Subject: | Neder-L, no. 9710.b |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Wed, 22 Oct 1997 18:20:02 +0200 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Zesde-jaargang----------- Neder-L, no. 9710.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 9710.14: Evenementen-agenda, met: | | - Forum over vervlakking van de literatuur, 30 okt. | | (A'dam) | | - Jubileumbijeenkomst gezelschap Petrus Scriverius, | | 27 okt. (A'dam) | | - Mini-exposities miniatuurboeken, Amsterdamse prijs- | | banden, boekbindersfirma Elias van Bommel (A'dam) | | - Tentoonstelling Justus Lipsius en het Plantijnse | | Huis, 18 okt. 1997 - 18 jan. 1998 (Antwerpen) | | - Tentoonstelling De almanak en het dagelijks leven | | in Delft 1500-1700, t/m 11 jan. 1998 (Delft) | | - Tentoonstelling Een handdruk van de tijd: de almanak| | en het dagelijks leven, t/m 31 dec. (Leeuwarden) | | (2) Vac: 9710.15: Vacature hoogleraar Bedrijfscommunicatie KU Nijmegen | | (3) Sym: 9710.16: Congres Faculteit der Geesteswetenschappen, UvA, | | 18 december 1997 | | (4) Med: 9710.17: Taalunie lanceert meerjarenbeleidsplan 1998-2002 | | (5) Med: 9710.18: Vier vrijdagavonden bij stichting Perdu (A'dam): | | - 7 nov.: Mason & Dixon, roman van Thomas Pynchon | | - 14 nov.: Jan Arends: Keefman | | - 21 nov.: Boem! Paukeslag IV: de tijdschriften | | Passionate, Tortuca en Bunker Hill | | - 28 nov.: Ongekend griezelig!: over de Nederlandse | | Gothic novel | | (6) Lit: 9710.19: Pas verschenen: Voortgang, deel 16 | | (7) Col: 9710.20: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XL: 'Weer | | zo'n makkelijke kritiek' | | (8) Med: 9710.21: Oprichting Vereniging voor Nederlandstalige | | Terminologie NL-TERM op 7 nov. te Antwerpen | | (9) Sym: 9710.22: Symposium Boek en biliotheek in de middeleeuwen, | | 11-13 december, Laag-Zuthem/Zwolle | |(10) Rub: 9710.23: Boekenrubriek, no. 5: Boekbespreking Arctic Routes | | van M. Spies | |(11) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 16 Oct 1997 23:33:03 +0100
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Rub: 9710.14: Evenementen-agenda
==================
Evenementen-agenda
==================
AMSTERDAM, Bethanienklooster, Barndesteeg 4A
Forum over VERVLAKKING VAN DE LITERATUUR, 30 oktober 1997, 20.30 uur.
De Studievereniging Helios en het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam organiseren een forum over de vervlakking van de literatuur: literatuur als winstobject, invloed van de media, recente ontwikkelingen binnen de literatuur. Aan het forum nemen deel Tom van Deel (recensent Trouw), Theodor Holman (auteur), Anthony Mertens (redacteur Querido), Joost Nijsen (uitgeverij Podium), Arjan Peters (recensent De Volkskrant) en Frans Thomese (auteur).
Discussieleider is Frans van Eemeren (hoogleraar taalbeheersing UvA).
Toegangsprijs f.7,50. Nadere informatie: Tigrelle Uijttewaal, 020-4215077.
AMSTERDAM, Universiteitsbibliotheek, Singel 425
Jubileumbijeenkomst van het boekhistorisch GEZELSCHAP PETRUS SCRIVERIUS, 27 oktober 1997, 14 uur.
De 100e bijeenkomst van het Gezelschap Petrus Scriverius staat ook open voor niet-leden. Op deze bijeenkomst zal mevrouw dr. Lotte Hellinga-Querido spreken over ‘Incunabelen: in het jongste verleden en in de toekomst’. Na afloop receptie.
Nadere inlichtingen bij de secretaris, drs. K. van der Horst, UB Utrecht, Postbus 16007, 3500 DA Utrecht, 030-2536521, fax 030- 2539292, e-mail: K.vanderHorst@ubu.ruu.nl.
AMSTERDAM, Universiteitsbibliotheek, Singel 425
Mini-exposities over MINIATUURBOEKEN, AMSTERDAMSE PRIJSBANDEN en de boekbindersfirma ELIAS P. VAN BOMMEL.
Op diverse plaatsen in het gebouw van de Universiteitsbibliotheek zijn kleine exposities ingericht over diverse onderwerpen. Op de diverse locaties zijn gratis bladen beschikbaar met beschrijvingen van de tentoongestelde objecten.
ANTWERPEN, Museum Plantin-Moretus, Vrijdagmarkt 22
Tentoonstelling JUSTUS LIPSIUS (1547-1606) EN HET PLANTIJNSE HUIS, 18 oktober 1997 – 18 januari 1998.
Expositie over de relatie van Lipsius met de drukkerij-uitgeverij van Plantijn. Catalogus beschikbaar.
DELFT, Stedelijk Museum Het Prinsenhof, St. Agathaplein 1, 015-602358
Tentoonstelling DE ALMANAK EN HET DAGELIJKS LEVEN IN DELFT 1500-1700, t/m 11 januari 1998, di.-za. 10-17, zo. 13-17 uur.
Expositie over almanakken in relatie tot het dagelijks leven in Delft in de 16e en 17e eeuw.
LEEUWARDEN, Provinciale Bibliotheek, Boterhoek 1
Tentoonstelling EEN HANDDRUK VAN DE TIJD: de almanak en het dagelijks leven in de Nederlanden van 1500-1700, t/m 31 december 1997.
