Subject: | Neder-L, no. 9902.c: tijdschriftenoverzicht |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Sun, 28 Feb 1999 02:53:34 +0100 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Zevende-jaargang--------- Neder-L, no. 9902.c -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Maandelijks tijdschriftenoverzicht: | | =================================== | | (1) Tyd: 9902.28: Driemaandelijkse Bladen, jrg. 50, no. 1-4, 1998 | | (2) Tyd: 9902.29: Nederlandse Taalkunde, jrg. 3, no. 4, december 1998 | | (3) Tyd: 9902.30: Onze Taal, jrg. 68, no. 2/3, februari-maart 1999 | | (4) Tyd: 9902.31: Vaktaal, jrg. 11, no. 3/4, december 1998 | | (5) Tyd: 9902.32: Vooys, jrg. 16, no. 4, november 1998 | | (6) Tyd: 9902.33: Lijst redacteurs tijdschriftenoverzicht Neder-L | | (7) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 9902.28-=-=
DRIEMAANDELIJKSE BLADEN, VOOR TAAL EN VOLKSLEVEN IN HET OOSTEN VAN NEDERLAND, jaargang 50, nummer 1-4, 1998.
ISSN 0012-6209.
Door: Harrie Scholtmeijer, Meertens Instituut (KNAW), Amsterdam, 15 februari 1999.
[Op de twee laatste bijdragen na vormt dit nummer het verslag van het Heeroma-Symposium dat het Nedersaksisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen op 20 en 21 november 1997 organiseerde, ter gelegenheid van het feit dat het 25 jaar geleden was dat Prof. Dr. K.H. Heeroma, oprichter van het instituut, overleed.]
- H. Niebaum.
Woord van welkom. Blz. 9-10. - E. Van Middelkoop.
Openingstoespraak. Blz. 11-16. - H. Niebaum.
Klaas Hanzen Heeroma (1909-1972): Een ‘Leidenaar’ in “Oostnederlandse Dienst”. Blz. 17-30.
(Niebaum gaat aan hand van de artikelen die Heeroma in de – nooit verschenen – bundel ‘In Oostnederlandse dienst’ had willen opnemen, na welke bijdragen door H. zelf als het meest belangwekkende deel van zijn Nedersaksische publikaties beschouwd werden.) - F. Debus.
Heeroma: Collega en vriend. Blz. 31-48.
(Met aardige foto’s aangevulde persoonlijke herinneringen.) - J. Goossens.
Heeroma als dialectoloog. Blz. 49-66.
(Goossens citeert de opvatting van Kremer dat de Westfaalse expansie in Twente en de Achterhoek ‘zeer waarschijnlijk’ is, en voor overig N.O.-Nederland ‘zeer wel mogelijk’. “Alles samengenomen is de dialectologisch-taalhistorische winst aanzienlijk”.) - T. Hofstra.
Heeroma als taalhistoricus. Blz. 67-80.
(“… breed uithalende beschouwingen over het Ingweoons lijken slechts een beperkte echo te hebben gevonden.”) - H. Entjes.
Heeroma als dichter. Blz. 81-104.
(Volgens Entjes was Heeroma in de eerste plaats de dichter Muus Jacobse.) - F. van Oostrom.
Heeroma als medievist. Blz. 105-111.
(Ondanks het feit dat H. de dingen toch vaak goed heeft gezien en zijn speculaties soms een briljante vonk verraden, is het maar de vraag of iemand als hij in onze tijd met zijn commissies en visitaties staande zou weten te blijven. “Maar toch mag men hopen dat het wetenschappelijk bedrijf de Heeroma’s een kans blijft geven.”) - S. Reker.
Heeroma als deus ex machina. Het ontstaan van de Nedersaksische leerstoel. Blz. 113-136.
(De petite histoire van (Muus) Jacobse en (G.A.) Van Es.) - Ph. Tepper & R.A. Ebeling.
Bibliografie K.H. Heeroma – Muus Jacobse. Blz. 137-184.
(716 titels onder de naam K. Heeroma, en 235 onder die van Muus Jacobse.)
