Subject: | Neder-L, no. 9405.a |
From: | Ben Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Thu, 5 May 1994 23:34:59 +0100 |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-------------------------- Neder-L, no. 9405.a -----------ISSN-0929-6514-* | Onderwerpen: | | ============ | | (1) Col: 9405.01: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XI: "Is t | | een fonologisch element?" | | (2) Vra: 9405.02: Vragen over ambachten/gilden | | (3) Med: 9405.03: Nieuws van de Werkgroep 18e Eeuw: Congres "Sprekend | | vrouwen. Het debat over vrouwen en vrouwelijkheid in | | het 18e-eeuwse discours" op 11 november 1994 | | (4) Lit: 9405.04: BNTL 28 (1990-1992) verschenen | | (5) Med: 9405.05: Studiedag Peter Heynsgenootschap op 3 juni 1994: | | Taaldidactiek in historisch perspectief | | (6) Lit: 9405.06: Informatie over Queeste, Tijdschrift over | | middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden | | | | Neder-L-tips: | | ============= | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB Neder-L | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Gopher-toegang tot Neder-L: alle oude en nieuwe Neder-L-bulletins zijn | | via Gopher in te zien op gopher.nic.surfnet.nl, in de directory | | SURFnet informatie/LISTSERV archieven (nic.surfnet.nl)/NEDER-L | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet newsgroup bit.lang.neder-l | | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | (dit geldt ook voor Internet-gebruikers die bijdragen willen leveren) | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 26 Apr 1994 08:40:38 +0100 (MET)
From: Peter-Arno Coppen <U250005@vm.uci.kun.nl
Subject: Col: 9405.01: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XI: "Is t een fonologisch element?"
LINGUISTISCH MINIATUURTJE XI: “Is t een fonologisch element?”
Het aardige van een vrijblijvende discussie is dat je zo gemakkelijk mee kunt praten over zaken waar je helemaal geen verstand van hebt. Voor de wetenschapper echter is het een bron van ergernis of tenminste de oorzaak van schouderophalen wanneer een leek of —nog erger!— een collega uit een naburig vakgebied verschijnselen meent waar te nemen die helemaal niet bestaan.
Ik ben geen fonoloog. Laten we dat even vooraf heel duidelijk vaststellen. Niettemin ben ik gefascineerd door fonologische verschijnselen die samenhangen met de syntaxis. Zo heb ik een jaar of twintig geleden ademloos de discussie gevolgd tussen Lightfoot, Chomsky en Lasnik aan de ene, en Postal en Pullum aan de andere kant, met betrekking tot de zogenaamde “want-to-contraction” in het (Amerikaans) Engels. De observatie in een notedop: “want” en “to” kun je in spreektaal samentrekken tot “wanna”, maar dat kan niet altijd. Zo kun je wel krijgen “who do you wanna kiss?”, maar niet *”who do you wanna kiss you?”, terwijl beide zinnen zonder samentrekking prima zijn.
De sporentheorie is in die discussie aangevoerd ter verklaring van dit verschijnsel: wanneer het spoor van het verplaatste vraagwoord zich tussen “want” en “to” bevindt is samentrekking onmogelijk. Dat Postal en Pullum in de discussie aantonen dat er zich in beide zinnen tenminste een tussenliggend spoor tussen “want” en “to” bevindt, en de daaropvolgende draaikonterij doet afbreuk aan de zuiverheid van de oorspronkelijke observatie. In eerstejaarscolleges laat ik dat dan ook voorlopig maar even onvermeld. De basisgedachte is namelijk intuitief aantrekkelijk genoeg: syntactische elementen zoals sporen oefenen een directe invloed uit op de fonologie.
Nu ben ik al jaren op zoek naar deze “spoor-effecten” in het Nederlands. Ik heb altijd in de veronderstelling verkeerd dat ik ze niet kon vinden omdat ik geen fonoloog ben, maar sinds kort heb ik deze gedachte op twee punten moeten bijstellen. Zo heb ik de stellige indruk gekregen dat er onder fonologen een wijdverbreid wantrouwen tegen dit soort verschijnselen in het algemeen bestaat. Sporen die invloed uitoefenen op fonologische verschijnselen? Om te beginnen zijn ze bijna niet te vinden en als je ze al vindt dan is er iets mee.
