Subject: | Neder-L, no. 9905.a |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Mon, 10 May 1999 03:21:14 +0200 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Zevende-jaargang--------- Neder-L, no. 9905.a -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 9905.01: Evenementenagenda, met: | | - Tentoonstelling over Jan en Casper Luyken, woensdag | | 19 mei - 2 juli 1999 (Amsterdam) | | - Avond 'Hoe Nederland Gezelle ontdekte', dinsdag 18 | | mei 1999 (Amsterdam) | | - Avond 'Gezelle vandaag', dinsdag 1 juni 1999 (A'dam)| | - Haagse theateravond 'Haags, Haagser, Diligentia', | | zondag 16 mei 1999 (Den Haag) | | - Locatieproject rondom Guido Gezelle, dinsdag 25 mei | | t/m zaterdag 29 mei 1999 (Haarlem) | | - Presentatie van deel 4 van de Haarlemse Doelenreeks,| | vrijdag 7 mei 1999 (Haarlem) | | - Tentoonstelling 'Verzamelkabinet Schrijfgerei', | | t/m zondag 1 augustus 1999 (Tilburg) | | (2) Vac: 9905.02: Vacature voor een projectmedewerker bij het Erasmus | | Taalcentrum te Jakarta (deadline: 2 juni 1999) | | (3) Rub: 9905.03: Hora Est!: overzicht promoties | | (4) Sym: 9905.04: Aankondiging activiteiten van Kalander, stichting | | voor cultuurhistorische projecten, in 1999, met o.a.: | | - Zondag 16 mei: lezing 'Heldinnenbrieven in de | | Gouden Eeuw' door mw. drs. O. van Marion (Leiden) | | - Vrijdag 4 juni: tweede Kalander-lezing, | | uitgesproken door Paul Knevel (Den Haag) | | - Zondag 6 juni: lezing 'De vele gezichten van | | Bontekoe' door drs. G. Verhoeven, D. Wildeman en | | dr. P. Verkruijsse (Amsterdam) | | - Zondag 20 juni: lezing 'Goltzius als | | prentontwerper door drs. H. Leeflang (Leiden) | | (5) Sym: 9905.05: Avond 'Jeugdliteratuur volwassen?' op woensdag 19 mei | | 1999 te Utrecht | | (6) Sym: 9905.06: Studiedag Peeter Heynsgenootschap 'De letterkunde in | | het talenonderwijs', vrijdag 11 juni 1999, Nijmegen | | (7) Vra: 9905.07: Gezocht: middelnederlandse equivalenten van zes | | teksten in middelnederduits 'Hartebok' | | (8) Lit: 9905.08: Nieuwe publicaties van Kalander | | (9) Lit: 9905.09: Pas verschenen: P. Roelens & E. Vanhoutte. Een huis | | dat tussen nacht en morgen staat. Varianten bij Hugo | | Claus. (Gent 1999) | |(10) Ten: 9905.10: Tentoonstelling "Boppe!" in het Fries Letterkundig | | Museum t/m vrijdag 17 september 1999 te Leeuwarden | |(11) Col: 9905.11: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 30: Lang | | leve de leunstoel | |(12) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 29 Apr 1999 14:54:24 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 9905.01: Evenementen-agenda
=================
Evenementenagenda
=================
AMSTERDAM, Universiteitsbibliotheek, Singel 425, 020-5252143.
Opening tentoonstelling over Jan en Casper Luyken, woensdag 19 mei 1999, 20.15 uur.
- Ter gelegenheid van het verschijnen van ‘Jan en Casper Luyken te boek gesteld; catalogus van de boeken Van Eeghen in het Amsterdams Historisch Museum’, samengesteld door N. Klaversma en K. Hannema, is een expositie ingericht onder de titel ”t Verborgen goed, treckt ons gemoed; de boekillustratoren Jan en Casper Luyken’. Inleiding door mevrouw drs. R. Kistemaker (plv. directeur AHM), toelichting door mevrouw N. Klaversma (bibliothecaris AHM). De expositie duurt tot en met 2 juli en is geopend van maandag t/m vrijdag van 11 tot 17 uur (gesloten 24 mei).
AMSTERDAM, Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond, Nes 45, 020-6229014.
‘Hoe Nederland Gezelle ontdekte’, dinsdag 18 mei 1999, 19 uur.
- De kortfilm ‘Dichten, wat is dichten dan?’ van Lieven Debrauwer: Chris Lomme, Senne Rouffaer, Dora van der Groen, Bob De Moor e.a. lezen Gezelle. Ruth Beijert over de receptie in Nederland van Gezelle en Michel van der Plas over de biografie van Gezelle. Leiding: Kees Middelhoff.
AMSTERDAM, Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond, Nes 45, 020-6229014.
‘Gezelle vandaag’, dinsdag 1 juni 1999, 19 uur.
- Benno Bernhard, Kees Fens en Willem Jan Otten: drie Nederlandse literatoren over Gezelle, zijn muzikaliteit, taal en wereldbeeld. Inleiding door Kees Middelhoff; leiding Geert Buelens.
DEN HAAG, Diligentia, Lange Voorhout.
‘Haags, Haagser, Diligentia’, zondag 16 mei 1999, 20.15 uur.
- Haagse theateravond van de Stichting Vrienden van Diligentia met Miranda van Kralingen (Dick Schallies, piano) en na de pauze Kees van Kooten leest zich voor. Kaarten ad NLG 27,50 (voor Vrienden) of NLG 40,- voor niet-Vrienden bij Diligentia (070-3651851), Bespreekbureau Haagsche Courant (070-3656806) en NCC Ticket Support (0900-9810).
