Subject: | Neder=L, no. 9701.b |
From: | “Ben Salemans, editor Neder-L” |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Fri, 24 Jan 1997 19:08:25 +0000 |
Content-Type: | text/plain |
********************* *-Vijfde-jaargang---------- Neder-L, no. 9701.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 9701.16: Evenementen-agenda | | (2) Med: 9701.17: Nieuw: NedBoek, postlijst voor oude Nederlandse boeken| | (3) Col: 9701.18: Column Willem Kuiper, no. 29: "Op weg naar een nieuwe | | literatuur-geschiedenis" | | (4) Rub: 9701.19: Rubriek 'Uit de STCN', no. 6: T'samenspraak tusschen | | Samuel Coster en Coenraadt [van Beuningen?] | | (5) Med: 9701.20: Verslag studiedag CEL-NT2 over begeleiding anders- | | taligen op Nederlandse en Vlaamse universiteiten | | (6) Col: 9701.21: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 9: | | "Drie voor Twaalf" | | (7) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tuesday, January 21, 1997 23:11:25 MET
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Rub: 9701.16: Evenementen-agenda
==================
Evenementen-agenda
=================
AMSTERDAM, RAI Congres Centrum
18th European Antiquarian Book & Print Fair, 20 februari 16-21 uur, 21 februari 11-18 uur, 22 februari 11-18 uur.
Jaarlijkse Europese antiquarenbeurs waar gerenommeerde antiquaren uit binnen- en buitenland hun meest prestigieuze objecten aanbieden: vroege drukken, kaarten, moderne eerste drukken e.d. Een catalogus met een selectie uit het aanbod is tevoren verkrijgbaar voor f.15,- bij de organisatie: Breestraat 113a, 2311 CL Leiden, 071-5143552, fax 071-5141488 (13-17 uur).
ZWOLLE, Stadsschouwburg Odeon.
Lied en Letter-bijeenkomst, 9 februari, 11.30 uur. Toegangsprijs f.12,-: kaarten verkrijgbaar bij boekhandels Waanders (038-4215392) en Westerhof (038-4216171) en aan de kassa van Odeon (038-4218500).
Literair-muzikale bijeenkomst, georganiseerd door de Stichting Literaire Activiteiten Zwolle, met een kleine bloemlezing van de Nederlandse liedkunst: werk van Diepenbrock, Nolthenius, Peter Schat en Alex Manassen wordt gezongen door de sopraan Bep Pierik, begeleid door Gerard Zuyderhoff (klarinet) en Pieter Grimbergen (piano). Willem van Toorn leest voor uit eigen werk. Enkele gedichten van hem zijn getoonzet door Jaques Reuland en worden vertolkt door Bep Pierik.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wednesday, January 22, 1997 1:57:11 MET
From: Piet Wesselman <pwessel@xs4all.NL>
Subject: Med: 9701.17: Nieuw: NedBoek, postlijst voor oude Nederlandse boeken
======================================================
Nieuw: Nedboek, postlijst voor oude Nederlandse boeken
======================================================
Nieuws van het NAN: er is een nieuwe postlijst voor belangstellenden in het antiquarische en tweedehands Nederlandse boek: NedBoek. De lijst is bedoeld voor vraag en aanbod, discussie en informatie-uitwisseling. Een nieuwe mogelijkheid om snel in contact te komen met boekhandelaren, boekenverzamelaars en specialisten om op het spoor te komen van door u gezochte titels en kennis op te doen op het gebied van oude boeken. De lijst is al van start. U kunt zich abonneren door een berichtje aan:
majordomo@antiqbook.nl
met als enige inhoud
subscribe nedboek
U ontvangt dan een welkomstbericht met meer informatie. U kunt dat bericht ook opvragen door een bericht aan hetzelfde adres, en als inhoud
info nedboek
Er is ook een web-pagina waar u zich kunt opgeven:
http://www.xs4all.nl/~nan/nedboek/
Een abonnement is gratis, behalve voor boekverkopers.
