Subject: | Neder-L, no. 9712.b |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Fri, 19 Dec 1997 01:37:39 +0100 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Zesde-jaargang----------- Neder-L, no. 9712.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Red: 9712.17: Listserv-archieven van e-mailversies van Neder-L nu | | bereikbaar via Web | | (2) Art: 9712.18: Ries Agterberg, Hoe weerloos is het boek in de vrije | | markt? Verslag van een rondetafelgesprek in Leiden | | (3) Lit: 9712.19: Nieuw: M.C. van den Toorn (e.a..), Geschiedenis van | | de Nederlandse taal | | (4) Lit: 9712.20: Nieuw: Jos van Waterschoot, Hooggeleerde exlibris | | (5) Col: 9712.21: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XLII: Het | | leukste miniatuurtje ooit | | (6) Lit: 9712.22: Pas verschenen: G.J. van Bork & N. Laan (red.), Twee | | eeuwen literatuurgeschiedenis 1800-2000. Poeticale | | opvattingen in de Nederlandse literatuur. 2e dr. | | Amsterdam 1997 | | (7) Web: 9712.23: Vertalingen gewenst van Arjen Duinkers gedicht De | | steen bloeit | | (8) Lit: 9712.24: Nieuw: W. van Anrooij, Helden van weleer - De Negen | | Besten in de Nederlanden (1300-1700) | | (9) Lit: 9712.25: Nieuw: R. Schenkeveld-van der Dussen, e.a. (ed.), Met | | en zonder lauwerkrans - Schrijvende vrouwen uit de | | vroegmoderne tijd 1550-1850; van Anna Bijns tot | | Elise van Calcar | |(10) Col: 9712.26: Column Willem Kuiper, no. 36: Heb je al gehoord van | | de zeven, de zeven? | |(11) Med: 9712.27: Lezing 'Tongeren, het land van de Tungri, Kelten en | | Germanen' door dr. Robert Nouwen op 16 januari 1998 | | te Brussel | |(12) Lit: 9712.28: Nieuw: A. Komter (ed.), Het geschenk - Over de | | verschillende betekenissen van geven | |(13) Lit: 9712.29: Nieuw: Karel en Elegast, Samengesteld door Hubert | | Slings; dl. 1 in serie Tekst in Context | |(14) Lit: 9712.30: Pas verschenen: Bernt Luger. Wie las wat in de | | negentiende eeuw? | |(15) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 17 Dec 1997 19:24:48
From: Ben Salemans <salemans@baserv.uci.kun.nl>
Subject: Red: 9712.17: Listserv-archieven van e-mailversies van Neder-L nu bereikbaar via Web
======================================================================
Listserv-archieven van e-mailversies van Neder-L nu bereikbaar via Web
======================================================================
Sinds 1 december 1997 zijn de nummers van Neder-L niet langer meer toegankelijk via Gopher. De oude, ongemakkelijke, URL van de Gopher-archieven was:
gopher://hearn.nic.surfnet.nl:70/11/1.%20LISTSERVs%20public%20archives%20on%20hearn.nic.surfnet.nl/Neder-L
Op de genoemde datum verving SURFnet bv de Gopher-archieven door meer bijdetijdse WWW-listserv-archieven. Als u een e-mailversie van Neder-L nog een keer wilt bekijken, zult u voortaan met uw Web-browser naar de nieuwe Internetplek/URL moeten gaan:
http://listserv.surfnet.nl/scripts/wa.exe?S1=neder-l
Belangrijk voordeel van de nieuwe Web-archieven is dat u de e-mailversies van Neder-L op trefwoord kunt doorzoeken. Heel handig. Probeer het maar eens uit.
U kunt ook de archieven van andere distributielijsten of elektronische tijdschriften bij SURFnet bekijken via URL:
http://listserv.surfnet.nl/archives/
De vervanging van de Gopher-archieven door de WWW-archieven was abrupt: ze werd pas in de laatste week van november aangekondigd. Aanvankelijk was het de bedoeling van SURFnet bv om die archieven alleen beschikbaar te stellen aan SURFnet-gebruikers, zeg maar: computergebruikers van universiteiten, hogescholen, academische ziekenhuizen in Nederland. Dat was ongunstig voor veel Neder-L-lezers in Nederland (bijv. die van Planet Internet en World Access) en daarbuiten. Onmiddellijk heeft de redactie van Neder-L, samen met o.a. de redactie van Nedbib-L, tegen de beperkte toegang tot de web-archieven geprotesteerd. Met succes. Op 15 november liet SURFnet bv weten dat de archieven voortaan toegankelijk zijn voor de gehele, wereldwijde Internet-gemeenschap.
De Listserv-archieven van SURFnet betreffen de e-mailversies van Neder-L. De web-versies die wijzelf produceren, blijven onveranderd wereldwijd toegankelijk via URL:
http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/
De URL van ons eigen archief op de web-versies is eveneens ongewijzigd:
http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/archief.html
De Neder-L-redactie.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 17 Dec 1997 11:21:18 +0100
From: Ries Agterberg via piet.verkruijsse@let.uva.nl
Subject: Art: 9712.18: Ries Agterberg, Hoe weerloos is het boek in de vrije markt? Verslag van een rondetafelgesprek in Leiden
===========================================
HOE WEERLOOS IS HET BOEK IN DE VRIJE MARKT?
Verslag van een rondetafelgesprek in Leiden
===========================================
Wie in Nederland een boek koopt, hoeft niet langs verschillende winkels om de prijs te vergelijken. Elk boek heeft een vaste prijs. Al jaren is over deze kwestie een discussie gaande. Veel economen vinden dit principe indruisen tegen de regels van de vrije concurrentie. Ze zien het als een soort subsidie waarbij de prijs van moeilijk verkoopbare boeken kunstmatig laag gehouden wordt. Zo zou de elite die zo graag deze boeken leest, de kosten afwentelen op de massa. Aan de andere kant wordt gezegd dat de vaste boekenprijs een zegen is voor de literatuur. Wanneer supermarkten bestsellers voor een lagere prijs zouden mogen verkopen, verliezen de gewone boekhandels klanten. Ze kunnen hun hoofd niet meer boven water houden en de minder gemakkelijk verkoopbare boeken, in de discussies meestal aangeduid als ‘de dichtbundel’, zal nergens meer te koop liggen of tegen een absurd hoge prijs.