Expositie over almanakken in relatie tot het dagelijks leven in de Nederlanden in de 16e en 17e eeuw.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 14 Oct 1997 17:47:43 +0200 (MET_DST)
From: C.L.J. de Bot <C.de.Bot@let.kun.nl>
Subject: Vac: 9710.15: Vacature hoogleraar Bedrijfscommunicatie KU Nijmegen
====================================================
Vacature hoogleraar Bedrijfscommunicatie KU Nijmegen
====================================================
Bij de Onderwijsschool Taal, Communicatie en Informatie i.o. van de Faculteit der Letteren is de functie ingesteld van
Hoogleraar m/v (1,0 dagtaak) Bedrijfscommunicatie
Functie-inhoud
De te benoemen hoogleraar zal als primaire taak hebben het initieren, begeleiden en uitvoeren van onderzoek op het gebied van de bedrijfscommunicatie, met name op het gebied van talige communicatieve processen in arbeidsorganisaties. Daarnaast wordt van hem/haar verwacht dat hij/zij onderwijs zal geven binnen het programma Bedrijfscommunicatie. Tot de taak van de hoogleraar hoort ook het uitvoeren van bestuurlijke werkzaamheden in het kader van onderzoek en onderwijs.
Functie-eisen
- Ruime onderzoekservaring op het gebied van het communicatieve taalgedrag, blijkend uit een dissertatie en andere publicaties;
- Relevante werkervaring zo mogelijk ook in niet-universitaire organisaties of bedrijven;
- Ervaring bij het initieren en begeleiden van (promotie)onderzoek;
- Geschiktheid om een multi-disciplinair team van onderzoekers en docenten te leiden en te inspireren;
- Ervaring in het geven van universitair onderwijs op verschillende niveaus;
- Gebleken vaardigheid in het verwerven van fondsen voor wetenschappelijk onderzoek.
Het beleid van de faculteit is erop gericht meer vrouwen te benoemen. Vrouwen wordt daarom uitdrukkelijk verzocht te solliciteren. De functie betreft een profileringsleerstoel die in eerste instantie voor 5 jaar wordt ingesteld. Na een positieve evaluatie kan de faculteit besluiten de leerstoel om te zetten in een functionele leerstoel.
Aanstelling zal plaatsvinden volgens hoogleraarschaal 16. Het salaris bedraagt maximaal f 11.853 per maand.
Informatie en sollicitatie
Nadere inlichtingen kunnen worden ingewonnen bij de voorzitter van de benoemingcommissie, Prof. Dr. C.L.J. de Bot tel. 024-3612050 (universiteit) of 024-6419844 (thuis), of bij de dekaan van de faculteit der letteren, Prof. Dr. A.M. Hagen (024-3611811). Een beknopte profielschets plus een informatiepakket over het onderwijs en onderzoek van Bedrijfscommunicatie is op aanvraag verkrijgbaar bij het Bureau van de Faculteit der Letteren tel. 024-3612171.
Sollicitaties, vergezeld van een CV en lijst van publicaties, worden binnen drie weken na verschijnen van deze advertentie (op 18 oktober 1997) ingewacht bij de decaan van de faculteit der letteren, Prof. Dr. A.M. Hagen, Erasmusplein 1, 6525 HT Nijmegen.
De mogelijkheid bestaat schriftelijk de aandacht op kandidaten te vestigen.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 4 Oct 1997 11:49:14 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Sym: 9710.16: Congres Faculteit der Geesteswetenschappen, UvA, 18 december 1997
=================================================================
Congres Faculteit der Geesteswetenschappen, UvA, 18 december 1997
=================================================================
Per 1 november 1997 wordt de nieuwe Faculteit der Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam ingesteld onder gelijktijdige opheffing van de faculteiten Godgeleerdheid, Letteren en Wijsbegeerte. Ter gelegenheid daarvan wordt op 18 december 1997 een congres gehouden:
BALANS VAN SYNTHESE EN SPECIALISATIE
IN DE GEESTESWETENSCHAPPEN
BESCHOUWING OVER SAMENWERKING, STRIJD EN ONVERSCHILLIGHEID
Een deel van het congres gaat over relaties tussen monodisciplinariteit en multidisciplinariteit, zo mogelijk in samenhang met de balans tussen nationale en kosmopolitische perspectieven. Met dit soort onderwerpen riskeert men in een moeras terecht te komen, maar door de praktijk van het eigen vak tot uitgangspunt te nemen, kan men zich voor dat gevaar behoeden: hoe exclusief is de orientatie op een vak, wat leer je van anderen, hoe belangrijk zijn plaatselijke tradities en onderwerpen, waar liggen de risico’s en beloften van respectievelijk verbreding en versmalling van de blik?
Er is een reeks lezingen van elk 25 minuten:
- prof. dr. J.J.M. Franse: Opening: De spiegel van de natuurwetenschappen.
- prof. dr. J.W. van Henten: Bijbelwetenschap als cultuuranalyse.
- prof. dr. B. Kempers: De synthese uit de Renaissance en het probleem van integrale analyse.
- prof. dr. P. de Rooy: Toenemende specialisatie en historisch besef.
- prof. dr. R.I. Bartsch: Wijsbegeerte in een omgeving van andere vakken.
- prof. dr. E. van Uitert: Specialisatie in de kunstgeschiedenis.
- drs. A. Heumakers: De eenheid van kunst en wetenschap in de Romantiek.
- prof. dr. P.W.M. de Meijer: Letterkunde en nationale identiteit.
- prof. dr. F. van Eemeren: Opkomst van de argumentatietheorie.
- dr. J.A.A. Simons: Nieuwe media: nieuwe rol voor de geesteswetenschappen.
- prof. dr. W. van den Berg: Neerlandistiek op drift?
Informatie: 020-5253503; inschrijving: mevr. drs. Jobien Kuiper, 020-5253804.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: 15 oktober 1997, 13:19 uur
From: Nederlandse Taalunie <secr@ntu.nl>
Subject: Med: 9710.17: Taalunie lanceert meerjarenbeleidsplan 1998-2002
================================================
Taalunie lanceert meerjarenbeleidsplan 1998-2002
================================================
Het Comite van Ministers van de Taalunie heeft vandaag in Breda het Actieplan 1998 en het meerjarenbeleidsplan 1998-2002 vastgesteld. Met ingang van 1998 wordt de begroting van de Taalunie met 1,5 miljoen (27,5 miljoen Belgische frank) verhoogd. Deze verhoging is vooral bestemd voor professionalisering van de neerlandistiek in het buitenland en voor taaltechnologische projecten die de positie van het Nederlands in Europa versterken. In de neerlandistiek zullen bijscholing en ontwikkeling van didactische methoden veel aandacht krijgen. In Europees verband is de ontwikkeling van een geavanceerde terminologische databank belangrijk.
