Subject: | Neder-L, no. 9403.b |
From: | Ben Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Sat, 19 Mar 1994 02:47:31 +0100 |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-------------------------- Neder-L, no. 9403.b -----------ISSN-0929-6514-* | Onderwerpen: | | ============ | | (1) Col: 9403.10: Column Kuiper: column V | | (2) Med: 9403.11: Oproep tot indiening van Woordenboekprojecten in | | kader van actieprogramma GENT | | (3) Vac: 9403.12: Vacature voor fulltime leerkracht Nederlands in | | Washington DC | | (4) Med: 9403.13: Fonds Stichting Bibliographia Neerlandica | | (5) Lit: 9403.14: Heruitgave van de Wetsteen der Vernuften van Jan | | de Brune de Jonge (1644) | | (6) Med: 9403.15: OIO-dag Letterkunde 1550-1800 nieuwe stijl op 5 mei | | 1994 te Rotterdam | | | | Neder-L-tips: | | ============= | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB Neder-L | | Oude Neder-L-berichten opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-berichten van juni '92 wordt gestuurd)| | Gopher-toegang tot Neder-L: alle oude en nieuwe Neder-L-bulletins zijn | | via Gopher in te zien op gopher.nic.surfnet.nl, in de directory | | SURFnet informatie/LISTSERV archieven (nic.surfnet.nl)/NEDER-L | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet newsgroup bit.lang.neder-l | | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | (dit geldt ook voor Internet-gebruikers die bijdragen willen leveren) | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 14 Mar 1994 10:05 +0100 (MET)
From: Willem Kuiper <KUIPER@ALF.LET.UVA.NL>
Subject: Col: 9403.10: Column Kuiper: column V
Column V
Het begrijpen van een andere tijd blijft, alle wetenschap ten spijt, een subjectieve bezigheid. Die andere tijd is in mijn geval de Middeleeuwen, een – net als Gotisch trouwens – door de vijftiende-eeuwse Humanisten bedachte, onvriendelijk bedoelde benaming van die periode in de geschiedenis van de mensheid die begon met de ineenstorting van het Westromeinse Rijk (AD 410) en eindigde met de (Italiaanse) Renaissance. Ik schrijf hier met opzet (Italiaanse) omdat maar weinig mensen weten dat medievisten daarvoor al een Karolingische Renaissance (ca. 800) en een Renaissance van de Twaalfde Eeuw onderscheiden.
Ten tijde van, en in kringen rond Karel de Grote, toen de onzekerheid van het bestaan tijdelijk wat minder groot geworden was, ontstond een enorme bloeiperiode in de Latijnse literatuur, die bekend staat als de Karolingische Renaissance. De klassieke literatuur is vooral dankzij de Karolingische Renaissance en in Karolingische handschriften bewaard gebleven.
De Renaissance van de Twaalfde Eeuw bracht onder andere de doorbraak van de geschreven literatuur in de volkstaal: de klassieke romans met de geschiedenis van Troje, Eneas en Thebe, leven en werken van Alexander de Grote, en de Arturromans van Chretien de Troyes, een auteur die op de wereldranglijst aller tijden een plaats in de top 3 verdient, maar die – je gelooft je eigen ogen niet – niet is opgenomen in Het Cultureel Woordenboek. Encyclopedie van de algemene ontwikkeling. Baarn [Areopagus] 1992. Erger nog, als je op gaat zoeken wat de redacteur Wereldliteratuur, mevr. Christel van Boheemen s.t. (nooit van gehoord, maar dat zal wel aan mij liggen) onder het lemma ‘Arthur’ meedeelt, dan lees je als aspirant algemeen ontwikkelde:
“Legendarische koning van Engeland, verheerlijkt in de literatuur door Thomas Malory in het middeleeuwse Le morte d’Arthur en door Tennyson in Idylls of the King.”
Alsof er voor Malory geen Arturliteratuur geschreven is! Ik zal u niet lastig vallen met wie er wel genoemd worden. Zoek het op en verbijster u.