HAARLEM, Oliehuis van de Lichtfabriek.
Locatieproject rondom Guido Gezelle, dinsdag 25 mei t/m zaterdag 29 mei 1999.
- Locatieproject ‘Een wereld van papier zal heel de wereld wezen’ van Theater Antigone / Theatergroep Hollandia. Met muzikale en theatrale middelen wordt gefantaseerd op en rond teksten van Guido Gezelle. We zien hoe Gezelle in zijn eigen woorden de wereld – en dan vooral zijn geliefde Vlaanderen – herschept. Regie: Jos Verbist en Johan Simons; spel: Sofie Decleir, Ivo Kuyl, Geert Six, Ir’ene Vervliet, Wim Willaert; muziek: Florentijn Boddendijk, Veenstudio. Reserveringen en informatie: Hollandia 075-6310231.
HAARLEM, Doelengebouw van de Stadsbibliotheek, ingang Gasthuisstraat 32.
Boekpresentatie van deel 4 van de Haarlemse Doelenreeks, vrijdag 7 mei 1999, 16-17.30 uur.
- De Stadsbibliotheek Haarlem en uitgeverij Arcadia presenteren een nieuw deel in de Haarlemse Doelenreeks, de door Natascha Veldhorst samengestelde bloemlezing uit 17e-eeuwse Haarlemse liedboeken: ‘De Haarlemse Bloempjes’. Inleiding door Garrelt Verhoeven, muziek en zang door Batava Tempe en aanbieding van het boek aan de heer Jan Haverkort, wethouder van Cultuur van de stad Haarlem.
TILBURG, Scryption, museum voor schriftelijke communicatie, Spoorlaan 434a, 013-5800821.
Tentoonstelling ‘Verzamelkabinet Schrijfgerei’, zondag 2 mei tot en met zondag 1 augustus 1999.
- De tentoonstelling toont een deel van de collectie van schrijfwarenverzamelaar Frans Maathuis: stenen en glazen inktpotten, inktflessen en -stellen, penhouders en losse pennetjes, vloeibladen, -rolletjes en -schommels, schrijfmethoden, lesmateriaal, schriftjes, schoolpenhoudertjes, documentatie, vulpennen, linialen, potloodslijpers en ansichtkaarten. Schrijfmachines vallen buiten het bestek van de verzameling.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 4 May 1999 14:38:26 +0200
From: Nederlandse Taalunie <Secr@ntu.nl>
Subject: Vac: 9905.02: Vacature voor een projectmedewerker bij Erasmus Taalcentrum te Jakarta (deadline: 2 juni 1999)
============================
Vacature Jakarta – Indonesie
============================
De Nederlandse en de Vlaamse overheid werken in de Nederlandse Taalunie op verschillende terreinen samen. De activiteiten zijn onder te brengen in drie hoofdcategorieen: taal, onderwijs en cultuur. Ze kunnen daarnaast op een andere manier verdeeld worden: in activiteiten die vooral gericht zijn op het Nederlandse taalgebied zelf (Nederland en Vlaanderen) en activiteiten die vooral van belang zijn buiten het Nederlandse taalgebied.
Het Erasmus Taalcentrum (ETC) speelt een centrale rol bij de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Nederlandse Taalunie in Indonesie. Deze doelstellingen behelsen onder meer:
- Het bevorderen van de studie van de Nederlandse taal en letteren als vreemde taal in ruime zin. Het bevorderen van de kennis van het Nederlands in het algemeen en voor speciale beroepsgroepen in het bijzonder;
- Een integratie in het beleid van de componenten taal, letteren, onderwijs en cultuur bij de verdere verspreiding van het Nederlandstalige cultuurgoed;
- Geografische concentratie in de eerste plaats op Jakarta als bestuurlijk en economisch centrum van het land en internationaal gezien als belangrijk centrum in de Zuid-Oost-Aziatische regio.
Bij het Erasmus Taalcentrum, waar namens de Nederlandse Taalunie een taalcoordinator en een academisch adviseur werkzaam zijn, is per 1 november 1999 een vacature voor een voltijdse
*-----------------------------*
| Projectmedewerker (m/v) |
| Opleiding en Scholing |
*-----------------------------*
Tot de taken van de projectmedewerker behoren:
- Opleiding van jonge docenten Nederlands als vreemde taal (NVT) en Nederlands als bronnentaal (NBT), zowel in Jakarta als daarbuiten;
- Bijscholing van docenten NVT en NBT (didactische bijscholing, introductie en evaluatie lesmateriaal, curriculumontwikkeling, toetsing e.d.);
- Samenwerking met de twee Indonesische didactische medewerkers van het ETC op het gebied van lesmateriaal, cursusvoorbereiding, cursusverslaggeving.
Het beoogde programma heeft een looptijd van drie jaar. De taken van de scholingsmedewerker worden verricht onder leiding van en in nauwe samenwerking met de taalcoordinator en de academisch adviseur. De werkzaamheden worden verricht vanuit het ETC, maar zullen deels daarbuiten worden uitgevoerd.
Als functievereisten gelden:
- Voltooide studie Nederlandse taal- en letterkunde, bij voorkeur met specialisatie NVT of NT2.
- Ruime ervaring met (bij)scholing van docenten NVT of NT2;
- Goede organisatorische en contactuele eigenschappen;
- Kennis van de Bahasa Indonesia en bekendheid met de Indonesische samenleving strekt tot aanbeveling.