Verder wordt voor een periode van zes jaar (1998-2003) 400.000 gulden (7,3 miljoen Belgische frank) per jaar beschikbaar gesteld voor de totstandkoming van een nieuwe literatuurgeschiedenis. Het Comite van Ministers heeft dit besloten op advies van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren. Dr. A.J. Gelderblom, universitair hoofddocent Renaissance Letterkunde aan de Universiteit Utrecht, en prof. dr. A. Musschoot, hoogleraar Moderne Letterkunde aan de Universiteit Gent, hebben opdracht gekregen het project te trekken. Het werk zal zeven delen tellen en worden geschreven door negen auteurs uit Nederland en Vlaanderen die worden ondersteund door een breed samengestelde redactiecommissie. De literatuurgeschiedenis moet ook voor een breed publiek aantrekkelijk zijn door een toegankelijke stijl en door gebruikmaking van de nieuwe media.
Minister Van den Bossche draagt per 1 januari de voorzittershamer over aan zijn Nederlandse collega Jo Ritzen. Het Comite van Ministers bevestigde dat op korte termijn wordt gezocht naar een opvolger voor de huidige Algemeen Secretaris, Greetje van den Bergh. Zij wordt met ingang van 1 januari 1998 hoofdinspecteur hoger onderwijs bij de Nederlandse Onderwijsinspectie.
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 20 Oct 1997 08:28:36 +0100
From: Stichting Perdu <perdu@dds.nl>
Subject: Med: 9710.18: Vier vrijdagavonden bij stichting Perdu (A'dam)
==================================================
Vier vrijdagavonden bij stichting Perdu, Amsterdam
==================================================
GROTE AMERIKAANSE VERHALEN I: MASON & DIXON
M.m.v.: Graa Boomsma, Ron Hoffman, Jaap Verheul en Barry O’Dwyer
Datum : vrijdag 7 november, 20.15 uur
Prijs : fl. 10,-
Plaats: stichting Perdu, Kloveniersburgwal 86 1012 CZ Amsterdam
Inl. : tel. 020 – 4220542 / 6276295
In de reeks ‘Grote Amerikaanse Verhalen’ besteedt Perdu aandacht aan belangrijke boeken die een complete, kritische of tegendraadse visie op de geschiedenis en het heden van de Verenigde Staten uitdragen. Deel een van deze reeks is gewijd aan Mason & Dixon, de nieuwe omvangrijke roman van Thomas Pynchon. Pynchon wordt wel beschouwd als de grootste romanschrijver van deze tijd; bovendien wordt zijn mysterieuze persoonlijkheid omgeven met het zeldzame aura van een ware cultfiguur. Ron Hoffman introduceert Mason & Dixon en geeft een analyse van enkele van de essentiele bouwstenen van het boek. Wanneer hij de roman vergelijkt met de overige werken van Pynchon, komt Hoffman tot een opmerkelijke slotsom.
De cultuurhistoricus Jaap Verheul vergelijkt vervolgens de curieuze Pynchoniaanse geschiedschrijving met (onder meer) de werkelijke betekenis van de beroemde Mason en Dixon-lijn voor Amerika. Graa Boomsma spreekt over de existentiele vragen die Mason & Dixon oproept en over Pynchons filosofische verbeelding van techniek en wetenschap. Tevens legt Boomsma zich rekenschap af van de diepe invloed van Pynchon op zijn eigen werk als schrijver. De avond wordt afgesloten met een discussie tussen de gastsprekers. Tussendoor leest ‘native speaker’ Barry O’Dwyer fragmenten uit de roman.
JAN ARENDS: KEEFMAN
M.m.v.: Theatergroep Zeenzucht en Gert den Toom
Datum : vrijdag 14 november, 20.15 uur
Prijs : fl. 10,-
Plaats: stichting Perdu, Kloveniersburgwal 86 1012 CZ Amsterdam
Inl. : tel. 020 – 4220542 / 6276295
Misschien dacht schrijver Jan Arends (1925-1974) dat zijn achternaam hem vleugels zou geven toen hij op 21 januari 1974 uit het raam sprong van zijn flat aan het Roelof Hartplein in Amsterdam. Waarschijnlijker is dat hij zijn bizarre leven, dat hij voor een groot deel doorbracht in psychiatrische inrichtingen, gewoon beu was.
Arends’ succesvolste verhaal Keefman is een woedende tirade van een man tegen de zijns inziens schandelijke misstanden in de psychiatrie en tegen de maatschappij in het algemeen. “Ik heb nooit eerder een verhaal gelezen waarin de waanzin zo beklemmend, zo authentiek werd weergegeven,” schreef Alfred Kossman. “Er is geen ontkomen aan de redeneringen van de patient die glashelder van het ene verwijt naar het andere verschuiven. Het is allemaal zo logisch en zo volslagen gek. En, hoe gruwelijk ook, op zijn manier bepaald geestig.”
De theatermonoloog Keefman werd tussen 1975 en 1978 door Toneelgroep Centrum opgevoerd met een glansrol van Jacques Commandeur. Het stuk oogstte veel waardering en droeg eraan bij dat Arends’ bescheiden oeuvre (twee dicht- en twee verhalenbundels) grote bekendheid verwierf. Ruim twintig jaar later heeft Keefman nog niets aan actualiteit ingeboet. Er lopen tegenwoordig nogal wat Keefmannen op straat. Dat vormde voor Chris Junge (spel) en Erik Koningsberger (regie) van Theatergroep Zeenzucht een van de redenen om de uitdaging van een nieuwe opvoering van Keefman gezamenlijk aan te gaan. Na de monoloog van Chris Junge houdt debutant Gert den Toom een lezing over Arends’ taalgebruik, het belang van Keefman en de invloed van Arends op zijn eigen proza.
BOEM! PAUKESLAG IV: BOEKJES VAN TRADITIE OF COMMERCIE?
M.m.v.: Ernst van Alphen, Bunker Hill (Daphne de Heer, Jasper Henderson, Adriaan Jaeggi), Passionate (Richard Dekker, Giel van Strien), Tortuca (Bas Kwakman, Dick van Teylingen, Herbert Verhey)
Datum : vrijdag 21 november, 20.15 uur
Prijs : fl. 10,-
Plaats: stichting Perdu, Kloveniersburgwal 86 1012 CZ Amsterdam
Inl. : tel. 020 – 4220542 / 6276295
Met de reeks ‘Boem! Paukeslag’ wil Perdu een podium bieden aan literaire tijdschriften. Na avonden over o.a. marginale tijdschriften en literaire ‘e-zines’ op Internet, geeft Perdu nu Passionate, Tortuca en Bunker Hill de ruimte zich te presenteren.
