Subject: | Neder-L, no. 9711.b |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Mon, 24 Nov 1997 23:59:36 +0100 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Zesde-jaargang----------- Neder-L, no. 9711.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 9711.17: Evenementenagenda: | | - Boeken- en prentenveiling Beijers, 8 - 10 december | | (Utrecht) | | (2) Med: 9711.18: Zuid-Afrikaanse auteurs op bezoek in Nederland en | | Vlaanderen van 28 november tot 13 december 1997 | | (3) Sym: 9711.19: Renaissance Colloquium Utrecht 'De grenzen van het | | lichaam' op 29 november 1997 | | (4) Col: 9711.20: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 16: 'Uit | | het getto' | | (5) Med: 9711.21: Stichting Kalander | | (6) Sym: 9711.22: 'Call for papers' voor 3e internationaal neerlandis- | | stiek congres van 7 - 11 juli 1998 in Kaapstad | | (7) Lit: 9711.23: Pas verschenen: Geconfineert voor altoos. Het | | proces-Weyerman | | (8) Col: 9711.24: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XLI: | | 'Besmetting bij tussenlanding' | | (9) Sym: 9711.25: 1998 Henry Sweet Society Colloquium, Amsterdam, | | 16 - 19 September 1998 | |(10) Lit: 9711.26: Pas verschenen: Boekagenda 1998 | |(11) Sym: 9711.27: Symposium Huizinga Instituut 'Van vorming tot vak. | | 200 jaar onderwijs in de Nederlandse letterkunde' op | | 12 december in Amsterdam | |(12) Sym: 9711.28: Programma Amsterdams colloquium Nederlandse taalkunde,| | 10 - 11 december 1997 (vervolg op Neder-L 9710.11) | |(13) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 20 Nov 1997 23:24:20 +0100
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.uva.nl>
Subject: Rub: 9711.17: Evenementenagenda: - Boeken- en prentenveiling Beijers, 8 - 10 december (Utrecht)
==================
Evenementen-agenda
==================
UTRECHT, J.L. Beijers b.v., Achter Sint Pieter 140, 030-2310958, fax 030-2312061
BOEKEN- EN PRENTBRIEFKAARTENVEILING: 8 december 1997, 19 uur; 9 en 10 december, 14 en 19 uur.
Auctie van 508 nommers prentbriefkaarten en 1836 nommers boeken, handschriften, prenten en tekeningen. Onderwerpen o.a.: Nederlandse topografie, Nederlandse taal en literatuur, kinderboeken. Geillustreerde catalogus. Kijkdagen: 5 en 6 december, 10-17 uur; 8 december, 10-13 uur.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 10 Nov 97 13:18:16
From: Nederlandse Taalunie <secr@ntu.nl>
Subject: Med: 9711.18: Zuid-Afrikaanse auteurs op bezoek in Nederland en Vlaanderen van 28 november tot 13 december 1997
============================================================
Zuid-Afrikaanse auteurs op bezoek in Nederland en Vlaanderen van 28 november tot 13 december 1997
============================================================
Zes Zuid-Afrikaanse schrijvers beginnen op 29 november aan een literaire rondreis langs universiteiten in Nederland en Vlaanderen. De reis duurt tot 13 december.
De schrijvers zijn uitgenodigd door de Nederlandse Taalunie. Zij zullen Nederlandse en Vlaamse docenten en studenten ontmoeten. Bovendien zullen in samenwerking met de Stichting Behoud de Begeerte gezamenlijke optredens worden georganiseerd van Zuid-Afrikaanse, Vlaamse en Nederlandse schrijvers voor een groter publiek in Leiden, Gent, Brussel en Amsterdam.
Aan de rondreis nemen deel E.K.M. Dido, Etienne van Heerden, Peter Snyders, Wilma Stockenstrom, Marlene van Niekerk en Marita Van der Vyver. In Taalschrift, het kwartaalblad van de Taalunie, staat een artikel over de achtergronden van deze schrijvers. Ena Jansen van de Universiteit van Witwatersrand in Johannesburg heeft de rondreis gecoordineerd.
Sinds 1995 steunt de Taalunie de neerlandistiek in Zuid-Afrika. De tournee maakt onderdeel uit van het lopende samenwerkingsprogramma. In 1996 reisden acht Nederlandse en Vlaamse schrijvers langs een aantal universiteiten in Zuid-Afrika waar Nederlands wordt gestudeerd.
Programma Skrywers & Schrijvers
Leiden, zondag 30 november 1997
——————————————————
ochtend: Literaire wandeling door Leiden (Peter Zonneveld)
middag: Ontvangst van de auteurs in societeit De Burcht
avond: Literair programma Skrywers & Schrijvers in het Leids Volkshuis. Geert Van Istendael en Henk van Woerden presenteren. Organisatie: Behoud de Begeerte in samenwerking met De Burcht.
Leiden, maandag 1 december 1997
——————————————————
ochtend: College: aspecten van de literatuurstudie (Peter Zonneveld)
middag: Symposium: koloniale literatuur en Europese (literatuur)geschiedschrijving. Onderzoeksschool Literatuurwetenschap en University College Londen.
avond: Werkgroep: Europese stromingen in interculturele context (Mineke Schipper)
College: geschiedenis, maatschappij en cultuur in Zuid-Afrika (Robert Ross)
Leiden, dinsdag 2 december 1997
——————————————————
middag: Werkgroep: bespreking My Kubaan en Griet skryf’en sprokie (Eep Francken)
Seminar: Afrikaanse literatuur na de apartheid. Afrika-studiecentrum (Elly de Rijk).
Utrecht, woensdag 3 december 1997
——————————————————
ochtend: College: literatuur in een multiculturele samenleving (Margreet de Lange)
middag: College: de Januskop van het Nederlandse zelfbeeld (Arie Gelderblom)
Nijmegen, donderdag 4 december 1997
——————————————————
ochtend: College: dialectonderzoek in Brabant en de Kaap (Joep Kruijsen)
middag: Discussiebijeenkomst: de aanwezigheid van Afrika en Europa in de Zuid-Afrikaanse letterkunde (W.A.M. de Moor en Hans Ester) Lezing: Die vasteland waarop ons boer. Ruimte in die resente Afrikaanse prosa (Etienne van Heerden)
Utrecht, vrijdag 5 december 1997
——————————————————
ochtend & middag: Workshop: vertalen met lezingen en forumdiscussie met de literaire vertalers Robert Dorsman en Riet de Jong- Goossens: vertaling en receptie van Zuid-Afrikaanse literatuur in het Nederlandse taalgebied. Platform vertalen & vertaalwetenschap.
