Subject: | Neder-L, no. 9711.a |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Wed, 12 Nov 1997 18:42:51 +0100 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Zesde-jaargang----------- Neder-L, no. 9711.a -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 9711.01: Evenementen-agenda, met: | | - Tentoonstelling Ch. Jongejans, nov. - dec. (A'dam) | | - Lezing prof. H. van Vliet over Louis Couperus en | | L.J. Veen, 11 nov. (id.) | | - Lezing drs. C. Keysper over Multatuli en zijn | | uitgevers, 18 nov. (id.) | | - Tentoonstelling Nieuws voor iedereen 1895-1900-1905,| | 14 nov. - 4 jan. (id.) | | - Tentoonstelling Guillaume Wieland of Willem Vrelant,| | 5 dec. - 8 jan. (Brussel) | | - Tentoonstelling Gaan waar de woorden gaan, vanaf | | 28 november 1997 (Den Haag) | | - Optreden Arnon Grunberg, 30 nov. (id.) | | - Tweegesprek H. Haasse en K. Abdolah, 7 dec. (id.) | | - Van Stockum veiling, 19-21 nov. (id.) | | - Antiquarenbeurs 1997, 21-23 nov. (Haarlem) | | - Boeken- & prentenveiling Bubb Kuyper, 2-4 dec. (id.)| | - Boekenveiling Burgersdijk en Niermans, 25-26 nov. | | (Leiden) | | - Tentoonstelling over Boutens-collectie, 21 nov. - | | 17 jan. (Middelburg) | | - Opvoering Huygens' Trijntje Cornelis, 17 okt. - | | 10 jan. (diverse locaties in Nederland) | | (2) Vac: 9711.02: Vacature voor 2 OiO's bij project Uitspraak Standaard-| | Nederlands aan KU Nijmegen | | (3) Sym: 9711.03: AN'eLA Juniorendag op 12 december te Utrecht | | (4) Lit: 9711.04: Herziene uitgave Algemene Nederlandse Spraakkunst | | ('ANS') verschenen | | (5) Sym: 9711.05: P.C. Hooftsymposium 'Wonen en werken op het Muider- | | slot' op 20 november 1997 op het Muiderslot, t.g.v. | | de 350e sterfdag van P.C. Hooft | | (6) Med: 9711.06: Wijzigingen Neerlandistiek Universiteit van Amsterdam | | (7) Sym: 9711.07: LOT Winterschool, Leiden, 17 - 28 jan. 1998 | | (8) Lit: 9711.08: Lesbrief Multatuli verschenen | | (9) Web: 9709.09: Writers Block magazine in winterjas: | | http://www.writersblock.net | |(10) Sym: 9711.10: Studiedag editiewetenschap te Antwerpen op 3 dec. 1997| |(11) Sym: 9711.11: Symposium KUB 'Een gat in de grens' op 21 januari 1997| |(12) Web: 9711.12: Beschikbaar via server UB Amsterdam: De Nederlandsche | | Leeuw, Uvalink en Neerlandistiek op het Internet | |(13) Sym: 9711.13: Congres Variatie in (sub)standaardtaal, Leuven, | | 12 - 13 december 1997 | |(14) Rec: 9711.14: Boekbespreking A. Sneller, Met man en macht, 1996 | |(15) Col: 9711.15: Column Willem Kuiper, no. 35: 'Opsporing verzocht' | |(16) Lit: 9711.16: Pas verschenen: De P..C. Boutens-collectie van de | | Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg | |(17) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 25 Okt 1997 12:15:20 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Rub: 9711.01: Evenementen-agenda
==================
Evenementen-agenda
==================
AMSTERDAM, Universiteitsbibliotheek, Singel 425
Tentoonstelling CHARLES JONGEJANS EN ZIJN WERK, november-december 1997, ma.-vr. 11-16 uur.
Samengesteld door Jan Botermans met studenten grafische vormgeving en Kees Gnirrep.
AMSTERDAM, Universiteitsbibliotheek, Singel 425
Lezing prof. dr. H.T.M. van Vliet: ‘Louis Couperus en L.J. Veen. Onthullingen uit een uitgeversarchief’, 11 november 1997, 12.15 uur.
In de serie lunchlezingen van de Tiele-Stichting over Auteurs en hun uitgevers.
AMSTERDAM, Universiteitsbibliotheek, Singel 425
Lezing mw. drs. C.E. Keysper: ‘De invloed van uitgevers op het werk van Multatuli’, 18 november 1997, 12.15 uur.
In de serie lunchlezingen van de Tiele-Stichting over Auteurs en hun uitgevers.
AMSTERDAM, Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond, Nes 45, 020- 6229014, fax 020-6253279
Presentatie door Dagbladmuseum Antwerpen, i.s.m. Nederlands Persmuseum Amsterdam: NIEUWS VOOR IEDEREEN 1895-1900-1905, 14 november 1997 t/m 4 januari 1998, di.-za. 10-20.30 uur, zo. 13-17 uur. Toegang gratis.
Presentatie van authentieke documenten uit kranten en tijdschriften van rond de eeuwwisseling uit de Belgische, Nederlandse en internationale pers.
Opening op vrijdag 14 november, 17 uur, door prof. dr. Joan Hemels, Communicatiewetenschap Universiteit van Amsterdam.
Elke laatste zondag van de maand (30 nov. en 28 dec.) om 15 uur rondleiding: prijs f.7,50; reserveren 020-6229014.
BRUSSEL, Koninklijke Bibliotheek van Belgie, Kunstberg. Inlichtingen: 02/5195354 en 5195371.
Tentoonstelling in de Nassaukapel: GUILLAUME WIELAND OF WILLEM VRELANT, MINIATURIST AAN HET BOURGONDISCHE HOF, 5 december 1997 – 18 januari 1998, dagelijks 10-16.50 uur (gesloten 25, 26 december, 1 januari).
De mooiste werken van een verluchter van handschriften die lange tijd voor de Bourgondische hertogen heeft gewerkt.
DEN HAAG, Letterkundig Museum / Kinderboekenmuseum, Prinses Irenepad 10, 2595 BG ‘s-Gravenhage, 070-3471114; open: di.-vr. 10-17 uur; weekend en feestdagen 12-17 uur (eerste kerst-, paas- en pinksterdag gesloten).
Tentoonstelling GAAN WAAR DE WOORDEN GAAN, vanaf 28 november 1997.
Nieuwe tentoonstelling over de Nederlandse literatuur. In verschillende ruimtes met een geheel eigen sfeer komen de schrijvers, stromingen en thema’s van onze letterkunde aan bod. Dit alles aan de hand van manuscripten, zeldzame eerste drukken, tijdschriften en foto’s. Maar de tijdgeest krijgt ook gestalte door schilderijen, beeldhouwwerken, curiosa, film- en muziekfragmenten. Literatuur staat immers niet op zich. Zij is een vitaal onderdeel van onze cultuur en maatschappij in beweging.
DEN HAAG, Letterkundig Museum / Kinderboekenmuseum, Prinses Irenepad 10, 2595 BG ‘s-Gravenhage, 070-3471114; open: di.-vr. 10-17 uur; weekend en feestdagen 12-17 uur (eerste kerst-, paas- en pinksterdag gesloten).
Optreden van ARNON GRUNBERG, 30 november 1997, 14 uur. Toegangsprijs f.12,- (Vrienden LM f.8,-).
Optreden van Arnon Grunberg, schrijver van de succesvolle boeken ‘Blauwe maandagen’ en ‘Figuranten’.
DEN HAAG, Letterkundig Museum / Kinderboekenmuseum, Prinses Irenepad 10, 2595 BG ‘s-Gravenhage, 070-3471114; open: di.-vr. 10-17 uur; weekend en feestdagen 12-17 uur (eerste kerst-, paas- en pinksterdag gesloten).
Tweegesprek HELLA HAASSE EN KADER ABDOLAH, 7 december 1997, 14 uur. Toegangsprijs f.12,- (Vrienden LM f.8,-).
Tweegesprek, o.l.v. Daan Cartens, tussen Hella S. Haasse en Kader Abdolah over het verloren vader-/moederland.
DEN HAAG, Van Stockum’s Veilingen b.v., Prinsegracht 15, 070-3649840, fax 070-3643340.
VEILING van boeken en handschriften, 19-21 november.
Op 19 november om 10 en om 14 uur wordt de bibliotheek van wijlen Mr. H. Herfst uit Arnhem geveild (780 nommers, o.a. clandestiende drukken, embleemboeken, prijsbanden, topografie en reizen). Op 20 november om 10 en 14 uur en op 21 november om 10 uur worden de nommers 781-1695 geveild.
Kijkdagen: 14-16 november, 10-16 uur. Catalogus f.17,50.
HAARLEM, Beynes Hal, Stationsplein, 023-5324883.
ANTIQUARENBEURS ’97, 21 november 1997, 14-21 uur; 22 november 1997, 11-18 uur; 23 november 1997, 11-17 uur.
Voor de zestiende maal wordt de Nederlandse Antiquarenbeurs in Haarlem gehouden, waaraan 72 antiquaren uit het gehele land deelnemen. Toegangsprijs f.5,-; passepartout f.7,-. Lezingen: 22 november, 15 uur: drs. R.J. van Rossenberg over ‘Veertig jaar in de Ban van de Ring’; 23 november, 15 uur: Arie van den Berg over ‘Beeldverhaal; Nederlandse centsprenten 1650-1850’.
HAARLEM, Bubb Kuyper, Jansweg 39, 023-5323986, fax 023-5323893.
BOEKEN- EN PRENTENVEILING, 2 december 1997, 19 uur; 3 december 1997, 11 en 19 uur; 4 december 1997, 11 en 19 uur.
Veiling van niet minder dan 3684 nommers, verdeeld over een driedelige catalogus (prijs: f.30,-). Op 2 december worden de in een apart catalogusdeel uitvoerig beschreven nrs. 1-245 geveild betreffende Gerard Reve: ‘De complete afzonderlijk gepubliceerde werken in handelsedities en bibliofiele uitgaven uit de collectie Joop Schafthuizen’.
