Subject: | Neder-L, no. 9901.a |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Fri, 8 Jan 1999 18:37:30 +0100 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Zevende-jaargang--------- Neder-L, no. 9901.a -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 9901.01: Evenementenagenda, met: | | - Voordracht Boudewijn B"uch in kader cyclus 'Over | | Goethe gesproken', 8 maart 1999 (A'dam) | | - International Symposium 'Coming to terms with the | | Second World War', 19 - 20 februari 1999 (A'dam) | | - Discussiemiddag over Poldernederlands, 15 januari | | 1999 (A'dam) | | - Expositie 'Drukken in Steen, lithografie en boek in | | de 19e eeuw', 22 januari - 26 februari 1999 (A'dam) | | - Lezing prof. J. de Vries 'Morfologische aanpassing | | van Nederlandse leenwoorden in het Indonesisch: het | | prefix "meN-"', 5 februari 1999 (Leiden) | | - Lezing over psycholinguistiek door J. Pustejovsky, | | 12 januari 1999 (Nijmegen) | | - Tentoonstelling 'Apenkrabbels & Kinderschrift', 31 | | januari - 31 mei 1999 (Tilburg) | | - Voordracht Joost J. Kloek in kader avondcursus 'Over| | Goethe gesproken', 18 januari 1999 (Utrecht) | | (2) Med: 9901.02: De BNM in opbouw en onder Windows | | (3) Web: 9901.03: E-zine Meanderkrant biedt ruimte aan artikelen | | (4) Lit: 9901.04: Pas verschenen: Mededelingen van het Cyriel Buysse | | Genootschap, XIV, 1998 | | (5) Lit: 9901.05: Pas verschenen: BNTL 1997 ('s-Gravenhage 1998) | | (6) Lit: 9901.06: Pas verschenen: Rob Grootendorst. Crisis in de kritiek| | (Amsterdam 1998) | | (7) Rec: 9901.07: Multimediale encyclopedieen. Recensie door Piet | | Verkruijsse van Encarta Encyclopedie 99 (z.p. 1998); | | De Grote Encyclopedie '99 (Brussel enz. 1998). | | (8) Rec: 9901.08: Acrobatuur met de bijbel. Recensie door Piet | | Verkruijsse van Beeldscherm Bijbel (Vaassen 1998) | | (9) Col: 9901.09: Linguistisch Miniatuurtje LIV: Des Doden Dichters | | Minimalistische Program | |(10) Col: 9901.10: Column Willem Kuiper, no. 42: Ik zie een ster! | |(11) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 6 Jan 1999 16:16:09 +0100
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 9901.01: Evenementenagenda
=================
Evenementenagenda
=================
AMSTERDAM, Goethe-Institut, Westersingel 9, 020-6230421.
Voordracht Boudewijn B”uch in het kader van de voordrachtcyclus ‘Over Goethe gesproken’, 8 maart 1999, 20 uur.
- In het Goethe-jaar 1999 wordt in Amsterdam een voordrachtcyslus over Goethe georganiseerd. Boudewijn B”uch spreekt over ‘Boudewijn B”uch en de Goetheh”auser’. Toegang gratis.
AMSTERDAM, Vrije Universiteit.
International Symposium, 19-20 februari 1999.
- Symposium onder de titel: Coming to terms with the Second World War in contemporary literature and the visual arts. Five European perspectives. Sprekers o.a. Dick Schram (VU) en Elrud Ibsch (VU). Prijs: NLG 175,-; studenten NLG 100,-. Inlichtingen: 020-6707263, fax 6706938.
AMSTERDAM, P.C. Hoofthuis, Spuistraat 134, zaal 105.
Discussiemiddag over Poldernederlands, 15 januari 1999, 15-17 uur.
- Het Onderwijsinstituut Neerlandistiek van de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam organiseert in samenwerking met uitgeverij Bert Bakker een discussiemiddag over Poldernederlands n.a.v. het verschijnen van het boek ‘Poldernederlands’ van Jan Stroop. Sprekers zijn dr. Jan Stroop, prof. dr. Maarten van den Toorn, dr. Joop van der Horst en Cees Manintveld. Aansluitend is er een forumdiscussie o.l.v. prof. dr. Rob Grootendorst. Toegang is gratis. Borrel na afloop.
AMSTERDAM, Universiteitsbibliotheek, Singel 425, 020-5252143.
Expositie Drukken in Steen, lithografie en boek in de 19e eeuw, 22 januari – 26 februari 1999, ma.-vr. 11-16 uur.
- Tentoonstelling over lithografie n.a.v. de herdenking van de uitvinding van deze techniek door Alois Senefelder ongeveer twee eeuwen geleden.
De expositie wordt geopend op 21 januari, 16 uur in de Doelenzaal, met een lezing met dia’s door drs. J.F. Heijbroek, conservator van het Rijksprentenkabinet van het Rijksmuseum en een toelichting op de tentoonstelling door prof. dr. P. Visser, hoofdconservator van de UB Amsterdam. Catalogus beschikbaar.
LEIDEN, Universiteit, P.N. van Eyckhof 1, zaal 1167-001A.
Lezing IFOTT-cluster Taalgeschiedenis & Taalvariatie door prof. dr. Jan W. de Vries (UL), 5 februari 1999, 15.15 uur.
- Lezing onder de titel ‘Morfologische aanpassing van Nederlandse leenwoorden in het Indonesisch: het prefix “meN-“‘.
NIJMEGEN, Max Planck Instituut, Wundtlaan 1, 024-3521911.
Lezing over psycholinguistiek, 12 januari 1999, 16.15 uur.
- Lezing ‘The mental lexicon’ door James Pustejovsky (Brandeis University, Waltham – USA).
TILBURG, Scryption, Spoorlaan 434a, 013-5800821.
Tentoonstelling Apenkrabbels & Kinderschrift, 31 januari – 31 mei 1999.
- Tentoonstelling in het kader van ‘1999: het jaar van het handschrift. Haalt het handschrift het jaar 3000?’ Vervolgtentoonstellingen komen in het Nationaal Schoolmuseum te Rotterdam (maart tot oktober) en het Museum van het Boek in Den Haag (juli tot oktober).
UTRECHT, Academiegebouw, Domplein 29, zaal 009.
Voordracht Joost J. Kloek in het kader van de avondcursus ‘Over Goethe gesproken’, 18 januari 1999, 19.30 uur.
- In het Goethe-jaar 1999 wordt in Utrecht een avondcursus over Goethe georganiseerd. Joost Kloek spreekt over ‘Over Werther gesproken… Wertherfieber en publieke meningsvorming’. Inlichtingen: 020-5253890; toegang NLG 10,-; studenten NLG 5,-. Dezelfde lezing wordt ook in Amsterdam gehouden op 31 maart in het Goethe-Instituut.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 06 Jan 1999 21:26:34 +0100
From: Geert Warnar, UB Leiden, via Willem.Kuiper@hum.uva.nl
Subject: Med: 9901.02: De BNM in opbouw en onder Windows
=================================================================
De Bibliotheca Neerlandica Manuscripta in opbouw en onder Windows
=================================================================
De Bibliotheca Neerlandica Manuscripta (BNM) bestaat uit duizenden beschrijvingen van middeleeuwse handschriften en tienduizenden indices verdeeld over diverse kaartenbakken die gezamenlijk de grootste bron van informatie op het gebied van de Middelnederlandse letterkunde vormen. Opgezet door de Vlaamse codicoloog Willem Lodewijk de Vreese (1869-1938) en na diens dood beheerd en uitgebouwd op de afdeling Westerse handschriften van de Leidse Universiteitsbibliotheek, heeft de BNM al meer dan een halve eeuw haar waarde bewezen voor onderzoek in het grensgebied van codicologie en filologie.
