80 jaar Gerrit Komrij
14-09-2024
O vroeger, toen er ook nooit iemand was!
Alleen jij en het boek waarin je las.
Bron: ‘Ragnarok! Ragnarok! 5’ in Fabeldieren (1975)
13-09-2024
Eer plant men bomen op de weg,
Eer zal men kakken in zijn hoed,
Dan dat ik u mijn ziel blootleg
En zeg wat ik thans lijden moet.
Bron: ‘De zwijgzaamheid’ in Tutti-frutti (1972)
12-09-2024
Doch iedere avond laat hoor je, als verlamd,
Weer die stem die je zegt dat je in alles faalde,
En: ‘Beter een half uur gelukkig in de zwaveldamp
Dan tien jaar suf tussen de dennennaalden.
Bron: ‘Hoog op de gele wagen’ in Ik heb goddank twee goede longen (1971)
11-09-2024
O, nergens heerste er ooit zo’n rust. Slechts
Af en toe klonk uit een urn een kreet.
Bron: ‘Dodenpark’ in Alle vlees is als gras of het knekelhuis op de dodenakker (1969)
10-09-2024
Wraak is een van de nobelste motieven in de literatuur. Wraak, haat, afkeer. Goeie literatuur ontstaat nooit uit edele motieven. (1977)
Bron: ‘Wraak’ in De buitenkant (1995)
09-09-2024
Poëzie. ’t Is maar aanstellerij. Maar dan, wat is een mens zonder aanstellerij? Een dooie wandelstok, en geen toverhazelaar. Een geknakte tak die elke bloesem zinloos vindt, omdat hij zelf geen bloesem draagt. (1979)
Bron: ‘Poëzie’ in De buitenkant (1995)
08-09-2024
Ik sloeg Over de bergen open en zag meteen een zetfout. Een hele erge. Een vrouw in een broek. In plaats van een vouw in een broek. (1994)
Bron: ‘Over de bergen’ in De buitenkant (1995)
07-09-2024
Ik schrap niet zoveel, wat ik ben niet iemand die maar wat neerschrijft. Ik schraap het zorgvuldig, moeizaam en spaarzaam uit mijn hersenen tevoorschijn. (1989)
Bron: ‘Schrijversvak, Het’ in De buitenkant (1995)
06-09-2024
Als je niet in staat bent een briljant antisemitisch pamflet te schrijven, deug je niet als schrijver. Of je het doet, dat is wat anders. (1986)
Bron: ‘Schrijversvak, Het’ in De buitenkant (1995)
05-09-2024
Wat het talent van een romancier moet zijn? Mededogen, getemperd door cynisme. (1993)
Bron: ‘Roman’ in De buitenkant (1995)