Subject: | Neder-L, no. 9808.a |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Tue, 11 Aug 1998 02:25:05 +0200 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Zevende-jaargang--------- Neder-L, no. 9808.a -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 9808.01: Evenementen-agenda, met: | | - Tentoonstelling 'Het wonderbaarlijk alfabet', 19 | | augustus - 18 oktober 1998 (A'dam) | | - Tentoonstelling 'De Oudheid verbeeld; archeologische| | boekillustraties 1500-1900', 7 augustus - 30 | | november 1998 (Den Haag) | | - Expositie 'Jhr. dr. M.R. Radermacher Schorer | | (1888-1956), minnaar van het 'schoone' boek', 27 | | augustus - 22 november 1998 (Den Haag) | | - RVU-documentaire '200 jaar Koninklijke Bibliotheek',| | 12 augustus 1998 (Hilversum) | | (2) Web: 9808.02: Nederlandse Taalunie op het web | | (3) Sym: 9808.03: Symposium Elektronisch publiceren, Utrecht, 30 sept. | | (4) Sym: 9808.04: Symposium TAAL- en TOTAALontwikkeling, 8 mei 1999 | | Amsterdam; call for papers | | (5) Lit: 9808.05: Pas verschenen: Woordenboek der Nederlandsche Taal. | | Dl. 29, afl. 682-686. (Ofwel: het WNT is af!) | | (6) Lit: 9808.06: Nieuw: Harm Pinkster. Woordenboek Latijn-Nederlands | | (7) Lit: 9808.07: Nieuw: Geert Booij en Ariane van Santen. Morfologie. | | De woordstructuur van het Nederlands | | (8) Col: 9808.08: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje IL: Uren | | schreeuwen om aandacht | | (9) Rub: 9808.09: Rubriek Uit de STCN, no. 11: Digitale facsimile's | |(10) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 5 Aug 1998 22:59:16 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 9808.01: Evenementen-agenda
==================
Evenementen-agenda
==================
AMSTERDAM, De Nieuwe Kerk.
Het wonderbaarlijk alfabet, 19 augustus – 18 oktober 1998.
De Koninklijke Bibliotheek creeert ter viering van het 200-jarig bestaan een labyrinthische boekenstad van 26 bouwwerken, voor elke letter van het alfabet een. In reusachtige boekenkasten worden de oudste, zeldzaamste en meest curieuze werken getoond.
DEN HAAG, Koninklijke Bibliotheek, Prins Willem-Alexanderhof 5, 070-3140217.
Tentoonstelling: De Oudheid verbeeld; archeologische boekillustraties 1500-1900, 7 augustus – 30 november 1998.
Expositie, samengesteld door dr. Nanke Jansma, over illustraties in boeken en plaatwerken over de klassieke archeologie die een duidelijke wisselwerking laten zien tussen kunstenaars, archeologen en uitgevers. Catalogus beschikbaar (f.20,-).
DEN HAAG, Museum Meermanno-Westreenianum / Museum van het Boek, Prinsessegracht 30, 070-3462700.
Jhr. dr. M.R. Radermacher Schorer (1888-1956), minnaar van het ‘schoone’ boek, 27 augustus – 22 november 1998, di.-vr. 11-17, za.-zo. 12-17 uur.
Expositie over de bibliofiel en verzamelaar Radermacher Schorer, wiens collectie moderne typografie uit de periode 1890-1950 een van de pijlers is van het Museum van het Boek. Op de tentoonstelling komen ook zijn contacten aan bod met Richard en Henriette Roland Holst, Hendrik Marsman en Jan Engelman.
HILVERSUM, Nederland 3.
Documentaire van de RVU over 200 jaar Koninklijke Bibliotheek, 12 augustus 1998, 21.02 – 21.50 uur.
Documentaire van Jetske Spanjer over 200 jaar KB met beelden van bekende gebruikers van deze bibliotheek. Aan het woord komen o.a. Nelleke Noordervliet, Renee Vegt, Kees Fens en Midas Dekkers.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 25 Jul 1998 10:25:49 +0000
From: Marc van Oostendorp <oostendorp@rullet.leidenuniv.nl>
Subject: Web: 9808.02: Nederlandse Taalunie op het web
===============================
Nederlandse Taalunie op het web
===============================
Sinds kort is ook de Nederlandse Taalunie vertegenwoordigd op Internet. Op de adressen http://www.taalunie.org/ en http://www.taalunie.be/ komt u terecht op de voorpagina van deze Vlaams-Nederlandse overheidsorganisatie (ook het adres http://www.taalunie.nl/ is aangekondigd). De sobere en kleine website biedt summiere informatie over het werk van de Taalunie, een overzicht van recente publicaties en elektronische versies van enkele folders en aanvraagformulieren.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 5 Aug 1998 22:59:16 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Sym: 9808.03: Symposium Elektronisch publiceren, Utrecht, 30 september 1998
=============================================================
Symposium Elektronisch publiceren, Utrecht, 30 september 1998
=============================================================
Het vierde symposium in het kader van het project Document Expertise Netwerk (DEN) komt eraan.