Om de BNM in de toekomst dezelfde functie te kunnen laten vervullen, is in de afgelopen jaren – met subsidie van NWO en het toenmalig Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen – gewerkt aan een geautomatiseerde versie van het documentatieapparaat. Op grote schaal zijn beschrijvingen uit de BNM ingevoerd in een geautomatiseerd bestand dat met de mogelijkheden van elektronisch databeheer gemakkelijker, gevarieerder en effectiever kan worden doorzocht dan de kaartenbakken. De modernisering van de BNM kent ook een inhoudelijke component doordat de invoer van gegevens mede geschiedt na vergelijking en controle met later gepubliceerde studies en catalogi. Thans is niet alleen een substantiele hoeveelheid informatie uit de klassieke BNM verwerkt, ook kan men via de database beschikken over de gegevens uit recent onderzoek en uit publicaties die niet (meer) verwerkt waren in de kaartenbakken. In 1995, aan het einde van de subsidieperiode, werd de eerste fase van het automatiseringsproject afgesloten. De infrastructuur van de database was grotendeels ontwikkeld en de invoer van de gegevens was zodanig gevorderd dat een gebruiker ook van de nog niet systematisch verwerkte informatie een goed beeld kon krijgen.
Sinds het najaar van 1994 kan de BNM-database geraadpleegd worden als onderdeel van de online Publiekscatalogus (OPC) van de Leidse Universiteitsbibliotheek, te bereiken via het Open Bibliotheek Netwerk (OBN). Aan deze beschikbaarstelling is toentertijd enige ruchtbaarheid gegeven door middel van enkele publicaties en demonstraties van het bestand. Nu vormen enkele nieuwe ontwikkelingen de aanleiding opnieuw aandacht te schenken aan de BNM als database-in-opbouw.
Een aanvullende investeringssubsidie van NWO maakte het mogelijk opnieuw twee projectmedewerkers aan te stellen voor de periode van 3 jaar (1997-2000). Mevrouw dr. J. Verbij-Schillings en de heer drs. E. van der Vlist houden zich bezig met twee zeer bewerkelijke onderdelen van de documentatie: de classificatie van kleine teksten binnen grote corpora (van gebeden, kronieken, heiligenlevens etc.) en de verwerking van gegevens over vroegere bezitters van handschriften. Het betreft hier voor een groot deel gegevens waarvan men op dit moment niet via de vakliteratuur een goed overzicht kan krijgen. De BNM biedt de mogelijkheden tot de ordening van dit disparaat onderzochte materiaal die voor nadere studie vereist is.
Daarnaast zijn er sinds de eerste beschikbaarstelling van de BNM-database enkele veranderingen in de toegankelijkheid. Nog altijd is de BNM toegankelijk via de Leidse OPC. Wie de BNM wel eens geraadpleegd heeft (via Telnet al dan niet op het Internet) zal evenwel hebben ervaren dat de verbinding traag werkt. Sinds kort is er evenwel de mogelijkheid een Web-versie van de BNM te doorzoeken. In beginsel functioneert het bestand op dezelfde wijze als voorheen met dezelfde zoekmogelijkheden. De BNM onder Windows verkeert nog in een experimenteel stadium; zo ontbreekt op dit moment nog vrijwel alle informatie over het zoeken en de opbouw van de database.
In de loop van 1999 zal de BNM onder Windows verder opgetuigd worden tot een volwaardig te gebruiken database; dan zal pas blijken dat hiermee een belangrijke stap voorwaarts gemaakt is. De beschikbaarheid van een Web-versie maakt het mogelijk in de nabije toekomst in de BNM- database koppelingen naar andere bestanden aan te brengen – in ieder geval naar gedigitaliseerd beeldmateriaal van handschriften maar mogelijk ook naar andere relevante bronnen van informatie en tekstbestanden. Zo zal de waarde van de (elektronische) BNM binnen de medioneerlandistiek nog verder kunnen toenemen.
U vindt de Web-versie van de BNM via: http://lbs.leidenuniv.nl Het BNM-bestand is een van de daar gepresenteerde Leidse catalogi.
Geert Warnar
bron: Nieuwsbrief NLCM, nr. 16, december 1998.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 02 Jan 1999 14:06:13 +0100
From: Rob de Vos <rovos@xs4all.nl>
Subject: Web: 9901.03: E-zine Meanderkrant biedt ruimte aan artikelen
==============================================
E-zine Meanderkrant biedt ruimte aan artikelen
==============================================
De per e-mail verspreide Meanderkrant op Zondag verschijnt elke zondagmorgen met een aantal, vaak niet eerder gepubliceerde, gedichten en nieuws over zaken die met poezie te maken hebben. Er zijn nu tegen de 900 abonnees. De krant is een uitgave van de site Meander,
http://www.meander.is.nl/
Daar kan men zich ook abonneren.
We werken samen met andere organisaties die ook regelmatig zorgen voor een of meer gedichten in de krant. Zowel in het Nederlands als in het Afrikaans en Fries.
Er zijn inmiddels ook enkele woensdagedities van de Meanderkrant verschenen. Hierin plaatsen we artikelen over literaire onderwerpen. De nadruk ligt hierbij ook nog op poezie, maar er komt ruimte voor artikelen over literatuur in de breedst mogelijke zin van het woord. Ons streven is om twee maal per maand een woensdageditie uit te brengen. Op dit moment hebben we al een aantal artikelen in voorraad, maar we kunnen in de nabije toekomst constant goede artikelen gebruiken om van de woensdageditie een volwaardige en regelmatig verschijnende bijlage van ons e-zine te maken.
Ik nodig hierbij de lezers van Neder-L uit om door middel van korte artikelen bij te dragen aan de woensdageditie van de Meanderkrant. Wat de lengte betreft denk ik hierbij aan zo’n 800 tot 1500 woorden. De onderwerpen mogen gekozen worden uit alles wat te maken heeft met literatuur (ook buitenlandse) en creatief taalgebruik. Onze doelgroep bestaat uit een algemeen, in literatuur geinteresseerd publiek. Daarom, en ook gezien de aard van het medium Internet, moeten de artikelen niet te technisch zijn. (Het moge duidelijk zijn dat onze lezers voor een groot deel niet de lezers van Neder-L zijn.) Interessant en vlot leesbaar zijn hier voor de hand liggende en bruikbare criteria.
(Auteurs krijgen voor hun artikelen geen vergoeding.)
Ik geef graag nadere informatie.