De werkgroep Boekwetenschap van de Leidse universiteit organiseerde in het najaar een rondetafelbijeenkomst waarbij enkele deskundigen waren uitgenodigd om over dit onderwerp te debatteren. Niet dat er een actuele aanleiding is. Zojuist hebben de overheid, de uitgevers en de boekhandelaren afgesproken die vaste boekenprijs tot 2004 te handhaven. Die afspraak maakt het aantrekkelijk om eens wezenlijk op dit thema in te gaan, dacht men bij de werkgroep. Even leek het erop dat de discussie vrij saai zou worden. Wie kan er nou tegen bescherming van het boek zijn?
De Engelse uitgever John Calder hield een gloedvol betoog vol retoriek waarin hij stelde dat voor Engeland het afschaffen van de vaste boekenprijs een ramp is. Als een laatste der Mohikanen vocht hij de maatregel tot in de rechtszaal aan. Tot nu toe zonder succes. Ook in Frankrijk en Zweden is volgens Calder aangetoond hoe slecht het loslaten van de boekenprijs is. ‘Veertig procent van de mensen bepaalt de keuze van het boek pas nadat ze in de boekhandel hebben rondgesnuffeld. Dat is een soort extra service die verdwijnt’, aldus Calder. ‘Wie houdt van een geciviliseerde samenleving, moet de vaste boekenprijs handhaven.’
Die mening vond geen gehoor bij Arjo Klamer, hoogleraar kunst en economie uit Rotterdam. ‘De waarde van het boek is weerloos in de vrije markt’, meende hij. Het is oneigenlijk om iets meetbaars (de prijs van het boek) te koppelen aan iets onzeggenlijks (de liefde voor de cultuur). Daarom moet die koppeling er niet zijn. Een boekhandel voor liefhebbers moet drijven op giften. ‘Put your money where your mouth is’, stelde Klamer.
Laurens van Krevelen, directeur van uitgeverij Meulenhoff en voorzitter van de Koninklijke Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, vond dit maar een naief standpunt. ‘Er is een verschil tussen de praktijk en de ideologie. De praktijk leert dat de vaste boekenprijs goed werkt. In Frankrijk en Zweden is aangetoond hoe slecht het loslaten ervan is. De Zweedse overheid moest de eigen literatuur extra gaan subsidieren omdat er anders niets van over zou blijven. Bovendien blijkt uit een onderzoek dat 65 procent van de Nederlanders het wel prettig vindt dat ze niet allerlei winkels afhoeven op zoek naar het goedkoopste exemplaar.’
De Amsterdamse econoom prof. dr. P. Uitermark had geen boodschap aan de buitenlandse voorbeelden. ‘Ik zie de zegeningen van de vaste boekenprijs niet’, zei hij, ‘op dit moment is het assortiment in de Nederlandse boekhandels hartstikke slecht. Dat neem ik waar. Het loslaten van de vaste boekenprijs zal geen nadelige gevolgen hebben. De boeken zullen eerder goedkoper worden. En dan heb ik het er wel voor over om verschillende boekhandels langs te lopen.’
Een jonge uitgeefster uit de zaal vreesde dat zij door het loslaten van de vaste boekenprijs haar boeken niet zou kwijt kunnen. ‘Hoe moet ik dat dan aanpakken?’, vroeg ze met een gevoel voor dramatiek. Klamer beaamde het probleem. Volgens hem had dit echter niets met de vaste boekenprijs te maken. ‘Ik denk dat jonge uitgevers naar alternatieven moeten zoeken. Ze kunnen gebruik maken van nieuwe technologieen zoals internet of hun boeken in kleinere oplagen verspreiden.’ De trotse Engelse uitgever Calder schudde teneergeslagen het hoofd. ‘De vaste boekenprijs ondersteunt de beginnende uitgever. Die steun is nodig. Toen ik als eerste schrijver Samuel Beckett introduceerde, kende niemand hem. Door de jaren heen heb ik een reputatie opgebouwd. De Nobelprijs voor Beckett in 1969 betekende een doorbraak. Nu heb ik 18 nobelprijswinnaars in mijn fonds waarvan 3 nobelprijswinnaars van de vrede. Dat lukte alleen dankzij de steun van de vaste boekenprijs.’
Ries Agterberg
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 11 Dec 1997 17:24:48 +0100
From: Rita Snaddon <ritas@bs20.bs.uva.nl>
Subject: Lit: 9712.19: Nieuw: M.C. van den Toorn (e.a.), Geschiedenis van de Nederlandse taal
======================================================================
M.C. van den Toorn, W.J.J. Pijnenburg, J.A. van Leuvensteijn, J.M. van der Horst
Geschiedenis van de Nederlandse taal
======================================================================
De geschiedenis van het Nederlands is onlosmakelijk verbonden met het ontstaan van het Nederlandse volk en een Nederlandse staat. Deze geschiedenis wordt in dit standaardwerk systematisch beschreven vanaf de vroege Middeleeuwen tot nu.
Lang bestond er een grote taalvarieteit in de Lage Landen, maar vanaf de 16e eeuw ontstond er bij de culturele en maatschappelijke bovenlaag van de bevolking, met name bij schrijvers, vertalers, drukkers en uitgevers, behoefte aan een standaardtaal. Taalkundigen lieten zich niet onbetuigd en cultiveerden het Nederlands naar Latijns model. In de loop van de zeventiende eeuw ontstond hierdoor een steeds grotere kloof tussen spreek- en schrijftaal, die pas in onze eeuw weer enigszins overbrugd werd door het toenemende verzet uit onderwijskringen tegen de schrijftaalnorm. Tot op de dag van vandaag is er echter geen homogeniteit en is Standaardnederlands alleen in de spelling uniform.
Dit monumentale overzichtswerk biedt een schat aan informatie voor de taalliefhebber. Het belicht de invloed van de belangrijkste externe factoren op het ontstaan en de ontwikkeling van de standaardvarieteit in Nederland en Belgie. Het beschrijft de ontwikkeling op de terreinen van de fonologie, morfologie, syntaxis en lexicologie en geeft inzicht in de relatie tussen verschillende varieteiten. Het boek beslaat de periode vanaf het Oudnederlands tot het Nederlands van nu en besteedt ook aandacht aan het Afrikaans.
M.C. van den Toorn was werkzaam bij de Katholieke Universiteit van Nijmegen, W.J.J. van Pijnenberg is verbonden aan het Instituut voor Nederlandse Lexicologie te Leiden, J.A. van Leuvensteijn aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en de Gaspar Karoli Universiteit te Boedapest en J.M. van den Horst aan de Katholieke Universiteit van Leuven.