Vervolgens komen o.a. onder de hamer de bibliotheek van S.L. Hartz (3e gedeelte) en van de neerlandicus Bernt Luger, moderne grafische kunst van Jeanne Bieruma Oosting en de collectie van J.C. Reinders Folmer en Paul A. Tibbe. Een grote verzameling ‘holy pictures’ (nrs. 3685-4108) is beschreven in een aparte catalogus. Kijkdagen: 28-30 november en 1 december, 10-16 uur.
LEIDEN, Burgersdijk en Niermans, Templum Salomonis, Nieuwsteeg 1, 071-5121067 / 5126381, fax 071-5130461, e-mail: burgersdijk@b-n.nl.
BOEKENVEILING: Various libraries & collections, incl. the library of dr. ir. H.A. van Oerle, 25 november 1997, 14 en 19 uur, 26 november 14 en 19 uur.
Auctie van 1887 nommers boeken, handschriften, prenten, tekeningen en prentbriefkaarten. Onderwerpen o.a.: klassieke oudheid, Nederlandse topografie, Maleisie, Nederlandse taal en literatuur, kinderboeken. Catalogus f.17,50.
Kijkdagen: 21-22 en 24 november, 10-17 uur; 23 november, 12-17 uur.
MIDDELBURG, Zeeuwse Bibliotheek, Kousteensedijk 7, 0118-654254.
Tenstoonstelling ‘Daar is niet een die eenzaam gaat als ik …; uit de nalatenschap van P.C. Boutens (Middelburg 1870 – Den Haag 1943)’, 22 november 1997 – 10 januari 1998.
Naar aanleiding van het verschijnen van de catalogus over de Boutens- collectie (zie artikel 9711.16) wordt in de Zeeuwse Bibliotheek een tentoonstelling van deze collectie gehouden.
NEDERLAND, diverse locaties
Opvoering van Constantijn Huygens: TRIJNTJE CORNELIS, 17 oktober 1997 t/m 10 januari 1998.
Het Toneel Speelt verzorgt in een groot aantal plaatsen opvoeringen van Huygens’ klucht ‘Trijntje Cornelis’ in een moderne bewerking van Paul Verhuyck en onder regie van Hans Croiset. Nadere informatie over opvoeringsdata en -plaatsen bij Het Toneel Speelt, Marnixstraat 427, 1017 PK Amsterdam, 020-5237767, fax 020-5237792. Bij uitgeverij Prometheus/Bert Bakker verscheen in de reeks Klassieken van de Nederlandse Letterkunde een nieuwe editie van ‘Trijntje Cornelis’ van Huygens-kenner Harry Hermkens waarin ook de bewerking van Verhuyck is opgenomen (144 blz.; f.29,90; isbn 90 351 1919 3).
Een speciaal programma rondom deze opvoering van de klucht van Huygens, gepresenteerd door Michael Zeeman, wordt op een aantal data aangeboden; nadere informatie hierover via advertenties in De Volkskrant. Een tekst- en programmaboekje met een essay van Zeeman is verkrijgbaar in de theaters voor f.15,- of door storting van f.18,50 op bankrekening 49.47.75.165 (giro van ABN AMRO 2391) van Het Toneel Speelt o.v.v. ‘Trijntje Cornelis’.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 3 Nov 1997 14:58:31 +0100 (MET)
From: Hans Van de Velde <h.vandevelde@let.kun.nl>
Subject: Vac: 9711.02: Vacature voor 2 OiO's bij project 'Uitspraak Standaard-Nederlands' aan KU Nijmegen
==============================
Twee OiO-vacatures KU Nijmegen
==============================
Bij de vakgroep Algemene Taalwetenschap en Dialectologie van de Katholieke Universiteit Nijmegen kunnen, ten behoeve van het onder nummer 205-41.069, door het Vlaams Nederlands Comite gesubsidieerde project, getiteld “De uitspraak van het Standaard-Nederlands. Variatie en varianten in Nederland en Vlaanderen”, worden geplaatst
2 onderzoekers in opleiding (oio’s) (m/v)
Het onderzoek beoogt een brede registratie en gedetailleerde inventarisatie van de hedendaagse variatiepatronen in de standaarduitspraak. Naast deze descriptieve doelstelling is er een normatief-evaluatieve doelstelling die zich richt op de oordelen van standaardtaalsprekers over varianten in het hedendaagse Standaard-Nederlands. Het onderzoek wordt parallel uitgevoerd in Nederland en Vlaanderen. Voor het Nederlandse luik van het onderzoek worden twee uitvoerders gezocht. Zij zullen verantwoordelijk zijn voor de verzameling van een corpus spraak (bij leerkrachten Nederlands en bij radio-omroepen), voor de beschrijving van de uitspraak (met behulp van auditieve en akoestische analyses) en voor de uitvoering van evaluatie-onderzoek.
Vereisten:
Van beide uitvoerders wordt verwacht dat ze
- belangstelling voor taalvariatie en de standaardtaalproblematiek hebben
- contactvaardig zijn en in een team kunnen werken
- succesvol hun doctoraalstudie hebben afgerond (of dat binnenkort zullen doen) in een studierichting of specialisatie van fonetische of taalkundige aard.
Inlichtingen:
dr. H. Van de Velde
e-mail: h.vandevelde@let.kun.nl
tel: 024-3612056 of 00-32-2-6503659
Schriftelijke sollicitaties vergezeld van een curriculum vitae en onder vermelding van ‘vacature VNC’ in de linkerbovenhoek van de envelop, kunnen tot 15-11-1997 worden gericht aan:
Vakgroep Algemene Taalwetenschap en Dialectologie
E. 8.02
Katholieke Universiteit Nijmegen
Postbus 9103
6500 HD Nijmegen
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 27 Oct 1997 10:26:36 +0100 (MET)
From: Marie-Jose Palmen <M.Palmen@let.kun.NL>
Subject: Sym: 9711.03: AN'eLA Juniorendag op 12 december te Utrecht
============================================
AN’eLA Juniorendag op 12 december te Utrecht
============================================
Op vrijdag 12 december 1997 vindt aan de Universiteit Utrecht, georganiseerd door het UiL OTS, de 8e AN’eLA Juniorendag plaats. De AN’eLA is de Nederlandse Vereniging voor Toegepaste Taalwetenschap. Junior-taalwetenschappers kunnen op deze dag een lezing of posterpresentatie geven over hun scriptie- of promotie-onderzoek.
De dag opent met een plenaire lezing door een senior-onderzoeker. Dit jaar is dat prof.dr. Wolfgang Herrlitz. Zijn lezing is getiteld ‘Onderzoeksvragen vanuit de samenleving: de taken van expertisecentra in de taalkunde’. Daarna volgen parallelle sessies van voordrachten door junioren.
Als toehoorder zijn alle belangstellenden welkom, junioren zowel als senioren. Op deze dag wordt ook de AN’eLA-scriptie prijs uitgereikt voor de beste scriptie op het gebied van de toegepaste taalwetenschap en er is een informatiemarkt voor studenten en belangstellenden over onderzoek en onderwijs in de toegepaste taalwetenschap aan de diverse universiteiten. De dag wordt besloten met een borrel.
Aanmelden zo spoedig mogelijk, in ieder geval voor 28/11/1997, via het inschrijfformulier dat aangevraagd kan worden bij Marie-Jose Palmen (M.Palmen@let.kun.nl, tel. 024-361 58 47) of via http://wwwots.let.ruu.nl/UiL-OTS/Conferences/anela.htm waar ook verdere informatie, inclusief het volledige programma en praktische informatie, te vinden is. Informatie is ook te krijgen bij de organisatiecommissie: Bregje.Holleman@let.ruu.nl (030 2536068) of bij het secretariaat van het UiL OTS: uil-ots@let.ruu.nl, Margriet Paalvast (030 2536006).
Programma
9.30-10.00: inschrijving, ontvangst met koffie
10.00-10.10: welkomstwoord door prof. dr. Eric Reuland (UiL OTS)
10.10-11.00: plenaire lezing door prof. dr. Wolfgang Herrlitz
11.00-11.30: – Bob Kolsters: Tweetaligheid en alfabetisering van doven
– Nicoline Mostert: De verwerving van woordvolgorde in NT2 bij een Turkse en een Marokkaanse leerder van het Nederlands
– Martine Braaksma: Het leren schrijven en lezen van argumentatieve teksten door observeren; een exploratieve studie naar effectieve leeractiviteiten in observatietaken
11.35-12.05: – Saskia Lantman & Mascha Verhulst: Taalleren in de kring: een vergelijking tussen vrije en onderwerpgebonden kringgesprekken
– Marielle Damen: Taalvaardigheid Arabisch in het Marokkaanse basisonderwijs: effect van taalachtergrond en regionale herkomst
– Lonneke Frie: De invloed van onderwerpskennis en teksttypekennis op verschillen in schrijfprestaties
13.15-13.45: – Marianne Hermans: Kinderliteratuur als knooppunt: Effecten van boekgebruik bij het natuuronderwijs
– Ruben Fukkink: Is het afleiden van woordbetekenissen uit de context onderwijsbaar? Een meta-analyse.