De drie tijdschriften hebben met elkaar gemeen dat de vormgeving meer aandacht krijgt dan we op dit gebied gewend zijn. Hiermee lijkt ten minste een van de verklaringen die Giel van Stien in het redactioneel van nummer 4 van Passionate gaf voor de teloorgang van het literaire tijdschrift, al enigszins achterhaald. In zijn ogen zouden literaire tijdschriften zich commercieler op moeten stellen, meer aandacht aan de vormgeving moeten besteden en minder terughoudend tegenover de journalistiek moeten staan.
Tortuca wil vooral ‘boekjes van papier en inkt’ maken, waarbij bijzondere aandacht aan het beeld wordt besteed. Bunker Hill ziet zichzelf als ‘een tijdschrift met gevoel voor traditie’ en werd door Annemiek Neefjes in Vrij Nederland ‘vooral een prettig leesnummer’ genoemd.
Na een introductie door Ernst van Alphen, zullen Passionate, Tortuca en Bunker Hill zich presenteren. Tijdens de presentaties wordt werk voorgedragen dat eerder in deze tijdschriften verscheen. De avond wordt besloten met een gesprek onder leiding van Ernst van Alphen over de rol van de commercie, vormgeving en journalistiek voor – de toekomst van – literaire tijdschriften.
ONGEKEND GRIEZELIG!: EEN SPANNENDE AVOND OVER DE NEDERLANDSE GOTHIC NOVEL
M.m.v.: Atte Jongstra, Saskia van Rijnswou, Dennis Schouten, e.a.
Datum : vrijdag 28 november, 20.15 uur
Prijs : fl. 10,-
Plaats: stichting Perdu, Kloveniersburgwal 86 1012 CZ Amsterdam
Inl. : tel. 020 – 4220542 / 6276295
Vanaf het ontstaan eind achttiende eeuw is de Gothic novel bij schrijvers over de hele wereld populair geweest. Zowel in de literatuur als in de film worden tot op de dag van vandaag grote successen geboekt rond het thema spoken en griezelen. Alleen in de Nederlandse literatuurgeschiedenis blijft dit genre een praktisch onbeschreven blad. Bovendien spelen die schaarse griezelverhalen die wel door een Nederlandse auteur geschreven zijn, zich bijna per definitie in het buitenland, meestal Engeland, af. Is het Nederlandse landschap niet inspirerend genoeg voor een goed griezelverhaal? Is de Nederlandse bevolking te nuchter om een horrorverhaal dat zich dicht bij huis afspeelt, te waarderen? Zijn onze volkslegendes niet geschikt om ter inspiratie te dienen?
100 jaar geleden schreef Bram Stoker zijn Dracula. Dit is een goede reden om eens stil te staan bij de griezelverhalen die in Nederland geschreven zijn. Dennis Schouten opent de avond met een spannende lezing over de geschiedenis van de Nederlandse gotische roman. Daarna zal een aantal schrijvers, waaronder Atte Jongstra en Saskia van Rijnswou, de rillingen over menig rug doen lopen met een echt spookachtig Nederlands griezelverhaal. In de discussie die hierop volgt, zullen de sprekers hun gedachten laten gaan over de vraag waarom dit genre door Nederlandse auteurs zo weinig beoefend is.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 20 Oct 97 10:20:44 +12000
From: Jan Noordegraaf <noordegj@let.vu.nl>
Subject: Lit: 9710.19: Pas verschenen: Voortgang, deel 16
==================================
Pas verschenen: Voortgang, deel 16
==================================
Onlangs is het zestiende deel verschenen van Voortgang, jaarboek voor de neerlandistiek. De inhoud is als volgt:
- Roel Zemel, Perceval en geen einde
- Els Ruijsendaal, Op weg naar een grammaticografie in de geschiedenis van het talenonderwijs
- Margaretha H. Schenkeveld, J.F. Helmers en het fenomeen ‘vrouw’
- Marco L.B. Pouwen, In het licht van Christus: de Tachtigers en hun godenzonen
- Elisabeth Leijnse, Top vijf van de Nederlandse poezie in het jaar 1896
- J.D.F. van Halsema, ‘Spraak’ en ‘schriftuur’ of Leipoldt versus Totius. Het tweede Zuid-Afrikaanse intermezzo in Albert Verweys dichterschap
- Lucien Custers, ‘De groei-droom van de dichter-zelf’. Over Verweys Persephone
- Liesbeth Lichtendahl, De genese van het Handboek der Nederlandsche taal (1913-1914) van Jac. van Ginneken
- Ralf Gruettemeier, F. Bordewijks Karakter en het recht
- Hidde Bulthuis, Profeet of denker? Dirk Coster en Menno ter Braak over Dostojevski
- Trudie Favie, Armando in de kritiek. Op welke gronden leest de literaire kritiek het werk van Armando als romantisch ?
- Marlies Hulshof, De functies van directe citaten in journalistieke teksten
Voortgang 16 telt 256 pagina’s, kost voor particulieren fl. 37,50, en is te bestellen bij de Stichting Neerlandistiek VU, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam (ISBN 90-72365-49-6) of bij Nodus Publikationen, Postfach 5725, D-48031 Muenster (BRD), e-mail: Dutz-nodus@t-online.de (ISBN 3-89323-426-8).
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 11 Oct 1997 12:25:05 +0200
From: Peter-Arno Coppen <P.A..Coppen@let.kun.nl>
Subject: Col: 9710.20: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XL: 'Weer zo'n makkelijke kritiek'
============================================================
Linguistisch Miniatuurtje XL: ‘Weer zo’n makkelijke kritiek’
============================================================
Als je erop let, kom je er elke week wel een paar tegen: mensen die zich ergeren aan wat ze noemen “modieus taalgebruik”. Het weeklagen over de teloorgang van het Nederlands neemt hand over hand toe. Er is bijna geen verschijnsel zo modieus als dit soort verzuchtingen. Niemand denkt er fatsoenlijk over na, iedereen huilt maar een beetje mee met de wolven in het bos en werpt zich op als beschermer van het verloederende taaleigen. Blinde kritiek is gemakkelijker en sust het geweten beter dan een genuanceerd oordeel.