- Verschijnt 9 december 1997 * gebonden * 697 pagina’s * fl. 99,50
- ISBN 90 5356 234 6
Voor meer informatie of een recensie-exemplaar kunt u contact opnemen met Francoise Kraaijenzank of Rita Snaddon, tel.: 020-4200050
Recensies of besprekingen zien wij graag in tweevoud tegemoet.
Onze Internet-site: http://www.uva.nl/aup/aup.html
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 11 Dec 1997 17:24:48 +0100
From: Rita Snaddon <ritas@bs20.bs.uva.nl>
Subject: Lit: 9712.20: Nieuw: Jos van Waterschoot, Hooggeleerde exlibris
=====================
Jos van Waterschoot
Hooggeleerde exlibris
=====================
Al kort na de uitvinding van de boekdrukkunst ontstond ook het eerste exlibris, vervaardigd door niemand minder dan Albrecht Duerer. Het exlibris had aanvankelijk vooral een praktische functie: het liet zien wie de rechtmatige eigenaar van het boek was. In de loop der tijd wordt het echter een middel om de sociale status kracht bij te zetten. In de negentiende eeuw krijgt het artistieke aspect steeds meer de overhand en onder invloed van de Nieuwe Kunst-beweging (Jugendstil en Art Nouveau) en allerlei nieuwe grafische technieken werden er heel bijzondere en smaakvolle exlibris vervaardigd door toonaangevende kunstenaars. Het exlibris werd zo een vorm van gebruikskunst die los kwam te staan van het boek. Het werd tevens een verzamelobject voor liefhebbers van kleingrafiek.
Jos van Waterschoot presenteert in Hooggeleerde exlibris een verzameling exlibris van Nederlandse hoogleraren. Elke afbeelding wordt vergezeld door een korte beschrijving van het exlibris in relatie met de levensloop van de eigenaar. De bijzondere verzameling, die in dit boek met veel liefde bijeen is gebracht, laat zien hoeveel variatie binnen het kleine bestek van het exlibris mogelijk is.
Jos van Watersloot is redacteur van het driemaandelijks tijdschrift Exlibris Wereld.
- November 1997 * ISBN 90 5356 251 6 * ingenaaid * 90 pagina’s * fl. 19,50
Nadere info over AUP: zie eind artikel 9712.19
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 3 Dec 1997 17:04:34 GMT
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
Subject: Col: 9712.21: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje XLII: Het leukste miniatuurtje ooit
=============================================================
Linguistisch Miniatuurtje XLII: Het leukste miniatuurtje ooit
=============================================================
De kenners zitten er al met spanning op te wachten: 1998 wordt weer een groot sportjaar. De Olympische Winterspelen in Nagano, het WK voetbal in Frankrijk, dat wordt allemaal smullen geblazen voor de fijnproevers en stijgende ergernis voor de sporthaters.
Een van de aspecten van die ergernis betreft het te verwachten taalgebruik in de sportverslagen. Met name de constructie “de beste prestatie ooit” zal naar mijn stellige verwachting met stip gaan stijgen op de lijst van grootste taalergernissen ooit. In de afgelopen maand heb ik reeds tot tweemaal toe kunnen constateren dat de messen geslepen worden en de taalfanaten zich al aan het warmlopen zijn.
“De beste prestatie ooit”, zo’n taaluiting is natuurlijk helemaal fout! Immers, zo beweerde laatst een brievenschrijver in de Volkskrant, “ooit” is een bijwoord en bijwoorden kunnen nooit gebruikt worden als bepaling van een zelfstandig naamwoord. Anderen gooien het over de boeg van het “zuivere Nederlands” en merken knorrig op, dat “de beste prestatie ooit” een klakkeloze vertaling is uit het Engels, en dus als een verwerpelijk Anglicisme aan te merken zou zijn.
Mooie, kenmerkende taalergernissen, maar de argumentatie slaat zoals gebruikelijk weer eens nergens op. Om met het eerste bezwaar te beginnen: “ooit” mag dan wel een bijwoord zijn, maar in de gewraakte constructie bepaalt het natuurlijk niet het zelfstandig naamwoord “prestatie”. Iedere taalkundige zal onderschrijven dat “ooit” hier aansluit op de superlatief “beste”. Nog even afgezien van het feit dat de bewering dat bijwoorden geen zelfstandige naamwoorden zouden kunnen bepalen, natuurlijk ook niet klopt. Maar daarover een andere keer.
De andere opmerking, dat onze constructie een klakkeloze vertaling uit het Engels zou zijn, kan natuurlijk best waar zijn, maar wat lost dit op? Het komt mij voor dat in het Engels de constructie “the best achievement ever” een even buitengewoon verschijnsel is als in het Nederlands. Net als in het Nederlands het woordje “ooit”, is in het Engels het woordje “ever” zo ongeveer het enige woordje dat op deze plaats kan worden gebruikt. Ik vermoed dat als alle Engelsen ook Nederlands zouden spreken, taalpuristen in Groot-Brittannie deze constructie als “klakkeloze vertaling uit het Nederlands” zouden brandmerken.
Ondertussen, en dat is bij sommige taalergernissen dan toch weer aardig, hebben we hier natuurlijk wel een interessant verschijnsel bij de kop: wat is dat eigenlijk voor een constructie, “de beste prestatie ooit”?
Het eerste wat aan deze constructie opvalt is, dat het woordje “ooit” lijkt aan te sluiten op “beste”. Nadere analyse leert ons dat het superlatieve karakter van “beste” een voorwaarde is voor het optreden van “ooit”. “Een goede prestatie ooit” is onmogelijk, evenals “een betere prestatie ooit” of “een te goede prestatie ooit”. Weliswaar hoorde ik het afgelopen weekeinde een schaatsprestatie karakteriseren als “de tweede tijd ooit”, maar ik hou het er even op dat in ieder geval bij elke superlatief het woordje “ooit” toegestaan is.
Ten tweede is gemakkelijk af te leiden dat een uitvoeriger parafrase van de constructie moet luiden: “de beste prestatie die er ooit geweest is”, waarbij het woordje “ooit” in een betrekkelijke bijzin bij het woord “prestatie” verstopt zit. Ook in die betrekkelijke bijzin lijkt de aanwezigheid van het woordje “ooit” gekoppeld aan de superlatief “beste”. “Een goede prestatie die er ooit geweest is” is onzin.
