Chris van Geel
14-09-2025
VOYEUR
Bij de mensen binnen kijken om boektitels te lezen.
Bron: Barbarber, maart 1968
13-09-2025
KON IK..
Kon ik wat woede is
maar in zijn deugd begrijpen
en er natuur van maken
als boom van wortel blad.
Bron: Enkele gedichten, 1973
12-09-2025
12 SEPT. ’69
De bomen klimmen tegen duinen op
en houden warmte vast, ik daal naar land
de polder in die tussen dijken zich
verheft.
Het is september en het najaar treft
een streep koud water onder sterren, stilstand
en dood, soms is de koelte voelbaar van
een sloot.
Ik loop het karrespoor van steenslag langs
om mijn vertrouwen op de proef te stellen,
om van het water vlucht te voelen in
de nacht.
Bron: Tirade, maart 1970
11-09-2025
TOR
Hij vrat. Zo is het om hem kaal gebleven.
Zolang hij leefde moest hij leven
en om te leven vrat hij blad.
Bron: Hollands maandblad, februari 1971
10-09-2025
Hoor de wind gaat door de bomen,
door de hoge lang gemisten.
O, hoe wisten ze mijn dromen.
Kom maar bij me, kom maar bij me,
buig je hoofd maar op het kussen,
al je weemoed zal ik sussen
in een najaar zo volkomen
dat de lente je zal missen.
Bron: datering: 1948-1955; Tijdrovertje, postuum gepubliceerd, 1992
09-09-2025
Als een scherf vuurtorenlicht
stond de rook op het land,
vertekend en verwaaid,
aan een eenvoudiger oorsprong vast,
door brand gevoed,
losser dan licht,
korter van duur,
langzamer weggevaagd.
Bron: Spinroc en andere verzen, 1958
08-09-2025
VROEGE POLDER
Drie eenden vluchten in paniek,
zij gillen van het kwaken –
zwak ratelen zij bij het nemen van
hun lage bochten na.
Bron: Hollands maandblad, juni-juli 1968
07-09-2025
DE LIEFDE ZEGT..
De liefde zegt dat ik een jas moet zijn,
een harnas van gevlochten hout, een helm
op het schedelveld van zand, een dicht vizier,
een lans, een liggend beeld slapend gestrekt,
in maliën gegespt, een schild van zij.
De liefde zegt dat ik als gras moet zijn,
een mantel voor een zandstuivende wond
van het duin, een mond waar zij haar woord in legt.
Bron: Spinroc en andere verzen, 1958
06-09-2025
Vandaag zag ik de zee
terug, de maan in rust.
Ik keek ernaar als naar
een stapel oude kranten
waarop een stoffer en
een blik.
Bron: Tirade, mei 1968
05-09-2025
SLAAP
De hele nacht liepen
hooiwagens naar haar toe,
wel tien, op stille sprieten stro,
het ratelen bleef achterwege.
Bron: Spinroc en andere verzen, 1958