Chris van Geel
05-06-2025
NESTZANG
Uit witte kistjes kruipen.
Prachtig zoals zich wat vastzit
losmaakt
en vliegt.
Bron: Vluchtige Verhuizing, postuum verschenen, 1975
04-06-2025
’S NACHTS BUITEN
Het slapen bezig horen in het water,
de struiken zien door wimpers van de nacht,
naar de konijnen tussen bomen staren.
Zij kijken met hun rode oog mij aan.
Het onbegrijpelijke slapen door
de slaap heen overwogen op gevaar.
Bron: Enkele gedichten, 1973
02-06-2025
NON IN DE TREIN
Een non zit in een hoek bebrild
uit Goliaths manchet te zien.
Zij denkt aan God zo ongewild
als mannen aan een naakt misschien.
Bron: Spinroc en andere verzen, 1958
01-06-2025
AVOND IN JUNI
De heldere lucht van de avond tilt het oudste blauw.
Twee paarden, grote pauwen schaduwen
elkaar, de nek gekruist, hun staarten ruisen.
De wei stijgt in zijn naderende einder, schrompelt
omhoog, mist valt het land te voet, de aarde krimpt,
het water, rimpelend, het laatst.
Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967
31-05-2025
DROOM
Fazantenagel op de tichel tikt,
kinderen stappen op de tegels,
de stad waait of er zijde scheurt,
zoveel meer bomen staan er die er huizen
dan flats in blokken met liften tot de nok.
Bron: Het zinrijk, 1971
30-05-2025
SIBERIË
De rijkdom van dit land ligt in de diepte,
tot aan het maaiveld reikt de bodemschat.
Bron: datering: omstreeks 1967; in Een schrijvende partikulier, postuum verschenen, 1982
29-05-2025
KERKUIL KLOKKETOUW PLUIZEND
De dag is om, ik voel mijn nagels jeuken,
mijn snavel jeuken: pluizen
om tot mezelf te komen.
Elke nacht
opnieuw een eindje touw in het besef
geen tijd, geen eind in zicht voor een uileklauw.
Bron: Soma, maart-april 1971
28-05-2025
SPROOKJE
– Waar woon je?
– Op het glazen bruggetje.
– Wat eet je?
– Een glazen boterham.
– Hoe ga je?
– Op glazen benen.
Bron: datering; 1971-1972; niet eerder gepubliceerd
27-05-2025
Buiten smeult een vuur in het bos
dat de hele nacht bleef branden,
holen graaft het en gangen, het keert
waar het zocht, het vreet zich arm,
teerkost schroeit het zand.
Bron: Spinroc en andere verzen, 1958
26-05-2025
PAAR ONTMOET
Ik zie zijn hand ligt in
de holte van haar rug
verlangend naar haar bil.
Is het een paar?
Het is een steen.
Ik breng hem naar mijn oor,
beluister zijn verhaal,
hij zwijgt of hij het weet.
Bron: Het zinrijk, 1971