De Taalunie volgt wat betreft haar arbeidsvoorwaarden zo veel mogelijk de Nederlandse rijksoverheid. Het salaris is afhankelijk van opleiding en ervaring en bedraagt maximaal NLG 7.460,- (BEF 136.560,-) (schaal 11 BBRA 1984), exclusief toeslagen/emolumenten i.v.m. de buitenlandse standplaats.
De aanstelling geschiedt voor een periode van drie jaar. De standplaats is het Erasmus Taalcentrum te Jakarta, Indonesie.
Nadere inlichtingen over deze functie kunt u verkrijgen bij Yvonne Verweij, organisatie-assistent, telefoonnummer *31-70-3469548. Sollicitaties kunnen v’o’or 2 juni 1999 worden toegestuurd aan de Nederlandse Taalunie, t.a.v. de heer K. Jaspaert, Algemeen Secretaris, Postbus 10595, 2501 HN Den Haag.
Voor meer informatie over de Nederlandse Taalunie kan men de website van de Taalunie raadplegen: http://www.taalunie.org/
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 29 Apr 1999 14:54:24 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 9905.03: Hora Est!: overzicht promoties
======================================
Rubriek Hora Est!: overzicht promoties
=======================================
27 april 1999, 13.45 uur: Aula VU, De Boelelaan 1105, Amsterdam, 020-4445666.
M.R. Wielema: ‘Ketters en Verlichters. De invloed van het Spinozisme en Wolffianisme op de Verlichting in gereformeerd Nederland’.
Promotoren: prof.dr. W.Th.M. Frijhoff en prof.dr. G.J. Schutte.
29 april 1999, 14.30 uur: Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht.
Mevrouw N.M. Wilholt: ‘V’o’or alles artiste. A.A.M. Stols als uitgever, typograaf en cultureel bemiddelaar in de periode 1922-1942’.
Promotor: prof. dr. W.J. van den Akker; copromotor: dr. S.A. Levie.
Inl. 030-2533550 en 030-2532572.
18 mei 1999, 12.45 uur: Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht.
Drs. F.R.W. Stolk: ‘Een kwestie van belichting. Genetisch-interpretatief commentaar bij Gerrit Achterbergs ‘Spel van de wilde jacht”.
Promotor: prof. dr. W.J. van den Akker; copromotor: dr. R.L.K. Fokkema.
Informatie: Dominique de Vet, voorlichter Faculteit der Letteren, Universiteit Utrecht, tel. (030) 253 63 57, e-mail: Dominique.deVet@let.uu.nl
In het oeuvre van de dichter Gerrit Achterberg (1905 – 1962) neemt de bundel ‘Spel van de wilde jacht’ uit 1957 een bijzondere plaats in. Het boek wordt tegenwoordig als een hoogtepunt beschouwd, maar werd bij eerste verschijning niet erg positief ontvangen. De gedichten afzonderlijk zijn niet opvallend afwijkend van Achterbergs andere teksten. Hij schreef bijvoorbeeld al eerder uitgebreide sonnetten en in veel gedichten uit het ‘Spel’ speelt opnieuw een verdwenen gij-figuur een rol naast of tegenover de ik-figuur. De gedichten zijn ook niet opvallend ‘moeilijker’ of leuker dan ander werk van Achterberg. Maar de bundel als geheel is wel vreemd, doordat er zoveel uitgebreide sonnetten in staan en doordat meerdere gedichten nogal boertig (bedoeld) zijn. Verder valt vooral op dat er op sommige plaatsen een duidelijk verhaaldraad door de bundel lijkt te zijn geweven, terwijl de lezer op andere plaatsen geen enkel episch houvast krijgt aangeboden door de dichter. Daar komt nog bij dat de bundel structuurkenmerken heeft van een toneelstuk, maar geen werkelijk opvoerbaar toneelwerk is.
In een poging de complexiteit van de bundel te doorgronden heeft Fabian Stolk niet de bundel zelf onderzocht, maar de drie oudste stadia van de ontstaansgeschiedenis ervan. Er zijn van het ‘Spel’ honderden documenten overgeleverd, van kladjes en met potlood bewerkte typoscripten en nethandschriften, tot en met schone typoscripten, drukproeven, tijdschrift- en bundelpublicaties. De genetisch-interpretatieve benaderingswijze van Stolk maakt aannemelijk dat de opzet van de bundel aanvankelijk betrekkelijk eenvoudig en verhalend was en dat er gaandeweg complicerende motieven zijn bijgekomen en gedichten die slechts in abstracto met de oorspronkelijk verhaallijn te verbinden zijn. Een complicerende factor is bijvoorbeeld dat niet alleen de ik-figuur, maar ook de lezer van de bundel geconfronteerd wordt met verschijnselen waarvan niet duidelijk is hoe ‘werkelijk’ ze zijn, en die te verbinden zijn met motieven als werkelijkheid-en- verbeelding, transfiguratie en cinematografie.