Het adres daarvoor, tevens het adres voor het insturen van artikelen, is: meander@is.nl
Rob de Vos
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 05 Jan 1999 14:13:50 +0100
From: Anne Marie Musschoot <AnneMarie.Musschoot@rug.ac.be>
Subject: Lit: 9901.04: Pas verschenen: Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap, XIV, 1998
==============
Pas verschenen
==============
Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap, XIV, 1998
Inhoud:
- Joris van Parys: “Toute la Flandre est en lui”. Cyriel Buysse en de Franstalige Vlaamse literatuur
- Jan Luyssaert: Nevelse realiteit en Buysses fictie in Het recht van de sterkste
- Prosper de Smet: Cyriel en zijn auto [gedicht]
- Prosper de Smet: De brieven van Rosa aan haar “ventje”
- Ludo Stynen: Brieven van en aan Anton Bergmann
- Katrien de Muynck: De dramatische kracht van “Tantes”. Een analyse van B. vander Plaetses theaterbewerking naar de gelijknamige roman van Cyriel Buysse
- Pieter Goetgebuer: Buysse in de fout?
- Anne Marie Musschoot: Het gezin Van Paemel: een eigentijdse visie. Gesprek met regisseur Lucas de Bruycker
- Luc Vandaele: Kanttekening bij “Het land van Buysse, volgens Cyriel Buysse” van Wouter Verkerken (Gent 1994)
- Anne Marie Musschoot: Kroniek
Aflevering XIV van de Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap omvat 214 blz. en is te verkrijgen tegen betaling van BEF 450; leden betalen jaarlijks een contributie van BEF 300 en krijgen de afleveringen gratis toegestuurd.
Betaalwijze: bedragen storten op rekening nr. 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap vzw., Bromeliastraat 28, B-9040 St.-Amandsberg-Gent (= adres penningmeester); voor Nederland: bij voorkeur gireren op nr. 000-1588915-55 van hetzelfde genootschap. Alle correspondentie en bestellingen graag bij de redactie: A.M. Musschoot, Universiteit Gent, Fac. Letteren en Wijsbegeerte, Blandijnberg 2, B-9000 Gent.
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 04 Jan 1999 15:31:16 +0100
From: Piet Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Lit: 9901.05: Pas verschenen: BNTL 1997 ('s-Gravenhage 1998)
==============
Pas verschenen
==============
Bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap 1997 aangevuld met de Bibliografie van de Friese taal- en literatuurwetenschap 1997 met aanvullingen vanaf 1980. O.r.v. M.E.A. de Bolster, R.H. Delvigne, P.M. Doorenbosch, J.J. Kelder & M. de Schepper (BNTL); Ph.H. Breuker, A. Feitsma & G.L. Meinsma (BFTL). ‘s-Gravenhage: Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten, 1998. 669 blz.; NLG 80,- voor abonnees (NLG 130,- voor instellingen); issn 0045-186X.
Op de valreep van het oude jaar 1998 verscheen het jaardeel over 1997 van de BNTL met de beschrijving van 7807 publicaties op neerlandistisch en frisistiek terrein (Nederlandse taalwetenschap nrs. 1-1929; Nederlandse literatuurwetenschap 1930-7316; Friese taalwetenschap 7317-7480; Friese literatuurwetenschap 7481-7807). Dit betekent een teruggang met iets meer dan honderd nummers vergeleken met 1996 toen de BNTL/BFTL nog 7920 nummers noteerde, en dan mag de neerlandistiek nog van geluk spreken dat ‘Met en zonder lauwerkrans’ (het kilo’s wegende standaardwerk over schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd o.r.v. Schenkeveld-Van der Dussen) in 1997 verschenen is. Als niet al die al dan niet gelauwerde vrouwen in dit jaardeel zouden figureren, zou de achteruitgang in de neerlandistische productie zorgelijk te noemen zijn.
Allerminst zorgelijk is de inzet van redactie en medewerkers van de BNTL/BFTL. Weinig ontsnapt aan hun aandacht: de lijst geexcerpeerde tijdschriften telt twintig bladzijden. Niettemin is de vermelding ‘met aanvullingen vanaf 1980’ op het titelblad ook ditmaal weer geen loze kreet: de aandachtige lezer van het jaardeel 1997 treft hier en daar inderdaad publicaties van voor 1997 aan.
Voor de ongelukkige die nog steeds geen toegang tot Pica heeft, is het gedrukte jaardeel van de BNTL weer een welkome aanvulling op de uitdijende reeks blauwe banden die voor relatief weinig geld veel informatie verschaffen. Men kan zich alsnog abonneren voor NLG 80,- per jaar (instellingen NLG 130,-), waarvoor men een jaaraflevering krijgt en om de drie jaar een cumulatief driejaardeel. In 1999 verschijnt de cumulatie over 1996-1998.
Voor wie zich nu abonneert, zijn de reeds verschenen delen nog leverbaar:
dl. 18 (1940-1945) NLG 150,-
dl. 22-26 (1960-1984) NLG 106,- per deel
dl. 27 (1985-1989) NLG 125,-
dl. 28-29 (1993-1995) NLG 105,- per deel.
Losse delen buiten abonnement zijn aanmerkelijk duurder.
Het administratieadres is: NIWI Klantenservice, Postbus 95180, 1090 HD Amsterdam.
P.J. Verkruijsse
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 04 Jan 1999 15:31:16 +0100
From: P.J. Verkruijsse <Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Lit: 9901.06: Pas verschenen: Rob Grootendorst. Crisis in de kritiek (Amsterdam 1998).
==============
Pas verschenen
==============
Rob Grootendorst. Crisis in de kritiek. Argumentatietheorie en literaire recensies. Amsterdam: Vossiuspers AUP, 1998 (Inaugurele rede Amsterdam 25 september 1998). 28 blz.; isbn 90 5629 0614.
‘Literaire recensies als specifieke vorm van kritiek vormen in het moderne argumentatieonderzoek een verwaarloosd onderwerp’, aldus Grootendorst op de achterflap van zijn rede, waarna hij ‘inzichten uit de pragmadialectische argumentatietheorie toepast op literaire recensies in dag- en weekbladen. Betoogd wordt dat deze weliswaar kunnen worden opgevat als betogende teksten, maar in de praktijk niet kunnen voldoen aan alle eisen die aan argumentatie in een redelijke discussie gesteld dienen te worden. Bepleit wordt dat er een klimaat ontstaat waarin schrijvers inhoudelijk met hun critici in discussie kunnen gaan en critici op elkaars recensies reageren’.
Dat andere klimaat is hard nodig, aldus Grootendorst, die zegt nooit begrepen te hebben dat het niet chic, ja zelfs een taboe is dat een schrijver op een recensie reageert. ‘In andere sectoren van de maatschappij is het heel gewoon dat iemand die wordt aangevallen, zich verweert. Zelfs de zwaarste crimineel heeft in ons rechtsbestel recht op een adequate verdediging, en dat is maar goed ook. Is een auteur soms minder dan een moordenaar?’ (p. 19).
Was Grootendorst niet ook (mede)auteur van enkele publicaties over drogredenen?
PJV
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 04 Jan 1999 15:31:16 +0100
From: Piet Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rec: 9901.07: Multimediale encyclopedieen. Recensie door Piet Verkruijsse van Encarta Encyclopedie 99 (z.p. 1998); De Grote Encyclopedie '99 (Brussel enz. 1998).