Gent, maandag 8 december 1997
——————————————————
middag: College: Afrikaans proza in een multiculturele samenleving (Anne-Marie Musschoot).
Ontvangst van de auteurs in Het Pand, Universiteit van Gent.
avond: Literair programma Skrywers & Schrijvers in de Vooruit. Geert Van Istendael en Henk van Woerden presenteren. Organisatie: Behoud de Begeerte.
Leuven en Brussel, dinsdag 9 december 1997
——————————————————
middag: College: Afrikaanse poezie (Hugo Brems)
avond: Literair programma in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg: Skrywers & Schrijvers op zoek naar een identiteit. Geert Van Istendael en Henk van Woerden presenteren. Organisatie: Behoud de Begeerte in samenwerking met de Louis-Paul Boonkring.
Leuven en Antwerpen, woensdag 10 december 1997
——————————————————
ochtend: College: magie en jeugdliteratuur, Heilig Hartinstituut Heverlee
middag: Bezoek aan de Universiteit van Antwerpen (Joris Gerits)
Amsterdam, donderdag 11 december 1997
——————————————————
ochtend: Bezoek aan het Suid-Afrikaans Instituut (Hans Ester)
middag: Gesprek: Afrikaanstalige literatuur in een veranderde cultuur (Etienne Britz van de Universiteit van Stellenbosch)
Amsterdam, vrijdag 12 december 1997
——————————————————
avond: Literair programma Skrywers & Schrijvers in de Beurs van Berlage. Geert Van Istendael en Henk van Woerden presenteren. Organisatie: Behoud de Begeerte in samenwerking met de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam.
Inlichtingen:
Voor inlichtingen over de academische activiteiten:
Amsterdam: dr. A.T. Zuiderent (Vrije Universiteit Amsterdam)
tel.: +31 – (0)20 – 444 64 25; e-mail: zuideren@let.vu.nl
Antwerpen: dr. J. Gerits (Universiteit Antwerpen)
tel.: +32 – (0)3 – 220 42 57; e-mail: FLW.Gerits.J@alpha.ufsia.ac.be
Gent: prof. dr. A.M. Musschoot (Universiteit Gent)
tel.: +32 – (0)9 – 264 40 67; e-mail: Annemarie.Musschoot@rug.ac.be
Leiden: dr. A.A.P. Francken (Rijksuniversiteit Leiden)
tel.: +31 – (0)71 – 527 21 27: e-mail: eepfranc@rullet.leidenuniv.nl
Leuven: prof. dr. H. Brems (Katholieke Universiteit Leuven)
tel.: +32 – (0)16 – 325 041; e-mail: hugo.brems@arts.kuleuven.ac.be
Nijmegen: dr. J. Ester (Katholieke Universiteit Nijmegen)
tel.: +31 – (0)24 – 361 62 76 of +31 – (0)24 – 361 58 49
Utrecht: drs. E. Besamusca (Universiteit Utrecht)
tel.: +31 – (0)30 – 253 91 70 (college)
Utrecht: drs. C. Koster (Universiteit Utrecht)
tel.: +31 – (0)30 – 253 83 34 (vertaalworkshop)
Voor inlichtingen over de literaire programma’s in Amsterdam, Brussel, Gent en Leiden:
Behoud de Begeerte (Jeroen de Preter)
tel.: +32 – (0)3 – 272 40 41; fax: +32 – (0)3 – 262 06 48;
e-mail: bdb@innet.be
Voor algemene inlichtingen:
Nederlandse Taalunie (Yvonne Verweij)
tel.: +31 – (0)70 – 346 95 48; fax: +31 – (0)70 – 365 98 81;
e-mail: secr@ntu.nl
Skrywers & Schrijvers is een initiatief van de Nederlandse Taalunie in samenwerking met dr. Ena Jansen (Universiteit van die Witwatersrand, Johannesburg), Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent, Rijksuniversiteit Leiden, Katholieke Universiteit Leuven, Katholieke Universiteit Nijmegen, Universiteit Utrecht, Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam, Louis-Paul Boonkring en Behoud de Begeerte.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 8 Nov 1997 00:03:41 +0100
From: Harald Hendrix <Harald.Hendrix@let.ruu.nl> en P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Sym: 9711.19: Renaissance Colloquium Utrecht 'De grenzen van het lichaam' op 29 november 1997
*---------------------------------------*
| |
| DE GRENZEN VAN HET LICHAAM |
| |
| XIIe Renaissance Colloquium Utrecht |
| |
| 29 NOVEMBER 1997 |
| |
*---------------------------------------*
Op zaterdag 29 november 1997 wordt aan de Kromme Nieuwe Gracht 80 te Utrecht het XIIe Renaissance Colloquium van de Utrechtse Faculteit der Letteren gehouden.
Tijdens het colloquium wordt nagegaan hoe in de vroegmoderne tijd de grenzen van het lichaam gedefinieerd en beleefd werden. Daartoe wordt vooral gekeken naar situaties waarin deze grenzen nadrukkelijk een rol spelen: de marteling van misdadigers, de weergave van lichaamshaar, de houding tegenover geslachtdelen, het gebruik van het lichaam als devotioneel instrument. Maar ook de wijsgerige en ideeenhistorische context waarin de vroegmoderne beleving van het lichaam tot ontwikkeling kwam, wordt toegelicht.
Het programma is als volgt:
10.30 Ontvangst
11.00 Opening en inleiding door Arie-Jan Gelderblom
11.10 Rudolf zur Lippe (Oldenburg): The body and the project of modernity
11.40 Discussie
11.50 Florike Egmond (Amsterdam): Pijn, straf, ontleding en infamie in de vroegmoderne tijd
12.20 Discussie
12.30 Lunchpauze
14.00 Bert Treffers (Nijmegen): Het lichaam als geloofsmachine. Voelen en zijn in de Italiaanse Barok
14.30 Discussie
14.40 Thee
15.10 Ann Sophie Lehmann (Utrecht): Op de grens. Lichaamshaar in de beeldende kunst van 1430 tot 1550
15.40 Discussie
15.50 Arie-Jan Gelderblom (Utrecht): Wordt het ‘membrum virile’ afgesneden? Het lichaam en zijn begrenzingen in teksten van Aernout van Overbeke
16.20 Discussie
16.30 Afsluiting / aperitief
De colloquium-bundel zal in de serie Utrecht Renaissance Studies in het najaar van 1998 verschijnen bij Amsterdam University Press.