*-----------------------------------------------*
| |
| ELEKTRONISCH PUBLICEREN |
| |
| Symposium in het kader van het door IWI |
| gesubsidieerde project DEN, georganiseerd |
| door de Universiteitsbibliotheek Utrecht. |
| |
| 30 september 1998, |
| 9.30 - 16.30, |
| CSB-zalenverhuur, |
| Kromme Nieuwegracht 39, Utrecht. |
| |
*-----------------------------------------------*
Bedoeld voor:
Bibliothecarissen, wetenschappers die geinteresseerd zijn in elektronisch publiceren, afdelingshoofden, medewerkers van (universiteits)bibliotheken, kenniscentra en bedrijven, die te maken hebben/krijgen met (de problematiek rondom) elektronisch publiceren.
Wilt u weten wat de meerwaarde is van elektronisch publiceren boven ‘papieren’ publicaties? Hoe belangrijk is het dat u, als wetenschapper, uw auteursrecht behoudt als u elektronisch publiceert? Hoe zal de rol van de uitgever er in de toekomst uit zien? U wilt in de toekomst elektronisch publiceren, maar bent nog niet volledig op de hoogte van alle voor- en nadelen?
Deze vragen en vele andere punten worden behandeld op het symposium Elektronisch Publiceren. Wilt u antwoord op uw eigen vragen, geinformeerd worden en/of mee discussieren, dan bent u van harte welkom!
Met medewerking van o.a.:
Drs. J.S.M. Savenije, Bibliothecaris Universiteit Utrecht
Dr. L.J.M. Waaijers, Bibliothecaris Bibliotheek Technische Universiteit Delft
Dr. J.B. Hemel, Rekencentrum Rijksuniversiteit Groningen
Mw. Drs. M.E.H. Steine, G.J. Wiarda Instituut, Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht
Prof. Dr. F.W. Grosheide, Faculteit Rechtsgeleerdheid, Universiteit Utrecht
Kosten: f.200,= per deelnemer.
Inlichtingen: DEN-site: http://www.library.uu.nl/iwi/index.html
Of: Mw. Drs. Caroline Maessen / Mw. Drs. Kim Vianen, Projectmedewerker Innovatieve Projecten Universiteitsbibliotheek Utrecht, 030-2536636 / 2536673, fax 030-2539292, Email: C.Maessen@library.uu.nl; K.Vianen@library.uu.nl.
Aanmelding: Muriel van Campen, FBU-congresbureau, 030-2539305, fax 030-2535851, Email: MCA@fbu.uu.nl.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 04 Aug 1998 16:39:41 +0200 (MET-DST)
From: Janet van Hell <J.vanHell@ped.kun.nl>
Subject: Sym: 9808.04: Symposium TAAL- en TOTAALontwikkeling, 8 mei 1999, Amsterdam; call for papers
=====================================
Symposium TAAL- en TOTAALontwikkeling
8 mei 1999, Amsterdam
=====================================
Taalontwikkeling is ingebed in de totale ontwikkeling van een kind. Taalontwikkelingsstoornissen gaan dan ook meestal samen met andere cognitieve problemen, of stoornissen in de senso-motorische, neurologische en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Het is daarom van belang de taalontwikkeling te zien in het licht van de totaalontwikkeling van het kind. Uitwisseling van kennis uit verschillende vakgebieden kan het inzicht in de normale en de pathologische taalontwikkeling uitbreiden en verdiepen.
Dit symposium richt zich op mensen die zich wetenschappelijk bezighouden met kinderen met taal- en/of spraakproblemen en hen die in de praktijk (diagnostiek, behandeling en begeleiding) met deze kinderen werken.
Sprekers uit verschillende disciplines zullen presentaties geven over recente ontwikkelingen binnen hun vakgebied, toegespitst op taalontwikkeling.
De plenaire lezingen zullen worden verzorgd door:
Prof. dr. A.M. Schaerlaekens (Universiteit van Leuven)
Dr. P. Hagoort (Max Planck Instituut, Nijmegen)
Prof. dr. L. Verhoeven (Katholieke Universiteit Nijmegen)
CALL FOR PAPERS
Op het symposium worden twee soorten lezingen aangeboden: lezingen voor mensen met een wetenschappelijke interesse en lezingen bedoeld voor mensen die in de praktijk te maken hebben met kinderen met taalontwikkelingsstoornissen (bijv. logopedisten, leerkrachten, ouders).