De specifieke voorbeelden zijn inwisselbaar, de argumentatie is altijd dezelfde. Of het nou gaat om “zoiets van”, “hun hebben”, “best wel”, anglicismen in het algemeen, of wat dan ook, de structuur van een aanklacht tegen de verwording van de taal is van een ontwapenende eenvoud. Het begint altijd met de “verrassende observatie”: mensen, valt u ook op dat je de laatste tijd steeds vaker hoort…? En dan volgen een paar voorbeelden van taalgebruik die de tenen van de taalbewaker doen krommen (“Mijn tenen worden steeds krommer”, zag ik er laatst eentje schrijven). Valt het dan niemand op dat ordinaire roddel ook altijd zo begint?
Maar goed, de laakbare taalvorm signaleerd zijnde, volgt de vraag om bevestiging. Iets als: “Het is toch verschrikkelijk! Onze mooie taal gaat te gronde aan de gemakzucht.” Als je geluk hebt wordt zo’n uitroep nog nader versterkt met: “En de taalkundigen zien lijdzaam toe”. Ik geef toe, dat zie je niet elke week, maar zoiets maakt m’n hele dag goed.
Dan volgt de “argumentatie”. Deze bestaat uit het in willekeurige volgorde brandmerken van het gewraakte voorbeeld als “vaag”, “gemakkelijk”, “overbodig” en “vervangbaar door betere alternatieven”. Doorgaans worden deze qualificaties niet nader toegelicht. Als je ongefundeerde kritiek maar met voldoende aplomb poneert, ontmoet je in het algemeen weinig tegenstanders. Het mooie is, dat de innerlijke tegenstrijdigheid van al die eigenschappen in het geheel niet als hinderlijk wordt ervaren. Wie even nadenkt, beseft dat “vaag” juist niet “gemakkelijk” is. Immers, “vaag” houdt in dat de betekenis niet duidelijk omschreven kan worden. Wat is er nu moeilijker dan een niet te omschrijven betekenis?
Nog mooier is de combinatie van “overbodig” met “vervangbaar door betere alternatieven”. Dat dit niet samen kan gaan, valt blijkbaar niemand op. Maar als een bepaalde taalvorm overbodig is EN vervangbaar door betere alternatieven, dan zijn al die alternatieven toch ook overbodig? Wat maakt ze dan beter?
Enfin, de pejoratieven buitelen over elkaar heen om ten slotte te leiden tot de conclusie die de lezer dient te onderschrijven: laten we toch met z’n allen opletten en dit soort taalgebruik aan de kaak blijven stellen. Dan komt het misschien toch nog goed.
U denkt misschien dat ik dit allemaal maar verzin. In dat geval moet u de komende maand maar eens de brievenrubrieken of de taalcolumns in de gaten houden. In de tussentijd geef ik u alvast een voorbeeld. Zie de column van Jacques de Jong in de mediarubriek van de Volkskrant op het internet (15 juli 1997). Getiteld “Zo’n”. Prachtige strakke structuur, als boven uiteengezet. De columnist heeft naar alle waarschijnlijkheid maar zo’n 200 woorden tot z’n beschikking dus dan is zo’n stukje al snel drooggekookt tot z’n essentie.
Het betoog begint met voorbeelden van het verwerpelijke gebruik van het woordje “zo’n” in de media: “de temperatuur stijgt tot zo’n 25 graden”. Specifieke personen worden zelfs met naam en toenaam genoemd: weervrouw Monique Somers, wat dacht u daarvan? Schelden op de media in het algemeen en Monique Somers in het bijzonder, doorgewinterde cabaretiers zullen beamen dat het niet veel gemakkelijker kan.
Wat is er mis met dat “zo’n”? Nou ja, het wordt te pas en te onpas gebruikt, het is makkelijk, het is vervangbaar door “ongeveer, rond bijna, omtrent, omstreeks, tegen, om en nabij, circa”, EN (let op) het is overbodig. Mooi beeld: het “woekert als haagwinde door de tuin van de Nederlandse taal [en verstikt] die andere, prima woorden”. Dit is geen roddel meer, dit lijkt wel racisme. Dit soort opruiende taal woekert als haagwinde door de Nederlandse opiniebladen en verstikt overal het genuanceerde oordeel.
De eerlijkheid gebiedt me te vermelden dat de genoemde columnist aan deze propaganda nog een nadere uitleg toevoegt. “Zo’n” betekent, zo stelt hij, hetzelfde als “zo een” of “zulk een”, namelijk “iets wat ergens anders op lijkt”. En aangezien je niet kunt zeggen “De temperatuur stijgt tot zulk een 25 graden” is “zo’n” in deze constructie ook fout.
Ik zal niet ontkennen dat dit een redenering is. En ik wil ook in aanmerking nemen dat je in 200 woorden weinig kunt zeggen.. Maar de argumentatie houdt geen steek. De stelling dat “zo’n” in elk voorkomen vervangbaar is door “zulk een”, lijkt me alleen houdbaar door iedere constructie waarin dat niet zo is te brandmerken als ongrammaticaal. Een paar voorbeelden: een paar jaar geleden had je zo’n reclame waarin de constructie voorkwam: “Is dat zo’n … foliepak?” Probeer daar eens “zulk een” van te maken. En “zulk een reclame” in de vorige zin, kan dat? Feit is, dat “zulk een” in vrijwel alle gevallen archaisch klinkt. Vervangbaarheid van “zo’n” door “zulk een” wordt daardoor zo geforceerd dat er geen fatsoenlijke argumentatie op te bouwen is.
Kern van de argumentatie rond deze vervangbaarheid is de gedachte dat “zo” en “zulk” synoniem zijn. Maar het is al bij eerste oogopslag duidelijk dat deze stelling onjuist is. “Zo” kan in veel meer constructies gebruikt worden dan “zulk”. Zo is “zo” vooraan deze zin niet vervangbaar door “zulk”. Alleen als “zo” als graadpartikel bij een bijvoeglijk naamwoord (of zelfstandig naamwoord) gebruikt wordt, kan het in sommige gevallen vervangen worden door “zulk”.
