Chris van Geel
16-10-2025
HERFST
Ik hoorde lopen in de bladeren
of vechten om elkander vast te houden?
Stilzwijgende ronde nooit buiten adem.
Blad valt waar zij hun voeten zetten,
in nauwelijks aanraken.
Bron: Spinroc en andere verzen, 1958
15-10-2025
HET LEZEN VAN EEN TEKST IN EEN DRUPPEL
Vroeger kon ik lezen
Vroeger kon ik in een druppel lezen
Vroeger kon ik in een druppel die op tafel lag lezen
Wat er op de lamp geschreven stond.
Letje
Bron: Barbarber, november 1964
14-10-2025
OKTOBER
Vlierbessen, handen vol
schermbloemige druiven,
zwartglanzend van vel,
paarsrood het vlees.
Geel licht, geel licht als
door matglazen ruiten
in een oker portaal,
geel licht overal.
Men leeft in toevlucht zoeken
verdiept in wat ons aanwaait,
men leeft om te veroveren
een lange bladerenval.
Bron: Tirade, 15 november 1958
13-10-2025
SPOOKSPRINKHAAN
(wandelende tak)
Een goede goudsmid zit doodstil,
het topje van zijn wijsvinger beweegt:
hij tipt er goud mee op.
Als kind verzamelde ik eieren
van wandelende takken met
een natgemaakte vingertop.
Bron: Hollands maandblad, mei 1971
12-10-2025
HET BEEN
Altijd loop ik in mijn stilste paden
om in een boom met wind
als ruisen op te gaan,
been
waarop ik uit ben om te staan.
Bron: Enkele gedichten, 1973
11-10-2025
Bloemen voor de honger,
de donkerste, de blauwe,
van as, van grijs graniet,
zwart ijs,
een kamer zonder raam,
een telraam zonder kralen,
een kamer zonder mens,
gegeten knaagt de tijd
voorbij,
de tanden uit de kam,
de grafkrans leeggeschranst,
een steen.
Bron: uit de reeks ‘Slaapwandelen’; Vrij Nederland, 22 december 1962
10-10-2025
zwijgen
zoals wind nog voor hij langswaait
rook die door de open deuren weg
wou glippen, in de kamer terug kan drijven
..
Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967
09-10-2025
PETIT BEURRE
Ik weet op een stil plekje een koekje te liggen,
verregend maar goed leesbaar.
Bron: Barbarber, augustus 1968
08-10-2025
OKT. ’59
Een borstelige zee, schuim, regen slaat het schuine raam.
Ik slaap, dichte oogleden dansen schelpen op het glas.
De regen wil niet wakker worden, stroomt,
ik slaap, slaap schrijft, blind blijft de nacht.
Bron: Tirade, juli-augustus 1961
07-10-2025
DALMATINER ONWEER
Het blaffen is begonnen,
de bastaards spuwen vuur,
licht rent, in plassen spat
het hoog om duizend poten.
Mijn hond, de kop omlaag,
hij bibbert in zijn stippen,
draalt om de tafelpoot.
Bron: Hollands maandblad, december 1972