Verdere informatie en aanmelding voor dit gratis toegankelijke colloquium bij: Harald Hendrix, Muntstraat 4, 3512 EV Utrecht, 030-2538238 / 2538242, fax 030-2538381, email: Harald.Hendrix@let.ruu.nl
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 15 Nov 1997 16:15:40 +0000
From: Marc van Oostendorp <oostendorp@rullet.leidenuniv.nl>
Subject: Col: 9711.20: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 16: 'Uit het getto'
==========================
NederNed 16: Uit het getto
==========================
Het verzamelde oorspronkelijke werk van Lejzer Zamenhof, negentiende-eeuws oogarts en amateurtaalkundige te Warschau en auteur van de eerste grammatica van het Esperanto, beslaat drie omvangrijke delen. Een briljant schrijver was hij niet, maar ik kan die boeken niet zonder ontroering lezen.
Uiteraard hebben esperantisten in de afgelopen eeuw meerdere biografieen over hun voorganger gepubliceerd, maar helaas zijn deze meestal niet leesbaar, al was het maar vanwege hun hagiografische toon. ‘Ludoviko’ — joden namen in het Russische rijk van die tijd meestal een ‘christelijke’ voornaam aan met dezelfde voorletter als hun echte naam — besteedde zijn hele leven en al zijn energie aan het lot van de mensheid, totdat zijn arme hart het in 1917 begaf omdat hij niet kon aanzien wat zijn broeders en zusters elkaar in Europa allemaal aandeden.
Zo was het natuurlijk niet. Uit zijn eigen brieven blijkt dat hij bij tijd en wijle behoorlijk koppig was, eigenwijs en argwanend, en dat hij niet snel iets uit handen gaf. Zodra er bijvoorbeeld plannen waren om te komen tot een vereniging of een andere organisatiestructuur, begon Zamenhof elke keer zeer uitgebreide plannen en statuten te bedenken. Hij vond dat die plannen altijd in hun geheel moesten worden aangenomen, anders hoefde het voor hem niet meer, maar die plannen waren vaak niet erg praktisch en vooral te hoog gegrepen, omdat ze bijvoorbeeld gebaseerd waren op de gedachte dat er honderdduizenden mensen lid zouden worden.
Interessant is de vraag wat Zamenhof eigenlijk met zijn taal wilde bereiken. Ik geloof dat zijn voornaamste inspiratie anders was dan het ‘officiele’ standpunt — dat het veel joodser was dan de meeste geleerden aannemen.
Een sleutel daarvoor ligt bij het godsdienstige project waaraan hij ook een groot aantal jaren gewerkt heef. Hij wilde een ‘neutraal-menselijke’ godsdienst beginnen die een compromis zou zijn tussen de verschillende monotheistische godsdiensten, met name het christendom en het jodendom. Uit circulaires die hij over dit project verstuurde naar joodse vrienden, blijkt dat hij daarvoor de meeste heil zag in een soort ‘verbeterd jodendom’. De dogma’s van het Christendom vond hij uiteraard onacceptabel en — zo lijkt het soms — zelfs een beetje belachelijk. Aan de andere kant dacht hij dat christenen belemmerd zouden worden in een overgang naar het jodendom door de enorm ingewikkelde leefregels die de laatste godsdienst nu eenmaal impliceert, en door het ‘erfelijke’ aspect van het jodendom. Een verbeterd soort jodendom zou al die gedetailleerde regels afschaffen en bovendien ontdaan zijn van zijn etnische afhankelijkheid.
Uit soortgelijke stukken blijkt dat zijn taalpolitieke opvattingen min of meer dezelfde waren. De joden in Oost-Europa hadden geen eigen taal — Zamenhof vond het Jiddisch vooral een soort verbasterd Duits. Ze moesten daarom altijd een taal gebruiken (Duits, Russisch, Pools) van een bevolkingsgroep die op zijn minst antisemitisch was. Het Esperanto kon zo’n eigen taal worden voor de joden in alle talen van de wereld; een taal die bovendien als voordeel had dat alle andere (Westerse) mensen hem ook makkelijk konden leren als ze deel wilden hebben aan een wereldomspannende cultuur. Als het getto de aantrekkelijkste buurt van de stad wordt, houdt het snel op een getto te zijn.
De politieke artikelen die Zamenhof hierover schreef zijn achteraf hartverscheurend. Zo beargumenteert hij ergens dat er een joodse staat moet komen op Amerikaanse grond, met het Esperanto als officiele taal. Elke andere keuze is onrealistisch en te utopisch, zegt hij. Het is ondenkbaar dat de internationale gemeenschap ooit een joodse staat op palestijnse bodem zou toestaan, en het is ook ondenkbaar dat het Hebreeuws — een dode taal die niemand meer echt spreekt en die bovendien geen woorden kent voor moderniteiten zoals de trein en de stoommachine — ooit nog als alledaagse taal kan gelden. Terwijl je in Amerika in die tijd nog gewoon land kon kopen en het Esperanto, zij het op bescheiden schaal, leefde.
Het is anders gelopen, maar dat had Zamenhof alleen kunnen voorzien als hij had geweten hoe catastrofaal de twintigste eeuw zou verlopen. Het is wel erg cynisch om iemand naief te noemen die in 1903 niet voorzag hoe het getto van Warschau er een paar decennia later uit zou zien.
Het is waar dat er van Zamenofs dromen vooralsnog weinig terecht gekomen is. In 1887, toen zijn eerste boek uitkwam, schijnt hij echt een tijdje gedacht te hebben dat hij binnen een jaar tien miljoen mensen voor zijn taal bij elkaar zou krijgen en dat de hele kwestie bij wijze van spreken aan het begin van deze eeuw geregeld zou zijn. Aan de andere kant vraag ik me wel eens af hoe ongelukkig hij eigenlijk geweest zou zijn met de huidige positie van het Engels — toch ook een soort oplossing van het wereldtaalprobleem, zij het niet de eerlijkst denkbare.