De Middeleeuwen hebben dankzij de (Italiaanse) Renaissance, de Hervorming, de 80-jarige oorlog, de Gouden Eeuw, de Franse bezetting, de leerplicht en het Lager Onderwijs nog altijd een slechte naam. Als ik teruggekomen van vacantie zou vertellen dat ik in een middeleeuws hotel gelogeerd heb, dan wordt dat geinterpreteerd als: slecht eten, slechte bedden, slecht sanitair, slechte bediening, beroofd, opgelicht, aan de schijterij, enzovoort. Bijna niemand zal op het idee komen dat het misschien wel een heel comfortabel hotel geweest kan zijn, gevestigd in een gebouw dat nog uit de Middeleeuwen dateert. Middeleeuwse toestanden is zo’n beetje het ergste wat je in onze moderne maatschappij kan overkomen. Nee, neem dan onze Gouden Eeuw! Ooit wel eens Boeventucht van Coornhert gelezen? Moet u eens doen en u vervolgens afvragen waarom de Coornhert-stichting de Coornhert-stichting heet. Over kolonialisme en slavenhandel een andere keer.
Wat bezielt iemand om zich te verdiepen in de Middeleeuwen? In mijn geval gaf mijn bewondering voor het oeuvre van Louis Paul Boon de doorslag om Nederlands te gaan studeren in plaats van scheikunde. Het was 1969, de Maagdenhuisbezetting was net beeindigd, de hoogleraar Hellinga was een gracht verderop voor zichzelf begonnen, er heerste grote animositeit tussen de historisch taalkundigen (die Hellinga had achtergelaten) en de rest van de Instituutspopulatie. Er werd om Kritische Neerlandistiek geroepen: ‘maatschappelijk relevant’ daar ging het om. De docenten gaven geen onderwijs maar hielden een vlootschouw. Kortom het was een zootje. Maar desondanks was er voor de eerste-jaars het doctoraalcollege van Lulofs. Dat was een beetje ‘fout’, want a) Lulofs behoorde tot de dissidenten, en b) het Algemeen Bestuur had bij consensus besloten dat er geen onderscheid gemaakt mocht worden tussen de MO-B studenten en de ‘doctoraal’ studenten. Lulofs’ colleges waren een belevenis, maar Boon stond nog altijd nummer 1. Na afloop van mijn studie zou ik promoveren op Boons verzamelde cursiefjes in relatie tot zijn literaire werk. Daarna zou Boon dood gaan en zou ik zijn Verzameld Werk redigeren. Iets dergelijks stond mij voor ogen.
Een jaar later bereidde ik mij in de zomervacantie voor op een B-blok Middeleeuwen van Herman Pleij (inderdaad, over De Blauwe Schuit) en begon alvast aan de literatuurlijst. Ik was verkocht. Net als die middag in 1962 toen ik ‘Walking the dog’ hoorde. Op een dag kwam ik ‘Ferguut’ tegen. Ik verslond de tekst, en las vervolgens in de inleiding van A.C. Bouman dat mijn held een boerenlul was. Wie is er nu gek?, vroeg ik mij af. Hij of ik?
Studeer je Russisch of Chinees, dan ga je naar Rusland of naar China. Ik raad het je niet aan, maar je kunt erheen. Ik weet niet of er nog culturen bestaan die nog nooit een blanke man gezien hebben, maar als cultureel antropoloog kun je een eind komen. Voor de Middeleeuwen geldt dat in veel mindere mate. Dat een middeleeuwer zich per paard of muilezel verplaatste, waar wij dat met fiets, motor, auto of vliegtuig doen, daarin schuilt het verschil niet. Het verschil zit hem in hun hoofd en ons hoofd, in hun kijk op (de zin van) het leven en de onze.
De visie van de middeleeuwers is bewaard gebleven in alles wat er van hen is overgebleven, maar vooral in hun boeken. Het lezen van die teksten is in wezen hetzelfde als proberen middeleeuwse mensen te begrijpen. En dat valt niet mee, want het waren hele andere mensen. De praktijk van het interpreteren van middeleeuwse teksten leert dat het beeld dat een hedendaagse lezer zich van een middeleeuwse tekst vormt, zeer persoonlijk is. Of zoals de volbloed tekstinterpretator Lulofs zijn afscheidscollege als titel meegaf: ‘Ik lees, ik lees, wat jij niet leest’ (Groningen, 19 dec. 1984). In dit afscheidscollege thematiseerde Lulofs de wetenschappelijk van tekstinterpretatie, onder andere aan de hand van (het abele spel) ‘Esmoreit’. Over dit stuk hadden zijn (ex-)collega’s Duinhoven, Peeters en Pleij ieder zo hun eigen mening. Peeters zag in de ‘Esmoreit’ een waar gebeurde Siciliaanse geschiedenis. Volgens Duinhoven was de ‘Esmoreit’ een gecorrumpeerde episode uit het leven van Mozes. Pleij vond dat Duinhoven de tekst voor gek verklaarde en wees op de functie van bijbel-analogieen in middeleeuwse teksten, maar verklaarde daarmee volgens Lulofs wel de functie, maar niet de oorsprong. Lulofs kwam met een nieuwe oplossing, die overigens door geen van de betrokkenen geaccepteerd werd: de ‘Esmoreit’ was een fate-story, een noodlots-verhaal, een variant op het Oidipous-thema. Het zal u niet verbazen dat ik hier weer het mijne van denk.