===========================
Multimediale encyclopedieen
===========================
Recensie van:
Encarta Encyclopedie 99. Winkler Prins editie. Cd-rom. Microsoft Corporation/Elsevier 1998. NLG 199,-. Documentnr. X00-15970.
De Grote Encyclopedie ’99. Cd-rom + VideoPlus-cd. Brussel/Haarlem: Easy Computing, 1998. NLG 89,50. isbn 90-5167-755-3, 90-5167-735-9.
Digitale encyclopedieen hebben ongetwijfeld de toekomst. Wat is er handiger dan klik-klik de gewenste informatie vanaf je bureaustoel op te roepen en desnoods naar je tekstverwerker te dirigeren, in plaats van steeds heen en weer te lopen naar een boekenkast en uiteindelijk met diverse folianten op, naast en onder je bureau te eindigen.
Onze oude vertrouwde Winkler Prins heeft een naam te verliezen, dus zijn de verwachtingen van de cd-rom-editie hoog gespannen. Wie na installatie van de Encarta echter de toelichting tot zich wil nemen, stoort zich meteen aan het onzorgvuldige taalgebruik, zoals bij de toelichting bij het Beginscherm: ‘Benzoek [sic] de multimediagallerie [sic]’ (verder is gelukkig uitsluitend sprake van ‘galerie’), of bij Geavanceerd zoeken: ‘de kennisgebied’.
Maar na deze licht teleurstellende ervaring mag de digitale WP er zijn. Zij bevat 52.629 geselecteerde en herziene WP-artikels, bijna 8000 multimedia-fragmenten (afbeeldingen, geluiden, videobeelden en interactieve diagrammen), ruim 3500 voorgeselecteerde koppelingen naar het Web, de mogelijkheid tot het downloaden van andere Web-koppelingen en nieuwe supplementen op artikels, interactiviteiten, een tijdlijn van de wereldgeschiedenis, virtuele rondleidingen en (via een extra cd) projectbeheer dat het mogelijk maakt om notities en foto’s uit diverse bronnen in een werkstuk of scriptie op te nemen.
Eerst maar even de artikels. 52.629 lijkt me niet veel, vergeleken met de gedrukte WP. Ook een cd-rom kent zijn grenzen: beeld en geluid vergen veel ruimte die ten koste moet gaan van de informatie via letters. Een literair-historische steekproef met enkele auteurs (Encarta vergeleken met de voor mij op dit moment beschikbare 7e druk van de WP) leert het volgende. Hadewijch krijgt nu 5 regels en had er toen 36 + 16 regels literatuuropgave. Bredero heeft nu 73 regels + 8 regels literatuuropgave tegen 76 + 22 toen, hetgeen impliceert dat het lemma van A.M.J. van Buuren (de namen van de auteurs van de lemmata worden in Encarta overigens niet vermeld) vrijwel in zijn geheel is overgenomen, maar niet is bijgewerkt: de nieuwste Bredero-editie onder leiding van Stuiveling wordt niet vermeld. Ook het stuk over Vestdijk van Rein Bloem is ongeschonden gedigitaliseerd, inclusief de giganti- sche lijst werken, maar zonder enige secundaire literatuur. Giphart bestond nog niet in de jaren ’60 en ’70 van de 7e druk van de WP, maar hij is nu met 9 + 2 regels aanwezig.
Opmerkelijk is dat blijkbaar vooral gesnoeid is in de opgaven van secundaire literatuur en dat voor de literaire lemmata geen gebruik gemaakt is van het ‘Winkler Prins Lexicon van de Nederlandse letterkunde’ van 1986 waarvoor toch ook is uitgegaan van de Grote WP (8e druk). Zou dit terugvallen op een oudere druk te maken hebben met copyrights?
Het voordeel van een digitale encyclopedie is dat zie ook-verwijzingen meteen aangeklikt kunnen worden. Zo zijn er in het Vestdijk-lemma aanklik-verwijzingen naar De Vrije Bladen, Du Perron, Ter Braak, Forum, Sint-Michielsgestel en P.C. Hooftprijs. Zoekt men via de Wizard, dan krijgt men alle lemmata waarin Vestdijk genoemd wordt, waaronder Actaeon, Caligula, Tom van Deel en Frans Weisz om er enkele van de 28 te noemen. Via het Woorden zoeken-scherm is het mogelijk om met behulp van booleaanse operatoren die artikels te zoeken waarin bepaalde woorden en frasen voorkomen. Zo levert de zoekactie naar artikels waarin zowel Vondel als Hooft voorkomen 16 treffers, waaronder biografie, brief, Lutma, ode, rei, W.A.P. Smit e.a.
Het zoekvenster biedt ook de mogelijheid om via tijd- en plaats- bepalingen alle lemmata op een bepaald terrein te filteren. Wanneer men Antwerpen en de periode 1250-1650 selecteert op het terrein van de Nederlandstalige letterkunde, dan komen Caspar van Baerle, Anna Bijns, Cornelis Crul, Willem van Haecht, Mariken van Nieumeghen, Guilliam van Nieuwelandt en Jan van der Noot tevoorschijn.
Eveneens via het zoekvenster kan men de lemmata die voorzien zijn van multimediale specialiteiten oproepen. Er is keuze – en ook die is weer per rubriek aan te geven – uit animaties, grafieken, interactiviteiten, kaarten, afbeeldingen, audiofragmenten, tabellen, video, 360 graden- panorama’s, virtuele rondleidingen, jaarboekartikelen en webkoppelingen. Zo zijn er 23 audiofragmenten over Nederlandse letterkunde: Hoofts ‘Nydighe tijt’ wordt keurig voorgelezen, Mulisch leest zijn ‘Droge naald’, Annie Schmidts ‘Dikkertje Dap’ wordt gezongen enzovoort.
In Encarta ingebouwd is ook Kramers woordenboek Nederlands. Het is afzonderlijk raadpleegbaar, maar ook vanuit de encyclopedie. In ieder lemma kan men op elk willekeurig woord dubbelklikken om de woordenboekbetekenis op te roepen. Komt het aangeklikte woord niet voor in het woordenboek, dan verschijnt het woord dat er het dichtst bij zit.
Het multimediale spektakel omvat virtuele rondleidingen door zulke uiteenlopende zaken als Westminster Abbey en een kaasfabriek, waarbij de gebruiker met de muis de afbeelding 360 graden kan laten ronddraaien en onderweg nog allerlei zaken kan aanklikken. In de rubriek Humaniora van de Interactiviteiten is het mogelijk om een aantal taaluitingen te beluisteren in tientallen talen. Verder is er een aantal rondleidingen georganiseerd. In de sector Kunst en literatuur is een elftal excursies uitgezet, waaronder dichters uit het verleden, dichters van de 20e eeuw en Nederlandstalige schrijvers. De laatste excursie voert ons langs 24 auteurs, van wie Multatuli de oudste is en tot wie merkwaardigerwijze ook Maeterlinck gerekend wordt.