Toch bestaat de Esperantobeweging nog steeds, zijn er nog steeds enkele honderdduizenden sprekers, waaronder zelfs een paar duizend moedertaalsprekers. Er zijn talen bestudeerd die veel minder sprekers hadden. Het idee dat er een rationelere en rechtvaardigere oplossing moet zijn voor de interetnische taalproblematiek dan het botweg accepteren van de status quo is nog steeds niet verdwenen. In Nederland heeft de beweging zijn grootste bloei gekend in de jaren dertig, op de vleugelen van het pacifisme, het vegetarisme en de sociaal-democratie. Dat heeft het imago geen goed gedaan. (Veel Nederlanders denken meteen aan Werther Nieland, wiens vader een bordje met Esperanto Parolata naast de deur had hangen. Dat detail gebruikt Reve vooral om de uitzichtloze treurigheid van het milieu te illustreren.)
Het Esperanto is taalkundig om meerdere redenen interessant — hoe kan een ‘bedachte’ taal als moedertaal fungeren? hoe leren mensen zo’n taal als tweede taal? is het echt makkelijker om zo’n taal te leren? — en heeft menselijk en ideologisch een respectabele geschiedenis. Sinds kort mag ik die taal een dag per week bestuderen aan de Universiteit van Amsterdam. Daar ben ik trots op.
Marc van Oostendorp
oostendorp@rullet.leidenuniv.nl
[Noot van Ben Salemans, redacteur Neder-L: Marc van Oostendorp is op 1 november 1997 in dienst getreden als bijzonder hoogleraar Interlinguistiek en Esperanto bij de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam.]
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 8 Nov 1997 00:03:41 +0100
From: Stichting Kalander via piet.verkruijsse@let.UVA.NL
Subject: Med: 9711.21: Stichting Kalander
==================
Stichting Kalander
==================
Sinds kort functioneert de Stichting voor Cultuurhistorische Projecten Kalander, een samenwerkingsverband van circa 30 academici op het gebied van de Nederlandse cultuurgeschiedenis. De stichting stelt zich ten doel om onderwijs, projecten en publicaties op het gebied van de Nederlandse cultuurgeschiedenis te ontwikkelen en zorg te dragen voor de uitvoering en de begeleiding ervan.
Kalander biedt een gevarieerd programma van cursussen en excursies, toegankelijk voor alle geinteresseerden, op het gebied van de Nederlandse cultuurgeschiedenis, zoals literaire, (kunst)historische en boekhistorische onderwerpen. Daarnaast worden er thematische cursussen aangeboden waarin diverse invalshoeken aan bod komen en zullen cursussen en lezingenreeksen worden georganiseerd rondom actuele historische gebeurtenissen en tentoonstellingen.
Naast het onderwijs biedt Kalander diensten aan ten behoeve van diverse projecten. Tot de opdrachtgevers behoren (semi-)overheidsinstellingen (musea, bibliotheken, archieven etc.) en particuliere instellingen (veilinghuizen, antiquariaten, kunsthandels etc.). De diensten die de stichting aanbiedt, varieren van het ontwikkelen van concepten tot en met de coordinatie en uitvoering van cultuurhistorisch onderzoek.
In aansluiting op het cursusprogramma en de projecten van Kalander verzorgt de stichting ook publicaties, zowel in opdracht van particulieren, uitgeverijen, bedrijven en instellingen, als zelfstandig of in samenwerking met een uitgever. Een voorbeeld van het laatste is de uitgave van de ‘BoekAgenda 1998’ samen met uitgeverij Arcadia (zie Neder-L-artikel 9711.26).
De eigen uitgaven van Kalander vloeien voort uit concrete cursussen of projecten die door de stichting worden uitgevoerd. In samenwerking met Uitgeverij Arcadia verzorgt Kalander een cultuurhistorische uitgavenreeks waarin wetenschappelijke publicaties een plaats kunnen krijgen.
Men kan zich voor f.25,- per jaar opgeven als donateur waarna men regelmatig op de hoogte gehouden wordt van het cursusaanbod, de publicaties en de overige activiteiten van Kalander. Voor meer informatie kan men schrijven naar Kalander, Postbus 19276, 3501 DG Utrecht, tel./fax 030-2343533.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 23 Oct 1997 22:55:36 +0200
From: Loes Nas <loesnas@iafrica.com>
Subject: Sym: 9711.22: 'Call for papers' voor 3e internationaal neerlandistiek congres van 7 - 11 juli 1998 in Kaapstad
*-------------------------------------------------------------------* | | | Call for papers | | Suid-Afrikaanse Vereniging voor Neerlandistiek | | | | DERDE INTERNATIONAAL NEERLANDISTIEK CONGRES: | | Fin de Millennium | | in de Nederlandse letterkunde, taalkunde, taalbeheersing en | | culturele studies: sloten en sleutels, slotakkoorden en slotcodes | | | | Datum: 7 - 11 juli 1998 | | Plaats: Universiteit van Kaapstad | | | *-------------------------------------------------------------------*
Inschrijving
Kosten: R 200,00 voor deelnemers uit Zuid-Afrika, fl. 150,00 voor deelnemers uit Nederland en Bfr 2700 voor deelnemers uit Belgie, indien U zich voor 31 januari 1998 aanmeldt. Na 31 januari 1998 zijn deze bedragen respectievelijk R 250,00, fl. 200,00 en Bfr 3600.
U kunt zich als spreker aanmelden door de titel en een korte samenvatting (max. 200 woorden) van uw referaat (Nederlands of Afrikaans), vergezeld van een korte biografie (max. 100 woorden) te sturen aan:
Rolf Wolfswinkel (Dept. Afrikaans en Nederlands, Universiteit van Kaapstad, Rondebosch 7700, Zuid-Afrika, fax: +27.21.650 4032 of e-mail: wolf@beattie.uct.ac.za) voor bijdragen van buiten Zuid-Afrika; en Dorothea van Zyl (Dept. Afrikaans en Nederlands, Universiteit van Stellenbosch, Stellenbosch 7600, Zuid-Afrika, fax: +27.21.808 4499 of e-mail: dpvz@maties.sun.ac.za) voor bijdragen van binnen Zuid-Afrika. De inzendtermijn voor aanmelding van referaten sluit op 30 april 1998.