De praktijk van het interpreteren van middeleeuwse teksten leert dat Lulofs met zijn uitspraak: ‘Ik lees, ik lees, wat jij niet leest’ de realiteit dichter benadert dan diegenen die denken dat je anderen met kennis van zaken en argumenten kunt overtuigen. Ik ben de eerste om toe te geven dat het zo zou moeten, maar zo gaat het niet. Dankzij het onderwijs dat wij genoten hebben, de contacten die we hebben opgedaan en de boeken c.q. teksten die we gelezen hebben, loopt iedere medievist in zijn eigen Middeleeuwen rond, een amalgaam van kennis en ervaring, van intuitie en projectie, van hersens en hormonen. En zo kan het gebeuren dat volgens sommigen – en zeker niet de minsten in het vak – de vos Reinaert in ‘Van den vos Reynaerde’ een negatief personage is! Hoe haalt iemand het in zijn geleerde hoofd? Het beest is weliswaar door en door slecht – hij heeft niet voor niets rood haar – maar het publiek heeft zich bij het beluisteren van de tekst gnuivend en grijnzend en af en toe schaterend aan de zijde van de vos geschaard. (In de ongeveer een eeuw jongere Reinaerts Historie is hij wel negatief.)
Een medievist is in mijn ogen een advocaat van het verleden en geen galeriehouder van wat op een bepaald moment bij het nageslacht in de mode is. Wij moeten vooroordelen ontkrachten: de Middeleeuwen waren helemaal niet zo statisch, bijgelovig, vies, onbeschaafd, ongeletterd, enz. als wij denken. Maar anderzijds moeten we het ook niet te mooi willen zien op basis van de voornamelijk fictionele, idealiserende teksten die historisch-letterkundigen als uitgangspunt nemen. Het gaat om de realiteit: het was een gruwelijke tijd. Aan ons te verklaren waarom dat in hun ogen normaal en juist was.
Momenteel maak ik deel uit van een multidisciplinaire werkgroep Epiek. Allemaal specialisten op hun gebied. Aardige mensen ook. Alleen ze komen uit hele andere Middeleeuwen. Ik moet voortdurend aan Lulofs denken en voel mij een Stones-fan op een Beatles-reunie.
Willem Kuiper
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 16 Mar 1994 18:31:49 +0100 (CET)
From: Willy=Smedts%users%LW@cc3.kuleuven.ac.be
Subject: Med: 9403.11: Oproep tot indiening van Woordenboekprojecten in kader van actieprogramma GENT
WOORDENBOEKPROJECTEN : OPROEP
In het kader van het actieprogramma GENT hebben de Nederlandse Minister van Onderwijs en Wetenschappen en de Vlaamse Minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken besloten een Commissie in te stellen met het doel de beide overheden te adviseren bij een gezamenlijk te ontwikkelen beleid inzake lexicografische vertaalvoorzieningen voor het Nederlandse taalgebied.
De Commissie lexicografische vertaalvoorzieningen (CLVV), ingesteld op 1 maart 1993, heeft onlangs een Werkplan ter goedkeuring aan de Ministers voorgelegd, waaraan thans uitvoering mag worden gegeven.
De CLVV roept belangstellenden op voorstellen te formuleren voor de realisatie van de volgende woordenboekprojecten:
- Arabisch-Nederlands
- Nederlands-Arabisch
- Turks-Nederlands
- Nederlands-Turks
- Pools-Nederlands (*)
- Nederlands-Pools (*)
- Nederlands-Hongaars (*)
(*) de gemarkeerde projecten worden in een onderlinge afweging betrokken en zullen dus vooralsnog niet alle worden gerealiseerd.
Richtlijnen voor de indiening van voorstellen en nadere informatie over de projecten zijn opgenomen in een brochure. Die kan telefonisch of schriftelijk worden aangevraagd op onderstaand adres.