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 9902.29-=-=
NEDERLANDSE TAALKUNDE, jaargang 3, nummer 4, december 1998.
ISSN 1384-5845.
Door: Luuk Lagerwerf, Communicatiewetenschap, Universiteit Twente.
Enschede, januari 1999.
- Marc Swerts.
Ritme als verklarende factor voor de keuze tussen groene en rode werkwoordvolgorde in het Nederlands. Blz. 299-308. - Liesbeth Degand.
Het ideationele gebruik van ‘want’ en ‘omdat’. Een geval van vrije variatie? Blz. 309-326. - Ina Schermer-Vermeer.
Hoe beschrijven we het? Blz. 327-340. - FORUM: Dirk Geeraerts.
Tja, waarop? Blz. 341- 346. - DIGITAAL: Marc van Oostendorp en Ton van der Wouden.
Corpus Internet. Blz. 347- 361. - BOEKBEOORDELINGEN. Blz. 362 – 378.
. <Door: Marjolein van Dort-Slijper:> Ton Hendrix, Taalkunde getoetst. De validatie van een vakonderdeel taalkunde in het schoolvak Nederlands.
. <Door: Germen J. de Haan:> Johan Kerstens et. al., Plato’s probleem. Een inleiding in de generatieve taalkunde.
. <Door: Piet Desmet:> Ad Foolen en Jan Noordegraaf (eds.), De taal is kennis van de ziel. Opstellen over Jac. van Ginneken (1877-1945).
. <Door: Guido Vanden Wyngaerd:> E. Hoekstra en C. Smits (red.), Vervoegde voegwoorden. Lezingen gehouden tijdens het dialectsymposion 1994. - SIGNALEMENTEN. Blz. 379 – 389.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 9902.30-=-=
ONZE TAAL, jaargang 68, nummer 2/3, februari-maart 1999.
ISSN 0165-7828.
Door: Jac Aarts, Hogeschool Larenstein.
Arnhem, 20 februari 1999.
- Redactie.
De taal der zinnen. Blz. 40.
(Hoe noem je de kleur blauw van het nieuwe omslag van Onze Taal? Hoe beschrijf je een bepaalde geur? Vaak laat de taal ons in de steek. Toch zijn er taalbegaafde schrijvers die het klaarspelen. In dit themanummer over de taal der zinnen komen zij aan het woord. - Peter Burger & Jaap de Jong.
Motregen miezert door een reusachtige hemelzeef. De scherpe blik van Konstantin Paustovskij. Blz. 41-43.
(De Russische auteur Paustovskij (1892-1968) was een scherp observator. Niemand schreef zo vaak en zo beeldend over het weer als hij. Toch wist hij – in tegenstelling tot een Nederlandse sensitieve auteur als Lodewijk van Deyssel – maat te houden: hij formuleerde helder en eenvoudig.) - Redactie.
Altijd zwart-wit / Kent u deze kleurnamen. Blz. 43 + 70.
(Kunnen alle taalgebruikers in hun eigen taal alle kleuren aanduiden? In principe wel, al geeft de ene taal meer mogelijkheden dan de andere. Daaraan ligt een systeem ten grondslag. Zo zijn er altijd woorden voor ‘zwart’ en ‘wit’ en zijn er 11 basistermen mogelijk, al realiseert niet elke taal die. Met zulke wetmatigheden “is het aantal keuzemogelijkheden voor een taal gereduceerd tot 408”. Quizliefhebbers kunnen testen hoe het met hun kennis van minder frequente kleurnamen gesteld is: waar hoort ‘amarillo’ bij, ‘izabel’, ‘reseda’?) - Jaap de Jong.
Een zweem van melisse (De taal van de neus). Blz. 44-45.
(“Hoe meer het tegen etenstijd loopt, hoe meer we beseffen dat veel plezier in het leven met geur verbonden is.” Het effect van de reukzin is namelijk onmiddellijk: het wordt niet vervormd door taal of gedachte. Parfumeurs hebben een eigen vak en vaktaal, maar voor gewone mensen blijft het lastig. Bij geurschakeringen staan we met lege handen. Hoe noem je de geur van de kruin van een pasgeboren baby’tje?) - Frank Jansen.