We nodigen zowel wetenschappers als praktijkdeskundigen (bijv. taalkundigen, psychologen, (ortho)pedagogen, neurologen, audiologen, logopedisten, leerkrachten, bewegings- en speltherapeuten) uit een voorstel voor een lezing in te dienen.
Stuur voor 1 november 1998 een abstract op van max. 2 pagina’s waarin u een korte beschrijving geeft van uw presentatie. Licht daarbij toe hoe uw onderzoek of thema in verband staat met taalontwikkeling. Stuur drie exemplaren van dit abstract op. Vermeld op alle drie de exemplaren het beoogde publiek: wetenschappelijk danwel praktijkgericht. Vermeld op ‘e’en exemplaar naam, vakgebied/huidige werkzaamheden, adres, telefoonnummer en e-mail adres. De twee anonieme kopieen worden voorgelegd aan externe beoordelaars.
Stuur uw voorstel op naar:
Janet van Hell, Katholieke Universiteit Nijmegen, Vakgroep Orthopedagogiek, Postbus 9104, 6500 HE Nijmegen.
Dit symposium wordt georganiseerd door het Werkverband Amsterdamse Psycholinguisten (WAP). Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Janet van Hell, tel: 024 – 3611619, e-mail: J.vanHell@ped.kun.nl of A. de Klerk, tel 010 – 4132280 / 020 – 6851142, e-mail: adeklerk@dds.nl
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 5 Aug 1998 22:59:16 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Lit: 9808.05: Pas verschenen: Woordenboek der Nederlandsche Taal. Dl. 29, afl. 682-686. (Ofwel: het WNT is af!)
=========================================================
PAS VERSCHENEN:
Woordenboek der Nederlandsche Taal. Dl. 29, afl. 682-686. ‘s-Gravenhage: SDU Uitgeverij, 1997-1998.
=========================================================
Bij de abonnees op het WNT vielen in juli 1998 de laatste afleveringen van dit mammoetproject in de bus met de lemmata Zweemen (II) tot en met Zythum. Het Voorbericht begint met de volgende alinea:
Sommigen gaven bij aanvang van de immense onderneming al uiting aan hun vrees dat het er nooit van zou komen, anderen spraken hun twijfel uit gedurende den gestaag toenemenden bewerkingsduur, maar uiteindelijk kunnen wij, vijfde generatie WNT’ers, bij het verschijnen van het negen en twintigste en laatste deel ZUID-ZYTHUM met groote vreugde, gepasten trots en bijzondere voldoening verkondigen: het Woordenboek der Nederlandsche Taal is voltooid!
Het bij de slotafleveringen meegeleverde voorwerk (74 pagina’s) van deel 29 bevat nog een aantal interessante bijlagen:
I. Enige algemene informatie over het WNT, met enige wijzigingen en aanvullingen overgenomen uit de ‘Handleiding bij het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT)’ van A. Moerdijk uit 1994.
II. Een overzicht van delen en afleveringen, samengesteld door M.A. Mooijaart.
III. Enige belangrijke data omtrent het WNT vanaf het eerste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres te Gent in 1849 tot en met de aankondiging van 3 delen Aanvullingen die in 1999 zullen verschijnen, door R. Tempelaars.
IV. Een alfabetisch overzicht van redacteuren en overige medewerkers door R. Tempelaars.
V. Een selectieve bibliografie van: A. Enige literatuur over het WNT, en B. Enige literatuur over medewerkers van het WNT, eveneens van de hand van R. Tempelaars.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 23 Jul 1998 10:06:48 +0200
From: Francoise Kraaijenzank <francoisek@aup.uva.nl>
Subject: Lit: 9808.06: Nieuw: Harm Pinkster (red.). Woordenboek Latijn-Nederlands.
====================================================================
NIEUW:
Harm Pinkster (red.). Woordenboek Latijn-Nederlands. Amsterdam (AUP) 1998.
====================================================================
2 juli 1998 * 1196 pagina’s * twee edities:
gebonden * ISBN 90 5356 138 2 * f.129,-
ingenaaid * ISBN 90 5356 115 3 * f.59,50
Amsterdam University Press, http://www.uva.nl/aup/aup.html
Voor docenten en studenten Latijn, leerlingen in de laatste klassen van het VWO, maar ook voor juristen, medici, theologen en (kunst)historici is een goed woordenboek Latijn – Nederlands onontbeerlijk. Nu is ieder woordenboek van tijd tot tijd aan vervanging toe, ook een woordenboek Latijn – Nederlands. Het Latijn mag dan wel niet meer aan veranderingen onderhevig zijn, de eisen die gebruikers aan een woordenboek stellen en de Nederlandse taal zijn dat wel. Daarom heeft Harm Pinkster zich toegelegd op het ontwikkelen van een geheel nieuw Woordenboek Latijn / Nederlands, ter vervanging van de in essentie uit de jaren dertig daterende bestaande woordenboeken.