Piet Wesselman <pwessel@xs4all.nl>
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tuesday, January 21, 1997 22:34:45 MET
From: "Willem.Kuiper@let.uva.nl" <Willem.Kuiper@let.UVA.NL>
Subject: Col: 9701.18: Column Willem Kuiper, no. 29: "Op weg naar een nieuwe literatuur-geschiedenis"
==============================================
Column Willem Kuiper, no. 29:
Op weg naar een nieuwe literatuur-geschiedenis
==============================================
Vrijdag 17 januari jongstleden heb ik voor het eerst van mijn leven – en wellicht ook voor het laatst – kennis gemaakt met het pluche. De Nederlandse Taalunie belegde een verkennende studiedag voor en door deskundigen op het gebied van de literatuurgeschiedenis over een nieuw te schrijven geschiedenis van de Nederlandse letterkunde. Als lokatie was gekozen voor Binnenhof 22, de zaal waar de Eerste Kamer vergadert. Wat een ambiance! Toen ik na afloop aan de man in het blauw achter de balie vroeg wiens zetel ik die dag bezet had, bleek dat die van een mij onbekende VVD-senator te zijn geweest.
Discussieren met zo’n honderd mensen is een tijdrovende bezigheid. Als iemand in de zaal het woord wenste te voeren kwam er een kamenier met een draagbare microfoon. Het was als met de dinosaurus. Als je die op zijn staart trapte dan duurde het ook even voordat zijn hersenpan daarover ingelicht was.
In essentie komt het erop neer dat de Nederlandse Taalunie graag een initiatief tot het schrijven van een nieuwe literatuurgeschiedenis zou ondersteunen. Niet in gang zetten, niet financieren, maar ondersteunen. Het initiatief moet van de wetenschap uitgaan. Die moet bepalen wat voor een literatuurgeschiedenis er moet komen, hoe dik, en wie hem moet gaan schrijven.
De eerste Nederlandse literatuurgeschiedenis werd geschreven door Willem Jonckbloet. In de jaren ’50 van de vorige eeuw beschreef hij in drie delen de Middelnederlandse letterkunde. In de jaren ’80 werd zijn Geschiedenis uitgebreid tot de gehele historische periode.
Tussen 1906 en 1912 verscheen de literatuurgeschiedenis van Gerrit Kalff. In zijn kandidaatassistententijd heeft mijn collega PJV ooit eens voor verbijstering gezorgd met de mededeling: “Ik heb een Kalff gekocht.” “Maar waar houd je dat beest dan?”, vroeg kandidaatassistent RG. PJV: “Op mijn kamer.”
Na Kalff kwam Jan te Winkel. Was Kalff artistiek en eclectisch, Te Winkel heeft veel weg van een literair-historische supertanker. Vooral de tweede druk, verschenen tussen 1922 en 1927. Te Winkel had alles gelezen, primair en secundair. Ook kende hij zijn eigen werk uit zijn hoofd. Wie tentamen bij hem deed werd geacht dat ook te kunnen.
Ongeveer gelijktijdig verscheen in de zuidelijke Nederlanden een (beknopte) geschiedenis van de Middelnederlandse literatuur van de hand van de Vlaamse jezuiet Jozef van Mierlo. Het zal u niet verbazen dat zijn kijk op de middeleeuwse letteren afweek van die van zijn noord-Nederlands Hervormde collega’s. Neem nou bijvoorbeeld Hadewijch… Ruusbroec…
In de jaren ’30 toen men Grootnederlandsch ging denken, kwam het tot een samenwerkingsverband tussen Noord- en Zuidnederlandse geleerden. Onder redactie van Frank Baur verschenen de eerste delen van de GLN, de Geschiedenis van de Letterkunde der Middeleeuwen. Ook omdat de Tweede Wereldoorlog tussenbeide kwam, bleef deze onderneming onvoltooid.
