In het eerste deel van dit tweeluik hebben we gezien dat sterke werkwoorden, zoals zingen – zong en lopen – liep, vaste klinkeralternanties in de wortel hebben die uiteindelijk teruggaan op een alternantie tussen -e-, -o- en geen klinker in de verre voorouder van het Nederlands, namelijk het Proto-Indo-Europees (een taal die al zo’n 5 à 6 duizend jaar geleden gesproken werd!). … [Lees meer...] overWaarom is het ‘zij zong’ en niet ‘zij zingde’? (2)
studentenreeks
Waarom is het ‘zij zong’ en niet ‘zij zingde’?
Lang (lang (lang)) geleden heb je als jonge, onbezonnen spreker van het Nederlands opgepikt dat de onvoltooid verleden tijd van werkwoorden gevormd wordt door er de uitgang -te(n) of -de(n) achter te plakken. Of dit met een t of een d moet, hangt af van de kwaliteit van de stammedeklinker die ervoor staat, iets wat men samenvat in de … [Lees meer...] overWaarom is het ‘zij zong’ en niet ‘zij zingde’?
Taal is mijn ding
Als er iets was waarover ik vroeger vaak vocht met mijn siblings, dan was het wel mijn spullen. Ik herinner mij bijvoorbeeld levendig die ene keer dat ik thuiskwam van school, en erachter kwam dat mijn tweejarige zusje mijn zelfgekochte snoepjes in ‘t geniep had verorberd. Huilen. En boos. Ik ben heus niet de enige die verdrietig wordt van dergelijke zaken, want er zijn alleen … [Lees meer...] overTaal is mijn ding