Dit vertaalwoordenboek is in eerste instantie gericht op een publiek van niet-professionele classici. Dat betekent dat er niet van wordt uitgegaan dat de gebruiker de Latijnse grammatica goed beheerst. Er zijn daarom lemmata opgenomen met onregelmatige vormen, die de gebruiker doorverwijzen. Verder bevat het woordenboek grammaticale en andere appendices en een uitgebreide lijst met op inscripties gevonden afkortingen.
De gebruikte woordenschat is niet alleen ontleend aan de bekende klassieke, vooral literaire auteurs, maar ook aan bijvoorbeeld medische, juridische en christelijke teksten. Het woordenboek biedt de gebruiker een of enkele vertaalsuggesties in hedendaags Nederlands. Deze vertalingen zijn niet algemeen, maar toegespitst op een aantal contexten waarin het woord voorkomt.
Naast de gedrukte uitgave van het woordenboek is ook een cd-rom uitgave in ontwikkeling.
H. Pinkster is als hoogleraar verbonden aan de vakgroep Latijn van de Universiteit van Amsterdam.
Voor meer informatie of een recensie-exemplaar kunt u contact opnemen met Francoise Kraaijenzank of Rita Snaddon, tel.: 020-4200050. Besprekingen of recensies zien wij graag in tweevoud tegemoet.
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 23 Jul 1998 10:06:48 +0200
From: Francoise Kraaijenzank <francoisek@aup.uva.nl>
Subject: Lit: 9808.07: Nieuw: Geert Booij en Ariane van Santen. Morfologie. De woordstructuur van het Nederlands.
=======================================================================
NIEUW:
Geert Booij en Ariane van Santen. Morfologie. De woordstructuur van het Nederlands. Amsterdam (AUP) 1998.
=======================================================================
1 juli 1998 * 303 pagina’s * ingenaaid * ISBN 90 5356 290 7 * f.55,-
Amsterdam University Press, http://www.uva.nl/aup/aup.html
Deze inleiding in de morfologie van het Nederlands introduceert de lezer allereerst in de huidige theorieen over de morfologische structuur van woorden. Naast de beschrijving van de verschillende typen woordvorming, wordt inzicht geboden in de relatie van de morfologie tot andere componenten van de grammatica, zoals de fonologie en de syntaxis.
Ook de taalpsychologische dimensie van de woordstructuur krijgt veel aandacht: de taalinterpreterende activiteiten van de moedertaalspreker nemen een centrale plaats in. Aan de orde komt hoe de taalgebruiker nieuwe woorden maakt, hoe hij zich het morfologische systeem eigen maakt en waardoor dat systeem verandert.
Dit is de tweede, geheel herziene en uitgebreide druk van Morfologie, de woordstructuur van het Nederlands (1995). Deze druk is verrijkt met een diachroon perspectief: hoe kunnen verschijnselen die grilligheden van het Nederlands lijken, historisch en vanuit de psychologie van de taalgebruiker verklaard worden? Een apart hoofdstuk over morfologische veranderingsprocessen is vanwege deze invalshoek aan het boek toegevoegd.
Geert Booij is hoogleraar Algemene Taalwetenschap aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Ariane van Santen is docent Moderne Taalkunde aan de vakgroep Nederlands van de Rijksuniversiteit Leiden.
Voor meer informatie of een recensie-exemplaar kunt u contact opnemen met Francoise Kraaijenzank of Rita Snaddon, tel.: 020-4200050. Besprekingen of recensies zien wij graag in tweevoud tegemoet.
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 01 Jul 1998 12:32:00 +0200
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
Subject: Col: 9808.08: Column Coppen: Linguistisch Miniatuurtje IL: Uren schreeuwen om aandacht
=============================
Linguistisch Miniatuurtje IL:
Uren schreeuwen om aandacht
=============================
Ik heb in deze rubriek al eerder opgemerkt dat reclameteksten vaak een grammaticaal eigenaardigheidje bevatten die de aandacht van de argeloze lezer net iets langer vasthouden dan bij een ongemarkeerde tekst het geval zou zijn. Bij mij in elk geval werkt dat zo effectief dat ik me af en toe afvraag of ik deze strategie niet ook moet aanwenden bij het ontwikkelen van schriftelijk materiaal voor het onderwijs. Maar dan besef ik meteen dat je al een bepaalde mate van krankzinnigheid moet hebben om gevoelig te zijn voor afwijkend taalgebruik. Het is juist deze gevoeligheid die het oogmerk van taalkundig onderwijs vormt. Misschien biedt hier alleen de socratische methode nog mogelijkheden: het stellen van de vraag is belangrijker dan haar te beantwoorden.