Voorstellen met betrekking tot bovengenoemde projecten moeten de Commissie bereiken uiterlijk op 1 mei 1994.
Commissie lexicografische vertaalvoorzieningen, t.a.v. mw. drs. C. Wijne p/a Nederlandse Taalunie, Stadhoudersplantsoen 2, 2517 JL ‘s-Gravenhage
Tel.: +31(0)70-346.95.48 (dinsdag, woensdag, vrijdag)
Fax : +31(0)70-365.98.18
Prof. dr. W. Smedts, commissielid CLVV
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 15 Mar 1994 14:34:46 +0100 (MET)
From: Korrie Korevaart <KOREVAAR@rulcri.LEIDENUNIV.NL>
Subject: Vac: 9403.12: Vacature voor fulltime leerkracht Nederlands in Washington DC
WASHINGTON INTERNATIONAL SCHOOL
3100 Macomb Street, NW
Washington, DC 20008
Tel. (202) 364-1800
Fax (202) 966-4958
In verband met het vertrek van het huidige hoofd van de Nederlandse afdeling komt per 1 september 1994 een positie vrij voor een enthousiast
fulltime leerkracht Nederlands (m/v)
De Washington International School heeft 630 leerlingen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar, afkomstig uit alle delen van de wereld. Ca. 40 leerlingen volgen Nederlands onderwijs vanaf groep 6. De leerkracht die wij zoeken zal verantwoordelijk zijn voor de bovenbouw. Alle leerlingen volgen in het 11e en 12e leerjaar het International Baccalaureat Program. Het zwaartepunt van de Nederlandse lessen ligt in die twee leerjaren bij het onderwijs in de Nederlandse literatuur en wereldliteratuur. Het Nederlandse onderwijs aan de WIS wordt verzorgd door een team van drie leerkrachten (twee parttime) die nauw samenwerken. De sfeer in de school wordt beheerst door culturele verscheidenheid (80 nationaliteiten), internationale betrokkenheid en prestatie.
Onze voorkeur gaat uit naar iemand met:
- een eerste- of tweedegraadsbevoegdheid Nederlands;
- ervaring in het werken met examenklassen, met name het IB-examen;
- goede contactuele eigenschappen;
- de bereidheid minstens twee jaar te blijven, bij voorkeur langer.
Het beginsalaris ligt tussen de $ 22,500 en $ 24,482. Hierbij is onderwijservaring van belang.
Extra activiteiten, zoals de functie van hoofd van de Nederlandse afdeling, sportbegeleiding e.d. worden gehonoreerd. De school biedt een zieketekostenverzekering en een pensioenplan aan. Tevens draagt de school zorg voor de benodigde werk- en verblijfsvergunningen.
Het zoeken naar woonruimte is de verantwoordelijkheid van de kandidaat, maar zij/hij kan wel rekenen op suggesties van collega’s.
Voor nadere inlichtingen kunt u telefonisch contact opnemen:
- in Nederland met mw. C. Dijksterhuis, die van 1988 tot 1991 hoofd van de Nederlandse afdeling was (tel. 071-896945);
- in Washington met mw. I. de Jonge (op school: 09-1-202-364-1837 of prive 09-1-301-320-2940) of met mw. M. Zijp (op school als boven of prive 09-1-703-847-0871).
Schriftelijke sollicitaties dienen in het Engels aan de heer D. Merkel, principal van de Washington International School, te worden gericht.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 10 Mar 1994 09:39:07 +0100 (MET)
From: Frank Peeters <f.peeters@PICAMAIL.PICA.NL
Subject: Med: 9403.13: Fonds Stichting Bibliographia Neerlandica
Beste Neder-L-abonnees,
Naast de Bibliografie van de Nederlandse taal- en letterkunde (BNTL) geeft de Stichting Bibliographia Neerlandica nog meer publikaties uit. Graag verspreid ik het fonds via Neder-L. De boeken zijn te bestellen via de boekhandel of bij de Stichting (Postbus 90751, 2509 LT Den Haag, 070-3140285):
Frank van den Bogaard, EEN STOOTTROEP IN DE LETTEREN; ‘GROOT NEDERLAND’, DE SS EN DE NEDERLANDSE LITERATUUR (1942-1944). 1987. ISBN 90-71313-07-7. Geill. 287 blz. Prijs ing. f. 39,90.
W.S. Huberts, SCHRIJVER TUSSEN DAAD EN GEDACHTE: LEVEN EN WERKEN VAN GEORGE KETTMANN JR. (1898-1970), MET EEN BIBLIOGRAFIE. 1987. ISBN 90-71313-08-5. Geill. 249 blz. Prijs ing. f. 39,90.
