80 jaar Gerrit Komrij
10-07-2024
In Nederland is het praktisch een eretitel barbaar te worden genoemd. Een politicus die zegt dat hij nooit een boek leest oogst hier grote winst. Zijn populariteitscijfers schieten omhoog wanneer hij op intellectuelen afgeeft. (1981)
Bron: ‘Kunst en politiek’ in De buitenkant (1995)
09-07-2024
Een zekere bisschop Ernst verklaarde dat ook een homoseksueel het recht had om de sacramenten te ontvangen. Het recht? Wij vragen niet om rechten van erotisch misdeelde mannen in jurken die met hun wijwaterkwast alleen langs de gleuf van collectebakken zwaaien. (1979)
Bron: ‘Katholieken’ in De buitenkant (1995)
08-07-2024
Ik moet je eerlijk bekennen: ik heb nog nooit enig gevoel in een vers gestopt. Dat is mijn geaardheid. Omdat ik die gevoelens niet heb, kan ik ze ook niet veinzen.
Bron: ‘Gevoelspoëzie’ in De buitenkant (1995)
07-07-2024
In de tijd dat ik debuteerde waren er maar drie dichters: Peter Berger, Wim Hazeu en J. Bernlef. Kun je nagaan wat een suffe tijd het was.
Bron: ‘Debuut’ in De buitenkant (1995)
06-07-2024
Wat in Nederland avant-garde genoemd wordt bestaat uit het publiceren van drie cryptische zinnen per jaar. Dat is subsidiabele luiheid.
Bron: ‘Avantgardistische poëzie’ in De buitenkant (1995)
05-07-2024
Waar houden die ex-hippies zich nu mee bezig? Tweede hypotheek aflossen, aanleggen van inbraakalarm, kleinkinderen… Ze waren allemaal zo linksig als ik weet niet wat, en dat was ik niet, maar intussen zijn ze me allemaal zo knallend langs rechts voorbijgevaren dat ik me nu zo langzamerhand Rosa Luxemburg voel. (1993)
Bron: ‘Jaren 60 tot en met 90, De’ in De buitenkant (1995)
04-07-2024
Nog nooit op één moment in de wereldgeschiedenis hebben op één plek zoveel mensen tegelijk het zo goed gehad als nu. En wat is het resultaat? Een volk van ontevreden klagers. De een is nog sjagrijniger dan de ander. (1993)
Bron: ‘Jaren 90, De’ in De buitenkant (1995)
03-07-2024
Etiketten gaan een eigen leven leiden en je raakt die nooit meer kwijt. Eerst heet je gevreesd en vervolgens klinkt er een koor op van ‘wat verbeeldt hij zich wel gevreesd te zijn’. Het kleineren is in Nederland een volksvermaak. Vooral het kleineren van wat men eerst heeft helpen opblazen. (1990)
Bron: ‘Imago’ in De buitenkant (1995)
02-07-2024
Je weet hoe sentimenteel ik ben. Uniformen op een taptoe: brok in de keel. Een harmonie die Stars and Stripes forever op een nog bedauwd grasveldje speelt: drie dagen ondersteboven.
Bron: ‘Geestverschijningen uit een koperdiepdrukwereld’ in Papieren tijgers (1978)
01-07-2024
De gedichten van De Schoolmeester zijn zo volgestouwd met zorgvuldig geciseleerde grappen, contrasten, parodieën, woordspelingen, dat ik vaak al na het lezen van enkele regels niet meer verder kán, dat het zicht me ontnomen wordt door een oculaire springvloed en ik zo in een hiklach schiet dat ik vaak eerst de volgende morgen in staat ben verder te lezen, na drie koudwaterbehandelingen, een modderbad en een pot kamillethee.
Bron: ‘De onnavolgbare harpakkoorden van De Schoolmeester’ in Papieren tijgers (1978)