Welnu: elke ochtend fiets ik naar mijn werk, langs steeds groter wordende reclameborden, waar de afgelopen maand enkele dagen de volgende tekst op te lezen viel: “met Libertel voordeelminuten bel je uren voordeliger”. Wellicht komt het door mijn onbekendheid met de zegeningen (?) van de draadloze telefonie, maar ik kwam daar aanvankelijk niet uit. Vooreerst was mij onbekend wat “voordeelminuten” zijn, maar ik vermoedde meteen dat het hier tijdseenheden betreft gedurende welke men goedkoper kan telefoneren dan normaal. Of deze minuten in voordelige pakketten kunnen worden aangeschaft, of bijeengespaard, of het resultaat zijn van zekere bonussystemen, daarover bleef ik voorlopig in het duister tasten, en eigenlijk WIL ik dat ook helemaal niet weten. Het gaat mij namelijk over dat “uren voordeliger bellen”.
In eerste instantie was ik geneigd deze uitdrukking te interpreteren naar analogie van “stukken voordeliger”, waarbij “uren” dus moet worden begrepen als een soort maataanduiding die het voordeel quantificeert. Dat moet de bedoeling van de reclamemakers zijn (groot voordeel). Maar ik begreep het niet helemaal. Zoals gezegd, onbekendheid met de precieze machinaties van de firma Libertel kan mij hier parten gespeeld hebben. Ik kon echter niet goed inzien hoe je voordeel kunt quantificeren in tijdseenheden. Wat zou het moeten betekenen als je zegt: dit telefoongesprek is vijf minuten voordeliger? Bijvoorbeeld, als een voordeelminuut net zoveel kost als 50 seconden, dan is een telefoongesprek van een half uur net zo duur als 25 minuten normaal tarief. Dan heb je dus vijf minuten voordeliger gebeld. Een voorstelbare interpretatie, al is natuurlijk niet de tijdseenheid zelf je voordeel maar de prijs die je daarvoor normaliter neertelt.
Maar er waren ook ochtenden (’s avonds zag ik de borden alleen van de achterkant) dat me andere interpretaties voor de geest kwamen. Bijvoorbeeld, naar analogie van de voordeelurenkaart van de spoorwegen: zijn er bepaalde periodes op de dag, gedurende welke je voordeliger kunt bellen dan anders? Dus bepaalde uren waarop de voordeelminuten geldig zijn? In dat geval moet de zinsnede “belt u uren voordeliger” gelezen worden als “zijn er uren waarop u voordeliger belt”.
Achteraf bekeken is dit de mogelijkheid die het meest aan me knaagde, en wel omdat ik de indruk heb dat deze interpretatie helemaal niet kan. Wat is er namelijk aan de hand? Om de gewenste betekenis te krijgen, moet “uren” worden gelezen met een zogeheten “wide scope”: de impliciete quantificatie “er zijn uren” moet buiten de zin zelf begrepen worden. Laat ik dat met een voorbeeld toelichten. Als ik zeg: “ik heb twee dagen hierover nagedacht”, dan heeft deze zin in principe twee lezingen. De tijdsbepaling “twee dagen” kan gelezen worden als een aanduiding betreffende de lengte van de periode gedurende welke ik heb nagedacht (narrow scope lezing), of als een aanduiding van een hoeveelheid tijdstippen waarbinnen het nadenken heeft plaatsgevonden (wide scope lezing). De wide scope lezing kan geparafraseerd worden door de tijdsbepaling buiten de zin te plaatsen: “er zijn twee dagen waarop ik hierover heb nagedacht”.
Gekoppeld aan deze twee lezingen zijn twee accentpatronen. Bij accentuering van de tijdbepaling zelf, plus het predicaat (“ik heb TWEE DAGEN hierover NAGEDACHT”) wordt de narrow scope lezing bevoordeeld. Accentuering van het finiete werkwoord en het predicaat (“ik HEB twee dagen hierover NAGEDACHT”) duidt op de wide scope lezing.
Nu wil het geval dat in onze zin het eerste accentpatroon zich tamelijk dwingend aan ons opdringt: “met LIBERTEL VOORDEELminuten belt u UREN VOORDELIGER”, en niet “met LIBERTEL VOORDEELminuten BELT u uren VOORDELIGER”. Dat klopt met mijn indruk dat de bijbehorende wide scope interpretatie niet goed kan. Maar dan volgt meteen de vraag: WAAROM kan dat niet? Waarom kan ik de zin “ik heb uren nagedacht” niet lezen als “ik HEB uren NAGEDACHT”, en tevens niet interpreteren als “er zijn uren waarop ik nagedacht heb”?