– Hella Breedveld: Revisie in vertalen
13.50-14.20: – Astrid van Laar: Weet ik veel? Een onderzoek naar de invloed van woordkennis in het Turks op het leren van woorden in het Nederlands
– Paz Gonzalez: Learning a third language in a second language environment
– Cocky van Heest: Met het oog op vertalingen. Een empirisch onderzoek naar ‘functionele’ fouten in vertaalde teksten
15.00-15.30: – Wilbert Kraan: English in the Netherlands: An outline of its social position and the processes of its diffusion
– Annemarieke Prins: Pesten in de klas
– D. Siemons & L. Doornebos: Het communicatieproces in de asielprocedure. Over het verloop van communicatie in de meertalige interculturele setting van het nader gehoor
15.35-16.00: uitreiking AN’eLA Scriptieprijs
16.00-17.00: borrel
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 3 Nov 1997 11:12:13 (MET)
From: Bets Berntsen <B.Berntsen@buro.kun.nl>
Subject: Lit: 9711.04: Herziene uitgave Algemene Nederlandse Spraakkunst ('ANS') verschenen
====================================================================
Herziene uitgave Algemene Nederlandse Spraakkunst (‘ANS’) verschenen
====================================================================
Zaterdag 1 november verscheen de nieuwe ANS. De Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS), standaardwerk van de Nederlandse grammatica, is dertien jaar na verschijning van de eerste uitgave, volledig herzien. De nieuwe uitgave is completer, wetenschappelijk verfijnder en kwalitatief verbeterd. Daarbij is veel aandacht besteed aan het toegankelijker maken van de tekst voor het beoogde brede publiek. De ANS bestaat nu uit twee delen, totale omvang ca. 2000 pagina’s, zo’n 600 meer dan de vorige versie.
Redactie en samenwerking
De realisatie van de tweede ANS was een samenwerkingsproject tussen De Nederlandse Taalunie, de Katholieke Universiteit Nijmegen en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Uitgevers zijn Martinus Nijhoff Groningen en Wolters Plantyn Deurne. Aan de herziening werd gewerkt door een vijfkoppige Belgisch-Nederlandse redactie: W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, en M.C. van den Toorn. De redactie werd – net als bij de eerste druk – in haar werk gesteund door een uitgebreide groep deskundigen uit binnen- en buitenland.
Geen inleiding of leerboek
De ANS is geen inleiding in de taalkunde of grammatica, noch een leerboek Nederlands waaruit men bijvoorbeeld zinsontleding zou kunnen leren. De ANS wil een zo volledig mogelijke beschrijving geven van de grammaticale aspecten van het hedendaagse Nederlands. De gebruiker kan met behulp van de ANS inzicht krijgen in de grammaticaliteit en zich een oordeel vormen over de aanvaardbaarheid van diverse vormen van taalgebruik. Het gaat dus om het taalgebruik en niet om taalbeschouwing of taaltheorie. Het hedendaagse Nederlands dat de ANS wil beschrijven, is te omschrijven als: het Nederlands dat in mondelinge en schriftelijke communicatie gebruikt wordt aan het eind van de twintigste eeuw.
Woorden en zinnen
De ANS behandelt woorden en zinnen. Klanken en letters (spelling) worden alleen besproken voorzover van belang voor de grammaticale beschrijving. De behandeling van de woordsoorten betreft voor een belangrijk deel de morfologische aspecten ervan (bijv. verbuiging van adjectieven, vervoeging van werkwoorden, meervoudsvorming van substantieven, maar ook de diverse mogelijkheden om (nieuwe) woorden te vormen).
Verder wordt beschreven hoe woorden gebruikt kunnen worden in zinnen en hoe ze met andere woorden tot groepen gecombineerd kunnen worden. Bij de behandeling van de zin komen de zinsdelen en de soorten zinnen aan de orde. Ook de woordvolgorde wordt uitvoerig besproken. In een apart deel worden onder meer nevenschikking en samentrekking behandeld.
De beschrijving die de ANS geeft, bestaat uit de formulering van regels of tendenties, toegelicht met voorbeelden. Voor de duidelijkheid zijn soms ook onmogelijkheden aangegeven.
Ook voor niet-specialisten
Twee belangrijke uitgangspunten zijn: aandacht besteden aan wat van belang is voor het taalgebruik, en het bruikbaar zijn voor een heel breed publiek, ook voor niet-specialisten. Er is dan ook naar gestreefd de beschrijving algemeen begrijpelijk te houden en de terminologie zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de traditie van de schoolgrammatica. Gedetailleerde inhoudsopgaven en een uitgebreid register moeten de toegankelijkheid vergroten. Wel vergt het raadplegen van een grammatica een zekere voorkennis. Voor het opzoeken van een taalkundige kwestie in een grammatica moet men beschikken over een elementaire kennis van woordsoorten en zinsdelen. Men moet dus onder woorden kunnen brengen wat men wil weten.
Normativiteit van de ANS – ‘Goed’ Nederlands
Is de ANS een ‘normatieve grammatica’? Anders gezegd in hoeverre vindt men in deze grammatica een antwoord op de vraag of iets ‘goed’ Nederlands is? De ANS is niet normatief te noemen als men daarmee bedoelt ‘voorschrijvend (prescriptief)’. De ANS gaat principieel beschrijvend te werk, dat wil zeggen dat ze niet voorschrijft hoe iets moet, maar dat ze de vormen en constructies die in het taalgebruik voorkomen, registreert en bespreekt. Dat neemt niet weg dat wie daar behoefte aan heeft, wel degelijk een normatief gebruik kan maken van het boek.
De redactie geeft aan dat de ANS alleen al normatief is, door de selectie die gemaakt wordt. Zo is bijvoorbeeld de werkwoordsvorm heb voor de derde persoon (hij heb), niet opgenomen, omdat deze door de redactie (en met haar zeer veel andere Nederlandstaligen) niet als ‘goed Nederlands’ wordt beschouwd.
Standaardtaal
Verreweg het grootste gedeelte van de beschreven vormen en constructies behoort tot de standaardtaal, dat is dat deel van de Nederlandse taal dat alle Nederlandstaligen als correct en algemeen bruikbaar beschouwen, waarover men het dus eens is. Daarnaast behandelt de ANS allerlei varianten die beperkter bruikbaar zijn doordat ze streek- of stijlgebonden zijn. Zulke varianten worden ‘gelabeld’, bijvoorbeeld als ‘regionaal’, ‘formeel’ of ‘informeel’. Ook deze labels zijn desgewenst normatief te gebruiken.
Verder bespreekt de ANS taalverschijnselen waarover de sprekers van het Nederlands onderling van mening verschillen. Wat de een normaal vindt, keurt de ander af. Over deze gevallen worden ook geregeld vragen gesteld aan taaladviseurs en ze vormen onderwerp van discussie in taalrubrieken. De ANS-redactie heeft ernaar gestreefd zoveel mogelijk van deze gevallen in het boek op te nemen. Voorbeeld:
“Ze gingen naar de tropen, om er een ellendig einde te vinden.”
De ANS geeft aan geen bezwaar te hebben tegen het niet-doelaanduidende (zogenaamde prospectieve) om in deze zin. Daarentegen wordt het gebruik van waar in de betekenis van terwijl afgeraden in de volgende zin:
“Waar de kampioen juichte als een debutant, hingen de andere renners uitgeput tegen de dranghekken”.
De normatieve bruikbaarheid van de ANS wordt ten slotte verhoogd doordat de redactie aan de bespreking van tal van zogenaamde ‘klassieke’ twijfelgevallen (bijvoorbeeld hen of hun, een aantal mensen vindt of vinden) een advies toegevoegd heeft.
Goed Nederlands niet rechtstreeks uit boek af te leiden
Dat alles neemt niet weg dat het antwoord op de vraag wat goed Nederlands is niet rechtstreeks uit het boek af te leiden valt. Het is een misvatting te menen dat alleen Standaardnederlands (in de in de ANS gehanteerde definitie) goed Nederlands is. Pas wie voor zichzelf heeft uitgemaakt wat hij als goed Nederlands wil beschouwen, kan aan de hand van de ANS uitmaken wat daartoe behoort: voor de een horen ook sommige regionale varianten daartoe, voor de ander bepaalde archaische vormen. Ook zijn de keuzes niet voor iedereen altijd en overal dezelfde. Wie graag spreektalig of informeel schrijft in persoonlijke brieven, zal dit waarschijnlijk niet doen in zakenbrieven of beleidsstukken. Of zoals de redactie besluit in het voorwoord: “Alleen in boeken als de ANS bestaat de taal op zichzelf; in het werkelijke leven komt ze altijd in een persoonlijke of maatschappelijke context voor”.
Bibliografische gegevens
- Titel: ANS, Algemene Nederlandse Spraakkunst, onder redactie van W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij en M.C. van den Toorn, Tweede geheel herziene editie, 2000 pagina’s, gebonden, twee delen, met leeslint, in luxe cassette
- ISBN: 90 68 90490 6 (Nederland)
- ISBN: 90 30 90043 1 (Belgie)
- NUGI: 943
- Uitgever: Martinus Nijhoff uitgevers
- Prijs: intekenprijs tot 1-1-1998: f 225,– / BEF 4500 na 31-12-1997: f 250,– / BEF 5000
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 25 Okt 1997 12:15:20 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Sym: 9711.05: P.C. Hooftsymposium 'Wonen en werken op het Muiderslot' op 20 november 1997 op het Muiderslot, t.g.v. 350e sterfdag Hooft
*--------------------------------------------*
| |
| Wonen en werken op het Muiderslot |
| |
| P.C. HOOFTSYMPOSIUM |
| |
| Muiderslot, 20 november 1997 |
| |
*--------------------------------------------*
Ter gelegenheid van de 350e sterfdag van P.C. Hooft wordt, in aansluiting op het congres in de Agnietenkapel te Amsterdam op 21 mei, een symposium georganiseerd door het Muiderslot over leven en werken van de drost op zijn slot.
Het programma omvat de volgende onderdelen:
10.00 Ontvangst Ridderzaal door mw. W. ’t Hooft, directeur Muiderslot
10.10 dr. H. Duits (VU): P.C. Hooft als drost, dichter, schrijver en kastelein: over een veelzijdig man en een kind van zijn tijd.
10.50 mw. dr. M.B. Smits-Veldt (UvA): Het schilderij ‘De Pruimenmaaltijd’ van de 19e-eeuwse schilder Moritz als aanleiding voor een hernieuwde kennismaking met de Muiderkring.