De observatie dat “zo’n” de precisie van het telwoord afzwakt, is ongetwijfeld juist. Het Nederlands zit vol met dit soort modale afzwakkers. “Maar”, “wel”, “toch”, “‘ns”, “nou”, de lijst is te lang om op te sommen. Over elk van deze woordjes kan een proefschrift worden geschreven (in sommige gevallen is dat al gebeurd), en dan weten we nog niet precies wat er aan de hand is.
Maar wat is nu de status van “zo’n” in “zo’n 25 graden”? Het hoort syntactisch bij het telwoord, zoveel is duidelijk. Het telwoord is “zo’n 25”. Naast “zo’n 25” zou ook “’n 25” mogelijk zijn geweest: “De temperatuur loopt op tot ’n 25 graden”. In feite levert dat “‘n” al het grootste gedeelte op van de “ongeveer-betekenis”. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het woordje “zo” hier vooral een prosodische functie heeft. Dat is ook niet zo vreemd in een spreektaalvorm.
Hoe kan een indefiniet lidwoord als “‘n” een “ongeveer-betekenis” oproepen? Dat moet te maken hebben met de existentiele functie van dit lidwoord. Als je het hebt over “’n boek”, dan introduceer je een exemplaar uit de totale verzameling “boeken” in de huidige context. Wanneer er nadruk valt op dat lidwoord: “‘N Madame Curie, ‘N Albert Einstein”, dan krijg je een betekenis als “exemplarisch”, “prototypisch”, ofwel “iemand als”. Toegepast op telwoorden wordt dat “exemplarisch” opgevat als “een aantal als”. Vandaar ook dat het woordje “zo”, als typisch woordje dat vergelijking aanduidt, er maar beter voor de duidelijkheid bij kan staan.
Het komt me voor dat het probleem dat mensen hebben met een taalvorm als “zo’n”, vooral hierin bestaat, dat het een grammatisch middel is om betekenis mee te creeren. De betekenis van een taalvorm met “zo’n” zit ‘m niet zozeer in de semantiek van het woordje “zo’n”, maar juist in de eigenschappen van de constructie. In feite is dit echter de meest efficiente manier waarop een taal betekenis kan versleutelen. Eigenlijk zouden we dit soort ontwikkelingen juist moeten toejuichen: weg met al die statische betekenisklompen als “ongeveer”, “omstreeks”, “circa”! Leve de syntaxis!
Peter-Arno Coppen
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 13 Oct 97 11:28:50 MET
From: Nederlandse Taalunie <secr@ntu.nl> & E. ten Pas <pastene@let.vu.nl>
Subject: Med: 9710.21: Oprichting Vereniging voor Nederlandstalige Terminologie NL-TERM op 7 nov. te Antwerpen
=================================================================
Oprichtingsvergadering op 7 november a.s. te Antwerpen
NIEUWE VERENIGING NL-TERM WIL KRACHTEN BUNDELEN ROND TERMINOLOGIE
=================================================================
Op 7 november aanstaande vindt de oprichtingsvergadering plaats van de Vereniging voor Nederlandstalige Terminologie NL-TERM. Deze Vlaams-Nederlandse vereniging staat open voor al degenen die zich interesseren voor het vakgebied terminologie of die in hun beroepsuitoefening met terminologie of terminologische problemen worden geconfronteerd. De vereniging staat open voor individuen maar ook voor organisaties. De oprichtingsvergadering heeft plaats aan de Katholieke Vlaamse Hogeschool, St.-Andriesstraat 2 te 2000 Antwerpen. De vereniging wil alle mensen samenbrengen die met Nederlandstalige terminologie bezig zijn, hen informeren en begeleiden, het Nederlandse taalgebied vertegenwoordigen in internationale netwerken en gesprekspartner zijn voor de overheid.
De nieuwe vereniging wil haar leden gerichte informatie bieden over of initiatieven nemen op het gebied van cursussen en opleidingen terminologie, terminologische verzamelingen en lijsten, terminologische en terminografische methodes, hulpmiddelen zoals termenbanken en vertaalgeheugens. Tevens wil zij een gesprekspartner zijn van overheidsinstanties met het oog op een doelmatig terminologiebeleid voor het Nederlands dat in voldoende mate wordt gevoed door de behoeften vanuit de praktijk. Ten slotte wil zij het Nederlandse taalgebied vertegenwoordigen in internationale en met name Europese terminologische netwerken.
Terminologie is onontbeerlijk voor een efficiente communicatie. Nagenoeg alle vakgebieden hebben hun eigen, specifieke terminologie. Het betreft ’termen’ die niet, zoals onze gewone woorden, alleen maar vage of vaak zelfs meerdere betekenissen hebben, maar die een precieze, eenduidige betekenis bezitten die expliciet is vastgelegd. Dergelijke termen komen in principe binnen een vakgebied tot stand omdat de vakdeskundigen er behoefte aan hebben.
Toch zijn daarmee niet alle communicatieve problemen opgelost. Soms bestaan binnen een vakgebied verschillende terminologieen naast elkaar, waarbij ogenschijnlijk gelijke termen verwijzen naar verschillende begripsinhouden of voor identieke begrippen verschillende termen worden gebezigd. En natuurlijk zijn er in taalgebieden die verschillende landen omvatten, zoals het Nederlandse, terminologische verschillen tussen de landen die het taalgebied vormen. Wat in Nederland bijvoorbeeld wetsvoorstel heet – een wet in spe die van de regering uitgaat -, is in Belgie een wetsontwerp. Als een wet in spe van het parlement uitgaat dan spreekt men in Nederland van een initiatiefwet, in Belgie van een wetsvoorstel. De term ‘wetsvoorstel’ dekt dus in Nederland en Belgie twee tegenstrijdige begrippen! Overigens is terminologie niet alleen van belang voor een doeltreffende communicatie onder vakgenoten; ook niet-vakspecialisten worden met terminologie geconfronteerd. Dat geldt vooral technische vertalers, die teksten uit allerlei technische en wetenschappelijk disciplines vertalen en daarbij voortdurend in terminologische kuilen dreigen te vallen.