Ten derde is het woordje “ooit” vervangbaar door uitvoeriger temporele bepalingen, zoals “sinds het begin van onze jaartelling”, of “in jaren”. Ook deze bepalingen kunnen in de parafrase met betrekkelijke bijzin, of op zichzelf achter het zelfstandig naamwoord staan.
Ten slotte zijn genoemde bepalingen bij comparatieven wel mogelijk, maar alleen in de constructie van een bijzin met “dan”: “een betere prestatie dan er ooit geweest is”.
We zouden deze bepalingen “graadpolaire bepalingen” kunnen noemen, naar analogie van de positief en negatief polaire bepalingen. Kenmerk van zo’n bepaling is dat hij alleen kan voorkomen in de scope van een element dat een zekere graad uitdrukt. Die scope kan beperkt worden door grammaticale constructies: “de beste prestatie die je net zei dat je ooit gezien had” lijkt me prima, maar “de beste prestatie die je je niet meer kon herinneren dat je ooit gezien had” is fout.
Het intonatiepatroon van graadpolaire items is karakteristiek. In een normale uitspraak van de zin “dat is iemand die ik ooit gezien heb” krijgt “ooit” geen accent. Maar in “dat is de leukste presentator die ik ooit gezien heb” worden zowel “leukste” als “ooit” beklemtoond. Dit patroon komt overeen met dat van een aantal negatief polaire elementen. Bijvoorbeeld “niet” en “ook maar iets”: “ik denk niet dat je er ook maar iets van begrepen hebt”.
Hoe kan nou zo’n “beste prestatie ooit”-constructie ontstaan? Dat lijkt nogal eenvoudig. Je wilt de graadaanduiding “beste” versterken met een polair element. Dat kan met een specifieke temporele bepaling, zoals “sinds 1900”. Maar als je geen specifieke aanduiding wilt geven, dan voldoet “ooit” ook. “Ooit” is namelijk de neutrale terminatieve tijdbepaling. Een draagzin bij zo’n tijdbepaling is mogelijk (“dit is de beste prestatie die er sinds 1900 geweest is”), maar kan net zo goed worden weggelaten (“dit is de beste prestatie sinds 1900”). Zo beschouwd is het heel normaal dat “de beste prestatie ooit” ontstaat. Anders gezegd, het zou heel vreemd zijn als deze constructie onmogelijk zou zijn. Daar is geen goede reden voor te bedenken.
Maar waarom ergeren mensen zich dan aan zo’n constructie? Ik denk om twee redenen: ten eerste is het paradigma klein. In plaats van “ooit” kun je wel een hele uitdrukking gebruiken, maar doordat andere losse woorden onmogelijk zijn lijkt het alsof “ooit” de enige mogelijkheid is. En ten tweede betreft de constructie weer eens een syntactische manier van uitdrukken. Een woordje als “ooit” betekent op zich vrijwel niets. Het is een neutrale tijdbepaling. Wat het doet is de polariteit markeren. Maar dat is een syntactische strategie om betekenis mee te genereren. Mensen die zich blindstaren op woordbetekenissen, zijn echter al snel geneigd om het oordeel “vaag” uit te spreken.
Peter-Arno Coppen
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 17 Dec 1997 11:21:18 +0100
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Lit: 9712.22: Pas verschenen: G.J. van Bork & N. Laan (red.). Twee eeuwen literatuurgeschiedenis 1800-2000. Poeticale opvattingen in de Nederlandse literatuur. 2e dr. Amsterdam 1997
=====================================================================
PAS VERSCHENEN:
G.J. van Bork & N. Laan (red.). Twee eeuwen literatuurgeschiedenis 1800-2000. Poeticale opvattingen in de Nederlandse literatuur. 2e dr. Amsterdam: Uitgeverij C.J. Aarts, 1997. 317 blz. ISBN 90 6187 653 2. f.39,50.
=====================================================================
De poeticale literatuurgeschiedenis met nadruk op de opeenvolging van literaire opvattingen, samengesteld door medewerkers van eertijds de Vakgroep en momenteel de Leerstoelgroep Moderne Nederlandse Letterkunde van de Universiteit van Amsterdam, was al enige jaren niet meer verkrijgbaar. Het was dientengevolge een uitstekend idee om dit voor de student en andere geinteresseerden onmisbare overzicht uit 1983 opnieuw op de markt te brengen. Uitgeverij C.J. Aarts heeft het geheel in een fleurig nieuw omslag gestoken en de titel van de 1e druk gespecificeerd door aan te geven dat de twee eeuwen de periode 1800-2000 beslaan. Deze inhoudelijk niet gewijzigde herdruk van de 1e druk uit 1983 (bibliografisch gezien is dit eigenlijk een 3e, gewijzigde, oplage na een niet als zodanig aangeduide ‘bijdruk’ van Wolters-Noordhoff uit 1991) zou men als prospectieve literatuurgeschiedschrijving kunnen bestempelen.
Het gehele (toenmalige) docentencorps van Moderne Letterkunde behandelt de volgende onderwerpen: Nico Laan de diverse opvattingen over literatuurgeschiedenis (positivisme, Geistesgeschichte, marxisme, formalisme, structuralisme, receptietheorie, literatuursociologie), Wim van den Berg, George Vis en Marita Mathijsen romantiek en realisme, Enno Endt de dichtkunst voor en van Tachtig, Bernt Luger en Guido Lodders het naturalisme, Hans van den Bergh en Henk Proepper het symbolisme, Jan Fontijn en Inge Polak het modernisme, Leo Ross de jaren ’30, Frans de Rover het verhalend proza na 1945, Klaus Beekman, Gerard de Vriend en Anthony Mertens de experimentelen van na 1945, en Tom van Deel de poezie van ’70 en ’80.
Alle onderdelen zijn voorzien van uitvoerige literatuuropgaven; het geheel is ontsloten door een register op persoonsnamen en tijdschrifttitels. Het boek is uitsluitend verkrijgbaar voor de prijs van f.39,50 door het af te halen in de winkel van het P.C. Hoofthuis (geopend ma.-vr. 10-14 uur) van de Faculteit der Geesteswetenschappen, Spuistraat 134 te Amsterdam.