Verblijf
Er zijn twee mogelijkheden:
a) U reserveert zelf accomodatie in Kaapstad. Bij het Breakwater Lodge Hotel aan de Waterfront (tel: +27.21.406 1911; fax: +27.21.406 1070 onder vermelding van ‘Netherlandic Studies Conference’) is hiertoe een aantal kamers besproken. Prijzen varieren van R163 – R340 per nacht excl. ontbijt voor een tweepersoons kamer. Daarnaast is er in Kaapstad een groot aantal guesthouses, middenklasse- en vijfsterren hotels (bij aanmelding zal een lijst van adressen worden toegezonden). Alleen van de Breakwater Lodge wordt (gratis) vervoer geregeld naar de plaats van de conferentie (Upper Campus van de Universiteit van Kaapstad).
b) U neemt contact op met Rolf Wolfswinkel (adres zie boven) over verblijf in een studentenflat op de campus van de universiteit. Vanzelfsprekend zijn deze minder comfortabel dan de hotels, maar aanzienlijk goedkoper (R112 per persoon per dag, incl. ontbijt). De flats bevinden zich op loopafstand van de Upper Campus. Er is een groot aantal flats gereserveerd, van de dinsdag voor de conferentie tot en met zondagmorgen na de conferentie.
Maaltijden
Bij het inschrijfgeld zit een (warme) lunch op woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag inbegrepen. De avonden zullen veelal met recepties gepaard gaan. Voor degenen die daarna hun honger nog niet gestild hebben, biedt Kaapstad een ruim aanbod van restaurants.
Voor- en naprogramma
Op de maandag en dinsdag na de conferentie vindt aan de Universiteit van Kaapstad een mini-congres plaats over ‘De helende functie van literatuur bij oorlogstraumas: Nederlandse oorlogsliteratuur en Zuid-Afrikaanse grenservaringen.’
Indien u belangstelling heeft voor deelname aan dit congres, kunt u zich aanmelden bij Rolf Wolfswinkel.
Indien u een referaat over dit thema wilt leveren, dient u ook hiervan een korte samenvatting mee te sturen. Nadere mededelingen over dit congres volgen nog.
Congres-excursies
Bij voldoende belangstelling wordt een literaire reis met dr John Kannemeyer als gids voorafgaande aan het congres georganiseerd; verder staan een excursie naar het zuidelijkste puntje van het Kaapse schiereiland, een bezoek aan een wijnboerderij op zondag 12 juli en een tocht naar Robbeneiland op het programma. Ook hierover meer in de tweede aankondiging.
Registratie-formulier:
Naam:
Titel:
Universiteit:
Adres:
Telefoon:
Fax:
E-mail:
Titel van referaat:
Categorie: letterkunde
taalkunde
taalbeheersing
culturele studies
Korte samenvatting en biografische gegevens gaarne op apart A4-tje. Geef svp ook aan of u een overhead-projector of andere technische hulpmiddelen bij uw referaat nodig heeft.
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 17 Nov 1997 10:55:19 +0000 (MET-1DST)
From: Rietje van Vliet <M.van.Vliet@PROFIELEN.HRO.NL>
Subject: Lit: 9711.23: Pas verschenen: Geconfineert voor altoos.
Het proces-Weyerman
=============================================================
Pas verschenen: Geconfineert voor altoos. Het proces-Weyerman
=============================================================
Geconfineert voor altoos. Het proces-Weyerman.
Editie Karel Bostoen en Andre Hanou. ISBN 90-75179-11-1.
Duivelshoekreeks 7. Prijs fl. 34,95 (excl. verzendkosten)
In 1739 wordt de op dat moment ’t meest beruchte schrijver en journalist van Nederland, Jacob Campo Weyerman (1677-1747), tot levenslang veroordeeld. Hij was al 61 jaar oud. Hij zal tot zijn dood op zijn 70-ste jaar verblijven in de Haagse Gevangenpoort. Schrijven doet lijden.
Levenslang voor schrijvers is nogal iets bijzonders. De reden was nu eens niet de religieuze overtuiging van de auteur: Campo had weinig overtuigingen. Maar Campo had te lang, tientallen jaren, Nederland de waarheid gezegd; en bovendien in recenter tijd de onaangename gewoonte aangenomen, particulieren te dreigen met publicatie van smakelijke details uit hun leven. Men diende dat te voorkomen door een genereuze financiele bijdrage aan het fonds-Weyerman. Daarnaast waren de rechters niet enthousiast over Weyermans partijkiezen in een machtsstrijd in de top van de VOC. Ook hier speelden morele factoren een rol.
De autoriteiten, die in de jaren dertig van de achttiende eeuw probeerden het vermeende verval van de Nederlandse zeden te keren, achtten Weyerman een uitstekend voorbeeld om den volke te demonstreren dat ondeugd niet loont. Weyermans beroep op de vrijheid van drukpers wordt niet gehonoreerd.
In deze uitgave vindt men de letterlijke tekst van de stukken behorend bij dit geruchtmakende proces. Tevens Weyermans autobiografie, waarin een aantal sterke verhalen uit zijn leven als schilder.
Een boek, van belang voor literatuur, geschiedenis en rechtsgeschiedenis.
Uitgeverij Astraea
Zoeterwoudsesingel 69, 2313 EL Leiden, The Netherlands
fax/telefoon (071) 512 83 61
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 11 Nov 1997 13:31:47 GMT
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
Subject: Col: 9711.24: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XLI: 'Besmetting bij tussenlanding'
============================================================
Linguistisch Miniatuurtje XLI: ‘Besmetting bij tussenlanding’
============================================================
Een van de aardigste eigenschappen van de moderne theoretische taalkunde is de ruime aandacht voor irreeel taalgebruik. Discussies tussen beoefenaren van deze wetenschappelijke discipline stijgen vaak verbazend snel tot etherische hoogten, waar de subtiele nuance tussen “kan wel, maar zou ik niet zeggen” en “kan eigenlijk niet, maar komt wel voor dacht ik” notationeel weergegeven kan worden met een of meer vraagtekentjes, al dan niet voorafgegaan door een sterretje. Mooi werk is dat. Alleen voor de fijnproevers, dat wel, maar een verademing in deze utilitaristische maatschappij waarin alles altijd meteen ergens goed voor moet zijn.