Nu is er niets zo goed voor de bestudering van de eigen taal en cultuur als een bezetting door een buitenlandse macht. In de vorige eeuw waren het de Fransen, dit keer de Duitsers. Voor onderwijsdoeleinden was die GLN-gatenkaas volstrekt ongeschikt, en dus zette ene Gerard Knuvelder zich aan het schrijven van een op Van Mierlo geinspireerd handboek dat zich wel in de klas liet hanteren. Het succes was onverwacht groot. En zo kon het gebeuren dat een superleraar Nederlands, niet gelieerd aan een Nederlandse of Belgische universiteit uitgroeide tot ’s lands literatuurgeschiedschrijver.
In 1970 verscheen deel 1 van de vijfde, geheel herziene druk van Knuvelders Handboek. Ik was net Nederlands gaan studeren. Het jaar erop verscheen deel 2, in 1973 en 1976 de resterende delen 3 en 4.
Maar net als in de hoofse roman kon vrouwe Fortuna zo veel geluk niet aanzien, en draaide zij aan haar rad. In De Nieuwe Taalgids trad de Utrechtse hoogleraar W.P. Gerritsen – de meest vooraanstaande medievist van de jaren ’70 – op als aanklager, rechter en beul. In een schitterend betoog, waarbij hij Knuvelder ook de nodige lof toezwaaide – maar die verdween onder de kritiek – legde hij uit waarom Knuvelders Handboek hopeloos te kort schoot. Een literatuurgeschiedenis op basis van chronologie, door een enkele persoon geschreven, bovendien geen specialist, was een anachronisme.
Of de verkoop er erg onder geleden heeft, is mij niet bekend, maar in academische kringen verging het Knuvelder gelijk Buckler.
Achteraf moeten we Knuvelder dankbaar zijn voor wat volgens Gerritsen niet meer kon. Zijn literatuurgeschiedenis is er niet alleen, hij is met al zijn beperkingen en tekortkomingen raadpleegbaar. Gerritsens droomboek niet. Het gelijk van Gerritsen is even groot als het onvermogen van de specialisten die literatuurgeschiedenis te schrijven die voldoet aan de drie criteria die Gerritsen aan een dergelijk handboek stelde: 1) naslagwerk, 2) leerboek, 3) beeldvormer.
De pil ‘Nederlandse Literatuur, EEN geschiedenis’ – dus niet DE – die in 1993 verscheen, is in elk geval geen naslagwerk en ook geen leerboek. Of het een goede beeldvormer is?
Evenmin als een literatuurgeschiedenis door een enkele auteur geschreven kan worden, kan een literatuurgeschiedenis tegelijk en naslagwerk, en leerboek, en beeldvormer zijn. Als ik de stemming goed heb aangevoeld was er vooral behoefte aan een beeldvormer die ook als leerboek gebruikt kon worden: een ‘verhaal’. Om een naslagwerk werd niet gevraagd.
Ik hoop dat ik mij vergis, maar ik meen onder de vakgenoten enig dedain te bespeuren voor een saaie maar degelijke, op biografische feiten en bibliografische data gebaseerde encyclopedische literatuurgeschiedenis. Hoe graag zag ik een dergelijk boek in combinatie met een boek waarin de belangrijkste auteurs en werken in een literair-historisch kader worden geplaatst. Dus in deel 1 vind je wanneer en waar Jacob van Maerlant leefde, welke werken hij schreef, en voor wie. In deel 2 lees je in welke traditie die werken tot stand zijn gekomen. Die ‘Gouden Gids’ zou vertaald moeten worden in het Frans, Duits, Engels, Spaans, Italiaans, noem maar op, zodat als iemand iets wil weten van, of schrijven over een Nederlandse auteur of een Nederlands literair werk diegene zich kan baseren op een ‘geijkt’ boek. Nu is dat voor niet-vakgenoten onmogelijk. Onze postzegels en munten zijn beter beschreven dan ons literair verleden.
Het ‘verhaal’ dat ons literaire verleden tot leven wekt, is mij uiterst welkom, maar wie gaat dat schrijven? Wie kan dat schrijven? Wie wil dat schrijven? Wie mag dat schrijven? Een dergelijke onderneming doet mij denken aan de vraag: Kan God een steen scheppen die Hijzelf niet kan optillen? Als men maar niet wacht met het schrijven van het eerste boek totdat het tweede af is.