Over de tong. Smaakaanduidingen in het Nederlands. Blz. 46-47.
(“Behalve mijn schoonvader, die eet omdat het nu eenmaal moet, beleven mensen meestal veel genoegen aan hun eten.” Maar wat doen we eigenlijk als we proeven, en hoe vertellen we elkaar daarover? De bekende vier dimensies zoet-zuur-bitter-zout vormen maar een magere oogst. Met trucs kunnen we ons redden. Zo kan een wijnkenner zijn geliefde drank met een persoon vergelijken. Vanuit talig standpunt blijkt de ijskast een rampzalige uitvinding: doordat allerlei conserveringstechnieken (roken, confijten, zouten) niet meer nodig zijn, zijn ook de erbij horende woorden (smodderig, vaats, garstig, lebbig) weggevallen. Ze rusten in het WNT.) - Kees van der Zwan.
“Ik wil die muziek overbodig maken”. Interview met popessayist Roel Bentz van den Berg. Blz. 48-51.
(Goed schrijven over muziek is moeilijk, misschien zelfs onmogelijk. Filosoof-muziekliefhebber Bentz van den Berg doet het op geheel eigen wijze. “Muziek opent allerlei werelden en die werelden wil ik leren kennen, daar wil ik beelden voor vinden.” Juist hier is gewone taal ontoereikend: je staat met lege handen als je echt duidelijk wilt maken waarom een bepaalde stem of gitaarsolo zo magistraal is. “Zodra woorden onderdeel worden van muziek, verliezen ze hun gewone, talige betekenis.”) - Redactie.
Hoe klinkt een bijna-botsing / Wat hoor je als je vogels hoort? Blz. 52..
(Hoe vang je klanken die bij een bijna-botsing horen in woorden? Een stripverhaal als Agent 327 (Martin Lodewijk) is daar heel creatief in. Ook kunt u uw kennis van vogelgeluiden op een hoger peil brengen. Merels fluiten, ganzen gaggelen, zeker, maar wie tjuiken er ook al weer?) - Jan Erik Grezel.
Rake taal. De pakkende beeldspraak van een verwaarloosd zintuig. Blz. 53-55.
(Nederlanders raken elkaar weinig aan, zijn stijf en afstandelijk. Of toch niet? Voelen en aanraken spelen in ieder geval in de taal een heel voorname rol, waarvan we ons niet altijd bewust zijn. Ook komen aan de orde: NLP (neurolinguistisch programmeren: marketingmensen zijn er tuk op), haptonomie, taal van blinden (voorzover daar sprake van is: blinden hebben geen eigen taal, geen eigen woordenschat), Gerrit Kouwenaar, Meir Shalev.) - Peter Burger.
“Gras is een rood woord”. Synestheten horen de taal in kleur. Blz. 56-57.
(Bij synestheten zijn de zintuigen geen netjes gescheiden kanalen: zij horen kleuren, proeven geluiden en voelen smaken. Over de oorzaak ervan zijn de neurologen het nog niet eens. Wel komt het vaker voor bij vrouwen en zou het erfelijk kunnen zijn. Volgens de Amerikaanse neuroloog Cytowic is synesthesie een rudimentair iets: een oudere vorm van zintuiglijk waarnemen die door de evolutie achterhaald is. Ook genoemd: Renate Rubinstein, Vladimir Nabokov.) - Vraag en antwoord. Blz. 61.
<Door: Taaladviesdienst>
(Deze keer aandacht voor vijf kwesties: gebeten op/gebrand op, ‘hart onder de riem steken’ of ‘riem onder het hart steken’, het verschil tussen ‘houtig’ en ‘houterig’, de uitdrukkingen ‘alle ogen zijn gericht op Kwatta’ en ‘oude koeien uit de sloot halen’) - Marlies Philippa.
Zintuigen. Blz. 62.