Heel handig zijn ook de honderden voorgeprogrammeerde Webkoppelingen naar honderden Internet-sites op diverse kennisgebieden. Voor kunst, inclusief literatuur, zijn er 1157 koppelingen voorhanden. Via de optie Woorden zoeken kan men meteen kijken of er een Internet-adres is voor Huygens of Vondel. Voor de Nederlandse letterkunde wordt men in de meeste gevallen doorverwezen naar het L.J. Coster-huis (http://www.dds.nl/~ljcoster), maar soms ook naar minder bekende locaties, zoals voor A. Alberts naar: http://web.inter.nl.net/hcc/Her.Jansen/alberts.htm
Via het Encarta Jaarboek wordt regelmatig nieuwe informatie toegevoegd die men ook kan downloaden en via Encarta on line kan men het Web op.
Systeemvereisten: multimedia pc of compatible pc met 486DX/50 Mhz of snellere microprocessor; cd-rom-speler met dubbele snelheid of sneller; een super VGA-beeldscherm dat 256 of meer kleuren ondersteunt met een resolutie van 640×480 of hoger; videokaart met 1 MB of meer VRAM (local bus); geluidskaart met luidsprekers of koptelefoon; Microsoft Mouse of compatible aanwijsapparatuur. Windows 95 of hoger of Windows NT Workstation 4.0 of hoger. 8MB RAM voor Windows 95; 16 MB voor Windows NT Workstation en Windows 98. 30 MB vrije schijfruimte. Voor webkoppelingen een modem van 14k4 baud of sneller.
Dan nu de Grote Encyclopedie ’99 van Easy Computing, een oorspronkelijk Duits product van Data Becker te D”usseldorf, aan de Nederlandse – of beter gezegd de Vlaamse – markt aangepast door Easy Computing te Brussel en Haarlem. De programmainformatie vermeldt een indrukwekkende reeks redacteuren (26), auteurs (21), vormgevers, vertalers (35) en andere medewerkers. Hoofdredacteur is Gert Gielen. Opvallend zijn de vele spel- en ordinaire tikfouten en typische Vlaamsismen, zowel op het scherm als in de 96 pagina’s dikke handleiding. Maar laten we ons concentreren op de inhoud. Het openingsscherm biedt de keuze tussen Ontdekken, Zoeken en Help en wijst ons ook meteen op de Scriptie- assistent.
Ontdekken betekent Kennis beleven, Kennis chronologisch, Kennis testen en Kennis in de derde dimensie. Veelbelovende en flitsende schermen wijden ons in in bijvoorbeeld de wereld van de kunsten. Achter de aanklikmogelijkheid Literatuur blijken 14 dichters schuil te gaan, onder wie geen enkele Nederlandstalige. Ook bij de literaire quizzen waarbij men namen met foto’s moet combineren, ontbreken de Nederlanders.
De Grote Encyclopedie beschikt over handige zoekwerktuigen. Men hoeft slechts de linker rand van het scherm op te zoeken met de muis en daar verschijnt het zoekwerktuig. Maar het kan nog sneller! Als men waar dan ook in een artikel verzeild raakt en zich afvraagt of misschien ook Hadewijch in de encyclopedie zit, dan hoeft men niets anders te doen dan de H aan te tikken waarna de snelzoeker in beeld verschijnt met reeds die H in het zoekvenster. Daarna kan men nog kiezen voor Hadewijch als trefwoord of Hadewijch als tekst binnen lemmata. Een andere mogelijkheid voor snelzoeken is op een woord gaan staan en met de rechter muisknop klikken, waarna men het desbetreffende begrip kan oproepen.
De Grote Encyclopedie bevat 68806 items, waaronder 59349 artikels, 4008 beelden, 149 geluidsfragmenten, 87 video’s, 109 driedimensionale modellen, 1094 interactieve homepages, 1977 magische landkaarten, 59 diavoorstellingen, 171 tijdlijnonderdelen, 183 diagrammen en 23 verzamelartikels (o.a. over auteurs). De rubriek Kunst en cultuur telt 9013 items, waarvan er 2358 betrekking hebben op de literatuur, dat wil zeggen de gehele wereldliteratuur. Van die 2358 trefwoorden zijn er circa 900 gewijd aan auteurs, onder wie slechts zo’n 125 Nederlandstaligen en relatief veel Vlamingen; de rest is bestemd voor literaire termen en boektitels.
Hadewijch krijgt 4 regels, die echter tweemaal zo lang zijn als in de Encarta, dus 8; Bredero krijgt omgerekend 26 regels; Vestdijk moet het doen met 14 (dus 28) regels. Literatuuropgaven, daar doet de Grote Encyclopedie niet aan, zodat we in het duister tasten omtrent de herkomst van de zin: ‘Bredero kreeg als zoon van een welgestelde schoenmaker de kans een degelijke klassieke opleiding te voltooien’. Giphart is nog niet tot Vlaanderen doorgedrongen. Uiteraard bestaat ook in deze encyclopedie de mogelijkheid om naar zie ook-verwijzingen door te klikken. In het lemma over Vestdijk wordt doorverwezen naar Du Perron, bij Bredero naar Vondel en Hooft, bij Hadewijch naar hoofse lyriek en mystiek.
De tekstzoekmachine biedt de mogelijkheid te zoeken met de operatoren ‘en’ en ‘of’. De zoekopdracht ‘Vondel en Hooft’ levert vijf artikels op waarin ze beide voorkomen (Bredero, Cats, Gouden eeuw, Hooft en Vondel).
Alle video-fragmenten zijn op een aparte cd bijeen geplaatst, de VideoPlus-cd. Iedere keer dat men een videofilmpje aanklikt, krijgt men het verzoek van cd te wisselen. Als tip geeft het venster dat het wel handig is om twee cd-rom-spelers te hebben in dit geval! Een heel gedoe dus, temeer daar de filmpjes vaak van wel heel korte duur en kwalitatief niet erg best zijn.
Ook de Grote Encyclopedie wordt eens per maand geupdated. Via de Update Assistent is het mogelijk nieuwe aanvullingen te downloaden.
Als aardigheidje heeft de Grote Encyclopedie nog dat iedere keer als Windows opgestart wordt een dialoogvenster verschijnt met ‘Van harte welkom’ en drie feitjes uit de wereld van natuur en techniek, kunst en cultuur en geschiedenis van de desbetreffende dag uit het verleden. Op 29 december 1998 was het 72 jaar geleden de ‘Sterfdatum van de dichteres Rainer Maria Rilke (geb. 1875)’. Dit dialoogvenster kan men gelukkig ook uitschakelen, want met dit soort missers bewijst de Grote Encyclopedie zichzelf geen dienst, lijkt me. Overigens komt Rilke niet als trefwoord voor, wel als naam in een aantal andere lemmata waar hij in ieder geval het juiste geslacht blijkt te hebben.
Systeemvereisten: Windows 95 of 98; minimaal 32 MB RAM; grafische kaart met 1024×768 pixels bij 32.768 of 16,7 miljoen kleuren; 30 MB vrije schijfruimte; een goede, snelle cd-rom-speler.