Willem.Kuiper@Let.UvA.NL
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tuesday, January 21, 1997 13:01:03 MET
From: Paul Dijstelberge <DISTEL@rulub.LeidenUniv.nl>
Subject: Rub: 9701.19: Rubriek 'Uit de STCN', no. 6
=======================================================================
Rubriek ‘Uit de STCN’, no. 6:
T’samenspraak tusschen Samuel Coster en Coenraadt [van Beuningen?]
=======================================================================
Ik schreef al eerder iets over de pamflettencollecties in de grote bibliotheken. Ze vormen een bron van kennis over de Republiek die weinig lijkt te worden gebruikt door historici en literatuur-historici. (Met gebruikt bedoel ik: anders dan incidenteel gebruikt. Natuurlijk kijkt iedere zich zelf en de wetenschap respecterende onderzoeker in Knuttel. Maar onderzoeken naar de pamfletten zelf, naar de wijze waarop daarin tegen de wereld wordt aangekeken, naar de literaire conventies die worden toegepast en overtreden, dat soort onderzoek zie je maar incidenteel). Dat is jammer: een literair-historisch onderzoek naar pamfletten zou nog wel eens verrassingen kunnen opleveren. Mijn indruk is dat bijna alle genres die we in de 18de eeuw zien opkomen, en dan met name de spectator-achtige tijdschriften, in de 17de eeuw in een experimenteel stadium verkeren.
Bij het eindeloze bladeren in pamfletten kom je soms zaken tegen die buiten de competentie van de bibliograaf vallen: handschriften. Veelal zijn dat overgeschreven pamfletten. De verzamelaar kon een bepaalde tekst niet te pakken krijgen en schreef die dan over (of kocht een afschrift). Het Leidse pamflet met de onmogelijke signatuur Pamflt 1685 II 177a:4a is zo’n pamflet. Het bevat drie gedichten in (lijkt mijn lekenoog toe) een laat-zeventiende-eeuwse hand.
Het gedicht ‘Aan Hollandt’ begint met de regels:
O! landt, dat geen land hoeft te wijken,
mijn vaderland, ghij wint de prijs,
geagt een tweede paradijs,
met regt bij Eden te gelijken.
Aardiger is het tweede gedicht, waarvan ik hoop dat iemand het kent en de dichter weet van dit rijmwerkje over Willem III
T’samenspraak
tusschen
Samuel Coster
en
Coenraadt [van Beuningen?]
C. Is dit heer Samuel s’landts ongerepte maagt?
S. Men noemtse soo van oudts; maar soo het mogt gevraagt sijn,
met regt soo vraagde ik, of die schoone wel kan maagt sijn,
dewijl haar kuijsheijd op het snoodtste werd belaagt,
en onse Willem-buijr, op hollandtsch vleesch verslingert,
Die schoone tast en voelt, en naar sijn lusten vingert.
C. Dat’s maegt sijn op sijn hoofsch. S. maar vraagt het eens een boer
‘kwed haer die plompaert scheld voor afgeregte hoer.
C. Daarom ook weert s’haar soo, alsof sij lag gebonden.
S. Was Willems raedtschap goed, zij was al lang geschonden.
wat wonder? want hij kan sijn wijf met kindt niet maken;
hoe souw dan Willem in dat maegde-gat geraacken?
Paul Dijstelberge STCN
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tuesday, January 21, 1997 11:27:11 MET
From: Guust Meijers <Guust.Meijers@KUB.NL>
Subject: Med: 9701.20: Verslag studiedag CEL-NT2 over begeleiding anderstaligen op Nederlandse en Vlaamse universiteiten
====================================================================
DOORSTART
Begeleiding van Andertaligen die Nederlandstalig Onderwijs volgen in Nederland en Vlaanderen
====================================================================
Op 6 juni 1996 vond op het Talencentrum van de KUB@Tilburg een studiedag plaats over de begeleiding van anderstaligen op Nederlandse en Vlaamse universiteiten. De studiedag werd georganiseerd door de CEL-NT2 van de vereniging van Nederlandstalige Universitaire Talen- centra (NUT). De conferentie werd financieel mogelijk gemaakt door de Taalunie.