Het antwoord moet gelegen zijn in het feit dat het kale meervoud “uren” altijd begrepen wordt als een duratieve bepaling “urenlang”. De quantificatie die in deze bepaling zit is tweeledig: het betreft EEN periode die EEN AANTAL uren duurt. Blijkbaar zit de tweede quantor opgesloten in de scope van de eerste. Hij kan niet op een hoger niveau begrepen worden.
Maar waarom kan “uren” niet begrepen worden als een terminatieve bepaling, die simpelweg zegt dat er uren zijn waarop iets plaatsvindt? Daar heb ik niet zo gauw een antwoord op. Ik kan alleen erop wijzen dat terminatieve bepalingen in de vorm van een NP in het Nederlands een speciale markering vereisen: er moet een demonstrativum bij staan (“ik heb deze week gelachen”), een hoeveelheidsaanduiding (“ik heb het enkele dagen geprobeerd”), een sequentiele bepaling (“ik heb het de volgende dag geprobeerd”), of een dat-zin (“ik heb het de dag dat het regende nog eens geprobeerd”). Blijkbaar moet, om een NP als een terminatieve bepaling op te vatten, het tijdstip nader geidentificeerd worden in een reeks van mogelijke tijdstippen. Alleen een bepaald lidwoord (laat staan een onbepaald lidwoord) is daarvoor onvoldoende (“ik heb het de/’n dag geprobeerd”). Voor duratieve bepaling is deze identificatie blijkbaar uitgesloten. Bijgevolg zijn NP’s zonder deze identificatie (onder andere met onbepaald lidwoord) duratief, en met onvoldoende identificatie (alleen bepaald lidwoord) oninterpreteerbaar als temporele bepaling.
Als we dan in onze reclametekst de NP “uren” opvatten als een duratieve bepaling, dan staat er dus: “met Libertel voordeelminuten belt u urenlang voordeliger”. Met andere woorden, gebruikt u de voordeelminuten, dan houdt uw voordeel urenlang aan. Ook dat is voorstelbaar, maar minder waarschijnlijk. Immers, dat geldt natuurlijk voor elke manier waarmee je voordeel kunt behalen. Als je die manier vaker kunt toepassen, houdt je voordeel aan. Dat lijkt me geen speciale eigenschap van de voordeelminuten.
Op basis van taalkundig detectivewerk moet ik dus constateren dat de interpretatie van “uren” als terminatieve bepaling met wide scope onmogelijk is, dat een duratieve interpretatie linguistisch het minst gemarkeerd is maar vrij zinloze informatie oplevert, en dat de grammaticaal gemarkeerde lezing van “uren” als financiele maatbepaling bij de comparatief “voordeliger” de meest waarschijnlijke informatie weergeeft. Daarmee is de reclamestrategie voltooid: de argeloze lezer kiest de taalkundig ongemarkeerde lezing, denkt vervolgens: “Hoezo, ‘urenlang voordeliger’, waar slaat dat op?”, en is gevangen in het web. Dat je nog flink moet nadenken om de juiste lezing te krijgen zal de reclamemakers vervolgens worst wezen. Informatie is secundair. Het gaat om aandacht.
Peter-Arno Coppen
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 23 Jun 1998 15:57:01 +0200
From: Paul Dijstelberge <P.Dijstelberge@ubu.ruu.nl>
Subject: Rub: 9808.09: Rubriek Uit de STCN, no. 11: Digitale facsimile's
=================================================
Rubriek Uit de STCN, no. 11: Digitale facsimile’s
=================================================
Ik ben nu bijna een maand bezig met mijn digitale eersteling: de Emblemata Amatoria van Hooft. Twee edities samengebracht op een CD-rom en leesbaar op vrijwel iedere computer. Ik ga zo dadelijk precies uitleggen hoe ik dat doe. ‘Pour encourager les autres’ zoals Franse officieren zeiden in de Eerste Wereldoorlog, als zij hun soldaten wegens veronderstelde lafheid decimeerden. Ik werk al een behoorlijke tijd aan een systeem waarmee met behulp van typografisch materiaal zeventiende-eeuwse drukkers kunnen worden geidentificeerd. Ik heb daarvoor een database van plaatjes van initialen en siermateriaal aangelegd. Al die plaatjes scan ik van fotokopieen (en foto’s) en dat kost tijd. Het zoemen van een scanner krijgt de 3000-ste keer iets van mantra, gezongen door een Tibetaanse monnik. Zodra ik het apparaat aanzet en het zoemen begint, zie ik voor mijn geestesoog in oranje geklede heren rondstappen met fraaie puntmutsen en meterslange toeters waarvan de diepe bromtoon kilometers ver reikt. Scannen gaat redelijk vlug, maar als je het veel doet, wordt het toch weer eentonig. Ik was dus dolgelukkig toen ik – in ruil voor activiteiten van algemeen belang waar ik u nu niet mee zal vervelen – een digitale camera ontving. Een Olympus C1400L, met een zeer goed objectief, een hoge resolutie (1.400.000 pixels) en nog wat toebehoren. Een echte macro-lens moet ik er nog bijkopen om letters te kunnen fotograferen van enkele millimeters hoogte en ik wacht ook nog op geheugenkaartjes van 64 MB waar ik ruim 200 foto’s op kan zetten in plaats van de 25 waar ik mij nu mee behelp.