Verder blijkt uit het onderzoek dat de bundel – in weerwil van eerdere publikaties daarover door Rodenko en P.J. Meertens – geen folkloristische thematiek als fundament heeft. ‘Spel van de wilde jacht’ heeft zich waarschijnlijk zonder een vooropgezet plan ontwikkeld tot een bundel die het midden houdt tussen een verhalende tekst en een verzameling thematisch verwante gedichten.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 02 May 1999 20:46:07 +0100 (MET)
From: info@kalander.nl
Subject: Sym: 9905.04: Aankondiging diverse activiteiten van Kalander, stichting voor cultuurhistorische projecten, in 1999
====================================================
Aankondiging diverse activiteiten van Kalander, stichting voor cultuurhistorische projecten, in 1999
====================================================
16 mei Lezing ‘Heldinnenbrieven in de Gouden Eeuw’ door mw. drs. O. van Marion
Plaats: Leiden, Societeit De Burcht
Aanvang: 20.30 uur
Entree: NLG 10,- (donateurs: 5,-)
Heldinnenbrieven zijn literaire teksten in de vorm van vertrouwelijke liefdesbrieven van beroemde vrouwen, keizerinnen of koninginnen, prinsessen of staatsvrouwen. In werkelijkheid zijn de brieven geschreven door voornamelijk mannelijke dichters, die zich in de vrouwelijke karakters inleefden. In de zeventiende eeuw werd het mode om op die heldinnenbrieven een antwoord te schrijven vanuit het gezichtspunt van de man. Bekende dichters als P.C. Hooft en Joost van den Vondel beoefenden het genre in navolging van de klassieke dichter Ovidius, die een hele bundel heldinnenbrieven schreef. In de lezing zal dit bijzondere genre uit de literatuur nader onder de loep worden genomen.
6 juni Lezing ‘De vele gezichten van Bontekoe’ door drs. G. Verhoeven, D. Wildeman en dr. P. Verkruijsse
Plaats: Amsterdam, Nationaal Scheepvaart Museum
Aanvang: 13.00 uur
Entree: NLG 25,- (donateurs: NLG 20,-; wanneer u behalve de lezing ook het museum wilt bezoeken, betaalt u NLG 14,50 extra – bezitters van een museumjaarkaart hebben gratis toegang tot het museum; maximumaantal deelnemers: 20 personen)
13.00 uur Inleiding over de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaartmuseum in Amsterdam door de bibliothecaris D. Wildeman
13.30 uur Lezing door drs. Garrelt Verhoeven: De vele gezichten van Bontekoe
14.30 uur Lezing en demonstratie door dr. Piet Verkruijsse over het onderzoek naar de uitgaven van het Journaal van Bontekoe aan de hand van de uitgaven uit de collectie van het NSM.
20 juni Lezing ‘Goltzius als prentontwerper’ door drs. H. Leeflang
Plaats: Leiden, Prentenkabinet van de Universiteit Leiden
Aanvang: 14.30 uur
Entree: NLG 22,50 (donateurs: NLG 17,50; maximumaantal
deelnemers: 15 personen)
De Haarlemse werkplaats van Hendrick Goltzius (1558-1617) geldt als een van de belangrijkste uitgeverijen in de geschiedenis van de prentkunst. Goltzius’ inventiviteit als kunstenaar en uitgever en zijn technisch kunnen als graveur worden in detail toegelicht aan de hand van dia’s en originele prenten uit de collectie van het Prentenkabinet van de Universiteit Leiden.
4 juni Tweede Kalander-lezing, uitgesproken door Paul Knevel
Na het grote succes van vorig jaar, toen Micha”el Zeeman met een actuele lezing de oprichting van de Stichting Kalander markeerde, wordt de Kalander-lezing op 4 juni 1999 uitgesproken door Paul Knevel. De feestelijke avond, waarvan de lezing een deel is, is in het Aloysiuscollege in Den Haag (Oostduinlaan 50 – buslijn 5 vanaf HS; entree: NLG 5,-; donateurs (met een introduce): gratis).
Programma
19.30 uur: Zaal open
20.00 uur: Inleiding door drs. D. van der Mark
20.15 uur: Kalander-lezing door Paul Knevel
21.00 uur: Pauze
21.30 uur: Concert door Natascha Veldhorst en begeleiders met Haarlemse liederen uit de Gouden Eeuw
22.00 uur: Borrel
23.30 uur: Sluiting avond
Dr. Paul Knevel is historicus en publiceert regelmatig over onderwerpen uit de sociale en culturele geschiedenis van Nederland. In 1994 promoveerde hij op het proefschrift ‘Burgers in het geweer. De schutterijen in Holland, 1550-1700’ (Hilversum: Verloren, 1994) aan de Universiteit van Amsterdam, aan welke instelling hij tot 15 april 1999 verbonden was. Sinds die datum werkt hij als conservator in dienst van het Legermuseum in Delft. Zijn nieuwe, nog te verschijnen boek handelt over Haagse ambtenaren ten tijde van de Republiek (uitgegeven door Prometheus-Bert Bakker).
De lezing die Paul Knevel op 4 juni zal uitspreken, is getiteld ‘Het stokje van Oldenbarnevelt’. Cultuurtoerisme is ‘in’ en de geschiedenis profiteert daarvan. Overal ontstaan nieuwe (cultuur-)historische musea of presenteren al langer bestaande musea historische opstellingen. Op het eerste gezicht wijst dit op bloei en zelfvertrouwen, maar wie kritisch naar deze nieuwe presentaties kijkt, komt tot een andere conclusie. Dan blijkt het historisch museum eerder in een crisis te verkeren: de opstelling waarin het stokje van Oldenbarnevelt of het harnas van Maurits hun eigen verhaal vertellen, is voorbij. Maar wat is ervoor in de plaats gekomen? Het is, kortom, tijd voor een verkenning door de geschiedenis van het historische museum.
Najaarsprogramma 1999
Een jaar geleden presenteerde Kalander voor het eerst een programma van cursussen op het gebied van de Nederlandse cultuurgeschiedenis. Naast waardering voor het gevarieerde aanbod was er ook kritiek. De vaak langlopende cursussen voor een klein aantal deelnemers werden door een aantal belangstellenden als te intensief beoordeeld. Daarnaast vonden velen de prijzen die met deze opzet gepaard gingen aan de hoge kant. Doordat de publiciteit voor het cursusprogramma niet optimaal was, waren bovendien veel mensen niet – of te laat – op de hoogte van de activiteiten van Kalander.