(‘Zintuig’, ‘zin’, ‘gezin’, ‘zien’, ‘kijken’, ‘horen’, ‘luisteren’, ‘ruiken’, ‘smaken’, ‘proeven’, ’tasten’: de etymologie daarvan vindt u in dit artikel. Althans voorzover bekend, want niemand weet waar bv. ‘kijken’ vandaan komt.) - Battus.
Centime-eters. Blz. 63.
(Achter de stam van een werkwoord komt vaak -er: dat duidt de handelende persoon aan. U dacht dat u dat wist, maar dat is niet zo. Het Nederlands gaat namelijk in dit opzicht heel ver. “Heel gewone woorden worden zo direct duidelijk: een zomer is iemand die zoomt en een wonder is iemand die wondt. Een kikker is iemand die kikt, een bever is iemand die beeft.” Ook in de verleden tijd is dit mogelijk. “Wie eerst een kijver was, is daarna een kever, iemand die keef.” Het eerste deel is vaak bedrieglijk kort. “Zo is een besteller iemand die bessen telt.”) - Marc van Oostendorp.
De klant spreekt Drents. Vijfde Nederlandse Dialectendag. Blz. 64-65.
(Het gaat goed met het dialect: veel aandacht in de media, de bijbel in het Twents, popmuziek in het Drents, het Zeeuws woordenboek op cd-rom. Tijdens de Vijfde Dialectendag (Zwolle, 5 maart) wordt het boek ‘Honderd jaar stadstaal’ (red. Joep Kruijsen en Nicoline van der Sijs) gepresenteerd. Zo’n 20 dialectspecialisten vertellen daarin de geschiedenis van hun dialect. Ook hebben de meeste provincies hun eigen streektaalfunctionaris. Brabant niet! Zijn Brabanders daarvoor te laks?) - Het proefschrift van:
<Door: Marc van Oostendorp>
Rianne Doeleman: buitenlandse accenten. Blz. 66.
(In haar dissertatie ‘Native Reactions to Nonnative Speech’ (Tilburg 1998) bestudeerde Rianne Doeleman de manier waarop autochtone scholieren buitenlanders beoordelen op hun uitspraak. Van andere factoren (bv. iemands uiterlijk) was geen sprake. Enkele resultaten:- er is (nog steeds) een duidelijke afkeer van mensen die met een Duits accent spreken;
- de meeste scholieren horen het verschil niet tussen Marokkanen en Turken, of tussen Antillianen en Surinamers. Met de specifieke tongval van die talen zijn mensen blijkbaar niet bekend;
- in het onderwijs Nederlands aan buitenlanders zou meer aandacht besteed moeten worden aan uitspraak: een accent is heus wel af te leren;
- het belangrijkste: laat je vooroordelen los. “Je mag best horen dat iemand een Turk of een Duitser is, als je daar maar geen conclusies aan verbindt.”)
- Anneke Neijt (tekst/foto).
Taal in beeld: Nicolailaan. Blz. 67.
(In Bilthoven koos de post het zekere voor het onzekere: voor de Nicolailaan ontwierp men maar liefst drie verschillende naambordjes. ’t Blijft lastig, zo’n trema.) - Redactie.
InZicht. Blz. 67-70.
(Deze rubriek geeft informatie over nieuwe boeken, congressen, lezingen e.d. in taalkundig Nederland.)
. Joy Burrough-Boenisch, Righting English that’s gone Dutch
(Over ‘Dunglish’: het vreemde Engels zoals door Nederlanders gesproken en geschreven.)
. Mathieu Spiertz, Van aartsbisschop tot zonnelied. Sleutels tot het katholieke erfgoed.
(Kleine encyclopedie van zo’n 1400 katholieke woorden.)
. Mari”ette Hoogeveen en Helge Bonset, Het schoolvak Nederlands onderzocht.
(Overzicht van bijna 30 jaar empirisch onderzoek op het gebied van het Nederlands als schoolvak.
. Frans Debrabandere, Verzamelde opstellen.
(Hem aangeboden door tijdschrift De Leiegouw.)
