedante karakter. Saaiheid betekende als vanzelf diepgang, redelijkheid zelfhandhaving; vooral de getergde, gekleineerde schoolmeester is gebaat bij de heiligheid van ‘zijn’ literatuur.
Bron: ‘Groenenboom of het jongste dal in onze literatuur’ in Papieren tijgers (1978)
19-06-2024
Stel dat de mens 78.300 haren heeft, dan kan je, tien haren uittrekkende van wanhoop om iedere goedkope of nietszeggende regel, na lezing van Leonard Cohens Glorieuze verliezers, dat 7.830 regels telt, zeggen dat je een volkomen kaal man geworden bent.
Bron: ‘Een Joyce voor teenagers’ in Daar is het gat van de deur (1974)
18-06-2024
Als er één soort gratis geouwehoer bestaat waar ik, zo waarlijk helpt me god almachtig, niet tegen kan, is het dit.
Bron: ‘Het zoveelste boek voor zelfkwellers’ in Daar is het gat van de deur (1974)