Was ik dus een fonoloog geweest, dan was ik nooit spoor-effecten in het Nederlands op het spoor gekomen. Maar, zoals gezegd: ik ben geen fonoloog. Ik heb geen verstand van fonologische verschijnselen en ik meen er dus wel degelijk een waargenomen te hebben. Ongetwijfeld bestaat het niet, of iemand heeft het allang opgemerkt en weerlegd, maar het is in ieder geval een mooi verhaal.
In het Nederlands kun je in spreektaal het voegwoord “dat” en het persoonlijk voornaamwoord “je” samentrekken: “Toch leuk dajje gekomen bent”. Let wel, ik heb hier niet de (Brabantse?) reductie van het voegwoord “dat” tot “da” op het oog (“Wa zonde da hij dat gedaan het”), maar een samentrekking die je in min of meer standaardnederlands zou kunnen waarnemen. Laten we even aannemen dat een dergelijk verschijnsel zich in het Nederlands voordoet.
Nu kunnen we de volgende twee constructies maken: “Wie denk je dajje gezien hebt?”, en *”Wie denk je dajje gezien heeft?”. Naar mijn indruk is de tweede variant ongrammaticaal. Net zoals bij de want-to-contraction kan ik de sporentheorie hier te hulp roepen. Plaatsen we namelijk het spoor op de oorspronkelijke plaats van het vraagwoord “wie”, dan krijgen we: “Wie denk je dat je t gezien hebt?” en “Wie denk je dat t je gezien heeft?”. En ziedaar: het tussenliggende spoor blokkeert de dat-je-samentrekking.
Laat ik me tegen de eerste kniesoor indekken die deze redenering gaat ontzenuwen: is het niet zo dat je de dat-je-samentrekking kunt beschrijven als een samentrekking van het voegwoord “dat” en de gereduceerde variant van het pronomen “jij”? In dat geval kunnen we eenvoudigweg stellen dat samentrekking van “dat” en “je” onmogelijk is als “je” de gereduceerde variant van “jou” is.
Ik kan hier twee argumenten tegen aanvoeren. Ten eerste: ik geloof dat het bezittelijk voornaamwoord “je” het ook doet: “welke mannen denk je dajje zuster gekust heeft?”, tegenover: *”welke mannen denk je dajje zuster gekust hebben?”. De eerste zin mag dan minder zijn dan de variant met het subject “je” (laten we wel wezen: het bezittelijk voornaamwoord “je” staat ook verder weg van “dat”), de tweede zin lijkt me toch aanmerkelijk slechter.
En ten tweede: “je” als variant van “jou” zou het ook moeten doen als het niet door een subject voorafgegaan wordt. Nou, dat kan: “Het verbaast me dat jou dat overkomen is” wordt dan: “het verbaast me dajje dat overkomen is”. Dat kan toch wel? Ik vind dat stukken beter dan bijvoorbeeld *”Wat zei je nou dajje overkomen was?”. Maar daar staat dan weer dat spoor tussen. Dat niet bestaat.
Peter-Arno Coppen
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 17 Apr 1994 10:37:02 -0400 (EDT)
From: APBUYS@delphi.COM
Subject: Vra: 9405.02: Vragen over ambachten/gilden
(1) Ongeveer wanneer staat er iets in de Nederlandse/Vlaamse literatuur over ambachten/gilden?
(2) Hoe zijn de ambachten/gilden ontstaan als beschreven in de literatuur?
(3) Hoe zijn ze verdwenen of bestaan ze nog?
Met vriendelijke groet vanuit de VS.
Albert
apbuys@delphi.com.us
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 18 Apr 1994 12:20:19 +0200 (MET-DST)
From: Robert Arpots <R.Arpots@UBN.KUN.NL>
Subject: Med: 9405.03: Nieuws van de Werkgroep 18e Eeuw: Congres "Sprekend vrouwen. Het debat over vrouwen en vrouwelijkheid in het 18e-eeuwse discours" op 11 november 1994
WERKGROEP 18e EEUW
Congres: “Sprekend vrouwen. Het debat over vrouwen en vrouwelijkheid in het 18e-eeuwse discours”
Datum : vrijdag 11 november 1994
Plaats : wordt nog bekend gemaakt
In het buitenland zijn inmiddels vele studies verschenen over “de vrouw in de 18e eeuw”. Deze studies lopen uiteen van biografiee”n van vergeten 18-eeuwse vrouwen tot studies die meer algemeen de sociaal-economische positie van vrouwen of de beeldvorming rond vrouwen en vrouwelijkheid tot onderwerp hebben. In Nederland ontbreken dergelijke studies nog nagenoeg. Daarom wil de Werkgroep 18e Eeuw een discussie op gang brengen die hopelijk stimuleert tot nader onderzoek. Zijn de “eenvoudige doch doortastende” vrouwen die in de Gouden Eeuw hun “standvastige mannen” terzijde stonden, in de 18e eeuw geworden tot “dikke, kwebbelzieke geaffecteerde dames” aan de zijde van “gemakzuchtige, verwijfde renteniers”, of is het (helemaal) anders?