Boze tongen beweren soms naar aanleiding van deze omstandigheid dat de term “theoretisch” in “theoretische taalkunde” eerder slaat op het virtuele karakter van het object van deze wetenschap, dan op het streven om een verklarend model te ontwikkelen dat dient om daadwerkelijke feiten te verantwoorden.
Al deze kritische kanttekeningen ten spijt heb ik echter in het verleden vaak moeten ervaren dat een zorgvuldige analyse van op het eerste gezicht volslagen onwaarschijnlijke zinnen mij uiteindelijk een groter inzicht in de verschijnselen heeft geboden dan het telkens maar weer de eenvoudige gevallen de revue te laten passeren. Deze laatste strategie leidt al gauw tot een herhaling van zetten, of, nog erger, tot een patstelling in het onderzoek.
Ondertussen is het natuurlijk evident dat het volgen van de andere strategie enige goedwillendheid vooronderstelt. Het bij voorbaat uitroepen van “ja maar, dat kun je helemaal niet ZEGGEN!” maakt iedere discussie onmogelijk. De grondhouding voor een vruchtbare tweespraak is de gedachte dat je eigenlijk alles kunt zeggen, maar dat het een wat beter is dan het ander.
Tijd voor een voorbeeld. In het Nederlands kennen we de zogeheten “voorlopige” zinsdelen: het voorlopig onderwerp, het voorlopig lijdend voorwerp en het voorlopig voorzetselvoorwerp (voorbeelden beneden). Daarnaast kent het Nederlands de mogelijkheid om uit voorwerpszinnen elementen te extraheren naar de eerste zinsplaats. Het aardige is nu, dat deze twee constructies onverenigbaar lijken. Als je een voorlopig zinsdeel hebt, kunnen uit de bijzin geen extracties gedaan worden. Ik geef een voorbeeld met een voorlopig lijdend voorwerp. Prima is: “welk boek dacht je dat je moest lezen?” maar slecht is: *”Welk boek haatte je het dat je moest lezen?”. Laatste zin wordt wel een beetje beter zonder “het”, maar blijft rottig.
Nou is “haten” een werkwoord dat normaliter verplicht een voorlopig lijdend voorwerp heeft. Bij een werkwoord dat kan kiezen blijkt de variant zonder “het” bij extractie vrijwel prima, maar met “het” blijft slecht: “welk boek betreurde je (het) dat je moest lezen?”.
Bij onderwerpszinnen zijn de zinnen over het algemeen slechter, maar het patroon is hetzelfde: “welk boek is duidelijk dat we moeten lezen” is wel gek, maar beter dan “welk boek is het duidelijk dat we moeten lezen”. Bij predikaten die per se “het” als voorlopig onderwerp willen zijn beide gevallen slecht, en maar een beetje verschillend: “welke vrucht is (het) gezond dat we eten?”.
Nu de voorlopige voorzetselvoorwerpen: “welke boeken reken je erop dat we moeten lezen” is slecht. “Welke boeken reken je op dat we moeten lezen?” is niet veel beter. Nou moet “rekenen” per se dat voorlopige voorzetselvoorwerp hebben. Bij “schrikken” is het optioneel: “welke boeken schrok je ervan dat je moest lezen?” is dan ook slecht, “welke boeken schrok je van dat je moest lezen?” eigenlijk ook. Helaas is ook “welke boeken schrok je dat je moest lezen?” maar marginaal beter.
Een eigenaardige variant is nu: “waar schrok je van dat je moest lezen?”. Echt waanzinnig slecht kun je deze zin niet noemen, hij lijkt in ieder geval beter dan de variant met “ervan”. Maar hoe kan dat? Het lijkt wel of het object uit de bijzin (“wat”) bij extractie “besmet” wordt door de prepositie “van” en daardoor de er-vorm gaat aannemen.
Als dit zo is, dan moet de constructie nog beter worden als het te extraheren element in z’n oorspronkelijke positie al een er-vorm heeft. Eens even kijken: “waar schrok je van dat je over moest praten?” Hm, niet zo gek, toch?
Wat een wonderlijke constructie hebben we hier: extractie van een er-woord uit een voorzetselvoorwerpszin is goed, terwijl het voorzetsel uit de matrixzin nog aanwezig blijft. Opvallend is dat dit verschijnsel niet verklaard kan worden uit een algeheel liberale houding ten aanzien van extractie van er-woorden. Bij objectzinnen of subjectzinnen waar normaliter geen extractie mogelijk is, leveren er-woorden geen beter resultaat op: “waar haat je het dat we over praten?” is bar slecht, en “waar is het gezond dat we ons vol mee stoppen?” kan ook niet echt door de beugel. Sterker nog: “waar schrik je dat we over praten?” is zelfs slechter dan “waar schrik je van dat we over praten?”.
Hoewel marginaal, lijken de patronen in deze observaties stabiel. Als dat zo is, dan suggereren ze sterk dat de analyse van voorlopige voorzetselvoorwerpen een positie moet bevatten waar ofwel het woordje “er” moet staan, ofwel een geextraheerd element uit de bijzin gepasseerd moet zijn. In technische termen betekent dit een non-argumentpositie die de bijzin c-commandeert. Bij tussenlanding krijg je een soort “herbevestiging” van de vorm. Zijn beide vormen hetzelfde (R-vorm), dan is alles OK. Zijn ze verschillend, dan genereren we weerzin tegen deze passage. Deze suggestie is overigens in tegenspraak met de geldende analyse, waar het voorlopige zinsdeel zelf het voorzetselvoorwerp is, en de bijzin een adjunct.
Bestaat er meer evidentie voor deze “tussenlanding-analyse”? Misschien wel. Neem de zinnen: “hij denk ik dat gekozen zal worden” en “hem denk ik dat ze zullen kiezen”. Beetje gek, maar vooruit. Nu deze: “hij betreur ik dat gekozen zal worden” en “hem betreur ik dat ze zullen kiezen”. Groter verschil? Dan komt dat omdat het geextraheerde element de objectpositie van “het” passeert. Waar niet-nominatieve naamval zit.