11.30 koffiepauze
12.00 mw. drs. M. Hartevelt (historica): Het Muiderslot als residentieel woonhuis van een magistraat: functie en re- presentativiteit van het interieur in de 17e eeuw.
12.40 lunchpauze met twee rondleidingen
14.10 mw. drs. Y. Molenaar (conservator Muiderslot): Te gast in Huys en Hof; over de rol van de pruimen en de tuin voor Hooft en zijn gasten.
14.50 H. Boers (hortulanus Muiderslot): Over de aanleg en reconstructie van een Hooftse tuin bij een middeleeuwse burcht.
15.30 theepauze
16.00 mw. drs. M. de Bruyn (kunsthistorica): De Ridderzaal was volgens Hooft bedoeld voor ‘het besoigneren en de maaltijdt’: aandacht voor een smakelijk cq. smaakmakend onthaal in de 17e eeuw.
16.40 dr. J. Jansen (UvA): Presentatie van de bundel ‘Omnibus idem’: de relatie van Hooft tot zijn tijdgenoten, voorgangers en nageslacht, en van de bundel lezingen, gehouden op het Hooftcongres van 21 mei.
17.00 Afsluiting symposium en glaasje in de Taveerne.
De kosten bedragen f.65,-, incl. koffie, thee, lunch, rondleiding en receptie; studenten op vertoon collegekaart f.45,-. Aanmelding en reservering (maximaal 90 deelnemers!): Stichting Rijksmuseum Muiderslot, Postbus 33, 1398 ZG Muiden, 0294-261325, fax 0294-261056.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 25 Okt 1997 12:15:20 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Med: 9711.06: Wijzigingen Neerlandistiek Universiteit van Amsterdam
==============================
Wijzigingen Neerlandistiek UvA
==============================
Per 1 november 1997 bestaat de Faculteit der Letteren van de Universiteit van Amsterdam niet meer. Samen met de faculteiten Wijsbegeerte en Godgeleerdheid vormt zij nu de nieuwe Faculteit der Geesteswetenschappen met als algemeen directeur drs. W.K.B. Koning en als interimdecaan (tot januari 1998) prof. dr. F.H. van Eemeren.
De faculteit bestaat uit zeven Afdelingen wat betreft de wetenschappelijke organisatie: I. Geschiedenis en regiostudies; II. Theologie en religiestudies; III. Kunst- en cultuurwetenschappen; IV. Neerlandistiek (met als afdelingsvoorzitter prof. dr. H. Pleij); V. Taal- en letterkunde; VI. Wijsbegeerte.
De Afdeling Neerlandistiek kent voortaan vier Leerstoelgroepen: Historische Nederlandse Letterkunde (voorzitter: prof. dr. H. Pleij), Moderne Nederlandse Letterkunde (voorzitter: prof. dr. W. van den Berg), Nederlandse Taalkunde (voorzitter: prof. dr. W.G. Klooster) en Taalbeheersing, argumentatietheorie en retorica (voorzitter: prof. dr. F.H. van Eemeren).
Onderwijsorganisatorisch vallen de Afdelingen samen met de zogenaamde Onderwijsinstituten die ieder een onderwijsdirecteur hebben. Voor het Onderwijsinstituut Neerlandistiek is dit prof. dr. R. Grootendorst.
Wat voorlopig hetzelfde blijft, is het adres: Spuistraat 134, 1012 VB Amsterdam.
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 22 Oct 1997 16:47:04 +0100
From: Christien Bok, LOT <lot@let.ruu.nl>
Subject: Sym: 9711.07: LOT Winterschool, Leiden, 17 - 28 jan. 1998
========================================================
LOT Winterschool 1998, Leiden, 17 – 28 jan. 1998
Courses Netherlands Graduate School of Linguistics (LOT)
========================================================
From 17 – 28 januari 1998 the LOT Graduate Courses will take place in Leiden. You can find course descriptions, enrollment forms and more information at
http://wwwots.let.ruu.nl/LOT/ws98.html
You can also contact the LOT-secretariat, (Christien Bok, LOT, Trans 10, 3512 JK Utrecht, The Netherlands, +31(0)30-2536006, fax. +31(0)30-2536000, email: LOT@let.ruu.nl). We will send you a booklet with course-descriptions and enrollment forms.
Enrollment for LOT affiliates are free, for others it’s DFL 350,= for one week, excl. lodging. Deadline for enrollements: November 15th, 1997 You can still fill in an enrollmentform; the easiest way is to fill in
http://www-uilots.let.ruu.nl/LOT/enroll.htm
You can also send a form to the LOT-secretariat.
Program LOT- winterschool
First week: January 12 – 16
** 9.30 – 12.00 **
- Rita Manzini (University of Florence)
The theoretical significance of Romance (subject and object) clitics - Robert Beard (Lewisburgh University)
Lexeme-Morpheme Base Morphology: Is Syntax Necessary? - Joergen Meisel (Potsdam University)
First and Second Language Acquisition: Similarities and Differences
** 13.00 – 15.30 ** - Lesley Milroy (University of Michigan)
Sociolinguistic Issues in Bilingualsim - Hans Broekhuis (Tilburg University)
Minimalism and Optimality Theory: Derivations an Evaluations - Willem Adelaar (Leyden University)
Linguistic structures of Native America
** 16.00 – 18.30 ** - Huub van den Bergh (Utrecht University)
Statistics, tailor-made - Hans den Besten (Amsterdam University)
Issues in Africaans Syntax - Norval Smith (University of Amsterdam)
Prosodic Morphology, with special emphasis on metathesis
Second week: January 19 – 23
** 9.30 -12.00 **
- Eve Sweetser (University of California, Berkeley)
Semantics of Constructions - Carlos Gussenhoven (Nijmegen University)
Experimental approaches to Intonational Phonology - Ardi Roelofs (Max Planck Institute)
Lexical access in language production
** 13.00 – 15.30 ** - Ian Roberts (Stuttgart University) and Anna Roussou (university of Bangor)
Checking Theory - Marc van Oostendorp (Leiden University)
Schwa in phonological theory - Frank Wijnen (Utrecht University) and Edith Kaan (MIT)
Topics in sentence processing
** 16.00 – 18.30 ** - Ed Keenan (University of California)
Bare Grammar - Renee van Bezooijen (Nijmegen University)
Experimental dialectology
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 25 Oct 1997 23:46:26 +0100
From: D. van der Meulen en G.J. Johannes, via Willem Kuiper
<Willem.Kuiper@let.uva.nl>
Subject: Lit: 9711.08: Lesbrief Multatuli verschenen
=============================
Lesbrief Multatuli verschenen
=============================
Op initiatief van het Multatuli Genootschap hebben medewerkers van de Hogeschool Rotterdam & Omstreken een lesbrief over Multatuli samengesteld.
Docenten en leerlingen van middelbare scholen vinden hierin een overzicht van Multatuli’s leven en werk. Verder bevat de lesbrief een bloemlezing – natuurlijk uit Max Havelaar, maar ook uit minder bekende, aardige en interessante teksten van Multatuli.
Deze toegankelijke lesbrief kan zorgen voor een aangename en leerzame kennismaking met onze grootste Nederlandse schrijver van de 19de eeuw.
Informatie en aanvragen gaarne richten aan:
Multatuli Museum
Korsjespoortsteeg 20
1015 AR Amsterdam
telefoon 020-6381938
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 03 Nov 1997 01:42:47 +0100
From: Redactie Writers Block magazine <redactie@writersblock.net>
Subject: Web: 9709.09: Writers Block magazine in winterjas: http://www.writersblock.net
================================================================
Writers Block magazine in winterjas: http://www.writersblock.net
================================================================
Noch ‘Te Land, Ter Zee en in de Lucht’ noch ‘Far and Away’ noch een nalatige provider kon de redactie ervan weerhouden de zondagavond te besteden aan de upload van een nieuwe editie van hun geesteskindje. HUN geesteskindje? Writers Block magazine introduceert deze maand opnieuw twee nieuwe schrijvers. Wie wat schreef en waarover?
- Bert Foskuil schreef een in memoriam Maarten van Traa onder de wonderlijke titel ‘Rangeren in Oelan Oede’.
- Rogier Verkade boog zich over onze gevederde vriend de duif. Het levensgevaarlijke leven van een stadsduif wordt door hem nauwkeurig beschreven.
- Op de deurmat vond Ya’akov Almor een cassette met de razende woorden van een bevlogen rabbijn. De medemens wordt met de dag gekker en gevaarlijker.
- Woorden zijn niet te vertrouwen maar gebaren nog minder. Een kort verhaal door H.C. Gissen: ‘Non-verbale communicatie en hoe het misloopt’.
- Naar aanleiding van Freekjes uitleg van het fenomeen ‘groupthink’ schreef Chris Coolsma een artikel met politieke praktijkvoorbeelden en aanwijzingen hoe dit nadelige denkproces te voorkomen.
- Onlangs verscheen een overzicht-cd van het werk van de Neville Brothers. Emile Proper legt uit waarom deze cd de lading niet dekt en vertelt in een moeite door hoe de zogenaamde ‘second line’ is ontstaan.
- Rob Kappen schreef ‘Rasta Robbie’: de jeugddroom van een schooljongen die maar geen werkelijkheid wilde worden.
- Hoe u uw begaafdheden en talenten kunt cultiveren zette Sofie van der Sluis overzichtelijk op een rij in ‘Tussen potentie en manifestatie, ontwikkeling van de eigen gave’.
- In ‘Vol Goede Moed’ een candle-light diner dat door een homofiele ober volledig om zeep werd geholpen.
- Rogier Verkade doet verslag van een dialoog met zijn onderbuurvrouw in ‘Zegt ‘ie, zeg ik’.
- In ‘Vraag het aan Freekje’ relatieadvies, de ‘arc de circle’ en het verdwijnen van ‘hysterie’ als psychische kwaal. Eveneens een uitleg van de oorzaken en (positieve) gevolgen van de menopauze.
