80 jaar Gerrit Komrij
30-06-2024
Het meest van al beweegt hem [de festivaldichter] ijdelheid en het onwrikbare besef dat het vulgus zowel hongert als dorst, tegelijkertijd, naar de kracht van zijn boodschap, de steun van zijn stem, de troost van zijn woorden, kortom, naar heel zijn dichterlijke breukband- en spalkzwachtelwinkel.
Bron: ‘Meer dan veertig ezels met een lier’ in Papieren tijgers (1978)
29-06-2024
Mijn God, iedereen die ‘gevoelig’ in het leven staat gaat een gedicht bij elkaar breien, de enorme troep die daar van komt. Nederland is en land waar niemand gedichten leest en iedereen ze schrijft. (1970)
Bron: ‘Poëzie’ in De buitenkant (1995)
28-06-2024
Er wordt hier gedicht dat de stukken eraf vliegen, het is niet mooi meer. Misschien is dat zo omdat iedereen denkt dat er bij verzenmaken niets komt kijken. Ouders zouden het bij hun kinderen de kop moeten indrukken, dat zou getuigen van wijs opvoedingsbeleid. (1970)
Bron: ‘Poëzie’ in De buitenkant (1995)
27-06-2024
[vervolg]
en héél smartelijk, héél schuchter haal ik nog nét ’t laat mij erin, laat mij erin. Verder kom ik niet, het blijft maar een liefhebberij.
Bron: ‘Een causerie’ in Papieren tijgers (1978)
26-06-2024
De petomanie heeft mijn leven veranderd. Ik kan zelf intussen al, na lange oefeningen, een bescheiden deuntje blazen. Op ’n stille zondagmorgen kan je bij mij thuis – oh! heel bescheiden nog! – het roodborstje tikt tegen ’t raam regelrecht uit mijn eh… reet horen komen,
Bron: ‘Een causerie’ in Papieren tijgers (1978)
25-06-2024
Het is het geraaskal, het gestamel, dat ware poëzie moet suggereren. Het is het gesprek dat je dankzij schijnpoëzie dingen kan vertellen als ‘God is ons cirkulatiepunt. God is een knipoog van herkenning.’ Ja, m’n fiets. God is de dynamo van de herdrukken van Huub Oosterhuis.
Bron: ‘De meestgelezen dichter van Nederland’ in Papieren tijgers (1978)
24-06-2024
Kinderlijk gestamel, nietwaar, wordt in elke creatieve kleuterklas voor poëzie aangezien: de erfenis, maar dan ook de enige erfenis, van de poëzie der Vijftigers.
Bron: ‘De meestgelezen dichter van Nederland’ in Papieren tijgers (1978)
23-06-2024
Goed, u hebt dus geen smaak. Dan kan ik u één kunstgreep aan de hand doen, één list die altijd lukt. Wat niet in uw ideale kamer thuishoort, ja, alles wat lelijk is, staat in het huis van degene die u het meest verafschuwt. Loer dáár vrijmoedig naar binnen en lazer alles naar de trottoirkant wat u daarvan ook zelf op magazijn heeft.
Bron: ‘Is er een klassebewuste stoel? en andere mijmeringen’ in Papieren tijgers (1978)
22-06-2024
U bent het ergste wat er is: de gediplomeerde domheid. U blijft mijn eeuwige tegenstander.
Bron: ‘Dialoog over de elite’ in Papieren tijgers (1978)
21-06-2024
Biechten, daar heb ik het niet op begrepen. En zelfs elke schijn van autobiografie is gefantaseerd – wat heet? – knarsend bijeengemalen met de fantasie van een molensteen.
Bron: ‘De jongensbroekzak’ in Papieren tijgers (1978)