De conclusie die uit vergelijking van de twee encyclopedieen getrokken kan worden, is dat de Encarta meer voldoet aan wetenschappelijke behoeften dan de Grote Encyclopedie die – met zijn muziekjes, lay-out en quizzen (die ook maar een keer leuk zijn) – meer een huis-, tuin- en keukennaslagwerk is en ook wil zijn. De Encarta is een Nederlandse, de Grote een toch vooral Vlaamse encyclopedie. Teleurstellend is dat zelfs de Encarta soms verouderde informatie levert en dat beide encyclopedieen niet uitmunten in het verwijzen naar secundaire literatuur. De weg naar een goede, actuele digitale encyclopedie die aan wetenschappelijke eisen voldoet zoals de oude vertrouwde gedrukte Winkler Prins lijkt nog lang, zolang men veel te veel energie stopt in allerlei toeters en bellen die bovendien veel te snel het etiket ‘interactief’ opgeplakt krijgen (het interactieve bestaat meestal slechts uit een muisklik).
P.J. Verkruijsse
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 07 Jan 1999 15:31:16 +0100
From: Piet Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rec: 9901.08: Acrobatuur met de bijbel. Recensie door Piet Verkruijsse van Beeldscherm Bijbel (Vaassen 1998)
========================
Acrobatuur met de bijbel
========================
Recensie van:
Beeldscherm Bijbel. Vol. 1-2. Cd-rom. Vaassen: Uitgeverij Medema, 1998. Vol. 1: Statenvertaling, King James Version: NLG 19,95; isbn 90-6353-291-1. Vol. 2: Statenvertaling, King James Version, NBG-vertaling ’51, Groot Nieuws, Telos-vertaling: NLG 39,95; isbn 90-6353-302-0.
Naarmate steeds minder mensen de bijbel of gedeelten daarvan in hun basispakket hebben, neemt de behoefte aan hulpmiddelen om het boek der boeken te doorzoeken toe. Vooral in het onderwijs en met name in het literatuuronderwijs is aan een gemakkelijk toegankelijke Statenvertaling grote behoefte om studenten snel naar bepaalde bijbelpassages te geleiden. De voortreffelijke concordantie van Trommius (Nieuwe Testament 1672; Oude Testament 1685-1691), die eeuwenlang goede diensten heeft bewezen, had toch als nadeel dat je met twee boeken naast elkaar moest zitten bladeren.
De automatisering heeft het mogelijk gemaakt om zeer veel informatie compact aan te bieden. Tot voor kort waren er bijbelzoekprogramma’s op diskette beschikbaar; de laatste jaren worden steeds meer bijbels op een cd-rom bijeen geplaatst. Men kan het krijgen zoals men het hebben wil: twee bijbels, drie, vier bijbels, in het Nederlands of in meer talen, al dan niet voorzien van allerlei andere naslagwerken en concordanties.
Uitgeverij Medema en het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) houden het vooralsnog vrij overzichtelijk. De Beeldscherm Bijbel op cd-rom is beschikbaar als ‘volume 1’ met alleen de Statenvertaling en de King James Version; het recent verschenen ‘volume 2’ biedt voor de dubbele prijs daarnaast de NBG-vertaling uit 1951, de Groot Nieuws-bijbel van 1975 en de Telos-vertaling van het Nieuwe Testament.
De cd-rom gaat vergezeld van een handleidinkje voor de installatie en de zoekmogelijkheden, maar bevat geen enkele uitleg over wat men nu inhoudelijk in huis gehaald heeft. Een paar alinea’s over de geleverde bijbelvertalingen zouden toch niet misstaan in dit tijdsgewricht. Wie weet nog dat de Statenvertaling uit 1637 dateert en de King James uit 1611, dat de in 1951 voltooide NBG-vertaling voor de protestanten de Statenvertaling verving en dat de Groot Nieuws-vertaling in de beschaafde omgangstaal te danken is aan een gezamenlijk initiatief van protestanten en katholieken. Velen zullen zich afvragen wat de Telos-vertaling van het Nieuwe Testament voor status heeft. Dit is de zo dicht mogelijk bij de grondtekst blijvende vertaling van het Nieuwe Testament, vervaardigd door de Vergadering van Gelovigen op basis van de Voorhoeve-vertaling.
Bovendien had men wel even mogen aangeven welke druk van de desbetreffende bijbels hier precies gedigitaliseerd is. Dat is van belang als men bijvoorbeeld een zeventiende-eeuws citaat wil opzoeken in de Statenbijbel. Zo vindt men in de Statenbijbel op de cd niet het woord ‘aanbegin’ uit Jesaja 40:21; er staat nu ‘van den beginne aan’. Als men de zoekmachine laat zoeken naar ‘visch’ dan is het resultaat zero; bij ‘vis’ meldt het zoekvenster dat er 21 documenten gevonden zijn in 66 documenten, hetgeen betekent dat in 21 van de 66 bijbelboeken woordvormen met ‘vis’ voorkomen. Het achtereenvolgens oproepen van de zoekresultaten levert uiteindelijk 60 maal vis, vissen en visjes op. Met gebruik van jokertekens (een asterisk voor en na ‘vis’) worden er nog twee bijbelboeken extra gevonden met walvissen, Vispoort, visserskrauwel, vissers, visangelen e.d.
Voor professioneel gebruik bij de tekstinterpretatie door literair-historici kan ik de Beeldscherm Bijbel niet aanraden omdat de tekst van de originele Statenbijbel niet beschikbaar is.
Technische gegevens: de cd-rom draait op een Mac, een pc 486 of Pentium met Windows 3.1, 95, 98 of NT. Intern geheugen min. 8 MB RAM; 5 MB vrije schrijfruimte. Acrobat 3.0 wordt op de cd meegeleverd.
P.J. Verkruijsse
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 03 Jan 1999 12:04:44 +0000
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
Subject: Col: 9901.09: Linguistisch Miniatuurtje LIV: Des doden Dichters Minimalistische Program
==========================================
Linguistisch Miniatuurtje LIV:
Des Doden Dichters Minimalistische Program
==========================================
Op zondag 27 december las de in 1994 overleden dichter Lucebert in het VPRO-televisieprogramma “Dode dichters almanak” het volgende gedicht voor, uit zijn in 1989 verschenen bundel “Troost de hysterische robot”:
het lied van de robot:
Hond hij blaffen
Man hij blaffen
Vrouw zij blaffenBijten allen
Grragh grragh grragh
Moeder zij straffen
Vader hij straffen
God hij straffenLachen allen
Hahaha hahaha hahaha
Niet mede
Geen deel
Niet ver
Geen deel
Niet voor
Geen deel
Niet oor
Geen deelGeen zin
Geen zijn
Zelfs de oppervlakkige lezer zal onmiddellijk besluiten dat het klassieke thema van dit gedicht de zin van het bestaan is (“geen zin/geen zijn”). In robotesk taalgebruik wordt wat gegoocheld met begrippen. Zo zien we de associatieve reeks “hond, man, vrouw, moeder, vader, God”, gecombineerd met het hyena-paar “bijten/lachen”, en er worden een paar woorden in tweeen geknipt: “mede-deel, ver-deel, voor-deel, oor-deel”. Zowel de zins- als woordstructuur zijn verknipt, en lijken daardoor zinloos te worden. Curieus was dat de dichter zelf het eerste deel (de eerste zes strofen) met blikkerige stem voorlas, en de rest normaal. Daardoor lijkt het tweede deel beschouwend: de robot deelt niets mee, verdeelt niet, is niet op voordeel uit, en heeft geen oordeel. Deze zinloosheid correspondeert met – of: leidt tot – bestaansloosheid.