De redactie wil deze gelegenheid aangrijpen u als lezer te helpen herinneren aan de deadline van de schrijfwedstrijd. In het redactioneel meer over deze strijd en eveneens ander nieuws dat u niet mag missen.
Voor meer dan een korte omschrijving van de inhoud wordt u van harte uitgenodigd de site van Writers Block van dichtbij te gaan bekijken.
De redactie groet u.
http://www.writersblock.net
WRITERS BLOCK MAGAZINE
digitaal doordacht schrijversplatform
Maandelijks magazine over muziek, film,
literatuur, politiek & wetenschap
http://www.writersblock.net
redactie@writersblock.net
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 25 Okt 1997 12:15:20 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Sym: 9711.10: Studiedag editiewetenschap te Antwerpen op 3 december 1997
*-------------------------------------------*
| |
| Studiedag editiewetenschap |
| |
| Werkgroep editiewetenschap 'Genese' |
| UIA Antwerpen |
| Woensdag 3 december 1997 |
| |
*-------------------------------------------*
In de departementen letterkunde van de Vlaamse universiteiten wordt in het algemeen weinig aandacht besteed aan de editiewetenschap. Het huidige debat gaat, wegens het uitblijven van een gecoordineerd editiebeleid in Vlaanderen, meer over de politieke strategieen die aangewend moeten worden om de belangstelling van de overheid te wekken, dan over de editiewetenschap zelf. Daarom leek het nuttig een studiedag rond deze discipline te organiseren waarvan het voorlopige programma er als volgt uitziet:
9.00 koffie/thee
9.30-10.30 De situatie in Vlaanderen en Nederland:
– Marcel De Smedt (KUL): Overzicht van de editiewetenschap in Vlaanderen.
– Peter de Bruijn (CHI): Overzicht van de editiewetenschap in Nederland.
10.30-10.45 koffiepauze
10.45-12.30 Presentatie van lopende editieprojecten:
– Wieneke ’t Hoen (CHI): Willem Elsschot.
– Peter de Bruijn (CHI): Gerrit Achterberg.
– Yves T’sjoen (RUG): Richard Minne.
– L.P. Boon-Documentatiecentrum (UIA): Louis Paul Boon.
– Peter De Wilde (UIA): Le Purgatoire de saint Patrice (XIIe eeuw).
– Dirk Van Hulle (UIA): James Joyce.
– Edward Vanhoutte (UIA): Hugo Claus.
12.30-14.00 middagpauze
14.00-15.30 Computer en editie: Bespreking van de bestaande systemen voor collatie, text-encoding en mark-up e.a.: voor- en nadelen; technische problemen en mogelijke oplossingen.
– Dirk Van Hulle en Edward Vanhoutte: Inleiding en moderatie.
– Wieneke ’t Hoen: TUSTEP.
– Dirk Van Hulle en Edward Vanhoutte: SGML, HTML, XML, TEI.
15.30-16.00 Geert Lernout (UIA): Toekomst van de editiewetenschap in Vlaanderen.
16.00-17.00 Afsluiting en nabespreking / receptie.
De inschrijving voor deze studiedag (in Gebouw A van de UIA op onderstaand adres), incl. koffie/thee, lichte lunch, receptie en brochure, is gratis.
Inschrijven voor 15 november 1997:
email: vanhulle@uia.ua.ac.be of evanhout@uia.ua.ac.be;
tel.: 03/8202779, fax: 03/8202762;
post: Studiedag Editiewetenschap, UIA-GER,
Universiteitsplein 1, 2620 Wilrijk.
URL: http://pcger17.uia.ac.be/edited/studiedag.html
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 21 Oct 1997 14:31:44 MET
From: Henk Peters <Henk.Peters@kub.nl>
Subject: Sym: 9711.11: Symposium KUB 'Een gat in de grens' op 21 januari 1997
=================================================
Symposium ‘Een gat in de grens’ (21 januari 1997)
=================================================
Op 21 januari 1998 organiseert de vakgroep Theorie en Geschiedenis van de Literatuur (TGL) van de letterenfaculteit van de Katholieke Universiteit Brabant een symposium met als naam ‘Een gat in de grens’.
Het symposium gaat over literatuur en literatuuronderwijs. Vooral de jeugdliteratuur staat prominent in de schijnwerpers. Een dergelijk symposium wordt overigens jaarlijks door de vakgroep TGL georganiseerd. Titels van eerdere symposia zijn: ‘Het paard van Troje’, ‘Van Nijntje tot Nabokov’, ‘Zo goed als klassiek’ en ‘De kunst van het lezen’.
Meer informatie vindt u op:
http://cwis.kub.nl/~fdl/general/people/petersh/sympos/index.htm
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 3 Nov 1997 14:29:24 +0100
From: Betty van Wonderen <Wonderen@uba.uva.nl>
Subject: Web: 9711.12: Beschikbaar via server UB Amsterdam: De Nederlandsche Leeuw, Uvalink en Neerlandistiek op het Internet
Via de server van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam zijn sinds kort enkele bestanden beschikbaar die interessant zijn voor neerlandici.
De Nederlandsche Leeuw: biografische informatie over Nederlanders
Het eerste is De Nederlandse Leeuw (DNL). Dit bestand, met adres http://www.uba.uva.nl/nl/e-diensten/databases/nedbiografie/basis.html, wil een hulpmiddel zijn bij het vinden van biografische informatie over Nederlandse personen.
DNL laat een dergelijke zoektocht beginnen bij de hoofdrubrieken van de Nederlandse Basisclassificatie, een indelingssysteem dat door alle Nederlandse wetenschappelijke bibliotheken wordt gebruikt. Is de gezochte persoon bijvoorbeeld een filosoof dan kan het beste eerst worden gezocht in rubriek 08, de basiscode voor filosofie, gaat het om een politicus dan komt rubriek 89, politicologie, in aanmerking. Rubriek 18 omvat het vakgebied Nederlandse taal- en letterkunde. Rubriek 01 noemt de werken die niet zijn gebonden aan een bepaald vakgebied.
Op de startpagina van DNL staat een lijst met alle gebruikte basiscodes. Door de betreffende code aan te klikken komt men in de gewenste rubriek. Grote rubrieken hebben vaak nog een onderverdeling, in bijvoorbeeld ‘algemeen’ en ‘regio’. Zo nodig is een titel voorzien van een annotatie, waarin wordt uitgelegd welke informatie in het genoemde werk kan worden aangetroffen. Als in een werk een beperkt aantal personen wordt behandeld, dan staan in deze annotatie ook hun namen vermeld. Het is de bedoeling dat deze annotaties binnenkort kunnen worden doorzocht met behulp van een zoekfunctie. Vooralsnog kan de ingebouwde zoekfunctie van Netscape voor dit doel worden gebruikt.
Nadere informatie in Uvalink
Voor uitgebreidere informatie over DNL kunt u terecht bij een ander adres op de server van de UB Amsterdam: http://www.ic.uva.nl/uvalink/uvalink17/leeuw.html Op dit adres vindt u het artikel over DNL dat verschenen is in Uvalink, het mededelingenblad van het Informatiseringscentrum en de Universiteitsbibliotheek Amsterdam. Alle tot nu toe verschenen nummers van dit blad zijn in te zien via http://www.ic.uva.nl/uvalink/ Vermeldenswaard voor neerlandici is onder meer het artikel over P.C. Hooft, in aflevering 16: http://www.ic.uva.nl/uvalink/uvalink16/zicht16.htm
Neerlandistiek op het Internet
In Uvalink 17 staat een artikel over het laatste UB-adres dat ik onder de aandacht wil brengen: http://www.uba.uva.nl/nl/e-diensten/aicweb/nederlands/index.html Dit adres geeft toegang tot een overzicht van de Neerlandistiek op het Internet. Bij de “persoonlijke selectie” op deze pagina’s is onder meer een lijst opgenomen met alle thuispagina’s van Nederlandse auteurs en wordt de weg gewezen naar diverse bibliografieen en databanken die beschikbaar zijn via Internet. Het bovengenoemde artikel in Uvalink 17 is rechtstreeks te bereiken op het volgende adres: http://www.ic.uva.nl/uvalink/uvalink17/net-neerlan.html
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 23 Oct 1997 14:17:44 +0100
From: Miet Ooms <Miet.Ooms@arts.kuleuven.ac.be>
Subject: Sym: 9711.13: Congres Variatie in (sub)standaardtaal, Leuven, 12 - 13 december 1997
*---------------------------------------*
| |
| Belgische Kring voor Linguistiek |
| |
| Themacongres 12 - 13 december 1997: |
| VARIATIE IN (SUB)STANDAARDTAAL |
| |
| KU Leuven, Campus Kortrijk |
| |
*---------------------------------------*
Het jaarlijkse themacongres van de Belgische Kring voor Linguistiek heeft dit jaar op 12 en 13 december plaats te Kortrijk (KULeuven-Campus Kortrijk). I.s.m. de redactie van Taal&Tongval wordt een internationaal congres over “Variatie in (sub)standaardtaal” gehouden.
Programma vrijdag 12 december 1997
VOORMIDDAG twee plenaire lezingen:
- 10.15: Kas Deprez (Universiteit Antwerpen / KU Leuven) over De taal van de Vlamingen.
- 11.00: Michel Francard (UC Louvain-la-Neuve) sur la variation linguistique dans la partie francophone de la Belgique.
NAMIDDAG: twee opties:
(1) deelname aan het Taal&Tongval-colloquium te Gent over
‘Standaardisering in Nederland en Vlaanderen’ (gratis busvervoer van Kortrijk naar Gent is voorzien).
(2) namiddagprogramma in Kortrijk:
13.30-14.00:
. lokaal A: Piet Desmet / Peter Lauwers / Pierre Swiggers (KU Leuven): Dialectologie et romanistique: l’evolution de l’apport methodologique.