De nieuwe vereniging NL-TERM wil zich met al die aspecten gaan bezighouden en staat open voor alle mensen en organisaties (bedrijven, vertaalafdelingen e.d.) die rechtstreeks of onrechtstreeks met terminologie worden geconfronteerd: vakspecialisten, vertalers, vertalersopleidingen, terminologen e.d. De behoefte aan een vereniging zoals NL-TERM wordt al geruime tijd door velen gevoeld. Zo werd nog voor oprichting gepleit tijdens een studiedag over de toekomst van vertalers en terminologie, die in het voorjaar in Utrecht werd gehouden. Gelijksoortige verenigingen bestaan overigens reeds in nagenoeg alle ons omringende taalgebieden.
Wie meer wil weten over de doelstellingen van de nieuwe terminologievereniging, lid wil worden of een uitnodiging wil ontvangen voor de oprichtingsvergadering, kan daartoe contact opnemen op het onderstaande adres:
Helmi Sonneveld,
Topterm vof,
Postbus 7971
1008 AD Amsterdam.
Tel: +31 (0)20 685 11 94.
Fax: +31 (0)20 685 15 91.
E-mail: topterm@euronet.nl
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 20 Oct 1997 10:11:59 +0100
From: D.L. Claes <claes@let.rug.nl>
Subject: Sym: 9710.22: Symposium Boek en biliotheek in de middeleeuwen, 11-13 december, Laag-Zuthem/Zwolle
*-------------------------------------------------------------------* | | | BOEK EN BIBLIOTHEEK IN DE MIDDELEEUWEN | | | | Zestiende symposium van de Onderzoekschool voor Medievistiek, | | te houden van | | donderdag 11 december 1997 tot zaterdagmiddag 13 december 1997, | | in konferentiecentrum Den Alerdinck te Laag-Zuthem/Zwolle. | | Coordinator: Prof. dr. Jos M.M. Hermans (RU Groningen) | | | *-------------------------------------------------------------------*
1. Onderwerp
Het symposium wil aandacht schenken aan de bredere, voornamelijk materiele context waarin geschreven (middeleeuwse) bronnen gesitueerd zijn. Van belang hiervoor zijn niet alleen de vorm van de tekst en de tekstdrager, maar ook collectie waarin de tekst is opgenomen. Naast primair boek-historische vraagstelling, zal in het symposium dan ook worden geprobeerd het belang van boek en bibliotheek als bron duidelijk te maken. Daarnaast zal op methodologische aspecten worden ingegaan.
Aansluitend zal in het Gemeentelijk Archief in Zwolle een praktijksessie worden gehouden.
2. Doelgroep
Hoewel het symposium in eerste instantie bedoeld is voor promovendi verbonden aan de Onderzoekschool Medievistiek, kunnen ook externe onderzoekers, voor zover plaats beschikbaar, tegen betaling van de kostprijs er aan deelnemen. De kostprijs zal ongeveer 350 gulden bedragen.
3. Studiemateriaal
Er wordt een reader samengesteld die na aanmelding aan alle deelnemers zal worden toegestuurd.
4. Praktisch
- Inschrijving graag voor 1 november 1997 bij de administratief medewerker drs. Dirk L. Claes, Oude Boteringestraat 23, 9712 GC Groningen, tel. 050 363 51 63, fax. 050 363 72 63, e-mail: d.l.claes@let.rug.nl
- Gelieve bij uw inschrijving een korte beschrijving van uw onderzoek te voegen (max. 4 bladzijden A4).
- Na inschrijving ontvangt u meer informatie over bereikbaarheid van het konferentiecentrum en de reader.
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 7 Oct 1997 15:10:22 -0400
From: Marja Smolenaars <msmolenaars@compuserve.com>
Subject: Rub: 9710.23: Boekenrubriek, no. 5: Boekbespreking Arctic Routes van M. Spies
================================================================
Boekenrubriek, no. 5. Boekbespreking: Arctic Routes van M. Spies
================================================================
M. Spies. Arctic Routes to Fabled Lands: Olivier Brunel and the Passage to China and Cathay in the Sixteenth Century. Amsterdam: AUP, 1997. 168 blz., ill., ISBN 90 5356 263 x.
fl. 59,90.
Al in het begin van de zestiende eeuw probeerden velen de reis naar India en China (of eigenlijk naar het mysterieuze, maar zeer rijke Cathay) te bekorten door te zoeken naar noordelijke doorvaarten. De dominantie van Spanje en Portugal over de zuidelijke routes had hier ook zeker mee te maken, maar ook het avontuurlijke aspect trok velen aan om nog maar niet te spreken van de gigantische winsten die kooplieden dachten te kunnen gaan maken als er een kortere route naar deze nieuwe handelslanden gevonden zou worden.
Zo kreeg John Cabot – een Genuees die eigenlijk Giovanni Caboto heette – al in 1496 toestemming van de Engelse koning Hendrik VII om naar een noordwestelijke doorvaart te zoeken en het vooruitzicht op een monopolie op de eventuele handelsroute die hij zou ontdekken. Helaas kwam Cabot nog niet veel verder dan Newfoundland, maar hij dacht zelf Azie bereikt te hebben. Zijn beschrijving van het goede klimaat en de rijke visvangsten voor de kust zouden nog vele anderen naar deze landstreken lokken en hebben zeker bijgedragen aan de rijkdom van Engeland in de 16e eeuw. Alhoewel Cabot dus niet de felbegeerde route naar Azie had gevonden, stond er toch weer een nieuw stukje land op de – gebrekkige – kaarten ingetekend. Cabots zoon, Sebastian, zou in 1544 een wereldkaart produceren (nu in de Biblioth’eque Nationale, Paris).
Maar niet alleen in Engeland trok het avontuur, ook in de Nederlanden waren kooplieden en zeelui zeer geinteresseerd in een alternatieve route. Sinds de oudheid stonden de noordelijke zeeen bekend als gevaarlijk en waren de noordelijke (ei)landen bevolkt met wonderbaarlijke wezens. De wereldkaart van Ptolemeus (2e eeuw) en zijn “Mare congelatum” gaven de indruk dat een zeeroute naar de Oost net langs de noordelijke kusten mogelijk moest zijn. De oudste Nederlandse zeekaart van 1543 liep echter nog niet verder dan tot iets voorbij Bergen in Noorwegen.