P.J. Verkruijsse
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 14 Dec 1997 21:59
From: Nico van der Zee <frescolw@euronet.nl>, via oostendo@euronet.nl en webredactie@onzetaal.nl
Subject: Web: 9712.23: Vertalingen gewenst van Arjen Duinkers gedicht De steen bloeit
==============================================
Vertalingen gewenst van Arjen Duinkers gedicht
De steen bloeit: http://www.world-poem.com
==============================================
In Leeuwarden is het SLAL bezig met een aardig project: vertaal het gedicht ‘De steen bloeit’ (Arjen Duinker) in zoveel mogelijk talen.
http://www.world-poem.com
Misschien zijn er lezers die zich durven wagen aan een vertaling in 17e-eeuws of Middelnederlands (Gotisch?) of durft iemand het aan om het Nederlands van de 21ste eeuw te voorspellen in een vertaling (niet gewoon de Engelse vertaling kopieren).
Nico van der Zee
frescolw@euronet.nl
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 01 Dec 1997 17:57:39 +0100
From: Rita Snaddon <ritas@bs20.bs.uva.nl>
Subject: Lit: 9712.24: Nieuw: W. van Anrooij, Helden van weleer - De Negen Besten in de Nederlanden (1300-1700)
=================================================================
Wim van Anrooij
Helden van weleer – De Negen Besten in de Nederlanden (1300-1700)
=================================================================
Vanaf 1300 n. Chr. werd in grote delen van Europa een vaste groep illustere figuren aangeduid met de naam “De Negen Besten”. Het gaat om de vorsten Hector, Alexander de Grote en Julius Caesar (de drie heidenen); Jozua, David en Judas Maccabeus (de drie joden); Artur, Karel de Grote en Godfried van Bouillon (de drie christenen). In een periode dat het ridderideaal niet langer vanzelfsprekend was, dienden deze grote mannen als voorbeeld voor adel en burgerij. Net als de verhalen uit de bijbel, waren de verhalen over de Negen Besten bij iedereen bekend.
De traditie van de Negen Besten heeft veel invloed gehad op de literatuur en beeldende kunst in grote delen van Europa. In Helden van weleer gaat Wim van Anrooij op zoek naar het ontstaan van deze bijzondere traditie, aan de hand van aanwijzingen uit de literatuur en de kunst. Maar ook gebruiksvoorwerpen als meubels, een drinkbeker en siervoorwerpen worden geinterpreteerd en met elkaar in verband gebracht. Van Anrooij toont aan dat de oorsprong van de Negen Besten-traditie in de Lage Landen ligt.
Verder behandelt Van Anrooij aanverwante onderwerpen zoals de verschillende varianten van negentallen (bijvoorbeeld negen vrouwen, auteurs, geleerden, kwaadsten), het belang van de drukpers en de rederijkerij bij de verspreiding van het thema en de heraldische wapens waar de koningen vaak mee werden afgebeeld.
Dr. Wim van Anrooij is verbonden aan de vakgroep Nederlandse taal- en letterkunde van de Rijksuniversiteit Leiden.
- 1 oktober 1997 * geillustreerd * ingenaaid * 320 pagina’s * fl. 49,50 * ISBN 90 5356 259 1
Nadere info over AUP: zie eind artikel 9712.19
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 01 Dec 1997 17:57:39 +0100
From: Rita Snaddon <ritas@bs20.bs.uva.nl>
Subject: Lit: 9712.25: Nieuw: R. Schenkeveld-van der Dussen, e.a. (ed.), Met en zonder lauwerkrans - Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850; van Anna Bijns tot Elise van Calcar
===================================================================
Riet Schenkeveld-van der Dussen, e.a. (ed.)
Met en zonder lauwerkrans – Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850; van Anna Bijns tot Elise van Calcar
===================================================================
Dertig ‘nieuwe’ schrijfsters ontdekt
Op 12 november werd in Amsterdam het monumentale overzichtswerk Met en zonder lauwerkrans – Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850; van Anna Bijns tot Elise van Calcar, onder redactie van Riet Schenkeveld-van der Dussen (hoofdredactie), Karel Porteman, Lia van Gemert en Piet Couttenier, gepresenteerd.
Van de 160 schrijfsters uit de Nederlanden die in dit boek gepresenteerd worden, waren er zeker dertig tot nu toe onbekend. Onder deze ‘nieuwe’ schrijfsters bevinden zich Roseane Coleners, analfabeet maar toch dichteres, Livina Sanders, die geheime ‘binnenkloosterlijke’ brieven schreef aan zielsverwante zusters, Elisabeth Hartloop, de eerste vrouw in de Nederlanden die een origineel bijbels toneelstuk schreef, Meynarda Verboom, die met “Pleyt voor onse eerste moeder Eva” kritiek leverde op Vondels “Adam in Ballingschap” en Geertruide van Halmale, die het enige zinnespel dat we van een vrouw kennen op haar naam heeft staan.
Na een algemeen signalement van het vrouwelijk auteurschap tussen 1550 en 1850, worden de 160 schrijfsters een voor een in een eigen lemma behandeld, waarin hun leven en werk kort beschreven worden. Het zijn kloosterzusters, huisvrouwen, gouvernantes, uitgeefsters, beroepsauteurs, een actrice, een dienstbode, een wonderkind. En ze schreven van alles en nog wat; lyriek, (auto)biografieen, politieke pamfletten, kluchten en romans. Verder bevat het boek ruim honderdvijftig illustraties, waaronder (veelal) onbekende portretten, oude gravures en handschriften.
Prof. dr. Riet Schenkenveld-van der Dussen is hoogleraar Historische letterkunde na 1500, in het bijzonder de Nederlandse, aan de Universiteit Utrecht. Prof. dr. Karel Porteman is hoogleraar Historische Nederlandse letterkunde aan de Katholieke Universiteit Leuven. Dr. Piet Couttenier is aan dezelfde universiteit verbonden als universitair hoofddocent. Prof. dr. Lia van Gemert is hoogleraar Historische Nederlandse letterkunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.
- November 1997 * 970 pagina’s * rijk geillustreerd * gebonden fl. 99,50 * ISBN 90 5356 268 0
Nadere info over AUP: zie eind artikel 9712.19
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 14 Dec 1997 23:59:59
From: Willem Kuiper <Willem.Kuiper@let.uva.nl>
Subject: Col: 9712.26: Column Willem Kuiper, no. 36: Heb je al gehoord van de zeven, de zeven?
=======================================================================
Column Willem Kuiper, no. 36: Heb je al gehoord van de zeven, de zeven?
=======================================================================
Van mijn fysiotherapeut heb ik geleerd dat het normale aantal nakomelingen van de mens en vergelijkbare zoogdieren gelijk is aan het aantal tepels gedeeld door twee. Het is dus niet zonder recht en reden dat wij mensen een tweeling als iets bijzonders ervaren, en dat nog hogere aantallen de krant halen en op de televisie worden uitgestald. Maar eind vorige maand werd er in Amerika een nieuw record gevestigd. Een 29-jarige vrouw baarde een levende zevenling, vier jongens en drie meisjes..