. lokaal B: Alain Mailles (Universite de Provence, Paris): A cheval sur la ligne de frontiere: micro-variation et evolution morpho-semantique.
14.10-14.40:
. lokaal A: Jannis Androutsopolis (Universitaet Heidelberg): Grammaticalization in substandard varieties: the case of German youth slang.
. lokaal B: Lea Marie Laurence N’Goran (l’Universite de Bouake, Cite d’Ivoire): Le phenomene de la variation dans le francais standard en Cite d’Ivoire comme facteur d’integration sociale et linguistique.
14.50-15.20:
. lokaal A: Fernando Jarabo-Lorenzo (University of Newcastle): Language variation and gender: a case study in the Canary Islands.
. lokaal B : Michelle Auzanneau (Paris, Sorbonne): Francais et langues locales en France et au Senegal: variation, alternance et code-mixte.
15.50-16.20:
. lokaal A: Sylvie Mougin (Universite de Reims Champagne-Ardenne): L’homogenite de l’argot: un mythe qui a la vie dure.
. lokaal B / salle B: Jerome Lentin (Universite Paris III): Pour une approche renouvelee du ‘moyen arabe’: l’exemple du Proche-Orient a l’epoque ottomane.
16.30-17.00:
. lokaal A: Thierry Bulot (Universite de Rouen): Representations sociales du francais parle a Rouen.
. lokaal B: Moktar Djebli (Universite Paris X – Paris III): La langue arabe: du classique au standard.
19.00: congresdiner te Kortrijk.
Programma zaterdag 13 december 1997
9.30-10.00:
. lokaal A: Rik Geeraerts (KU Brussel): “… en hij vraagt wie of/dat dat gedaan heeft”: variatie qua voegwoordproliferatie
. lokaal B: Renee van Bezooijen (KU Nijmegen): De begrijpelijkheid van dialecten.
10.10-10.40:
. lokaal A: Werner Abraham (RU Groningen): De parsinggrondslag van het verschil tussen schrijf- en spreektaal.
. lokaal B: Rob Belemans (KU Leuven): Fonologische variatie in de Brabantse dialecten.
11.10-11.40:
. lokaal A: Dirk Geeraerts, Stefan Grondelaers & Dirk Speelman (KU Leuven): Onomasiologische variatie als standaardiseringscriterium.
. lokaal B: Caroline Smits (PJ Meertens-Instituut Amsterdam): Hoog Maastrichts versus Laag Maastrichts; een eerste verkenning
11.50-12.20:
. lokaal A: A. Vanneste (Ufsia): Een onderzoek naar secundaire taalattituden in Brussel en in de Brusselse periferie.
. lokaal B: Willy Jongenburger (PJ Meertens-Instituut Amsterdam): Laag Maastrichts, Hoog Maastrichts, Maastrichts Algemeen Nederlands, standaard Nederlands: hoe liggen de fonologisch/fonetische verhoudingen?
14.00-14.30:
. lokaal A: Wim Vandenbussche (Vrije Universiteit Brussel): Taalvariatie in Vlaanderen tijdens de negentiende eeuw. Een onderzoek naar het taalgebruik van de lagere sociale klassen te Brugge.
. lokaal B: Reinhild Vandekerckhove (KU Leuven Campus Kortrijk): Variatie en schaalvergroting binnen een dialect: een overlevingsmechanisme?
14.40-15.10:
. lokaal A: Annick De Houwer (Universiteit Antwerpen): Veranderde status voor het Antwerpse dialect?
. lokaal B: Geert Ceuppens (KU Leuven): Een aanzet tot gemengd sociolinguistisch-dialectologisch variatieonderzoek: het enclitische pronomen van de 3e persoon mannelijk enkelvoud in het dialect van Tienen.
15.20-15.50:
. lokaal A : Ton Goeman (PJ Meertens-Instituut Amsterdam): Het geografisch beeld van de zachte /g/ in de Nederlandse dialecten
. lokaal B: Renee van Bezooijen & Jehannes Ytsma (KU Nijmegen / Fryske Akademy Leeuwarden): Het Standaard-Nederlands van Friezen, Groningers, Zuid-Hollanders, Limburgers en West-Vlamingen: een vergelijkende perceptieve studie.
16.00-16.30:
. lokaal A: Miet Ooms (KU Leuven): De kruiwagen in de Zuid-Nederlandse dialecten.
. lokaal B: Viviane Leclerc (Universite de Liege): Standaardtaalinvloed rond het drielandenpunt.
16.30: receptie
Deelname aan het congres is gratis. Kosten voor verblijf en maaltijden dienen de deelnemers zelf te dragen.
Voor meer inlichtingen en aanmeldingsformulieren kan u contact opnemen met:
Reinhild Vandekerckhove
KU Leuven Campus Kortrijk
E. Sabbelaan 53
B-8500 Kortrijk
tel. +56/24 61 50 / fax. +56/24 69 99
e-mail: Reinhild.Vandekerckhove@euler.kulak.ac.be
(14)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 30 Oct 1997 15:43:00 +0100 (MET)
From: Wim Husken <W.Husken@let.kun.nl>
Subject: Rec: 9711.14: Boekbespreking A. Sneller, Met man en macht, Kampen 1996
==============
Boekbespreking
==============
A. Agnes Sneller, Met man en macht: Analyse en interpretatie van teksten van en over vrouwen in de vroegmoderne tijd. Kampen: Kok – Agora, 1996; 280 pagina’s Prijs: fl. 49,50.
Voor de positie van de vrouw in de vroegmoderne samenleving is de belangstelling de laatste jaren sterk toegenomen. Vooral in 1994 verscheen er een aantal opmerkelijke publicaties. In de eerste plaats zagen twee lezingenbundels het licht: De vrouw in de Renaissance, geredigeerd door Arie-Jan Gelderblom en Harald Hendrix (Amsterdam, 1994) en Women of the golden age, uitgegeven door Els Kloek e.a. (Hilversum, 1994). Twee vrouwen uit de zeventiende eeuw hebben met name de aandacht van de onderzoekers getrokken: Maria Tesselschade Roemers Visscher en Anna Maria van Schurman. Van de eerste verscheen in het genoemde oogstjaar een biografie door Mieke B. Smits-Veldt, Maria Tesselschade: Leven met talent en vriendschap (Zutphen, 1994), alsmede een editie van het weinige aan poezie dat ons van deze dichteres rest: De Gedichten van Tesselschade Roemers, uitgegeven door A. Agnes Sneller en Olga van Marion (Hilversum, 1994). Twee jaar eerder was aan het werk van Anna Maria van Schurman aandacht besteed in een uitgave van haar gedichten door Pieta van Beek, Verbastert Christendom: Nederlandse gedichten van Anna Maria van Schurman (Houten, 1992) en in de bundel Anna Maria van Schurman (1607-1678): Een uitzonderlijk geleerde vrouw, bezorgd door Mirjam de Baar e.a. (Zutphen, 1992). Ook het in deze recensie besproken proefschrift van A. Agnes Sneller geeft aan deze twee vrouwen een prominente plaats.
De voorplaat van Met man en macht wordt gesierd met een detail uit De briefschrijfster van Johannes Vermeer. Het schilderij lijkt voor Sneller een signaalwaarde te bezitten. In een notitie “Bij de voorplaat” merkt zij namelijk op dat uit dit doek Vermeers bijzondere aandacht voor vrouwen spreekt: ‘Zij zijn steeds in huis te vinden, maar we kunnen naar haar kijken met respect door de manier waarop deze schilder, misschien tegen zijn tijd in, vrouwen als waardige en krachtige personen heeft uitgebeeld’ (p. 7). Dit citaat suggereert dat Sneller ervan uitgaat, dat zeventiende-eeuwse vrouwen door de tijdgenoot in alle omstandigheden beschouwd werden als de mindere van de man, zelfs binnen de muren van hun eigen huis. Vermeer zou een uitzondering vormen op die regel door zijn vrouwen ‘als waardige en krachtige personen’ uit te beelden. Het is echter de vraag of Snellers vooringenomenheid haar hier geen parten speelt. Sinds jaar en dag was de huiselijke woning immers het domein bij uitstek van de vrouw. Zij was het, en niet de man, die er, in overeenstemming met de eigentijdse normen, de scepter zwaaide en de dagelijkse gang van zaken bestierde. Ruth Kelso omschreef deze speciale plaats van de vrouw in het huishouden in haar Doctrine for the Lady of the Renaissance (Urbana etc., 1956, p. 111) als volgt: ‘The part that belonged to the wife in household management, as was foreseen in her training, included supervision of all the many activities within doors, knowledge of how each operation is carried out, and even ability to perform many of the tasks herself […;] she will not run to [her husband] about matters that she should be able to settle for herself.’ Vermeers portret van kracht uitstralende vrouwen in hun huiselijke omgeving is dus eerder een bevestiging van de heersende moraal dan een vermeend afwijkend getuigenis van een schilder. Aanzienlijk correcter is de wijze waarop Sneller deze problematiek bespreekt naar aanleiding van Johan van Beverwijcks boek Van de Wtnementheyt des vrouwelicken geslachts (p. 76-77).
Centraal in Snellers proefschrift staat de interpretatie van poezie van en over vrouwen, op meer dan een niveau en met behulp van verschillende theoretische en methodische uitgangspunten, waarbij een analyse vanuit gender-perspectief veelal het sluitstuk van beschouwing vormt. Zo bespreekt zij van Tesselschade onder andere de gedichten ‘Myn Lief ik min uw’ en ‘Gelijck als Onder ’t Juck van sinne slavernijen’. Dit laatste gedicht dient om aan te tonen welk nut een filologische gender-analyse bezit inzake een begrip als ‘eer’, ter aanvulling van een meer traditioneel-filologische interpretatie a la Veenstra over Hooft. Gender-onderzoek, zo luidt de conclusie van Sneller, dwingt ons ertoe meer vragen te stellen dan bij een neutrale aanpak, omdat ‘rekening moet worden gehouden met niet geexpliciteerde genderboodschappen, die niet op dezelfde wijze traceerbaar zijn’ (p. 56). Het vrouwelijke perspectief voegt dus iets toe aan de resultaten van een traditionele zienswijze.