. Een viertal uitgaven naar aanleiding van de voltooiing van de WNT:
F. Heijvart, A. Moerdijk, M. Mooijaart, M. Smits en R. Tempelaars. Het grootste woordenboek ter wereld;
L. van Driel en J. Noordegraaf. De Vries en Te Winkel. Een duografie;
Nicoline van der Sijs (red.). Woordenboeken & hun makers (De Vries, Van Dale, Kramers, Kruyskamp, Harrebom’ee, Jozef Bal, Halbertsma, Johanna Corleva; Koenen ontbreekt);
Roland de Bonth, Nico Groen, Nicoline van der Sijs en Rob Tempelaars (red.), Trefwoord Jaarboek 1998-1999 (WNT-special)
. Bespreking van ‘Over taal’.
(Red. Marianne Boone, Hugo Brouckaert, Geert Craps, Ton Fauwels, Fons Maes & Johan Nootens; Belgisch tijdschrift over het Nederlands van nu.)
. Steeds meer woordenboeken verschijnen op cd-rom: de ABCD-rom Junior (= Juniorwoordenboek), ABCD-rom Basis (= Basiswoordenboek), Handwoordenboek Hedendaags Nederlands, Handwoordenboek N-E/E-N, Middelnederlands(ch) Woordenboek (Verwijs-Verdam, nu door het INL op cd-rom gezet.)
. Aankondigingen: Nederlandse Dialectendag (Zwolle), radio-programma Wat een taal (nu deel van ‘Knetterende letteren’ van Jellie Brouwer.) - Redactie.
Affiche ‘Nederlands buitengaats’. Blz.71.
(In Enkhuizen te bezichtigen: de tentoonstelling ‘Nederlands buitengaats’ over de woorden die de wereld aan het Nederlands te danken heeft. Het affiche daarvan is bij Onze Taal te bestellen.)
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 9902.31-=-=
VAKTAAL, jaargang 11, nummer 3/4, december 1998.
ISSN 0921-5867.
Door: Guido Leerdam.
Amsterdam, 19 februari 1999.
- Caroline Schr”oder.
‘Athena’s Boekhandel: Verwezenlijking van een droom.’ Blz. 1, 3, 20.
(Interview met de Groningse boekverkoper Gelly Talsma.) - Themakatern ‘Nederlands: economisch goed.’ Blz. 4-17.
(Lezingen gehouden op het gelijknamig LVVN-congres uit 1997 in Leiden. De sprekers waren Aart Hoekman, adjunct-uitgever Sdu (‘Boeken maken is een kunstje, uitgeven een vak’), Rudi Wester, directeur Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds (‘Taal en literatuur, economische factoren van belang’), Andr’e Van Halewijck, uitgever te Leuven (‘Haalt de Vlaamse uitgeverij 2002?’), Gerrit Krol (‘Nederlands – waarom niet in het Engels?’), Machteld van der Gaag, copywriter (‘De Mozart- of Beethovencopywriter’), S. Slagter, oud-jurist (‘Goed taalgebruik voorwaarde voor democratische rechtsgang’) en Ludo Beheydt, hoogleraar UvA (‘Goed Nederlands voor allochtonen: economische topprioriteit’).) - Hans Maureau. Blz. 18.
Berlage Taalcursus.
(Recensie van Marjan Timp, Berlage Taalcursus (1997).) - Anna Ietswaart. Blz. 19.
Korte leidraad voor tekstschrijvers. Blz. 19.
(Recensie van Kees van Rijswijk, Korte leidraad bij het publiceren van teksten.) - Joop van der Horst. Blz. 20.
Gebraden rapen.
(Derde column van Joop van der Horst, over de praktijkgerichtheid van de studie Nederlands.) - Ruth de Bres. Blz. 22.
De ervaringen van een Turkse aio met Nederland(s)
(Over Mustafa G”ulec, oorspronkelijk assistent-onderzoeker taalkunde in Turkije, thans als aio werkzaam in Tilburg.)
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 9902.32-=-=
VOOYS, Tijdschrift voor Letteren, jaargang 16, nummer 4, november 1998.