De CEL-NT2 telt vertegenwoordigers van negen Talencentra, op de studiedag waren ook nog drie andere Talencentra vertegenwoordigd. Het doel van deze bijeenkomst was om wederzijds inzicht te krijgen in de stand van zaken, vooral om daar zelf van te profiteren om de eigen opvang te verbeteren.
Zes instituten boden de aanwezigen een kijkje in de keuken. Het ILT van de Katholieke Universiteit Leuven presenteerde gegevens uit een enquete onder cursusdeelnemers. Het Talencentrum van de Universiteit van Gent besprak de opzet van een nieuwe cursus speciaal voor deze groep studenten en van hun plannen voor een meer individuele aanpak. Het James Boswell Instituut van de Rijksuniversiteit Utrecht vertelde over hun aanbod van drie cursussen voor de doorstarters. Het Talencentrum van de KUB heeft besloten nog slechts op individuele manier de begeleiding aan te pakken, met behulp van ‘standaardbehandelingsplan- nen’. Het Universitair Talencentrum van de Katholieke Universiteit Nijmegen heeft een tweesporenbeleid. Het ontwikkelt en biedt cursussen Mondeling Presenteren en Schrijven aan, maar beweegt zich ook op het gebied van individuele begeleiding. Het Centrum voor Taal en Spraak van de Universitaire Instelling Antwerpen tenslotte heeft lesmateriaal ontwikkeld naar aanleiding van nieuwsfragmenten van Nederlandse en Vlaamse tv-journaals dat relevant is voor lessen of individuele studie.
Een materialenmarkt waarop de instituten producten ‘van eigen bodem’ toonden besloot de studiedag. Op de materialenmarkt werden de volgende producten getoond: Step In, een CD-ROM-programma om de eerste stappen te zetten bij het leren van Nederlands; EUROLEX een COO-programma met geluid om de eerste 3500 woorden van het Nederlands te leren; TUMULT, een prototype van een CD-ROMprogramma met video voor luistervaardigheid op hoog niveau; Videoluisteroefeningen met vragen en opdrachten; Spelbreker, een spellingprogramma dat ook (en vooral) voor moedertaalsprekers geschikt is.
De inhoud van de lezingen en de discussies naar aanleiding van de inhoud lieten zien dat er nog veel te doen is alvorens er sprake kan zijn van een adequate opvang van anderstaligen. Er is behoefte aan meer materiaal voor het aanleren van academisch Nederlands, de effectiviteit van de verschillende manieren van aanpak (groepsgewijs of individueel) vereist nadere studie, het toekennen van studiepunten voor deze activiteiten kan een middel zijn om de vaak geringe deelname te stimuleren, ook is er behoefte aan toetsmateriaal om te diagnostiseren en om vorderingen te meten.
Het algemeen gevoel onder de deelnemers was dat het een nuttige studiedag was, zeker ook vanwege het kleinschalige karakter ervan. Dit maakte het mogelijk om informeel contact met elkaar te hebben. De CEL- NT2 van het NUT weet in ieder geval dat er nog genoeg werk aan de winkel is!
dr. Guust Meijers
Talencentrum KUB
Postbus 90153
5000 LE Tilburg
tel. 013 – 4662569
fax. 013 – 4663110
e-mail guust.meijers@kub.nl
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 19 Nov 1996 13:54:45 -0500 (EST)
From: Marc van Oostendorp <vanoostendorp@linguist.umass.edu>
Subject: Col: 9701.21: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 8: "Drie voor Twaalf"
============================
NederNed 8: Drie voor Twaalf
============================
De kerstpuzzel van Neder-L heeft drie inzendingen opgeleverd en geen van de drie is geheel foutloos, al zitten ze alle drie wel dicht tegen de foutloosheid aan. Ik stelde in die puzzel twaalf vragen waarop het antwoord op het Internet gevonden kon worden. Die antwoorden moesten dan ook vergezeld gaan van een vindplaats op het Net. Hieronder geef ik de antwoorden die volgens mij de juiste zijn.