Dat een vrouw meer dan een kind tegelijk kon krijgen was ook gedurende de Middeleeuwen bekend; waarom dat kon, niet.
Kennis van vruchtbaarheid, conceptie, zwangerschap en bevalling was in de middeleeuwse maatschappij nogal ongelijk verdeeld. Medische wetenschap was net als alle andere takken van wetenschap voorbehouden aan mannen. Middeleeuwse universiteiten lieten geen vrouwelijke studenten toe. Aan de andere kant beschikten vrouwen over de nodige praktische kennis en daar ontbrak het de mannen weer aan.
Tot diep in de dertiende eeuw bestond er geen scheiding tussen weten en geloven. Een mens moest Zijn Schepper en Zijn Verlosser kennen, weten dat hij uit aarde gevormd was en tot aarde zou vergaan, en dat deze wereld een met straffe hand door God bestierde penitentiaire inrichting is als straf voor onze (erf)zonde. Hoe groter iemands geloof des te dichter men bij de Schepper stond en des te groter de kans dat men mocht delen in Zijn almacht en alwetendheid. Heiligen waren daarvan het levende bewijs, ook na hun dood. Een dergelijk mens- en wereldbeeld liet weinig ruimte over voor een discipline die trachtte het lijden te verlichten en het leven te verlengen.
Kennis van het menselijk lichaam behoorde in het Romeinse Rijk tot de artes mechanicae, de handvaardigheidskunsten. Het aantal hooggeschoolde medici dat als lijfarts dienst deed van de aristocratische bovenlaag zal niet groot geweest zijn. De medische zorg voor het gewone volk was in handen van kwakzalvers, en daarnaast kon je je wenden tot een tovenaar (m/v) die toen ongeveer dezelfde rol vervulde als de natuurgeneeskundige nu.
Met de ineenstorting van het Romeinse Rijk verdween de medische wetenschap om pas weer terug te keren in de loop van de twaalfde eeuw. Dan herontdekt men dankzij de Arabieren grootheden uit het antieke verleden zoals Hippocrates en Galenus en staan er eigentijdse geleerden op. Het zal tot de helft van de veertiende eeuw duren voordat er medische geschriften in het Middelnederlands verschijnen.
In tractaten als Der Mannen ende Vrouwen heimelijcheit en Der vrouwen heimlicheit, die traditionele medische wetenschap voor niet-Latinisten toegankelijk maken, lezen wij dat de baarmoeder zeven zwangerschapsplaatsen telt, drie rechts, drie links en een in het midden. Het theoretische maximum aantal kinderen is dus zeven. De posities rechts zijn bestemd voor de jongetjes, die links voor de meisjes en de hermafrodiet zit in het midden.
De middeleeuwse literatuur kent de nodige tweelingen, en er is altijd iets bijzonders mee aan de hand. Vaak worden ze na de bevalling van elkaar gescheiden – zoals Valentijn en Nameloos – en vinden elkaar dan langs vele omwegen weer terug.
De enige drieling mij bekend komt voor in de Historie van Meluzine. Daar schenkt koningin Pryssine – die de natuur van een fee heeft – haar echtgenoot koning Elinas van Albanien (d.i. Schotland) in een keer drie dochters: Meluzine, Melior en Palatijne.
Maar ik ken ook een zevenling. In Een schone ende miraculeuse historie vanden Ridder metter Swane lezen wij hoe de jonge, ongehuwde koning Oriant van Lillefoort uit jagen rijdt en een hert achtervolgt. Het dier slaagt erin te ontkomen, maar Oriants teleurstelling is van korte duur als hij een pracht van een vrouw in het bos ontwaart die hem vraagt wat hij daar komt doen? Natuurlijk ontploft Oriant in zuivere liefde voor deze schoonheid, Beatris geheten, en hij vraagt haar zijn koningin te worden. Bescheiden stemt Beatris toe en samen keren zij opgetogen terug naar Lillefoort.
Daar blijkt de koningin-moeder Matabrune – Oriants vader was al uit zijn lijden verlost – allerminst ingenomen met de partnerkeuze van haar enig kind. En daar valt wat voor te zeggen: vrouwen die je in het bos opdoet, daar is wat mee. Maar Oriant drijft zijn zinnen door, het huwelijk wordt voltrokken en een maand later is Beatris in blijde verwachting.
Als er in haar directe omgeving een vrouw van een tweeling bevalt, blijkt de zwangere Beatris te behoren tot die gynaecologische leken die in de waan verkeren dat een tweeling het levende bewijs van overspel is. Terzijde, dit misverstand bestond echt en heeft menige boreling het leven gekost. Gelukkig is Oriant beter op de hoogte, hij vertelt haar dat een vrouw bij Gods gratie zelfs zeven kinderen in een dracht ontvangen kan.
Zoals wel vaker gebeurt in dit soort teksten wordt de rust verstoord door de Saracenen die het land zijn binnengevallen. Oriant moet zijn hoogzwangere echtgenote toevertrouwen aan haar schoonmoeder en zich zelf richting slachtveld begeven.
Als de bevalling daar is ziet Matabrune haar kans: zij laat de zeven baby’s die Beatris baart verruilen door zeven pas geboren honden, brult vervolgens het hele paleis bij elkaar en beschuldigt de totaal uitgeputte Beatris van bestialiteit. Met alleen maar vijanden om haar heen kan Beatris niet anders dan genade vragen voor de zonde die zij niet begaan heeft. De koningin wordt opgesloten en de kinderen aan een knecht meegegeven om in het woud discreet van kant gemaakt te worden.
Zoals wel vaker gebeurt in dit soort situaties kan de knecht het niet over zijn hart verkrijgen de kinderen daadwerkelijk te doden; hij laat hen achter. Zo worden ze gevonden door een kluizenaar, die zich over hen ontfermt en hen grootbrengt met behulp van een geit die hem daartoe van Godswege ter beschikking wordt gesteld.