(De studies van Van den Bogaard en Huberts zijn tevens als set verkrijgbaar voor f 75,- inclusief verzendkosten, mits rechtstreeks bij de uitgever besteld.)
Frank van den Bogaard, PISSEBEDDEN, MISBAKSELS EN DOLLE HONDEN: ADRIAAN VENEMA OVER ZIJN CRITICI. 1990. ISBN 90-71313-27-1. 24 blz. Prijs f. 12,50.
TUSSEN VOLK EN VADERLAND: CAPITA SELECTA UIT DE NEERLANDISTIEK 1940-1945; samengest. door Frank van den Bogaard en Jan Jaap Kelder. 1992. ISBN 90-71313-43-3 44 blz. Prijs f. 15,00.
DE VERLUCHTE HANDSCHRIFTEN EN INCUNABELEN VAN DE KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK: EEN OVERZICHT VOORZIEN VAN EEN ICONOGRAFISCHE INDEX; samengest. door J.P.J. Brandhorst en K.H. Broekhuijsen-Kruijer. ISBN 90-71313-02-6. 1985. 299 blz. Prijs ing. f. 22,50
REPERTORIUM DOCTORAALSCRIPTIES NEERLANDISTIEK EN KUNSTGESCHIEDENIS 1981-1985; [door] Werkgroep Repertorium Doctoraalscripties. 1988. ISBN 90-71313-11-5. 132 blz. Prijs ing. f. 35,00.
Jean Bruell, DE RECEPTIE VAN VESTDIJK (1932-1982). 1992. ISBN 90-71313-36-0. 180 blz. Prijs ing. f. 39,50.
Jeannette Kok, KINDERBOEKEN, EEN BIBLIOGRAFIE VAN BIBLIOGRAFIEEN: BRONNEN VOOR HET BESTUDEREN, BESCHRIJVEN EN DATEREN VAN (OUDE) NEDERLANDSE KINDERBOEKEN. 1992. ISBN 90-71313-38-7. 122 blz. Prijs ing. f. 39,50.
ROBINSON CRUSOE IN THE OLD AND NEW WORLDS; ed. by Ton J. Broos, Jelle Kingma, Anton Bossers. 1992. ISBN 90-71313-42-5. 90 blz. Prijs ing. f. 19,50.
BELEIDSKADER VOOR DE NEDERLANDSE TAALUNIE IN DE JAREN NEGENTIG. 1993. ISBN 90-71313-47-6. 28 blz. Prijs, geniet, f. 7,50.
VERTAALHISTORIE
Verschenen:
- Dl. 1: Studies over Nederlandse vertalingen: een bibliografische lijst; samengest. door Theo Hermans. 1991. ISBN 90-71313-34-4. 139 blz. Prijs ing. f. 27,50.
- Dl. 3: ‘T word grooter plas: maar niet zo ’t was: Nederlandse beschouwingen over vertalen 1670-1760; verzameld en ingel. door C.W. Schoneveld. 1992. ISBN 90-71313-40-9. 149 blz. Prijs ing. f. 29,50.
- Dl. 4: In Nederduytsch gewaad: Nederlandse beschouwingen over vertalen 1760-1820 Verzameld en ingel. door Luc Korpel. 1993. ISBN 90-71313-48-4. 150 blz. Prijs ing. f. 29,90.
A. Maljaars en S.J. Lenselink, HET WILHELMUS: EEN BIBLIOGRAFIE. 1993. ISBN 90-71313-54-9. 156 blz. Prijs f. 39,90.
BIBLIOGRAFISCHE ATTENDERINGSLIJST VOOR DOCENTEN NEERLANDISTIEK IN HET BUITENLAND. Uitg. van de Koninklijke Bibliotheek, ‘s-Gravenhage, en het Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek, ‘s-Gravenhage, onder auspicien van de Nederlandse Taalunie. ISSN 0920-2862. Verschijnt 5 maal p.j. Omvang ca. 40 blz. per aflevering. Voor docenten Neerlandistiek in het buitenland gratis.
Abonnementsprijs m.i.v. 1-1-1993 (incl. verzendkosten) voor Nederland f. 45,00, Europa f. 56,00 en de rest van de wereld f. 75,00 (per luchtpost).