Voor het komende seizoen heeft Kalander daarom een aantal maatregelen genomen waarmee we denken tegemoet te komen aan de wensen en verwachtingen van donateurs en andere belangstellenden. Niet alleen is een aantal cursussen ingekort, maar in veel gevallen is nu gekozen voor een opzet die het mogelijk maakt om alleen bepaalde onderdelen van cursussen bij te wonen. Bovendien worden sommige cursussen aangeboden in de vorm van lezingen. Hierdoor kan uw persoonlijke interesse beter tot zijn recht komen en zijn de prijzen van de cursussen beduidend lager. Het nieuwe cursusprogramma is verkrijgbaar op de avond van de Kalander-lezing (vrijdag 4 juni). Wanneer u onverhoopt niet bij die gelegenheid aanwezig kunt zijn, kunt u het programma met onderstaande bon bestellen. Het wordt u vervolgens zo spoedig mogelijk toegestuurd. Tevens wijzen wij u op de mogelijkheid van de lezingen ‘a la carte: voor verenigingen, stichtingen, genootschappen, scholen en andere instellingen bestaat de mogelijkheid om bij Kalander een lezing te ‘bestellen’. In een afzonderlijke brochure zijn 50 verschillende lezingen opgenomen waaruit een keuze kan worden gemaakt.
- Wilt u een van de Kalander-activiteiten bijwonen, dan dient u de antwoordstrook op te sturen. U ontvangt alleen bericht, wanneer de lezing van uw keuze volgeboekt is. U reserveert uw plaats door de verschuldigde entreeprijs zo spoedig mogelijk te storten op gironummer 7735130 (t.n.v. Kalander, Postbus 780, 2300 AT Leiden) onder vermelding van de datum van de lezing en het aantal personen; de toewijzing van de plaatsen geschiedt op de volgorde van binnenkomst van de betalingen.
- Ook op de Kalander-avond van 4 juni a.s. kunt u zich inschrijven voor cursussen etc.
- U kunt zich middels onderstaande antwoordstrook ook aanmelden als donateur (voor NLG 35,- per jaar). U krijgt het nieuwe cursusprogramma vervolgens zo spoedig mogelijk toegestuurd en ontvangt bovendien gratis de BoekAgenda 2000, die in oktober zal verschijnen.
–Antwoordstrook——————————————————-
In gefrankeerde envelop sturen aan:
Kalander, Postbus 780, 2300 AT Leiden.
Naam:
……………………………………………………………..
Adres:
……………………………………………………………..
Postcode/plaats:
……………………………………………………………..
S.v.p. aankruisen wat van toepassing is:
O Ik schrijf mij in als donateur van Kalander.
O Ik bestel de folder Lezingen ‘a la carte.
O Ik geef mij nu reeds op voor de lezing(en) op:
O 16 mei; O 6 juni; O 20 juni
O Ik zal aanwezig zijn op de Kalander-lezing 4 juni 1999.
O Ik ben verhinderd op 4 juni 1999, maar ik wil graag …… exem- pla(a)r(en) van de Kalander-lezing (Paul Knevel: Het stokje van Oldenbarnevelt, NLG 10,- per ex.; excl. verzendkosten) ontvangen.
Voor meer informatie:
Kalander, Stichting voor cultuurhistorische projecten,
Postbus 780, 2300 AT Leiden
tel./fax 071-5321149
e-mail: info@kalander.nl
www: http://www.kalander.nl/
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 5 May 1999 19:55:56 +0200
From: "Ingrid & Ronald" <ingridcl@knoware.nl>
Subject: Sym: 9905.04: Avond 'Jeugdliteratuur volwassen?' op woensdag 19 mei 1999 te Utrecht
*------------------------------------------------------------------* | | | JEUGDLITERATUUR VOLWASSEN? | | | | De positie van jeugdliteratuur t.o.v. volwassenenliteratuur | | Met Bart Moeyaert, Judith Eiselin (NRC), Henk Peters | | | | - Stichting B'ebert in Palladio, Kleine Geertekerkhof 1, Utrecht | | - woensdag 19 mei a.s., aanvang 20.00 uur, | | - toegang NLG 10,00 / NLG 7.50 (studenten) | | - voorverkoop bij de Kinderboekwinkel, Ganzenmarkt 10, Utrecht | | | *------------------------------------------------------------------*
Is de run op jeugdboeken door twintigers en dertigers een teken van infantilisering van de maatschappij of zegt het eerder iets over de kwaliteit van recente jeugdliteratuur? Met de thema-avond ‘Jeugdliteratuur volwassen?’ ontsluiert B’ebert de betekenis van de toenemende belangstelling van volwassenen voor jeugdboeken. Schrijver Bart Moeyaert, literatuurwetenschapper Henk Peters en literair recensente Judith Eiselin geven ieder vanuit hun eigen vakgebied een interpretatie van dit opvallende verschijnsel.