ISSN 0921-3961.
Door: Michiel Ruijgrok.
Utrecht, 1 februari 1998.
- Gaston Franssen.
Al is ons prinsje nog zo klein, toch zal hij eenmaal Koning zijn. De Adriaantjes van Lodewijk van Deyssel en het pointillisme. Blz. 4-16.
(Wat in de roman De Adriaantjes meteen opvalt is de enorme gedetailleerdheid van de beschrijvingen. Waar dit op het eerste gezicht veel weg lijkt te hebben van de vooral sociologisch- classificerende schildering bij Hildebrand, blijkt hiertussen toch een duidelijk verschil te bestaan en moet Van Deyssels werkwijze beschouwd worden als aansluitend bij de contemporaine schilderstroming van het pointillisme.) - Emanuel Overbeeke.
De ontwikkeling van een schrijverschap. Over muziek als leidend motief in het werk van Anna Enquist. Blz. 18-24.
(In de tweede roman van Enquist blijkt de eerste professie van de auteur minder aanwijsbaar te zijn dan in haar eerste werk. De beweging van psychoanalytica naar schrijfster valt ook af te meten aan de rol die de muziek speelt in de beide werken.) - Jan Vorstenbosch.
(Column:) De zonden van de lezer (6): Gierigheid. Blz. 25-27.
(Zesde column in de reeks over de zeven hoofdzonden van de lezer.) - Sonja van Stek.
God of geologie. Over wetenschappelijke waarheid en dichterlijke vrijheid bij Willem Bilderdijk. Blz. 28-37.
(Homo universalis Bilderdijk heeft op verschillende manieren uiting gegeven aan de ideeen die hij had omtrent het ontstaan der aarde en andere geologische kwesties. De botsing tussen zijn theologische opvattingen en de wetenschappelijke ontdekkingen van zijn tijd, zijn terug te vinden in een wetenschappelijke verhandeling, een sf-verhaal, en een epos. Ze zijn echter wel dienstbaar gemaakt aan de eisen van het betreffende genre en de lezer daarvan.) - Arie Verhagen.
Marsmans herinnering. Blz. 38-43.
(Reactie op Fabian Stolks artikel in Vooys 16/3 over de interpretatie van het gedicht ‘Herinnering aan Holland’ van H. Marsman. Verhagen ziet de argumenten van Stolk als ondersteuning van zijn lezing dat de negatieve houding van de ‘ik’ t.o.v. de inwoners van Holland een integraal onderdeel van de herinnering aan Holland is.) - Duodecimo, blz. 44-51:
. Jeroen Kapteijns. Een amorele theoreticus?
(W.F. Hermans’ morele scepsis staat de keuze voor het ‘betere’ niet in de weg.)
. Moreno van Hulst. Van 1984 naar 2001.
(In plaats van de zinvolle toekomst van Kubrick, wordt in de huidige sf-film vooral Orwells apocalyptische slot nagevolgd.)
. Agnes Andeweg, Dit is echt gebeurd.
(Wanneer is een boek ’te historisch’ om een literatuurprijs te krijgen?) - Sonja van Amelsfort & Rens Fromm’e (interview).
Kleine huisjes voor een veel te grote dijk. Interview met Willem Jan Otten. Blz. 53-60.
(Aanleiding voor het gesprek was de vertoning in het Filmmuseum van de films van de Japanse cineast Yasujiro Ozu. Otten spreekt over de persoon Ozu en zijn oeuvre, maar natuurlijk komt ook zijn eigen werk ter sprake: ‘Ik denk dat mensen me een ouwe zeur vinden, dat ik oude lijken uit de kast haal.’) - Recensies, op blz. 61-68, over:
. <Door: Peter van Dijk:> Liter, christelijk literair tijdschrift. Nummer 1. Boekencentrum, Zoetermeer, 1998.
. <Door: Gaston Franssen:> Noordzee, taal & letteren. Nummer 1/2. SDU, Den Haag, 1998.