Natuurlijk komt dit uit, maar weer ontsnappen de kinderen aan de dood. Als hen de halsketting wordt afgenomen (een teken van hun koninklijke afkomst), veranderen zij in zwanen. Behalve het kind Helias, dat op dat moment afwezig was. Als Helias oud genoeg is, bevrijdt hij zijn moeder, doodt zijn criminele grootmoeder, huwt de dochter van de door hem overwonnen graaf van Frankenborch, verwekt bij haar een dochter Ida geheten, bewerkstelligt de gedaanteverandering van zijn betoverde broers en zusters en trekt zich tenslotte terug als heremiet. Ida wordt door keizer Otto ten huwelijk gegeven aan graaf Eustachius van Boenen (Boulogne-sur-Mer) en zij wordt moeder van drie zonen: Boudewijn, Eustaes en Godevaert van Bouillon, de man die in 1099 Jeruzalem veroverde.
Dit verhaal over de Zwaanridder is een mooi voorbeeld van de interferentie tussen epos en sprookje, een fenomeen dat we ook tegenkomen in Karel ende Elegast, de Roman van Walewein en het zwevende schaakspel en andere middeleeuwse teksten. Verscheen een paar jaar geleden bij uitgeverij SUN te Nijmegen de prachtbundel Van Aiol tot de Zwaanridder, waarin u een uitvoeriger samenvatting van het verhaal kunt lezen en nog veel meer wetenswaardigs, nu is ook de achterkant van het verhaal bereikbaar in een nieuwe prachtbundel Van Aladdin tot Zwaan kleef aan.
Deze nieuwe loot aan de Van A tot Z boom is voor het overgrote deel ontsprongen aan de afdeling Volkskunde van het P.J. Meertens-Instituut. Ik zou dat niet hardop schrijven als dit instituut niet in opspraak geraakt was, onder andere door de geromantiseerde dagboeken van J.J. Voskuil. De manier waarop daar door sommige bewoners van Het Bureau gereageerd is, was niet altijd even gelukkig. Wie met buitenstaanders over deze boeken praat, komt er snel achter dat Maarten Koning – er zijn bescheidener pseudoniemen – niet zozeer een gedetailleerde beschrijving van het toenmalige P.J. Meertens-Instituut geeft, als wel van het kantoorleven uit de jaren ’50. Zo moet ik zelf voortdurend denken aan de verhalen die mijn vader, kantoorbeambte aan de Amsterdamsche Bank op het Rembrandtplein, onder het avondeten aan mijn moeder vertelde. Had ik het voor het zeggen dan zou Voskuil al lang al zijn voorgedragen voor een eredoctoraat: alleen een briljant volkskundige kan op deze manier het bureauleven in kaart brengen.
Morgen vergadert het Hoofdbureau (KNAW) over het rapport Toekomst P.J. Meertens-Instituut dat door een hooggeleerde commissie is opgesteld. De rode draad van het rapport is ‘actualiteit’. Als historicus in hart en nieren moet ik aan Reynaert denken toen hij zijn beulen richting galg zag gaan.
Willem.Kuiper@Let.UvA.NL
Literatuuropgave:
- W.P. Gerritsen en A.G. van Melle (red.), Van Aiol tot de Zwaanridder. Personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst. Nijmegen [SUN] 1993.
- Ton Dekker, Jurjen van der Kooi & Theo Meder, Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexikon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties. Nijmegen [Kritak-SUN] 1997.
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 12 Dec 97 20:57:03 -0500
From: Herman Clerinx <hclerinx@village.uunet.be>
Subject: Med: 9712.27: Lezing 'Tongeren, het land van de Tungri, Kelten en Germanen' door dr. Robert Nouwen op 16 januari 1998 te Brussel
=============================================================
Lezing ‘Tongeren, het land van de Tungri, Kelten en Germanen’
door dr. Robert Nouwen op 16 januari 1998 te Brussel
=============================================================
Het gegeven is bekend: toen Caesar tussen 57 en 51 v.C. Gallie veroverde, kwam hij op een bepaald ogenblik in contact met de Eburonen en hun leider Ambiorix. Naar eigen zeggen slaagde Caesar erin om ze uit te roeien, waarna hij hun land weggaf aan een ‘bevriende’ stam: de Tungri. Deze mensen mochten het vroegere land van de Eburonen besturen, en van de 1-ste tot de 3-de eeuw n.C. maakte hun gebied deel uit van de Romeinse Provincie Gallia Belgica. Hun stad Atuatuca – het latere Tongeren – werd het belangrijkste centrum van hun regio.
Dat gegeven vormde voor dr. Robert Nouwen, de directeur van het Gallo-Romeins Museum in Tongeren, het uitgangspunt voor een proefschrift en publicatie. Nouwen gaat na hoe vanaf de komst van de Romeinen in het gebied (civitas) van de Tungri het romaniseringsproces steeds meer om zich heen greep. Daanaast besteedt Nouwen aandacht aan het etnische vraagstuk in de Lage Landen. Waren de bewoners van de Lage Landen – en met name van de oostelijke grensstreek tussen Belgie en Nederland – Kelten of Germanen? Was de Rijn een cultuurgrens? Wat bedoelt men met de termen ‘Keltisch’ en ‘Germaans’? Een van de stellingen die Nouwen verdedigt, luidt dat de etnogenese (het ‘ontstaan als volk’) van de Germanen ongeveer ten tijde van Caesar heeft plaatsgevonden.
Over dit onderwerp organiseert het Belgisch Genootschap voor Keltische Studies / Societe Belge des Etudes Celtiques (SBEC) een Nederlandstalige lezing met en door Robert Nouwen. Deze lezing vindt plaats op vrijdag 16 januari om 20 uur in het ‘auditoire Jean-Baugniet’ van het ‘Institut des Hautes Etudes de Belgique’ (een afdeling van de Universite Libre de Bruxelles), Jeannelaan 44 te Brussel.
Herman Clerinx
Bestuurder Belgisch Genootschap voor Keltische Studies
hclerinx@village.uunet.be
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 01 Dec 1997 17:57:39 +0100
From: Rita Snaddon <ritas@bs20.bs.uva.nl>
Subject: Lit: 9712.28: Nieuw: A. Komter (ed.), Het geschenk - Over de verschillende betekenissen van geven
===========================================================
Aafke Komter (red.)
Het geschenk – Over de verschillende betekenissen van geven
===========================================================
Het geven van geschenken is zo oud als de wereld. De oude Grieken hadden al een rijk ontwikkelde cultuur van geschenkenuitwisseling. Men gaf bij de komst of het afscheid van hoog geplaatste gasten, om vriendschappen te bezegelen, kortom: om banden met anderen aan te gaan. De bewoners van de Trobriand-eilanden bij Nieuw-Guinea kenden uitgebreide rituelen van het geven van geschenken, waarbij het er niet zozeer om ging wat er gegeven werd, maar vooral dat er geschenken circuleerden. Ook in onze eigen cultuur neemt het geven van geschenken een belangrijke plaats in: we geven wanneer we bij iemand gaan eten, bij ziekenbezoek, verjaardagen, huwelijk, geboorte, verhuizingen, examens, promoties, enzovoort. Over en weer geven is het sociale cement van een samenleving.