Bart Moeyaert is zo’n auteur wiens jeugdboeken een groot volwassen publiek bereiken. Zelf zegt Moeyaert zich niet druk te maken over wie zijn boeken leest. De uitgever categoriseert zijn werk als jeugdliteratuur en zo komt het in de winkel, maar Moeyaert zegt zelf niet specifiek voor de jeugd te schrijven. B’ebert heeft Moeyaert gevraagd in te gaan op de vraag of je eigenlijk nog kunt spreken van jeugdliteratuur, of dat deze vorm van literatuur zich zo heeft ontwikkeld dat een onderscheid met volwassenenliteratuur niet meer zinnig is. Moeyaert zal ook voorlezen uit zijn jeugdboeken – u kunt dus zelf de literaire kwaliteit ervan beluisteren.
Henk Peters stelt dat moderne jeugdliteratuur ambivalent en metafictioneel is en daarom ook volwassenen aanspreekt. Volwassenen geven een andere betekenis aan de tekst dan kinderen of jongeren dankzij hun grotere achtergrondkennis. Veel schrijvers van jeugdliteratuur bedienen ook volwassen lezers door (impliciete) intertekstuele verwijzingen op te nemen en de volwassen lezer uit te dagen het jeugdboek in een grotere literaire, filosofische of maatschappelijke traditie te plaatsen. Met andere woorden: jeugdliteratuur is zich aan het emanciperen. De belangstelling van volwassenen voor jeugdboeken zou dus vooral getuigen van een goede smaak.
In de literaire kritiek worden jeugdboeken tegenwoordig vooral op grond van hun literaire kwaliteiten beoordeeld, en niet allereerst op leesbaarheid en geschiktheid voor kinderen. De pedagogische waarde – wat leert een kind ervan? – is geen voorwaarde meer om geprezen te worden. B’ebert heeft Judith Eiselin, recensente van NRC Handelsblad, uitgenodigd toe te lichten in hoeverre auteurs van jeugdboeken zich iets aantrekken van deze tendens in de kritiek. Verandert jeugdliteratuur door de waarden waarmee ze bekritiseerd en gelauwerd wordt?
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 4 May 1999 23:28:34 +0200
From: "Els Ruijsendaal" <ruisdaal@cistron.nl>
Subject: Sym: 9905.06: Studiedag Peeter Heynsgenootschap 'De letterkunde in het talenonderwijs' op vrijdag 11 juni 1999 te Nijmegen
=================================
Studiedag Peeter Heynsgenootschap
=================================
UITNODIGING
voor het bijwonen van de studiedag van het Peeter Heynsgenootschap met het thema
“De letterkunde in het talenonderwijs”
op vrijdag 11 juni 1999, in het Erasmusgebouw van de Katholieke Universiteit Nijmegen, zaal 02.01, Erasmusplein 1, Nijmegen. Bereikbaar met lijn 10 (Brabantse Poort/Universiteit), rechtstreekse lijn vanaf het station.
Programma
10.00-10.30 Ontvangst met koffie
10..30-10.35 Opening
10.35-11.20 Dr. P.H.M. van de Ven
Tussen schijn en werkelijkheid – het literatuuronderwijs Nederlands in de twintigste eeuw
De door Hoornik* gebruikte tegenstelling tussen schijn en werkelijkheid is een bruikbare metafoor om ook de geschiedenis van het literatuuronderwijs in deze eeuw te construeren. Drie belangrijke tegenstellingen zijn die tussen retoriek en praktijk van het literatuuronderwijs, die tussen leraar- of leerboekstekst enerzijds en leerlingtekst anderzijds, die tussen doelen van hoger en lager orde. Deze bijdrage over de geschiedenis van het literatuuronderwijs schetst een ontwikkeling naar meer aandacht voor praktijk en leerlingtekst: de werkelijkheid komt langzaam achter de schijn vandaan. Die (positieve?) ontwikkeling kan worden begrepen vanuit de dominantie van een werkelijkheidsinterpretatie die echter ook door het benadrukken van doelen van ‘lager orde’ de positie van het literatuuronderwijs bedreigt. De vraag is, om opnieuw aan Hoornik te refereren, of de ‘eeuwigheid’ het af gaat leggen tegen de ’tijd’. * Ed Hoornik, ‘Op school stonden ze op het bord geschreven…’, uit: Het menselijk bestaan, 1951.
11.30-12.15 Dr. D.F. Koldijk
De canon van het Duitse literatuurboek 1920-1975.
Hoe zag de inhoud van een literatuurboek er in 1935, 1943, 1955 en 1975 uit en waarom? Wie of wat bepaalde de inhoud van een literatuurboek Duits? Waar haalden de samenstellers van die literatuurboeken hun canon vandaan en waarom? Waarom waren er schrijvers die tientallen jaren tot de topvijf behoorden en schrijvers die deze top net niet of helemaal niet haalden? Koldijk gaat in deze lezing op zoek naar een antwoord op de hier gestelde vragen. Tot slot probeert hij een antwoord te geven op de vraag of het literatuurboek tussen 1975 en heden veranderd is.
12.30-13.45 Lunch (in De Refter, op eigen gelegenheid)
14.00-14.45 Prof. dr. W.A.M. de Moor
Impulsen voor de vernieuwing van het literatuuronderwijs.
De laatste decennia vallen er aanzienlijke veranderingen in het literatuuronderwijs waar te nemen. De voornaamste vernieuwingen betreffen het veel bediscussieerde leesdossier, de leesautobiografie, de tekstervaringsmethoden naast de tekstbestuderingsmethoden – veelal gebaseerd op angelsaksische opvattingen. Nu zijn we op weg naar het literatuuronderwijs Nederlands als onderdeel van het Geintegreerd Literatuuronderwijs en naar het nieuwe vak Culturele en Kunstzinnige Vorming voor alle leerlingen in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. De wereldliteratuur komt eindelijk in beeld en dat is een goede zaak. De vernieuwingen betreffen behalve de bovenbouw – verschillend met Vlaanderen – vooral de didactiek van het leren lezen en de schoolorganisatie. Voorlopig lijken deze veranderingen positief te interpreteren.