De Werkgroep 18e Eeuw stelt twee aandachtspunten voor:
- vrouwen in het discours
kan er een relatie worden gelegd tussen de manier waarop er over vrouwen werd gesproken en de “feitelijke positie” die vrouwen in de 18e-eeuwse samenleving innamen? Bepaalt de manier waarop er over en door vrouwen werd gesproken de feitelijke situatie, of is dit eerder andersom? Hoe verhoudt de beeldvorming van vrouwen in de 18e-eeuwse bronnen zich tot het beeld dat historici hebben gecre”eerd van vrouwen in de 18e eeuw? Wijkt Nederland in deze kwesties af van andere landen of niet? - negatieve connotaties van vrouwen en vrouwelijkheid
in het 18e-eeuwse discours worden vrouwen en vrouwelijkheid dikwijls – en dit is traditioneel – geassocieerd met negatief beleefde zaken als verval, decadentie, ongelovigheid, tweederangs kunstprodukten. Ook worden verbanen gelegd tussen “vrouwelijkheid”, de “nationale volksaard” en de nationale geschiedenis. De 18e eeuw, als eeuw van verval, zou bij uitstek een “vrouwelijke”, een “verwijfde” eeuw zijn. Wat betekent dit voor onze perceptie van de 18e eeuw en voor onze perceptie van vrouwen in de 18e eeuw? Geldt het geschetste beeld speciaal voor Nederland, of werden dergelijke connotaties ook in andere landen gebruikt?
Op het spymposium zal de Werkgroep 18e Eeuw, na een korte inleiding, drie sprekers aan het woord laten. Daarna is er ruim gelegenheid voor een “ronde tafel discussie” met alle deelnemers aan de bijeenkomst.
Robert Arpots
Penningmeester Werkgroep 18e Eeuw
Molenhoek LB
Email: r.arpots@ubn.kun.nl Tel.: 080-616119 (werk), 080-584328 (thuis)
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 19 Apr 1994 11:57:10 +0100 (MET)
From: Frank Peeters <f.peeters@PICAMAIL.PICA.NL>
Subject: Lit: 9405.04: BNTL 28 (1990-1992) verschenen
Beste Neder-L-abonnees,
In aansluiting op Neder-L-artikelen 9404.03 en 9404.09 wil ik er graag op wijzen dat zojuist deel 28 van de Bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap (BNTL) over 1990-1992 is verschenen.
In de BNTL worden secundaire publikaties op het gebied van de Nederlandse en Friese taal- en literatuurwetenschap geregistreerd en ontsloten. De bibliografie richt zich zowel op de vakspecialist als op studenten/leerlingen. Binnen haar grenzen wordt naar volledigheid gestreefd. De ontsluiting geschiedt door middel van systematische indeling en trefwoordtoekenning. Daarnaast wordt via annotatie de meest noodzakelijke bibliografische en inhoudelijke informatie verstrekt. Deel 28 bevat een kleine 20.000 lemmata.
Een abonnement op de BNTL bestaat uit de jaarlijks te verschijnen jaarafleveringen, waarbij om de drie jaar een cumulatief driejarendeel verschijnt, waarin het (niet afzonderlijk te verschijnen!) derde jaardeel is opgenomen. Een abonnement kan op elk gewenst moment ingaan. De abonnementsprijs bedraagt f. 77,50 per jaaraflevering (particulieren) en f. 97,50 (instellingen), inclusief BTW, exclusief verzendkosten. Bij uitzondering kan een cumulatiedeel los gekocht worden. Voor deel 28 bedraagt de prijs f. 257,50 (inclusief BTW, exclusief verzendkosten.