Wie zover is, zal wellicht ook nog erkennen dat dit gedicht over taal gaat. Immers, er wordt niet alleen gegoocheld met begrippen, maar ook met taalbouwsels. Woorden en zinnen hebben een afwijkende structuur. De zinnen zijn eigenlijk zonder uitzondering ongrammaticaal, en de woorden zijn in het voorlaatste couplet op een ontoelaatbare wijze verminkt. Daardoor lijkt niet alleen elke betekenis (“zin”), maar ook de structuur (“zin”) aangetast.
In feite volgt uit deze erkenning de derde stap in de analyse van dit vers. Er wordt niet alleen gespeeld met begrippen en structuren, maar de dichter polariseert ook de tegenstelling betekenisloos-betekenisvol. Kijk maar: “blaffen” en “bijten” zijn betekenisloze (niet-performatieve) acties, net zoals “grragh grragh grragh”. Aan de andere kant zijn “straffen” en “lachen” natuurlijk bij uitstek bedoeld om een boodschap over te brengen, net zoals “hahaha hahaha hahaha”. Bovendien bevat de trits “moeder, vader, God” een relationeel betekenisaspect dat in het drietal “hond, man, vrouw” ontbreekt.
De verknipping van de “deel”-woorden is zo mogelijk nog illustratiever: de woorddelen “mede” en “voor” zijn betekenisvol, in tegenstelling tot “ver” en “oor”. Het voorvoegsel “oor” is hier immers geen verwijzing naar het lichaamsdeel of het edelmetaal. “Oor” is een oudgermaans voorvoegsel “or/er/oer”, dat in beginsel betekenisloos is.
In deze derde laag van interpretatie, waarin de tegenstelling “betekenisvol/betekenisloos” centraal staat, moet de slottegenstelling “zin/zijn” dan ook precies in die zin begrepen worden. “Zin” is betekenis, en “zijn” is juist geen betekenis. Maar dat lijkt een beetje vreemd. Hoe kan dat?
Dit probleem wordt opgelost in de vierde stap. De visie dat het werkwoord “zijn” betekenisloos is, komt eigenlijk alleen voor in de – moderne – taalkunde. Als we nu eens met een zeer modern taalkundig oog opnieuw naar dit gedicht kijken, dan zien we een haast profetische aankondiging van Chomsky’s Minimalistische Program uit de negentiger jaren. En dat in 1989!
Laten we beginnen met de robot. Die moet uiteraard in dit licht geidentificeerd worden met het computationele systeem, dat de zinnen van de taal berekent op basis van de condities die door de interfaces met de andere breincomponenten opgelegd worden.
De zin wordt geprojecteerd vanuit de werkwoordelijke kern. Vanuit die projectie wordt de thematische rol gedistribueerd. Zo heeft het werkwoord “blaffen” een thematische agens-rol. In het Nederlands worden de werkwoordelijke vervoegingskenmerken apart in de structuur geprojecteerd, evenals de agreementkenmerken met het subject. Het subject kan zijn naamvalskenmerken alleen bevestigen bij een van die projecties.
In het gedicht ontbreken de vervoegingskenmerken. “Blaffen” is niet vervoegd. Het subject is daardoor niet gelegitimeerd. De robot vindt de beste oplossing door het subject te topicaliseren: het subject is op die manier zwak gelegitimeerd door de topic-kenmerken. Gelukkig is er wel agreement. Dat is uitgedrukt door op de oorspronkelijke subjectpositie een resumptive pronoun achter te laten. Dat congrueert met het getopicaliseerde subject (“man/hond” met “hij” en “vrouw” met “zij”).
Nu krijgen we het geval “Bijten allen”. Dat had op basis van de bovenstaande overwegingen ook kunnen zijn “allen zij bijten”. Maar hier vindt de robot iets beters: “allen” is een floating quantifier, die bij voorkeur op de subjectpositie blijft staan. Daardoor blijft de topicpositie oningevuld en zou de zin crashen op PF. De enige manier om dit te voorkomen is topicalisatie van het werkwoord. Door de floating quantifier op de oorspronkelijke subjectpositie is nu uiteraard het resumptive pronoun overbodig geworden.
De eerste drie strofen vertonen dezelfde structuur als de tweede drie. Wat is dan het verschil? Welnu, zoals bekend zijn er twee interfaces met andere breincomponenten: het akoestisch-perceptieve systeem (de fonetische vorm, ofwel PF), en het conceptueel-interpretatieve systeem (de semantische vorm, ofwel LF). De eerste drie strofen nu illustreren de werking van de PF. De uiting “grragh grragh grragh” is uitsluitend fonetisch (net als het blaffen). De tweede drie strofen daarentegen gaan over LF. De resulterende versregel “hahaha hahaha hahaha” is immers uitsluitend niet-fonetisch (net als het straffen). Van alle fonemen is de /h/ (de “ha”) nu juist degene zonder noemenswaardige kenmerken: als je ademt spreek je al een /h/ uit. Is de /h/ wel een foneem?
Illustreren de eerste zes strofen de syntaxis, in de volgende strofe is de morfologie aan de beurt. Het woord “deel” kan een werkwoord zijn (“delen”) of een zelfstandig naamwoord. Van elk geeft de dichter twee voorbeelden. Is “deel” een woorddeel, dan kan het met twee soorten prefix worden aangevuld: die met een eigen betekenis (morfemen als “mede”, “voor”) en die zonder eigen betekenis (affixen als “ver”, “oor”). In beide gevallen zijn de woorddelen te onderscheiden door negatie: zelfstandige morfemen zoals zelfstandige naamwoorden en (genominaliseerde) werkwoorden worden ontkend met “geen”, andere categorieen krijgen “niet”.
Het “zijn” uit de laatste strofe kan zo slaan op het betekenisloze werkwoord “zijn”, dat in sommige talen wordt ingevoegd om de vervoegingskenmerken van de zin te dragen. Met “zijn” had de robot wellicht nog uitingen kunnen genereren die niet zoals “grragh” zouden crashen op LF, of zoals “ha ha ha” zouden crashen op PF.
De dichter wijst er hier dus kortweg op, dat het computationele taalsysteem betekenisloze projecties nodig heeft om zinnen te produceren. Dat is een profetisch inzicht, dat de huidige taalkundige met verbazing moet onderschrijven.
Ja maar, hoe kan een eenvoudig dichter zonder gedegen taalkundige scholing deze zaken zo helder voorstellen, ver voordat de reguliere wetenschap ze ontdekt en accepteert? Is dit niet een schoolvoorbeeld van hineininterpretieren? Nee natuurlijk niet! Het is immers bekend dat de kunstenaars de fijngevoelige antennes van de ontwikkelingen in wetenschap en cultuur vormen. Zijn niet al onze technologische verworvenheden door kunstenaars voorspeld?
Ziet, neerlandici, dat de eerstejaars lessen generatieve grammatica noodzakelijk zijn voor het begrijpen van hedendaagse poezie. Knoopt dat het komende millennium in uw oren!