- 1. Welke spelling is volgens het nieuwe Groene Boekje de juiste: bloes of blouse?
Het juiste antwoord luidt: ze zijn allebei goed. Er zijn verschillende elektronische Groene Boekjes op het Net die onvoldoende betrouwbaar blijken. Een deelnemer had in Delft gekeken (gopher://olt.et.tudelft.nl:72/00/words/groene_boekje) en daar alleen blouse gevonden. Dat antwoord kon de jury niet goedkeuren. Veel betrouwbaarder blijkt de lijst op http://206.48.177.73:80/spelling/, waar een tweede deelnemer naar verwijst. De derde deelnemer vond het goede antwoord op een andere plaats, bij het Ministerie van OC&W (http://www.minocw.nl/spelling/voorkeur.htm). Nog een plaats waar het juiste antwoord gevonden had kunnen worden is in het dossier Spelling van de Volkskrant (http://www.volkskrant.nl/dossiers/i35000854/i95001099/i5000334/p500033 8.html).
- 2. Welke Franse dichtregel zou model hebben gestaan voor ‘Onder de maan schuift de lange rivier?’
Om het antwoord op deze vraag te vinden moest men eerst weten dat dit een regel van Van Ostaijen is. Intikken van de regel in een goede zoekmachine zoals Hotbot (http://www.hotbot.com/) levert meerdere vindplaatsen voor dit gedicht op. De auteursnaam staat er steeds bij vermeld. Vervolgens kon men op zoek gaan naar meer informatie over Van Ostaijen. In een special over de dichter in de Brakke Hond verscheen een artikel van Paul Claes (http://www.dma.be/p/amphion/brakke-h/50/claes1.html), waarin deze uiteenzet dat de regel ontleend is aan Apollinaires regel ‘Sous le pont Mirabeau coule la Seine.’ Twee van de inzenders vonden dit antwoord, met de genoemde vindplaats. Een moest het antwoord schuldig blijven.
- 3. Wat is het verschil tussen s-domination en c-domination volgens Chomsky?
Het antwoord op deze vraag is door alle drie de inzenders gevonden. Twee vonden het in het Utrechtse Linguistic Lexicon (http://wwwots.let.ruu.nl/~Hans.Leidekker/ll.html): A c-dominates B if every segment of A dominates B, A s-dominates B if some segment of A dominates B. De derde verwijst naar http://www.entmp.org/linguistics/synthinar/s2. De definitie daar is echter onduidelijk en niet helemaal juist.
- 4. Welke Nederlandse taalkundige laat zich ‘Lichtende God van de Taal’ noemen?
Alle drie de deelnemers zeggen: Sjors van Driem en verwijzen naar http://www.vpro.nl/www/vpro-digitaal/wetenschap/ARCHIEF/bhut.htm. Inderdaad wordt die naam daar zo gespeld. Feit is echter dat de geleerde in kwestie zelf zijn voornaam schrijft als George (zie bijv. http://iias.leidenuniv.nl/hst/himalaya/project.html). Na rijp beraad heeft de jury besloten de spelling Sjors toch goed te keuren.
- 5. In welk dialect wordt op de volgende manier tot tien geteld: I’e’en, twi’e’e, drie”e, viere, vuuve, zesse, zeevne, achte, neegne, tiene…
Het antwoord, het dialect van Roeselare, is te vinden op de dialectverzameling van Roger Thijs: http://ourworld.compuserve.com/homepages/Roger_Thijs/roeselr1.htm. Twee deelnemers vonden het, en een wist het niet.
- 6. Wat is de oudste Middelnederlandse tekst waarin de duivel een lichamelijk gebrek vertoont?