15.00-15.45 Drs. Hubert Slings
Middelnederlandse letterkunde in het voortgezet onderwijs.
Terwijl de renaissancistische en moderne letterkunde reeds vanaf het eerste kwart van de negentiende eeuw de schoolbanken overmeesterden, moesten de Middeleeuwen het in die tijd nog doen met een korte en niet zelden denigrerende vermelding in de literatuurgeschiedenisboekjes. Pas tegen het einde van de negentiende eeuw verschijnen er Middelnederlandse tekst(fragment)en voor gebruik in de klas. Hoe is dit te verklaren? En hoe is het de Middelnederlandse letterkunde in het middelbaar onderwijs sindsdien vergaan?
15.45-16.00 Afsluiting.
Iedereen is van harte welkom!
Inlichtingen bij de redactie van Meesterwerk,
Els Ruijsendaal,
tel./fax 020-6761409,
e-post: ruisdaal@cistron.nl
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 22 Apr 1999 20:51:50 +0200
From: "A. Roeleveld" <A.Roeleveld@net.HCC.nl>
Subject: Vra: 9905.07: Gezocht: Middelnederlandse equivalenten van zes teksten in Middelnederduits 'Hartebok'
===========================================
Gezocht: Middelnederlandse equivalenten van zes teksten in Middelnederduits ‘Hartebok’
===========================================
Beste Neder-L-lezers,
Erika Langbroek en ik, Annelies Roeleveld, zijn bezig met de uitgave van het z.g. ‘Hartebok’, een Middelnederduits verzamelhandschrift uit ca. 1500. Behalve Valentin en Namelos, waar we al heel wat over weten, staan daar nog een aantal kortere rijmende verhalen in, die zo te zien uit het Middelnederlands vertaald zijn. Kent iemand equivalenten van deze verhalen in het Middelnederlands?
‘Van der bort christi’ (1144 versregels), over de aankondiging van de geboorte, vooruitblikken op het leven Christi, geboorte, herders, drie koningen. Steeds onderbroken door lofzangen op Maria. Tenhemelopneming en kroning van Maria, bechrijving van de hemelbewoners, lofzang op Maria, bede om haar bijstand.
‘Van deme holte des hilligen krutzes’ (771 vss.), een verhaal over Adams zoon Seth die in het paradijs drie zaden moet halen, waar bomen uit groeien die de hele geschiedenis van de Israelieten meegaan en waarvan tenslotte het kruishout wordt gemaakt.
‘Van eynem eddelen krutgarden’ (219 vss.), een stichtelijk werk over de goede kruiden die je in je hart moet kweken, zoals ootmoedigheid etc., om gezond te blijven en verschoond van de eeuwige dood.
‘Dith is de kranshals’ (319 vss.); een jongeman droomt dat hij in een kasteeltuin een jongedame ziet, die vraagt wat ze moet doen om een goede man te vinden. Het gaat dan verder over de deugden die bij de hoofse liefde horen. Er zijn negen “graden” die samen de ‘krans-hals’ vormen.
‘Vnser leuen frowen rozenkrantz’ (105 vss.). Een opsomming van de eigenschappen van Maria en allerlei schone zaken waarmee zij wordt vergeleken. Rijmt per vier regels, de eerste van het setje vertoont alliteratie; deze alliteratie is alfabetisch: de eerste is met een A, de tweede met een B, etc. Aan het eind loopt het een beetje rommelig over in wat denkelijk een ander loflied op Maria is.
‘Van dren konyngen’ (296 vss.); drie koningen verdwalen in het bos en komen daar de griezelige resten van drie dode koningen, hun voorvaders, tegen, die ze waarschuwen voor de verkeerde gevolgen van slecht gedrag.
Wij houden ons aanbevolen voor tips. Bij voorbaat dank.
Mede namens Erika Langbroek,
Annelies Roeleveld
Zuiderweg 126
1461 GM Zuidoostbeemster
tel. 0299 – 42 55 81
fax en antw.app. 0299 – 42 99 52
A.Roeleveld@net.HCC.nl
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 02 May 1999 20:46:07 +0100 (MET)
From: info@kalander.nl
Subject: Lit: 9905.08: Nieuwe publicaties van Kalander
==============================
Nieuw publicaties van Kalander
==============================
Custode-reeks
In de Custode-reeks verzorgt Kalander uitgaven van studies op cultuur-historisch gebied. In 1998 verscheen als eerste deel ‘Souffrir pour parvenir. De wereld van Jan Huygen van Linschoten’, waarin tien auteurs verslag doen van hun onderzoek naar het leven, de reizen en de wetenschappelijke relaties van de beroemde ontdekkingsreiziger en reisbeschrijver (192 pp. – met illustraties en bibliografie – NLG 34,50).