. <Door: Jeroen Kapteijns:> Hans Heesen, Harry Jansen en Ed Schilders. Waar ligt Poot? Over de dood en de laatste rustplaats van Nederlandse en Vlaamse schrijvers. De Prom, Baarn, 1997.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 9902.33-=-=
*-------------Redacteurs--tijdschriftenoverzicht--Neder-L-----------------* | Amsterdamer Beitraege Tanneke Schoonheim | | <Tanneke@rulxho.LeidenUniv.nl> | | de Achttiende Eeuw: ??? nieuwe redacteur gezocht | | de Boekenwereld: Marja Smolenaars <msmolenaars@compuserve.com> | | Cahiers voor een Lezer: Reinder Storm <Reinder.Storm@konbib.nl> | | Driemaandelijkse Bladen: Harrie Scholtmeijer | | <Harrie.Scholtmeijer@meertens.knaw.nl> | | Gramma/TTT: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl> | | Leuvense Bijdragen: Hans Smessaert | | <Hans.Smessaert@arts.kuleuven.ac.be> | | Literatuur: Jose Rekers <jjrekers@hotmail.com> | | Literatuur Zonder Bea Ros <Bea@Zunneberg-Ros.nl> | | Leeftijd: | | Mededelingen Stichting Marco de Niet <Marco.deNiet@konbib.nl> | | Jacob Campo Weyerman: | | Meesterwerk: Roland de Bonth <deBonth@let.kun.nl> | | Millennium: Paul Wackers <wackers@let.kun.nl> | | Moer: Herman Giesbers <H.Giesbers@let.kun.nl> | | Over Multatuli: Reinder Storm <Reinder.Storm@konbib.nl> | | Naamkunde: Tanneke Schoonheim | | <Tanneke@rulxho.LeidenUniv.nl> | | Nederlandse Letterkunde: Karel Bostoen <bostoen@rullet.leidenuniv.nl> | | Nederlandse Taalkunde: Luuk Lagerwerf <l.lagerwerf@wmw.utwente.nl> | | Neerlandica Extra Muros: Olga van Marion <ovmarion@rullet.leidenuniv.nl>| | de Negentiende Eeuw: Jan Stroop <J.Stroop@mail.uva.nl> | | Ons Erfdeel: Jaap van Veen <Jaap_van_Veen@compuserve.com> | | Ons Geestelijk Erf: Thom Mertens <csp.mertens.t@alpha.ufsia.ac.be> | | Onze Taal: Jac Aarts <Jac.Aarts@inter.NL.net> | | de Parelduiker: Wieneke 't Hoen <Wieneke.t.Hoen@chi.knaw.nl> | | Queeste: Willem Kuiper <W.Kuiper@hum.uva.nl> | | Spiegel der Letteren: Betty van Wonderen | | <Betty=van=Wonderen@uba.uva.nl> | | Taal en Tongval: Roland de Bonth <deBonth@let.kun.nl> | | Taalbeheersing: Louise Cornelis <lcornelis@compuserve.com> | | Taalschrift: Ewoud Sanders (via:) <secr@ntu.nl> | | Tabu: Ton van der Wouden <vdwouden@let.rug.nl> | | TNTL: Andre Bouwman <bouwman@rulub.leidenuniv.nl> | | Trefwoord: Els Ruijsendaal <ruisdaal@cistron.nl> | | Tydskrif vir Nederlands Jean Jordaan <rgo_anas@rgo.sun.ac.za> | | en Afrikaans: | | Vaktaal: Guido Leerdam <G.Leerdam@dienst.vu.nl> | | Volkskundig Bulletin: Theo Meder <Theo.Meder@meertens.knaw.nl> | | Vonk: Rita Rymenans <rymenans@uia.ua.ac.be> | | Vooys: Michiel Ruijgrok <mruijgrok@theo.uu.nl> | | de Zeventiende Eeuw: Ton Harmsen <harmsen@rullet.leidenuniv.nl> | *-------------------------------------------------------------------------*(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl (voor | | neerlandistiek op het Web), of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde------------------- Neder-L, no. 9902.c ---------------------------*
Laat een reactie achter