Bestellingen kunnen gericht worden aan de Stichting Bibliographia Neerlandica, Postbus 90751, 2509 LT Den Haag (tel.: 070-3140 285).
Met vriendelijke groet,
Frank Peeters.
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 28 Apr 1994 12:10:46 +0100 (MET)
From: Roland de Bonth <deBonth@LETT.KUN.NL>
Subject: Med: 9405.05: Studiedag Peter Heynsgenootschap op 3 juni 1994: Taaldidactiek in historisch perspectief
Beste Neder-L-abonnees,
Op vrijdag 3 juni vindt in het Bungehuis (Spuistraat 210, Amsterdam) een studiedag plaats van het Peeter Heynsgenootschap, werkgroep voor de geschiedenis van het talenonderwijs. Het thema van de dag luidt:
***********************************************
* *
* Taaldidactiek in historisch perspectief *
* *
***********************************************
PROGRAMMA:
10.00-10.30 ontvangst en koffie
10.30-10.35 welkomstwoord door dr. P. Loonen (RU Groningen)
10.35-11.20 prof.dr. G.R.W. Dibbets (KU Nijmegen)
“Peeter Heyns, aangenaam!”
11.30-12.15 dr. C. Stray (University of Swansea)
Nominor quia leo: Latin grammar, pedagogy and politics in Victorian England
12.30-13.45 lunch
14.00-14.45 P. Mack (University of Warwick)
Understanding the rhetoric textbooks, bibliography, commentary syllabi, outcomes
15.00-15.45 drs. R. Beijert (RU Groningen)
Literatuuropvattingen in schoolpoetica’s. Poelhekkes Woordkunst en de traditie van Tachtig
15.45-16.30 afsluiting, borrel, bezichtiging schoolboeken
Men kan zich aanmelden door overmaking, liefst voor 15 mei, van f35,- (inclusief consumpties en lunch) op gironummer 68 35 979, t.n.v. F. Wilhelm, Weezenhof 26-02, 6536 JA Nijmegen (tel.: 080 – 441877) o.v.v. studiedag 3 juni.
Met vriendelijke groeten,
Roland de Bonth
(vakgroep Nederlands, KUN)
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 22 Apr 1994 19:07:06 +0200
From: Thom Mertens <csp.mertens.t@alpha.ufsia.ac.be>
Subject: Lit: 9405.06: Informatie over Queeste, Tijdschrift over
middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden
*********************************************************************** * * * QUEESTE * * * * Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden * * Journal of medieval literature in the Low Countries * * Revue de la litte'rature me'die'vale aux Pays-Bas * * Zeitschrift fu"r die Literatur des Mittelalters in den Niederlanden * * * * * * ISSN 0929-8592, Jaargang 1 (1994) afl. 1-... * * * ***********************************************************************
De studie van de Middelnederlandse letterkunde maakt een bloeiperiode door als nooit tevoren. Hoog tijd dus voor een wetenschappelijk tijdschrift speciaal gewijd aan de medioneerlandistiek. Het eerste nummer van Queeste, zoals dit nieuwe tijdschrift zal gaan heten, verschijnt in april 1994. De redactie wordt de eerste drie jaargangen gevormd door W. van Anrooij (Rijksuniversiteit Leiden), J.D. Janssens (UFSAL, Brussel) en Orlanda S.H. Lie (Universiteit Utrecht). Aangezien boekbesprekingen beschouwd worden als essentieel onderdeel van het tijdschrift, is een aparte recensieredactie in het leven geroepen bestaande uit A.M.J. van Buuren (Universiteit Utrecht) en Th. Mertens (Ruusbroecgenootschap, UFSIA, Universiteit van Antwerpen).
Artikelen en besprekingen zullen niet alleen betrekking hebben op Middelnederlandse teksten tot 1600, maar ook op anderstalige middeleeuwse literatuur uit de Nederlanden voor zover deze van belang is voor de bestudering van de Middelnederlandse letterkunde. Met het oog op de internationalisering van de medioneerlandistiek zullen de artikelen in Queeste worden voorzien van een samenvatting in het Frans, Duits of Engels. De redactie streeft er tevens naar om in iedere jaargang minstens e’e’n artikel te plaatsen dat in e’e’n van deze talen geschreven is.