Peter-Arno Coppen
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 04 Jan 1999 13:59:15 +0100
From: Willem Kuiper <Willem.Kuiper@let.uva.nl>
Subject: Col: 9901.10: Column Willem Kuiper, no. 42: Ik zie een ster!
==============================================
Column Willem Kuiper, no. 42: Ik zie een ster!
==============================================
Dat zegt meester Platus in Een abel spel van Esmoreit, sconincx sone van Cecielien tegen zijn broodheer, de koning van Damast. Wat nou weer!?, zal die gedacht hebben. Plotseling opdoemende sterren en kometen brengen nooit goed nieuws. Dit keer ook niet: Er is een koningskind geboren in het rijk van de christenen, dat hem zal doden en zich meester maken van zijn dochter en Damascus.
Middeleeuwse koningen hadden het alles behalve gemakkelijk. Macht had natuurlijk ook toen zijn voordelen – ik mag wat jij niet mag – maar de tol die daarvoor betaald werd in de vorm van angst, argwaan, en achterdocht woog zwaar. Een natuurlijke dood was voor weinigen weggelegd, altijd en overal dreigde het levensgevaar.
Gelukkig werpen grote gebeurtenissen hun schaduw vooruit. Slaag je erin iemand aan te trekken die in staat is die vooruitgeworpen schaduwen in een vroegtijdig stadium te ontwaren, dan ben je een gewaarschuwd man en tel je voor twee. Vandaar dat antieke en middeleeuwse koningen, waaronder de onze van Damascus, zich verzekerden van de hulp en bijstand van zieners, waarzeggers en sterrenkijkers.
Astronoom is een oud beroep. Volgens Jacob van Maerlant is deze wetenschap gegrondvest door Noe’s vierde, na de zondvloed verwekte, zoon Jonithus. Zijn slecht aangeschreven broer Cam kon er trouwens ook goed mee overweg. Deze, de uitvinder van de tovenarij, die het tot koning van Bactria schopte, liet zich aldaar Zoroaster noemen, wat zoveel als meester van sterren betekent.
Geldt tegenwoordig: hoe groter de crimineel des te beter zijn advocaat, destijds was de expertise van de hofastroloog een betrouwbare afspiegeling van handel en wandel van de potentaat in kwestie. Zo had Alexander de Grote, een buitenechtelijke zoon van de Egyptische koning en sterrenwichelaar Neptanabus, niemand minder dan de Griekse wijsgeer Aristotiles als leermeester en sterrenkijker in dienst. Het werd Aries dood. Toen Alexander het gemoraliseer van Aristotiles spuugzat was, vroeg hij hem, terwijl zij langs een ravijn wandelden, of hij nou echt in de sterren kon zien wat er te gebeuren stond. Jazeker, antwoordde Aristotiles, en naar waarheid. Waarop Alexander hem de afgrond in duwde, zeggende: Dan had je dit ook aan kunnen zien komen…
Of het Brusselse publiek van ca. 1375 begrepen heeft dat de Griekse filosoof Plato model gestaan heeft voor meester Platus betwijfel ik, maar ik ben er wel zeker van dat ze aan koning Herodes hebben moeten denken. Die kreeg namelijk ook te horen dat er een ster gezien was, die aankondigde dat er een koningskind geboren was dat de macht zou overnemen. Zij het niet van zijn eigen astroloog, maar van drie Wijzen uit het Oosten.
De grap is dat Herodes letterlijk nam wat figuurlijk bedoeld was, waarmee hij zich voor het middeleeuwse schouwburgpubliek als een archetypische jood manifesteerde. Die namen de messias ook letterlijk, als een wereldlijke bevrijder van het Romeinse juk, in plaats van als een verlosser van de erfzonde.
Het middeleeuwse christendom weet zich superieur aan de joodse traditie in de interpretatie van de Heilige Schrift. De allegorische bijbelinterpretatie van de kerkvaders wordt absoluut hoger aangeslagen dan de bijbelkennis van de joodse schriftgeleerden. Die waren in de ogen van de christenen ziende blind en horende doof. Om dit joodse onbegrip en het eigen christen gelijk uit te dragen, koestert het christendom een aantal voorbeelden. De Drie Koningen, die op 6 januari op kraamvisite komen, maken hiervan deel uit.
Het verhaal over de Drie Koningen is exemplarisch middeleeuws in die zin dat het verhaal gedurende de Middeleeuwen nog groeiende is. Hetzelfde geldt voor de kraamkamer. Zij die een Kerststal opzetten, denken dat Hij in een grot geboren is, maar ten tijde van Jacob van Maerlant, die Petrus Comestor op zijn woord geloofde, bevalt Maria in een overdekte steeg tussen twee huizen.
De Drie Koningen zijn ook geen koningen, zelfs geen wijzen uit het oosten, het zijn ‘magi’, magiers zouden wij nu vertalen. Tot de standaard vaardigheden van een magier behoort het kunnen lezen en duiden van de sterren.
Volgens het waargebeurde verhaal hebben ten tijde van Jezus’ geboorte drie heidense sterrenkijkers onafhankelijk van elkaar dezelfde waarneming gedaan: dat kan dus niet missen. Uit de geschenken die zij meebrachten bleek dat zij weet hadden van Zijn koninklijke status (goud), Zijn behoefte aan een stankverdrijver (wierook) en een zalfje (mirre).
De anti-joodse ondertoon van het verhaal is: als zelfs heidense magiers besef hebben van de geboorte van de Verlosser, hoe blind is dan niet Zijn eigen volk – de herdertjes die bij nacht in het veld lagen buiten beschouwing gelaten.
In de eeuwen na Jacob van Maerlant krijgt de geschiedenis van de Drie Koningen zijn definitieve vorm. De apostel Thomas, die Indie kerstende, vindt hen terug in hun landen van herkomst en wijdt hen tot aartsbisschoppen. Als zij voelen dat hun dood nadert, dragen zij hun geestelijke macht over aan patriarch Thomas, hun wereldlijke macht aan de legendarische Pape Jan. Na hun dood worden hun lichamen geschatgraafd door keizerin Helena, de souvenirjagende moeder van Constantijn de Grote, die hen bijzet in de Heilige Sophia te Constantinopel. Vandaar worden zij verplaatst naar Milaan en nog later overgebracht naar Keulen.
Het hele verhaal – de Historia Trium Regum – is in het derde kwart van de veertiende eeuw definitief te boek gesteld door de Nederduitse Carmeliet Johannes de Hildesheim (gest. 1375). Het moet in zijn tijd veel succes gekend hebben, en werd in alle omringende volkstalen vertaald. Uit de vijftiende eeuw dateren enkele anonieme Middelnederlandse vertalingen, die zijn uitgegeven in het proefschrift Van den heilighen drien coninghen, dat op donderdag 19 februari 1914 te Groningen als proefschrift werd verdedigd door Trijntje Jantine Annette Scheepstra, geboren te Dokkum. Een zeldzaam boek. Wie bezorgt ons een nieuwe editie, met parallel de brontekst, en een vertaling in hedendaags Nederlands?
Willem.Kuiper@Hum.UvA.NL
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl (voor | | neerlandistiek op het Web), of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9901.a --------------------------*
Laat een reactie achter