Zijn deze feiten te zeer drijfzand om een fatsoenlijke analyse op te baseren? Uiteraard. Maar als we een theorie kunnen ontwikkelen die de eenvoudige feiten net zo goed kan verantwoorden als de bestaande, maar die ook nog eens deze twijfelachtige gevallen kan verklaren, dan hebben we dacht ik wel een betere theorie.
Peter-Arno Coppen
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 18 Nov 1997 17:03:13 +0100 (MET)
From: Els Elffers <Els.Elffers@let.uva.nl>
Subject: Sym: 9711.25: 1998 Henry Sweet Society Colloquium, Amsterdam, 16 - 19 September 1998
======================================================================
1998 Henry Sweet Society Colloquium, Amsterdam, 16 – 19 September 1998
======================================================================
The 1998 Henry Sweet Society Colloquium will be held from Wednesday 16 September to Saturday 19 September in Amsterdam. This will be the first time the Colloquium has ventured outside England and the Dutch members of the Society of various university affiliations are combining efforts to ensure that this Colloquium will be a particularly enjoyable one.
Amsterdam, with its distinguished history of linguistics publishers from the seventeenth century to today, seemed eminently suitable as the centre most easily accessible to members both on the Continent and in Britain.
The exact location of the sessions will be determined by the number of participants, but options have been taken on a number of places at the University of Amsterdam, the Free University and in the City of Amsterdam itself.
Papers are invited on any aspect of the history of linguistics. They will typically be of 20 minutes duration with 10 minutes for discussion. We would like to make abstracts available to participants at the Colloquium and these should be sent to Robin Smith at the address below by the 31st January 1998. Abstracts should be no longer than 300 words and may be submitted on paper and/or electronically. Please check that your submission is acknowledged.
Dr Robin Smith
Vakgroep Engels
Rijksuniversiteit Leiden
Postbus 9515
2300 RA Leiden
The Netherlands
Tel: 071 5272151; Fax: 071 5272615; e-mail: rdsmith@rullet.leidenuniv.nl
To express interest, or for further information, please feel free to contact any member of the organising committee: Els Elffers-van Ketel, Jaap Maat, Jan Noordegraaf, Els Ruijsendaal, Robin Smith.
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 8 Nov 1997 00:03:41 +0100
From: Stichting Kalander via piet.verkruijsse@let.UVA.NL
Subject: Lit: 9711.26: Pas verschenen: Boekagenda 1998
================================================================
Pas verschenen: Boekagenda 1998
================================================================
BoekAgenda 1998. Agenda voor de boekenliefhebber in Nederland en Vlaanderen. O.r.v. Henk Borst en Vibeke Roeper. Haarlem: Uitgeverij Arcadia, Leiden: Kalander, 1997. 192 blz.; ills.
Bij Uitgeverij Arcadia en de Stichting voor Cultuurhistorische Projecten Kalander verscheen de eerste ‘BoekAgenda’, de informatieve zakagenda voor de boekenliefhebber in Nederland en Belgie.
De ‘BoekAgenda’ (10×16 cm, genaaid gebrocheerd met omslag in twee kleuren) is in de eerste plaats een ‘gewone’ weekagenda met ruimte voor persoonlijke gegevens, aantekeningen en afspraken – kortom alles wat in een agenda thuishoort. Maar de agenda biedt meer: op de desbetreffende data zijn actuele gegevens opgenomen over beurzen, veilingen, tentoonstellingen en andere evenementen op boekengebied. Verspreid over het jaar geven twaalf korte artikelen achtergronden bij uiteenlopende boekhistorische onderwerpen.
Na de weekagenda met de artikelen volgt in de ‘BoekAgenda’ de Almanak waarin handige informatie voor de boekenliefhebber is opgenomen. De eindredactie over de agenda is gevoerd door publicist en boekhistoricus Henk Borst en uitgever Vibeke Roeper. De ‘BoekAgenda’ is voor f.19,50 verkrijgbaar in de goede boekhandel of bij Uitgeverij Arcadia, Ceramstraat 7, 2022 BK Haarlem, 023-5259857, fax 023-5259784.
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 20 Nov 1997 23:24:20 +0100
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.uva.nl>
Subject: Sym: 9711.27: Symposium Huizinga Instituut 'Van vorming tot vak. 200 jaar onderwijs in de Nederlandse letterkunde' op 12 december in Amsterdam
*--------------------------------------------------------*
| VAN VORMING TOT VAK |
| 200 jaar onderwijs in de Nederlandse letterkunde |
| |
| Symposium Huizinga Instituut |
| vrijdag 12 december 1997 |
*--------------------------------------------------------*
Op vrijdag 12 december 1997 organiseert het Huizinga Instituut het symposium Van Vorming tot Vak in het Universiteitsmuseum De Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam. Hiermee wordt het feit herdacht dat in het najaar van 1797 Matthijs Siegenbeek de oratie hield waarmee hij het ambt van bijzonder hoogleraar aan de Leidse universiteit aanvaardde.
Met zijn benoeming als ‘professor eloquentiae hollandicae extraordinarius’ werd een institutionele basis gelegd voor het onderwijs in het vak Nederlands. Kort na de Franse tijd zouden aan alle universiteiten in het Koninkrijk vergelijkbare leerstoelen worden ingesteld. Het lijkt zinvol om onder auspicien van het Huizinga Instituut, en in het bijzonder van het themagebied ‘Infrastructuur van het culturele leven’, Siegenbeeks benoeming aan te grijpen voor een terugblik op de tamelijk bewogen historie van het vak Nederlands.
Dit symposium zal specifiek toegespitst zijn op de geschiedenis van het literatuuronderwijs, zoals dat gegeven werd aan de universiteit en aan het voortgezet onderwijs. Als schoolvak werd Nederlandse taal- en letterkunde, zoals bekend, pas geinstitutionaliseerd met de inrichting van de HBS in 1863. Het symposium heeft een verkennend karakter en is bedoeld voor vakgenoten die geinteresseerd zijn in het wel en wee van het onderwijs in de Nederlandse letterkunde in de afgelopen twee eeuwen.