Ik heb er nog niet veel initialen mee gefotografeerd. Dat komt omdat ik door de lens turend een ander idee kreeg: het vervaardigen van digitale facsimile’s van zeldzamere letterkundige werken. Laatst stond een klacht in Neder-L over neerlandici die te lui zijn om zonder subsidie tekstedities te maken. Ik denk dat die neerlandici daar groot gelijk in hebben: een teksteditie die die naam verdient is iets anders dan een overgetypte tekst, waarin de oude fouten zijn blijven staan en nieuwe zijn toegevoegd. Als dat de norm wordt, bevindt de neerlandistiek zich over een jaar of 10 op het niveau van de filologie in het jaar 560 na Chr. en dat kan toch niet de bedoeling zijn. Dat neemt niet weg dat in de kwaliteitsboekhandel de plank neerlandistiek een plank is en geen kast. En wat er op die plank staat, tja. Recent is natuurlijk de prachtige Delta-reeks. Prachtig: Hildebrand. Hildabrandt und Hadubrandt. Hebban olla vogalas Hildabrandt gelesan hinase hic ende tu. Aan de woorden van Hugo Brandt Corstius in de NRC van 19-6 hoef ik niets toe te voegen. De reeks belooft zo oubollig te worden dat je haast zou denken dat Aad Nuis hem zelf aan Frits van Oostrom heeft gedicteerd aan de hand van zijn oude Mulo-literatuurlijst, of dat er – wat erger is – De Raad voor de Neerlandistiek aan te pas is gekomen. De uitgevers hebben weliswaar al magazijnruimte bij De Slegte gehuurd, maar verramsjt wordt er de eerste tien jaar niet omdat de overheid de huur betaalt (en vermoedelijk nog wel wat extra voor de ontwerp- en productiekosten). Zo is iedereen gelukkig: de auteurs kunnen tevreden zijn onder hun steen, de editeurs strelen de pagina’s van prachtig verzorgde boeken en de uitgevers knorren van geluk bij het zien van hun bankafschriften.
Maar na deze uitweiding wil ik graag terugkeren naar mijn onderwerp: de editie. Een antwoord op het editieprobleem luidt: facsimile’s. Reproduceer de teksten zo goed mogelijk, waarbij zoveel mogelijk (d.w.z. alle opgespoorde) varianten worden gegeven en reproduceer alle drukken, voorzie een en ander van goede indexen en doe er als commentaar een WNT bij. Op papier is daar natuurlijk geen beginnen aan. De kosten van een dergelijke uitgave van de Emblemata amatoria zouden ongeveer f.30.000,- bedragen en dat is zonder de huur die de uitgever rekent voor het gebruik van zijn impressum. Het opzetten van een dergelijke reeks boeken heeft weinig zin in een land dat meer vliegtuigspotters dan geinteresseerden in oude letterkunde kent. Het maken van CD-roms met facsimile’s en van documenten die op Internet kunnen worden getoond is dan natuurlijk uiterst zinvol. De kosten van apparatuur en programmatuur zijn relatief laag en het maken van een CD-rom is evenmin kostbaar. Ik zal hieronder uiteenzetten hoe ik het precies doe.
Apparatuur.
De camera is, zoals gezegd, een Olympus C1400L. Kenmerken van dit toestel (en een aantal aardige vergelijkende tests) kunnen worden gevonden op de volgende website: http://www.imaging-resource.com/ De Olympus kost ongeveer f.2700,- (inclusief BTW). Dat is een fractie van de prijs van sommige andere toestellen zonder dat daar een vergelijkbaar verschil in kwaliteit mee gepaard gaat. Er hoort natuurlijk handige randapparatuur bij: een adapter om de opnamen snel te kunnen inlezen in de computer (ongeveer f.250,-) en extra SmartMedia kaartjes, waarop de foto’s in de camera worden opgeslagen. Bij elkaar kost een en ander ongeveer f.4000,-. Ter vergelijking: een ‘professionele’ camera kost vijf tot tien maal zoveel. Ik gebruik een Apple computer, maar met een PC gaat het bijna even goed. Een goede PC met een 17 inch scherm kost ongeveer f.4500,-. Een CD-rom-brander is handig voor de verspreiding van de gemaakte afbeeldingen en kost ongeveer f.1200,-. De CD-rom kost inclusief label en doosje f.5,-.