De inhoud van de eerste jaargang ziet er als volgt uit:
Artikelen:
G.Croenen en J.D. Janssens, ‘Een nieuw licht op de Lancelotcompilatie? De betekenis van het pas gevonden fragmentje van Arturs doet’
E.Huizenga, ‘”Die conste vanden almenack”. Astronomie in een Middelnederlands verzamelhandschrift’
R.Schlusemann, ‘Toch samenwerking tussen Vorsterman en Van Doesborch’
O.S.H. Lie, ‘The verse-prose debate in medieval Dutch literature’
G.Sonnemans, ‘Problemen bij het categoriseren van Middelnederlandse teksten’
C.de Haan, ‘De Roman van Heinric en Margriete van Limborch: Middelhoogduitse receptie van Middelnederlandse literatuur’
Recensies:
J.D. Janssens, De middeleeuwen zijn anders. Cultuur en literatuur van de 12de tot de 15de eeuw. Leuven, 1993.
Th. Mertens e.a., Boeken voor de eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza. Amsterdam, 1993.
F.P. van Oostrom, Aanvaard dit werk. Over Middelnederlandse auteurs en hun publiek. Amsterdam, 1992.
G.H.M. Claassens, De Middelnederlandse kruisvaartromans. Amsterdam, 1993. Diss. Nijmegen.
-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-
Redactie: dr. W. van Anrooij, prof.dr. J.D. Janssens, dr. Orlanda S.H. Lie
Recensieredactie: dr. A.M.J. van Buuren, dr. Th. Mertens
Redactieraad: drs. J.A.A.M. Biemans, dr. A.Th. Bouwman, dr. D. Coigneau, prof.dr. H. van Dijk, prof.dr. W.P. Gerritsen, prof.dr. J. Goossens, prof.dr. J.P. Gumbert, prof.dr. Ria Jansen-Sieben, prof.dr. F.P. van Oostrom, prof.dr. H. Pleij, prof.dr. J. Reynaert, prof.dr. H. Tervooren, dr. P.W.M. Wackers, prof.dr. F. Willaert
Redactie artikelen: / Recensies en recensie-exemplaren:
Mw. dr. O.S.H. Lie / Dr. Th. Mertens
Peppinghof 39 / UFSIA (D-114) / Prinsstraat 13
1391 BB Abcoude / B-2000 Antwerpen
-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-
Abonnementen:
regulier f60,-/BF1200; studenten, AIO’s en OIO’s f40,-/BF800; instellingen f80,-/BF1600 (telkens incl. verzendkosten). Voor collectieve abonnementen van meer dan tien exemplaren geldt een korting van 25%.
Uitgeverij en abonnementenadministratie:
Uitgeverij Verloren, Larenseweg 123, 1221 CL Hilversum
tel. 035-859856, telefax 035-836557
rekening Postbank 4489940
postrekening Belgie 000-1638529-05
-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-
U kunt een abonnement op Queeste aanvragen, door zelf de volgende bon af te drukken, in te vullen en te sturen naar:
Uitgeverij Verloren
Larenseweg 123
1221 CL Hilversum
---------------------------------------*------------------------------* | Bon uit: Neder-L, no. 9405.a | *------------------------------* Ondergetekende abonneert zich op Queeste en wenst het tijdschrift vanaf jaargang ..... te ontvangen o regulier f60,-/BF1200; o studenten, AIO's en OIO's f40,-/BF800; o instellingen f80,-/BF1600 telkens incl. verzendkosten (aankruisen wat van toepassing is) Naam: Straat+huisnr.: Postcode+plaatsnaam: Datum: Ondertekening: -----------------------------------------------------------------------
BS: In het laatste tijdschriftenoverzicht van Neder-L, bulletin no. 9404.c, is een foutje geslopen: het e-post-adres van Thom Mertens werd daarin incorrect vermeld. Voor alle duidelijkheid, het correcte e-post-adres luidt: csp.mertens.t@alpha.ufsia.ac.be (en dus niet: ictl.mertens@alpha.ufsia.ac.be).
Theo Meder (e-post-adres: meder@rullet.leidenuniv.nl) verzorgt, met ingang van deze maand, de inhoudsopgaven van Queeste in het tijdschriftenoverzicht van Neder-L. Een prima intitiatief van Theo Meder!
Ben Salemans.
-Einde-------------------- Neder-L, no. 9405.a --------------------------
Laat een reactie achter