Het programma is als volgt:
10.00-10..30 Ontvangst met koffie
10.30-11.00 George Vis (UvA): Matthijs Siegenbeek en het universitaire onderwijs in de Nederlandse letterkunde
11.00-11.30 Joost Kloek (UU): ‘Niet als een bepaald vak van onderwijs’. Het schoolonderwijs in de Nederlandse letterkunde voor het schoolonderwijs in de Nederlandse letterkunde
11.30-12.00 Dick van Halsema (VU): Tussen Jonckbloet en Verweij: de revolutie van Tachtig gespiegeld in onze literatuurgeschiedschrijving
12.00-12.30 Discussie
12.30-13.30 Lunchpauze
13.30-14.00 Rudolf Geel (UvA): ‘Het taalgevoel moet geuren als een roos’. Literatuuronderwijs vanaf 1890 tot aan de jaren ’40
14.00-14.30 Eddy Grootes (UvA): Een uitdijend heelal. De universitaire literatuurstudie na 1940
14.30-15.00 Gerard de Vriend (UvA): Spelbederf in de arena. Nederlandse letterkunde in het voortgezet onderwijs na 1945
15.00-15.30 Discussie
15.30-16.00 Wim Gerritsen (UU): Slotbeschouwing
16.00-17. Afsluitende borrel.
Nadere inlichtingen en aanmelding: Paul Koopman, Huizinga Instituut, Spuistraat 134, 1012 VB Amsterdam, 020-5254433, e-mail: paul.koopman@let.uva.nl.
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 23 Nov 1997 15:07:03 +0100 (MET)
From: Wim Klooster <Wim.Klooster@let.uva.nl>
Subject: Sym: 9711.28: Programma Amsterdams colloquium Nederlandse taalkunde, 10 - 11 december 1997 (vervolg op Neder-L-artikel 9710.11)
*--------------------------------------------------------*
| |
| AMSTERDAMS COLLOQUIUM NEDERLANDSE TAALKUNDE |
| |
| woensdag 10 december 1997, van 14.00 tot 17.00 uur |
| (na afloop: een glaasje) |
| |
| donderdag 11 december 1997, van 10.00 tot 13.00 uur |
| ('s avonds promotiefeest Marja Clement) |
| |
| Plaats: Bethanienklooster, |
| Barndesteeg 4A (bij Nieuwmarkt), Amsterdam |
| |
*--------------------------------------------------------*
De vakgroep Nederlandse Taalkunde – er is/was er maar een in Nederland – ging in 1997 haar 25e en laatste jaar in. Per 1 november is ze een “leerstoelgroep” geworden.
Veranderingen en bezuinigingen in het universitaire onderwijs hebben de groep Nederlandse taalkundigen op den duur wel kleiner, maar niet klein gekregen. Om dit te laten zien organiseert zij op bovengenoemde data een Colloquium, dat wordt omlijst door twee promoties in de vakgroep: Karin Robbers (10 december, 11.00 uur) en Marja Clement (11 december, 15.00 uur), beide in de Oude Lutherse Kerk, Singel 411, hoek Spui.
Reden om te spreken van een festival van de Nederlandse Taalkunde. Het thema, ‘het belang van de Nederlandse Taalkunde (en aanverwante gebieden)’, is breed, om de sprekers, op twee buitenlandse deelnemers na, direct gelieerd of gelieerd geweest aan de vakgroep, alle ruimte te geven: het mocht gaan over het Afrikaans en al wat gesproken wordt of werd binnen Nederland en Vlaanderen, alsmede de geschiedenis van de studie daarvan.
ALLE BELANGSTELLENDEN, STUDENTEN, VAKGENOTEN, NIET-NEERLANDICI, ZIJN VAN HARTE WELKOM!
PROGRAMMA:
Woensdag 10 december, 11.00 uur:
Promotie Karin Robbers, Non-finite verbal complements in Afrikaans
Woensdag 10 december, vanaf 14.00 uur:
(Alle lezingen duren een half uur, inclusief discussie)
- Kees van Dijk, Van galaubjan tot gevaen
(‘Het prefix ge- in het Middelnederlands’) - Els Elffers, ‘Centraal en marginaal: Jan te Winkel als grammaticus’
- Hans Broekhuis & Wim Klooster, *Jan is niet over ook maar iemand tevreden
(‘Zinsnegatie: negatieve woorden en negatief polaire uitdrukkingen’) - Mark de Vries, Over zichzelf vertelde hij niets dan goeds
(‘Anafoorbinding tijdens de afleiding van een zin’) - Frans Zwarts, “[Wolkers] behoort tot de selecte groep van conservatieve ooit-gebruikers.”
(‘Linguistische tendenzen in het proza van Jan Wolkers’)
Donderdag 11 december, vanaf 10.00 uur:
- Geert Booij, Gedachtes/gedachten, het gro(o)t(e) offensief, caterers en verbeteraars
(‘Prosodische output constraints in de morfologie van het Nederlands’) - Hans den Besten, dat hy dit kon gedoen het/*gedoen kon het
(‘Participia’) - Liliane Haegeman, da Valere dienen boek nie en-oa willen lezen
(‘De distributie van het negatieve morfeem in het West-Vlaams’) - Joop van der Horst, ‘Over de geschiedenis van de Nederlandse hulpwerkwoorden’
- Fritz Ponelis, Ons gaan for a walk met ’n paar girls, wat baia nice kan gesels
(‘Afrikaans-Engelse codeswitching in context’)
donderdag 11 december, 15.00 uur:
Promotie Marja Clement, Josepha Mendels, taal en tijd
+------------------------------------------------+ |informatie: J.Stroop@mail.uva.nl of 075-6172623 | | of: Wim.Klooster@let.uva.nl | +------------------------------------------------+
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Gopher-toegang tot Neder-L: alle oude en nieuwe Neder-L-bulletins zijn | | via Gopher in te zien op gopher.nic.surfnet.nl, in de directory | | SURFnet informatie/LISTSERV archieven (nic.surfnet.nl)/NEDER-L | | Algemene URL, voor direct contact vanuit Internet/Gopher/WWW: | | http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | of: | | gopher://hearn.nic.surfnet.nl:70/11/1.%20LISTSERVs%20public | | %20archives%20on%20hearn.nic.surfnet.nl/Neder-L | | (Geen spatie tussen "20public" en "%20archives" plaatsen.) | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@let.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@let.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl (voor | | neerlandistiek op het Web), of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9711.b --------------------------*
Laat een reactie achter