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 18 Mar 1994 11:12:16 +0100 (MET)
From: Ton Harmsen <HARMSEN@rullet.LEIDENUNIV.NL>
Subject: Lit: 9403.14: Heruitgave van de Wetsteen der Vernuften van Jan de Brune de Jonge (1644)
Bij Uitgeverij Ordeman (Postbus 46, 3000 AA Rotterdam, Telefax 010 – 4123762) verschijnt in maart 1994 een heruitgave van Jan de Brune de Jonge: Wetsteen der vernuften, oft bequaam middel, om, van alle voorvallende zaken, aardighlik te leeren spreken. Tt Eerste deel. Red. A.J.E. Harmsen. Heruitgave van de ed.: t’Aemsteldam : by Jacob Lescaille, 1644. Gebruikt ex.: Koninklijke Bibliotheek Den Haag, 2105 A 44. ISBN 90-6330-171-5. Prijs fl. 55,-
De essays van Jan de Brune, waarvan er elf in moderne Nederlandse vertaling in de Griffioenreeks (Querido) verschenen zijn, geven (na precies 350 jaar) nog altijd de beste indruk van de belezenheid en de denkwereld van een zeventiende-eeuwse jonge intellectueel. Opgevoed in de huiselijke kring van Gomarus, Franciscus Junius, Vossius en Jan de Brune de Oude, vertrouwd met een groot deel van de klassieke en contemporaine letterkunde, heeft Jan de Brune in de Wetsteen zijn denkbeelden over tientallen zaken uiteengezet. Het werk bevat honderden citaten, uit christelijke en klassieke auteurs.
Een tweede deel met bronnenstudie en annotaties verschijnt later.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 18 Mar 1994 11:10:49 +0100 (MET)
From: TON HARMSEN <HARMSEN@rullet.LEIDENUNIV.NL>
Subject: Med: 9403.15: OIO-dag Letterkunde 1550-1800 nieuwe stijl op 5 mei 1994 te Rotterdam
Tijdens de laatste vergadering van de Werkgemeenschap Letterkunde 1550 – 1800 (gehouden te Utrecht op 16 november 1993) is besloten, ondanks het intrekken van de erkenning van de Stichting Literatuurwetenschap per 1 januari 1994, de traditie van de succesvolle OIO-dagen voort te zetten. Jaarlijks zal een groep van initiatiefnemers, gesteund door NWO, de bijeenkomst organiseren.
De eerste OIO-dag nieuwe stijl, zal plaatsvinden op 5 mei 1994 in Historisch Musem Het Schielandshuis, Korte Hoogstraat 31, Rotterdam. Het programma van deze dag ziet er als volgt uit:
Locatie: Museum Het Schielandshuis, Restaurant De Pappegay
10.00 uur Inschrijving en koffie
10.30 uur Opening
10.35 uur Frans Blom (AIO): “Constantijn Huygens’ autobiografie De vita propria libri duo”
11.15 uur Ellen Grabowsky (OIO): “De drukkers- en uitgeversactiviteiten van Jacob Lescailje (1611 – 1679), speciaal in relatie tot de Amsterdamse Schouwburg”
12.00 uur Lunch
Locatie: Koor van de Laurenskerk en standbeeld van Erasmus
13.00 uur Chris Heesakkers: “Het oudste standbeeld van Erasmus” Laraine Visser: “Erasmus en Rotterdam”
Locatie: Museum Het Schielandshuis, Restaurant De Pappegay
14.30 uur Theodor Harmsen (postdoc): “Een biografie van Thomas Hearne, Antiquary (1678 – 1735)”
15.15 uur Saskia Boerma (OIO): “Conventie of normdoorbreking? Twee treurspelen uit de ‘Sturm und Drang’-periode”
16.00 uur Rondleiding door Historisch Museum ‘Het Schielandshuis’
16.30 uur Borrel
De kosten van deelname aan de OIO-dag bedragen fl. 15,- per persoon, over te maken op giro-nummer 1684950 ten name van K.J.J. Korevaart, Vakgroep Nederlands RUL, te Leiden, onder vermelding van “OIO-dag Rotterdam”. Deelnemers aan deze OIO-dag wordt vriendelijk verzocht zich voor 15 april a.s. aan te melden bij Ton Harmsen, Vakgroep Nederlands RUL, Postbus 9515, 2300 RA Leiden.
Voor de vermelding van Erasmus. Men ontvangt het boek dan op 5 mei.
-Einde-------------------- Neder-L, no. 9403.b --------------------------
Laat een reactie achter