Het geschenk gaat over materiele en immateriele schenkingen in heden en verleden en in verschillende culturen. De bundel bestaat uit vier delen. Het eerste deel behandelt de betekenis van schenkingen door de eeuwen heen: van de vrijgevigheid van de Romeinse keizers jegens het volk tot de veranderingen in het rituele geven rond Sinterklaas. In het tweede deel gaat het om de symbolische en de economische ‘waarde’ van het geschenk. Deel drie en vier belichten respectievelijk de psychologische en culturele betekenissen van geven. Aan het slot van deel vier komt gastvrijheid aan de orde, een van de oervormen van geven, en een criterium voor menselijke beschaving als zodanig.
- ISBN 90 5356 199 4 * prijs f 49,50 * ca. 240 pagina’s ingenaaid * oktober 1997
Nadere info over AUP: zie eind artikel 9712.19
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 01 Dec 1997 17:57:39 +0100
From: Rita Snaddon <ritas@bs20.bs.uva.nl>
Subject: Lit: 9712.29: Nieuw: Karel en Elegast, Samengesteld door Hubert Slings; dl. 1 in serie Tekst in Context
=================================================================
Karel en Elegast
Samengesteld door Hubert Slings
Deel 1 in de serie Tekst in Context, onder redactie van Frits van Oostrom en Hubert Slings.
=================================================================
Tekst in Context
Tekst in Context is een reeks historische literatuur voor het voortgezet onderwijs, speciaal ontwikkeld voor gebruik in de Tweede Fase. De reeks is zowel inzetbaar voor HAVO 4/5 als voor VWO 4/5/6 en kan op verschillende manieren gebuikt worden. De serie is uitgebreid getest en enthousiast onthaald door docenten en leerlingen op scholen voor HAVO en VWO.
Karel en Elegast
Deze nieuwe uitgave is opgezet volgens een duidelijk stramien. Het verhaal van Karel en Elegast wordt verteld in de oneven hoofdstukken, gedrukt op de gele pagina’s. De middeleeuwse tekst is afgedrukt naast een hedendaagse vertaling, die zo veel mogelijk de oorspronkelijke tekst volgt. Ook is de tekst voorzien van commentaar en uitleg. De even hoofdstukken geven achtergrond-informatie over het leven van Karel de Grote en de middeleeuwse verhalen-cultuur. Deze context is gedrukt op de blauwe pagina’s.
Niet alleen voor leerlingen van het voortgezet onderwijs is dit boek een genot om te lezen; ook andere geinteresseerden zullen worden gegrepen door het verhaal van Karel en Elegast, dat door de historisch-sociologische achtergrondinformatie weer helemaal tot leven komt. Bovendien is het boek door de vele kleurenillustraties en de aantrekkelijke en heldere vormgeving een lust voor het oog!
- 19 november 1997 * 96 pagina’s * ingenaaid * fl. 17,50 * ISBN 90 5356 245 1
Nadere info over AUP: zie eind artikel 9712.19
(14)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 17 Dec 1997 11:21:18 +0100
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@let.UVA.NL>
Subject: Lit: 9712.30: Pas verschenen: Bernt Luger. Wie las wat in de
negentiende eeuw?
=====================================================================
PAS VERSCHENEN:
Bernt Luger. Wie las wat in de negentiende eeuw? Redactie en samenstelling: Willem van den Berg en Marita Mathijsen. Bibliografie: C.J. Aarts. Utrecht: Stichting Matrijs i.s.m de Vakgroep Moderne Nederlandse Letterkunde van de Universiteit van Amsterdam, 1997. 272 blz. Ills. ISBN 90-5345-115-3.
=====================================================================
Op woensdag 17 december 1997 werd in de Academische Club te Amsterdam een bundel artikelen gepresenteerd van de vorig jaar plotseling overleden neerlandicus Bernt Luger. Deze kenner van de 19e-eeuwse literatuur kan beschouwd worden als een pionier op het terrein van het historisch leesonderzoek, waarvan bijvoorbeeld de bijdragen over ‘Een negentiende-eeuwse leesbibliotheek’, ‘Wie las wat in de negentiende eeuw?’ en ‘”Voor 5 centen in de week”; Haarlemse winkelbibliotheken in de negentiende eeuw’ getuigen.
Wat de uitermate belezen Luger zelf las zou voor een deel kunnen blijken uit de auctiecatalogus van Bubb Kuyper van 2-4 december jl. waarin de enorme collectie die hij met veel liefde en zorg bijeen had gebracht, beschreven staat en die inmiddels over een groot aantal nieuwe liefhebbers van boek en literatuur verspreid is. In ieder geval las Bernt Luger Aletrino, Multatuli, L. van Eikenhorst (= Johan de Vries), Dickens, George Sand, Busken Huet, Prins, Netscher, Strindberg, Potgieter, Vestdijk en Van Eeden, allemaal auteurs over wie hij gepubliceerd heeft.
De door Cees Aarts samengestelde bibliografie van Luger telt een paar honderd titels, exclusief de ca. 300 recensies voor de Prisma-lectuurvoorlichting. Zelfs in die ultrakorte recensies kon de begaafd stilist met zijn scherpe pen een pas verschenen werk grondig fileren. Die scherpe pen was zeer gevreesd in de kring van het Multatuli-genootschap, maar – goochelend met pseudoniemen – kon Luger ook zijn eigen werk afkraken, bijvoorbeeld zijn bij Querido verschenen editie van Cornelis Paradijs’ ‘Grassprietjes’ in de nieuwe editie van diezelfde tekst die bij Cees Aarts verscheen.
De beurtelings cynische, kritische en liefdevolle blik van Bernt Luger ziet men voortdurend tussen alle trefzekere volzinnen van de in deze bundel bijeengebrachte zestien artikelen over literatuur- en boekgeschiedenis, die voor hem geen afzonderlijke disciplines waren.
P.J. Verkruijsse
(15)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/scripts/wa.exe?S1=neder-l| | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie 5 regels hierboven) | | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@let.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@let.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl (voor | | neerlandistiek op het Web), of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9712.b --------------------------*
Laat een reactie achter