Alle drie de lezers wisten dat het Mariken van Nieumeghen was, maar alle drie verwijzen ze naar de tekst van dat stuk op http://www.dds.nl/~ljcoster/marieken/. Dat is niet goed: die tekst bewijst op zichzelf niet dat er geen oudere bronnen zijn waarin de duivel een gebrek heeft. Een betere vindplaats is de column van Willem Kuiper over dit onderwerp in de archieven van Neder-L (gopher://HEARN.nic.SURFnet.nl:70/00/1.%20LISTSERVs%20public%20archives %20on%20HEARN.nic.SURFnet.NL/NEDER-L/LOG9409/NEDER-L.LOG9409.I.505). De jury geeft overigens toe dat dit artikel bijzonder moeilijk is terug te vinden.
- 7. Wie is voorzitter van de wetenschapscommissie van het BBN?
Door alle drie de inzenders gevonden op de pagina van het BBN: mw. M.A. Schenkeveld-van der Dussen (http://www.knaw.nl/bbnnl01.htm).
- 8. Wat is de titel van het proefschrift van Marijke Meijer Drees?
Ook dit antwoord is door alle drie de inzenders gevonden: De treurspelen van Thomas Asselijn (ca. 1620-1701). Dit is te vinden op http://www.let.ruu.nl/departments/nl/nlren/bio.htmlmeijer.
- 9. In welk jaar verhuisde Willem Bilderdijk naar Haarlem?
Alweer drie keer goed: 1827. Dit was te vinden op de Bilderdijk-tentoonstelling van de KNAW: http://www.library.knaw.nl/oudcol/tentoon/bild03.htm.
- 10. Welke drie soorten informatie worden opgenomen in de SignPhon-gegevensbank?
1) gegevens over de ‘structurele’ eigenschappen van het gebaar.
2) niet-structurele eigenschappen van het gebaar, zoals de pragmatische of sociolinguistische context waarin het gebaar meestal gebruikt wordt.
3) niet-taalkundige informatie, zoals de naam van de informant, de datum van codering, etc.
Door alle drie de deelnemers gevonden op http://oasis.leidenuniv.nl/hil/sign-lang/signphon.htmstructure.
- 11. Hoe heet de hoofdpersoon in J. van Ginnekens Roman van een Kleuter?
Het antwoord, Keesje, is te destilleren uit de online editie van de Roman, op http://www.fsw.leidenuniv.nl/www/w3_func/ginnek/. Alle drie de deelnemers hebben dit gevonden.
- 12. Hoeveel literaire prijzen zijn er toegekend aan de schrijver A. Alberts?
Dat zijn er 5 (of 4, naar gelang de definitie van een literaire prijs), zoals is na te lezen op de uitstekend verzorgde pagina’s over deze schrijver van Herman Jansen (http://web.inter.NL.net/hcc/Her.Jansen/alberts.htm). Ook dit was drie keer goed.
Achteraf blijkt de samenstelling van de vragenlijst niet ideaal: de moeilijkste vragen zaten in het begin. In ieder geval zijn er een paar mensen die succesvol hebben deelgenomen, en uit de reacties maak ik op dat er enkele tientallen het hebben geprobeerd. Een deelnemer naderde het ideaal van foutloosheid het dichtst: alleen de door hem gegeven vindplaats voor vraag 6 was niet juist. Verder had hij alles gevonden. De winnaar is daarom Gosse Bouma.
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Gopher-toegang tot Neder-L: alle oude en nieuwe Neder-L-bulletins zijn | | via Gopher in te zien op gopher.nic.surfnet.nl, in de directory | | SURFnet informatie/LISTSERV archieven (nic.surfnet.nl)/NEDER-L | | WWW-toegang tot Neder-L: | | http://www.nic.surfnet.nl/nlmenu/tijdschriften/tijdschriften.html | | Algemene URL, voor direct contact vanuit Internet/Gopher/WWW: | | gopher://hearn.nic.surfnet.nl:70/11/1.%20LISTSERVs%20public | | %20archives%20on%20hearn.nic.surfnet.nl/Neder-L | | (Geen spatie tussen "20public" en "%20archives" plaatsen.) | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact opnemen met redacteurs: stuur mail naar B.Salemans@buro.kun.nl, | | naar Willem.Kuiper@let.uva.nl of (voor de evenementen-agenda) naar | | Piet.Verkruijsse@let.uva.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9701.b --------------------------*
Laat een reactie achter