Het gevaar van interpretatieve studies is evenwel vooral gelegen in de interpretaties zelf. De duisterheid van Tesselschade’s poezie is overigens zelf vaak debet aan eventuele misverstanden. Naar aanleiding van de dood van haar echtgenoot Allard Crombalch schreef Tesselschade in 1634 bijvoorbeeld een sonnet dat aldus aanvangt:
Ghelijck als Onder’t Juck van sinne slavernijen
Doch ongheoorloft aenghenoemen Eyghen Last,
Hetgheen niet wel een blij Hoop Heemelhertie past
‘Twelck van onhoulyck goet Qualyck is te vryen,’tIs onRecht seij de Geest gheruste vreucht te myen,
Maer ’t Lichaem Riep O Neen, en doopten d’Overlast
Met Naem van suchte-Plicht tot het in Traenen Plast
Soo Most de vlughe Geest van ’t Logghe Lichaem Lijen.
Sneller parafraseert de eerste regels van dit gedicht als volgt: ‘[Ik voelde mij] als onder het juk van de slavernij van de zinnen, maar […]’ (p. 33). De smart die Tesselschade voelt over het verlies van haar overleden echtgenoot is, in de wetenschap dat hij dit aardse tranendal heeft verwisseld voor de hemelse vreugde, blijkens vers 12 (‘Dees deed’ dat ick de Sucht weerstribbich van my stiet’) slechts van korte duur. De fysieke pijn waarop in deze verzen volgens Sneller wordt gezinspeeld (‘De ik ervaart het verdriet kennelijk als lichamelijke pijn’ [p. 36]), heeft echter niet betrekking op Tesselschade maar op haar man. Sneller heeft de enge samenhang tussen de verzen 1 en 8 van het gedicht blijkbaar niet doorzien. De eerste zin (‘Gelijck als Onder ’t Juck […]’) is daarom ook niet, zoals zij beweert, elliptisch maar vormt de opening van een vergelijking, die pas in de laatste regel van het tweede kwatrijn (‘Soo Most de vlughe Geest […]’) wordt afgesloten. Voor een juist begrip van hetgeen Tesselschade onder woorden tracht te brengen, moet het woord ‘Lijen’ van vers 8 dan ook aan de eerste regel worden toegevoegd, terwijl in vers 8 de woordgroep ‘Onder ’t Juck’ dient ingevuld. Vrij geparafraseerd lezen we dan: “Zoals slavernijen [lijden] onder het juk der zinnen … Zo moest ook de vlugge geest lijden [onder het juk] van het logge lichaam.” Anders gezegd: Wie verslaafd is, bijvoorbeeld aan het leven, lijdt onder het juk der zinnen; zo ook Allert wiens vlugge geest moest lijden onder het juk van zijn log lichaam.
De wijze waarop Sneller gender-analyse toepast op literaire teksten uit het verleden doet de interessante vraag opkomen of we hier te maken hebben met een (relatief) nieuwe methode of met een nieuw theorie (paradigma). Als theorieen gelden bijvoorbeeld de historische benadering tegenover de a-historische en de post-structuralistische theorie van het deconstructivisme tegenover de consistentietheorie, die rekening houdt met stromingen, ontwikkelingen en andere positivistisch getinte eenheidsprincipes. De gender-analyse zoals Sneller die hanteert heeft alle kenmerken van een theorie. Daarbij kiest zij expliciet voor het perspectief van de vrouw tegenover een lange tijd, bewust of onbewust, gehanteerde androcentrische aanpak. Tegenhanger van de gender-analyse – kenmerkend voor theorieen is dat zij zich in elkaar uitsluitende gehelen van vooronderstellingen manifesteren – is een sekseneutrale analyse. In het eerste hoofdstuk, ‘Inleiding’ (p. 9-19), wordt op deze zaken, zonder dat dit met zoveel woorden is gesteld, nader ingegaan.
Wellicht enigszins provocerend karakteriseert Sneller haar omgang met teksten van mannen als ‘lezen-in-verzet’ (p. 15). De opzettelijk confrontatie die zij hier met de concurrerende theorie aangaat, is ingegeven door het feit dat gender-analyse in de historische letterkunde op dit moment nog vrij nieuw is. In principe zou een discussie met de concurrerende theorie overigens overbodig zijn; men is er immers van overtuigd dat de eigen theorie de enig ware is? Zolang zij nog niet gevestigd is, ligt het uitdagen van de traditie, het opzettelijk testen van haar zwakke schakels, niettemin voor de hand. Doel van Sneller is dan ook niet zo zeer het uitbouwen van de theorie maar, door zich af te zetten tegen het impliciete masculisme van het historisch-letterkundig bedrijf, het bewijs te leveren voor de bestaansgronden van de nieuwe visie. In dit streven is de auteur zeker geslaagd. Keer op keer laat zij zien dat ons begrip van oudere teksten toeneemt door ons ertoe te dwingen te kijken naar de speciale plaats die de vrouw in literatuur en samenleving inneemt. Dat haar beschouwingen tevens implicaties zouden moeten hebben voor het heden is een stellingname die Sneller nauwelijks lijkt te kunnen verhullen, zeker niet wanneer zij bijvoorbeeld – lichtelijk anachronistisch – een verhaal van Johan de Brune als ‘vrouwvriendelijk’ (p. 90) en een opmerking van Anna Maria van Schurman als een vroeg voorbeeld van ‘positieve discriminatie’ (p. 141) kenschetst. Een afsluitend hoofdstuk met gevolgtrekkingen uit de voorgaande analyses en aanbevelingen voor verder onderzoek ontbreekt in dit boek. Daaruit mogen we wellicht concluderen dat Sneller een voordien nog slechts aarzelend op gang gekomen discussie heeft willen intensiveren zonder vooralsnog zelf de balans op te maken van hetgeen de gender-analyse aan het historisch-letterkundig onderzoek bij te dragen heeft. In ieder geval mag Met man en macht gezien worden als een bewijs voor het toenemende belang van beschouwingen vanuit het gender-onderzoek binnen de historische neerlandistiek.
Wim Husken
(15)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 04 Nov 1997 10:14:05
From: Willem Kuiper <Willem.Kuiper@Let.UvA.NL>
Subject: Col: 9711.15: Column Willem Kuiper, no. 35: 'Opsporing verzocht
================================================
Column Willem Kuiper, no. 35: Opsporing verzocht
================================================
Vorige week vrijdag weer eens in Groningen geweest. Daar werd het vierde deel in de reeks Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden ten doop gehouden. Na het Geraardsbergse handschrift, het Handschrift-Jan Philipszoon en het Tubingse Sint-Geertruihandschrift is nu het even fameuze als volumineuze Comburgse handschrift integraal in een diplomatische editie beschikbaar. Voor neerlandici-medievisten is dat heel groot nieuws.
Het begon ooit allemaal met een oproep in Dokumentaal. Normaal gesproken is zo’n initiatief kansloos, want ook in de wereld van de wetenschap heerst de Wet van de Prostitutie: geen geld, geen liefde. Maar gelukkig waren er nu eens geen dovemansoren. Sterker nog, het Constantijn Huygens-Instituut (voor tekstedities en intellectuele geschiedenis) nam het project over en zorgde voor de onmisbare ondersteuning. Zonder zo’n vliegwiel houd je een project van deze omvang en diepgang niet draaiende.
De presentatie van Comburg werd luister bijgezet met een studiedag over verzamelhandschriften en convoluten. Om u een gang naar het woordenboek te besparen: een convoluut is een boek(band), waarin meerdere boeken zijn samengebonden die tot op dat moment vreemden voor elkaar waren. Een verzamelhandschrift daarentegen is een boek waarin bewust teksten bijeen gebracht zijn. Het Comburgse handschrift is alletwee, vier van de zes handschriften die samen de Comburgse codex uitmaken zijn verzamelhandschriften. Vandaar het thema van de studiedag.
Ongeveer een jaar geleden werd mij gevraagd hieraan een bijdrage te leveren, en die uitnodiging heb ik graag aanvaard. Het leek me een ideale aanleiding een handschrift (in een convoluut) te onderzoeken dat ik al jaren op mijn nog-te-doen-lijstje heb staan.
Omstreeks 1150-1160 schreef een onbekende Franse auteur het wereldberoemd geworden verhaal over Floires en Blancheflor, hij de zoon van een Saraceense koning, zij de dochter van een Franse edelvrouwe die als oorlogsbuit aan de Saraceense koningin cadeau gedaan werd. Een bijzondere band ontstaat er tussen laatstgenoemde vrouwen als zij erachter komen dat zij in dezelfde nacht zwanger zijn geworden, en beiden bevallen dan ook op dezelfde dag: Pasques Florie (Bloemenpasen, ons Palmpasen). Vandaar de bloemennamen van de kinderen.
Blancheflors moeder treedt als beider verzorgster op en zo kan het gebeuren dat de kinderen al op de commode smoorverliefd op elkaar worden. Zo onafscheidelijk zijn ze dat ze later samen naar school gaan om daar lezen en schrijven te leren en Latijn, welke kennis en vaardigheden geheel en al in dienst van de liefde gesteld worden: Ovidius! Op een gegeven moment vindt Floires’ vader dat hun kalverliefde lang genoeg geduurd heeft; straks gaat zijn zoon nog protesteren als hij een Saraceense prinses moet huwen.