Olivier Brunel werd uitgezonden om vanaf Kola (op de noordkust van Lapland) naar Kholmogory (aan de mond van de Dvina) te varen om daar Russisch te leren. Maar waarom nu toch om de Noord heen? De gebruikelijke route naar Rusland liep door de Sont en via de Hanzesteden naar Novgorod waar de Nederlanders een handelspost hadden. Dit monopolie van de Hanze ging velen echter de keel uithangen en Engelse en Nederlandse kooplieden zochten naar alternatieve routes. Ook de Russische Tsaar, Ivan IV, ging meer aandacht schenken aan het Westen. Zo hadden de Engelsen in 1553 al drie schepen uitgezonden om om de Noordkaap heen te varen en rechtstreeks te gaan handelen met Moskou. Een van de schepen bereikte inderdaad de monding van de Dvina (Richard Chancellor). Wilden de Nederlanders hun concurrentiepositie ten opzichte van Engeland niet verliezen dan moesten ze haast maken en ook een handelspost aan de Dvina zien te stichten. Helaas hadden de Engelsen al zo’n voorsprong dat ze de Tsaar ertoe konden bewegen om hen in 1567 een monopolie te verlenen op de handel in de Witte Zee. Brunel werd beschuldigd van spionage en een aantal jaren in de gevangenis gezet. Het Engelse monopolie was echter geen lang leven beschoren, aangezien Elizabeth I van Engeland weigerde met de Tsaar te trouwen. Later zette Brunel samen met Jan van de Walle een nieuwe handelsmaatschappij op voor de handel met Rusland via Kola. In Nieuw Kholmogory (oftewel Archangel) ontstond een grote Nederlandse handelsnederzetting met van de Walle als agent voor Gillis Hooftman, een Antwerps zakenman.
De Lutherse Hooftman was een van de rijkste kooplieden van Antwerpen en had een enorme kennis van de zeeroutes. Hij verzamelde zeekaarten en instrumenten en gaf Abraham Ortelius opdracht om kaarten van klein formaat te verzamelen en deze uit te geven als boek. In 1570 publiceerde Ortelius zijn “Theatrum Orbis Terrarum”. Natuurlijk had Ortelius contact met de andere grote kaartenmaker van die tijd, Gerard Mercator, die worstelde met het projectieprobleem. Mercator op zijn beurt had weer contact met John Dee, de Engelse geograaf (en nog een heleboel andere dingen) die samen met Sebastian Cabot de adviseur was van de English Company. Ongeacht de politieke situatie tussen de Nederlanden en Engeland, wisselden de geleerden gegevens over recente zeereizen uit. Zo – maar ook via zijn eigen vertegenwoordiger in Londen, Johan Radermacher – kwamen die gegevens weer terecht bij Gillis Hooftman. John Dee was niet zozeer geinteresseerd in de noordelijke route vanwege de handelsvoordelen, als wel vanwege het bredere probleem van de oorsprong van de wereld en het vinden van de Waarheid. In Antwerpen ontstond een kring van geleerden rondom de drukker/uitgever Christoffel Plantijn die van Plantijns drukkerij een centrum van geleerd Europa maakten. De historische geografie waar deze geleerden (o.a. Guillaume Postel, Benito Arias Montano en Joannes Goropius Becanus) zich mee bezig hielden was voornamelijk op joodse en christelijke traditie gebaseerd. Deze heren probeerden de oude teksten en kaarten te relateren aan de nieuwe gegevens van de ontdekkings- en handelsreizen. Op hun beurt, probeerden de handelaren (en dus de zeelui) hun voordeel te doen met deze wetenschappelijke ideeen en publicaties. Zeekaarten werden na iedere reis aangepast en uitgebreid met nieuw ontdekte eilanden of stukjes kustlijn.
Maar het uiteindelijke doel was en bleef toch een route naar het fabelachtige Cathay, maar hoe ze ook zochten, een noordelijke route zat er niet in. Vele eenvoudige zeelui lieten het leven op deze gevaarlijke tochten naar het onbekende en slechts een enkeling verkreeg onsterfelijke roem zoals Willem Barentz met zijn overwintering op Nova Zembla. Voor het merendeel zullen het echter toch koude en barre tochten zijn geweest met aan het eind een ijzige dood. De uitgevers en boekhandelaren voeren wel bij al deze tochten, want zij publiceerden vele reisverhalen, zoals o.a. het beroemde verhaal van Gerrit de Veer, een van de overlevenden van de barre winter op Nova Zembla (Gerrit de Veer, “Waerachtighe Beschryvinghe Van de drie seylagien, ter werelt noyt soo vreemt ghehoort”, Amsterdam, Cornelis Claesz, 1598).
Marijke Spies beschrijft deze strijd om de zeeweg naar het Noorden en de wel of niet bestaande fabelachtige landen in de koude zeeen in dit prettig leesbare boek vol met feiten en feitjes, maar ook met verzonnen stukjes dialoog tussen de hoofdrolspelers in dit ijzige vervolgverhaal. Maar waarom heeft ze dit boek nu geschreven en waarom op deze manier? Helaas bevat het boek geen voorwoord of introductie, zodat we niet weten wat de motivatie achter het schrijven van dit boek geweest is. Misschien gewoon pure belangstelling? Jammer dat we dat nu niet te weten komen, want dat zou wellicht verklaren waarom werkelijkheid – in de vorm van grote hoeveelheden feiten – vermengd is met fantasie. Het blijft zo wat onduidelijk voor wie dit boek bedoeld is en wat we als wetenschappelijke “waarheid” kunnen beschouwen en wat niet.
Marja Smolenaars
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Gopher-toegang tot Neder-L: alle oude en nieuwe Neder-L-bulletins zijn | | via Gopher in te zien op gopher.nic.surfnet.nl, in de directory | | SURFnet informatie/LISTSERV archieven (nic.surfnet.nl)/NEDER-L | | Algemene URL, voor direct contact vanuit Internet/Gopher/WWW: | | http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | of: | | gopher://hearn.nic.surfnet.nl:70/11/1.%20LISTSERVs%20public | | %20archives%20on%20hearn.nic.surfnet.nl/Neder-L | | (Geen spatie tussen "20public" en "%20archives" plaatsen.) | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@let.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@let.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl (voor | | neerlandistiek op het Web), of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9710.b --------------------------*
Laat een reactie achter