Programmatuur.
Beeldbewerkings- en archiveringsprogrammatuur zijn in alle soorten en maten te vinden: Paintshop Pro en ACDsee zijn populaire shareware programma’s. Zelf gebruik ik het dure maar zeer goede Photoshop. De vormgeving van de documenten lukt uitstekend met Word, maar kan ook gedaan worden met programma’s als Quark Xpress of Pagemaker. Omdat de documenten uiteindelijk Acrobat documenten moeten worden is Adobe Acrobat nodig.
Hoe gaat een en ander nu in zijn werk? Eerst wordt het boek in zijn geheel gefotografeerd. Dat klinkt net zo eenvoudig als het is. Door de automatische scherpstelling en witcorrectie is het mogelijk om foto’s te maken bij het licht van een eenvoudige schemerlamp. (Om u een idee te geven van de kwaliteit van de foto’s staan er twee, in jpg-formaat, op de web-site van Neder-L: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/bulletin/1998/08/012.jpg en http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/bulletin/1998/08/013.jpg.) Een regelmatig uitgelichte pagina geeft natuurlijk het mooiste resultaat. De camera staat op een statief in een hoek van 90 graden, tegenover het boek dat op een eenvoudige standaard staat. Het handigst is nu als een bevallige assistent(e) de bladzijden omslaat. Het zal duidelijk zijn dat de belasting van het origineel vrijwel nihil is. Zodra het SmartMedia kaartje vol is, worden de foto’s overgezet op de harddisk van de computer. Dit gaat in zeer hoog tempo: 150 foto’s per uur lukt uitstekend. Die moeten vervolgens natuurlijk op maat worden bijgesneden, en bijgewerkt. Dat gaat redelijk snel, een paar minuten per foto. Die worden vervolgens in de juiste volgorde in het document geplakt dat wij uiteindelijk willen uitbrengen. Het is vanzelfsprekend mogelijk om er commentaar bij te geven. Het voltooide document kan nu worden weggeschreven als een PDF (Portable Document Format) document en verder worden bewerkt in Acrobat.
Die verdere bewerkingen zijn wat tijdrovender: in Acrobat worden naar behoefte links aangebracht tussen verschillende delen van het document. Afbeeldingen worden in relatie gebracht met de bijbehorende tekst, indexen en inhoudsopgaven met de rest van het document. Verschillende edities kunnen zo snel met elkaar worden vergeleken. De beeldkwaliteit van de documenten is goed tot zeer goed, de printkwaliteit redelijk. Ik denk zelf dat het mogelijk moet zijn om ongeveer 150 tot 200 pagina’s per dag te produceren, van het allereerste begin – we pakken het boek uit de kast – tot het einde – we vervaardigen de CD-rom. In de zeer nabije toekomst zal het aantal pagina’s nog veel hoger worden omdat het vooral de beperkingen van de randapparatuur zijn en van de computer, die de grens bepalen. En zo wordt het inderdaad mogelijk om met een verhoudingsgewijs geringe inspanning en tegen lage kosten een groot corpus oude letterkunde ter beschikking te stellen aan belangstellenden.
Het Acrobat Portable Document Format is een, welisware commerciele, platform-onafhankelijke standaard met enorme mogelijkheden. De Reader waarmee documenten worden bekeken wordt door Adobe gratis verspreid en zit standaard op vrijwel alle nieuwe computers. CD-roms, het Internet, integratie met HTML, alles is mogelijk. De algemene acceptatie en het grote gebruiksgemak geven een redelijke garantie voor de toekomstige toegankelijkheid en is een stuk universeler dan HTML of SGML, waarvan de groei van het aantal dialecten groter is dan die van de talen in Babel.
Ik zou bibliotheken en instituten dus willen oproepen om de bovenstaande (of vergelijkbare) apparatuur aan te schaffen. In een wat breder verband dan onze letterkunde vormen zij een uitstekende aanvulling op / vervanging van microfiches, kopieerapparaten, fotografie etc. Om nog maar niet eens te spreken van de mogelijkheid om foto’s per Internet op te sturen aan gelukkige en tevreden gebruikers over de hele wereld.
Mijn eigen bijdrage zal voorlopig bestaan uit:
- De twee edities van Hoofts Emblemata Amatoria die bij Blaeu verschenen.
- Een digitale versie van Huygens’ Korenbloemen uit 1672, in samenwerking met Ton Harmsen (full-text doorzoekbaar).
- Een corpus van 18e- en vroeg-19e-eeuwse liedjes, ontsloten op titel, wijs en eerste regel, gebaseerd op enkele nog nauwelijks ontsloten collecties in Amsterdam en Den Haag.
Paul Dijstelberge
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl (voor | | neerlandistiek op het Web), of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9808.a --------------------------*
Laat een reactie achter