Indachtig het gezegde ‘uit het oog, uit het hart’ stelt hij voor het meisje te onthoofden. Gelukkig kan de koningin haar echtgenoot dit uit het hoofd praten en nadat Floires met een smoesje uit logeren gestuurd is, wordt het meisje aan buitenlandse kooplieden verkocht. Die nemen haar mee naar de emir van Babylon, die zo verrukt van haar is dat hij de kooplieden zeven maal haar lichaamsgewicht in goud uitkeert. Blancheflor krijgt een ereplaatsje in zijn harem.
Ondertussen is Floires er na een mislukte zelfmoordpoging achter gekomen dat het graf van Blancheflor leeg is – zijn ouders hadden hem namelijk wijsgemaakt dat Blancheflor was overleden – en hij reist haar achterna.
Door de haremwachter met schaken en geschenken om te kopen weet Floires in een mand met bloemen in Blancheflors kamer door te dringen. Hun vreugde echter is van korte duur. Door zich te verslapen verraadt zij Floires’ aanwezigheid.
Maar in plaats van hen op een gruwelijke manier van het leven te beroven schenkt de emir hen hun vrijheid. Floires en Blancheflor keren terug naar Europa en worden koning en koningin van Hongarije en Bulgarije, en wat later de vader en moeder van Berta met de Brede Voeten, de moeder van Karel de Grote.
Dit verhaal werd ook in het Middelnederlands vertaald, en wel door Diederic van Assenede, van wie wij feitelijk niets weten, maar die door de traditie vereenzelvigd wordt met een laat-dertiende-eeuwse Dierekin van Hassenede, clerc en ontvanger van de Vlaamse gravin Johanna van Constantinopel. Die vertaling bleef bewaard in een waarschijnlijk nog dertiende-eeuws fragment en in een veertiende-eeuws handschrift dat deel uitmaakt van het convoluut Letterkunde 191.
Curieus genoeg bestaat dit handschrift uit twee handschriften. Iets meer dan de helft is geschreven door een andere, jongere hand. De kopiist van het oudste stuk wordt door mijn taalkundige collega Evert van den Berg in (het zuiden van) Oost-Vlaanderen gelokaliseerd, het nieuwe stuk bevat Hollandse dialectkenmerken.
De gangbare verklaring wil dat er op een zeker moment iets met het (oude) handschrift gebeurd is, en dat daarom besloten werd de tekst opnieuw af te schrijven. Als legger (voorbeeld) zou de oude tekst gediend hebben.
Deze verklaring heeft mij nooit overtuigd, en ook kan ik niet geloven dat onze Diederic dezelfde is als zijn ambtelijke naamgenoot. Niet omdat Thomas mijn tweede naam is, maar omdat het wishfull thinking is. Mijn negentiende-eeuwse vakbroeders beschouwden een literaire tekst als een individuele creatie die alleen maar goed begrepen kon worden als je de maker kende. Een tekst zonder auteur was een vondeling, een vaderloos kind.
Met behulp van inmiddels drs. Martijn van Bezuijen, die aan deze kwestie zijn doctoraalscriptie wijdde, hoopte ik in Groningen aan te tonen dat het aangeheelde gedeelte geen kopie van het verloren gegane gedeelte geweest kan zijn, maar dat het naar een derde, niet bewaard gebleven redactie werd afgeschreven. Helaas, deze tegen-stelling bleek (vooralsnog) onbewijsbaar.
Maar zoals zo vaak gebeurt: vind je niet wat je zoekt dan vind je iets dat je ook zocht.
In het tweede stuk van de Ferguut – zelfde convoluut – wordt de vrouwelijke hoofdpersoon Galiene in haar stad Rikenstene belegerd door ene koning Galarant van Amarie, die haar als vrouw begeert. Niet om haar schoonheid maar om haar bezit. In de Oudfranse voorbeeldtekst draagt die koning geen naam – dat moet iets betekenen al weet ik niet wat – maar zijn neef heet Artofilaus. Omdat de Fergus een exemplarische Arturroman is, ben je geneigd een link te leggen tussen de legendarische koning Artur en dit romanpersonage. Ten onrechte denk ik, Artofilaus is afkomstig uit de wereld van Alexander de Grote. In Jacob van Maerlants Alexanders geesten wordt hij door Clitus, broer van Alexanders voedster, in een ridderlijk tweegevecht naar de andere wereld geholpen.
De tweede Ferguut-auteur heeft ontegenzeggelijk de klok horen luiden, want hij noemt ’s konings neef Macedone, letterlijk de Macedonier, een toenaam van Alexander de Grote. Maar waarvandaan haalde hij koning Galarant van Amarie? De praktijk van het werken aan het Repertorium van Eigennamen in Middelnederlandse Literaire Teksten heeft namelijk geleerd dat namen als deze niet verzonnen zijn maar ontleend.
Floires et Blancheflor bleef behalve in de hierboven samengevatte ‘aristocratische versie’ ook (gedeeltelijk) bewaard in een ‘seconde version’. Die versie moet hier te lande bekend geweest zijn getuige de Roman van Heinric en Margriete van Limborch (ca. 1300). De passage waarin Margriete door Echites van de brandstapel geplukt wordt, is rechtstreeks uit de tweede Floires-versie gekopieerd.
In de eerste versie komt Floires’ vader uit Naples – dat is niet het Italiaanse Napels, maar een uit het Chanson de Roland (on)bekende Spaanse stad – in de tweede versie uit Aumarie, dat is Almeria in Zuidoost-Spanje. In de eerste versie heet Floires’ vader Phenis, in de tweede Galerien. Is koning Galarant van Amarie dezelfde als koning Galerien van Aumarie? En zo ja, kende de tweede Ferguut-auteur hem via Floires et Blancheflor-versie twee? – of uit het chanson de geste La Prise de Cordres, waarin hij ook voorkomt? Of doe ook ik aan …?
Willem.Kuiper@Let.UvA.NL
Over de reeks:
- D. Hogenelst en W. van Anrooij, ‘Pleidooi voor tekstedities van verzamelhandschriften’, in: Dokumentaal 20 (1991), p. 69-71.
- De verkenningscommissie “MVN”, ‘Discussiedag over een reeks van edities van verzamelhandschriften’, in: Dokumentaal 22 (1993), p. 8-9.
- Paul Wackers, ‘Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden’, in: Dokumentaal 23 (1994), p. 59-60.
- Gerard Sonnemans (red.), Middeleeuwse Verzamelhandschrriften uit de Nederlanden. Congres Nijmegen 14 oktober 1994. Hilversum [Verloren] 1996.
- Marie-Jose Govers e.a. (eds.), Het Geraardsbergse handschrift […]. Hilversum [Verloren] 1994.
- Herman Brinkman (ed.), Het handschrift-Jan Philipsz. […]. Hilversum [Verloren] 1995.
- Hans Kienhorst en Gerard Sonnemans (eds.), Het Tuebingse Sint- Geertruihandschrift […]. Hilversum [Verloren] 1996.
- Herman Brinkman en Janny Schenkel (eds.), Het Comburgse handschrift […]. Hilversum [Verloren] 1997.
(16)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 25 Okt 1997 12:15:20 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Lit: 9711.16: Pas verschenen: De P.C. Boutens-collectie van de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg
=======================================================================
Pas verschenen: P.C. Boutens-collectie, Zeeuwse Bibliotheek, Middelburg
=======================================================================
De P.C. Boutens-collectie van de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg. Samengesteld en ingeleid door R.M. Rijkse, met bijdragen van B. Peperkamp en M. Goud. (Polyptychon 2). isbn 90-72872-19-3, ingenaaid met flappen, ill., ca. 160 p., fl. 36,50.
In de zomer van 1996 werd de toch al aanzienlijke Boutens-collectie van de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg verrijkt met een groot aantal boeken uit de nalatenschap van P.C. Boutens. Veel bijzondere exemplaren van Boutens’ eigen werk (hij was een groot liefhebber van fraai gedrukte en gebonden boeken), maar ook boeken van anderen uit zijn bibliotheek, vaak voorzien van opdrachten zoals van Thomas Mann, Paul Valery en anderen. De aankoop van deze collectie vormde de aanleiding om een catalogus van de gehele Middelburgse collectie samen te stellen.
De Catalogus is onderverdeeld in een achttal rubrieken. 1. Handschriften 2. Oorspronkelijk werk en vertalingen van Boutens 3. Bloemlezingen uit het werk van Boutens 4. Vertalingen van Boutens’ werk 5. Boutens op muziek (een interessante collectie partituren) 6. Varia, met daarin o.a. de beschrijving van het Liber amicorum 7. Boutens’ Boekerij, met de beschrijving van de boeken van anderen die zich in zijn bibliotheek bevonden. Opgave van gebruikte literatuur en een uitvoerige index besluiten het boek. In zijn inleiding gaat R.M. Rijkse in op de totstandkoming van de collectie.
Het boek bevat verder een tweetal bijdragen. B. Peperkamp gaat in ‘Iets over leven en werk van P.C. Boutens’ in op Boutens’ levensstijl en zijn voorliefde voor uitstekende diners en fraaie boeken. Ook hoe Boutens zichzelf zag als dichter komt ter sprake. M. Goud gaat in zijn ‘”In memory of a happy afternoon”; opdrachten in boeken uit de bibliotheek van P.C. Boutens’ in op het boekenbezit van Boutens en op zijn verhouding met andere literatoren.
(17)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Gopher-toegang tot Neder-L: alle oude en nieuwe Neder-L-bulletins zijn | | via Gopher in te zien op gopher.nic.surfnet.nl, in de directory | | SURFnet informatie/LISTSERV archieven (nic.surfnet.nl)/NEDER-L | | Algemene URL, voor direct contact vanuit Internet/Gopher/WWW: | | http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | of: | | gopher://hearn.nic.surfnet.nl:70/11/1.%20LISTSERVs%20public | | %20archives%20on%20hearn.nic.surfnet.nl/Neder-L | | (Geen spatie tussen "20public" en "%20archives" plaatsen.) | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@let.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@let.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl (voor | | neerlandistiek op het Web), of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9711.a --------------------------*
Laat een reactie achter