Onlangs werd het tweede deel in de reeks gepresenteerd: ‘Kometen, monsters en muilezels. Het veranderende natuurbeeld en de natuurwetenschap in de zeventiende eeuw’ bevat bijdragen van Stuart Clark, Roelof van Gelder, Florike Egmond, Bernhard Scholz, Eric Jorink, Rienk Vermij, Han van Ruler, Arnold Labrie en Klaas van Berkel. Samen laten de auteurs zien hoe de wisselwerking tussen geleerde theorie en alledaagse praktijk zich voltrok en op welke niveaus de zeventiende-eeuwer bezig was met het beschouwen, beschrijven en begrijpen van de wereld om zich heen. Zag de zeventiende-eeuwse zeeman de vreemde wezens die op zijn reizen tegenkwam als monsters of als gewone dieren? Kondigde de verschijning van een komeet onheil aan of was het niet meer dan een opmerkelijk natuurverschijnsel? En hoe kon nieuwe kennis over de natuur op een bevredigende wijze worden ingepast in de heersende theologische opvattingen? Het veranderende natuurbeeld hield in de zeventiende eeuw zowel de geleerde als de gewone burger bezig (192 pp. – met illustraties en bibliografie – NLG 44,50).
Haarlemse Doelen-reeks
Samen met de Stadsbibliotheek Haarlem nam Kalander in 1998 het initiatief tot de uitgave van een reeks ‘schetsen uit Haarlems verleden’; in de Haarlemse Doelen-reeks verschenen sindsdien drie delen.
In deel 1, ‘Het Soet Vergaren. Haarlems buurtleven in de zeventiende eeuw’ laat Gabrielle Dorren zien hoe het buurtleven destijds in een stad als Haarlem georganiseerd was (96 pp. – NLG 22,50).
Voor deel 2, ‘De Oprechte Haarlemsche Courant in negentiende-eeuwse literatuur en karikatuur’ verzamelde Nop Maas een keur aan citaten en prenten over het eens zo toonaangevende dagblad (96 pp. – NLG 22,50).
Deel 3, ‘Een steen in goud gevat. Twee eeuwen gedichten over Haarlem’ werd samengesteld door Wim Vogel en Nop Maas. Samen maakten ze een selectie van negentiende- en twintigste-eeuwse gedichten waarin de Spaarnestad een hoofdrol speelt (96 pp. – NLG 22,50).
Deel 4 zal in mei 1999 gepresenteerd worden. Voor De Haarlemse Bloempjes selecteerde Natascha Veldhorst negentien liedjes uit de populaire liedboekjes die tussen 1643 en 1649 bij uitgever Claes Albertsz Haen verschenen. De boekjes stonden vol liefdesliederen, drinkliederen, moralistische liederen, maar ook lofliederen op Haarlem en omgeving. De liederen vielen bij het zeventiende-eeuwse publiek bijzonder in de smaak en niet alleen in Haarlem. Ze waren geliefd tot ver buiten de stadsgrenzen. Natascha Veldhorst voorzag de liedjes van de bijbehorende melodieen en verduidelijkend commentaar (96 pp. – NLG 22,50).
Verkrijgbaar bij: Uitgeverij Arcadia (Postbus 2356, 2002 CJ Haarlem, tel. 023-5259857).
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 29 Apr 1999 00:41:52 +0200
From: Edward Vanhoutte <evanhout@uia.ua.ac.be>
Subject: Lit: 9905.09: Pas verschenen: P. Roelens & E. Vanhoutte. Een huis dat tussen nacht en morgen staat. Varianten bij Hugo Claus. (Gent 1999)
==============
Pas verschenen
==============
Peter Roelens & Edward Vanhoutte. Een huis dat tussen nacht en morgen staat. Varianten bij Hugo Claus. Gent: KANTL, 1999. 134 p., ill. BEF 400. ISBN 90-72474-23-6.
Een auteur heeft het ontegensprekelijke recht zijn of haar werk te herschrijven, gewijzigd uit te geven, te schrappen of uit te breiden, maar als daar sporen van te vinden zijn, behoren die de editiewetenschap toe. De publicatie van ‘Gedichten 1948-1993′ in 1994 articuleerde en concretiseerde in feite de vraag naar een systematische variantenstudie van Claus’ poezie. Claus zelf bestempelt de bundel als een “uiterst onwetenschappelijke uitgave”. “Veel critici zullen grijs worden. Voetnoten verwachten zij en verwijzingen. Ik geef ze mijn bijgewerkte gedichten van vroeger”.
Deze deeleditie van ‘Een huis dat tussen nacht en morgen staat’, Hugo Claus’ experimentele poeziebundel uit 1953, verzamelt en presenteert alle varianten uit de zes voorpublicaties uit tijdschriften (Blurb, Cobra, Nieuw Vlaams Tijdschrift, Podium, Tijd en Mens en De Vlaamse Gids) en de drie volledige versies van de bundel (de oorspronkelijke versie uit 1953, en de versies in Gedichten (1948-1963) uit 1965 en Gedichten 1948-1993 uit 1994) in een overzichtelijk variantenapparaat en poogt zo de publicatiegeschiedenis van de bundel te reconstrueren. Als basistekst werd gekozen voor de – voorlopig – laatste en meest beschikbare uitgave van de bundel, nl. die uit de blauwe verzamelaar van 1994, zodat deze editie een handig werkinstrument kan worden voor verder onderzoek. Tegelijkertijd poogt deze editie een leemte op te vullen die er met betrekking tot de variantenstudie binnen de Clausstudie bestaat. De eigenlijke varianteneditie wordt voorafgegaan door een Verantwoording waarin dieper wordt ingegaan op de geraadpleegde bronnen, de basistekst en het variantenapparaat dat speciaal voor deze editie ontwikkeld werd en dat gebaseerd is op het principe van ‘de economie van het meelezen’. De editie wordt afgesloten met een uitgebreid artikel over de drukgeschiedenis, de receptie en de editie van ‘Een huis dat tussen nacht en morgen staat’, waarin ook de problematiek van het editeren van een nog levend auteur, een unicum in de editiewetenschap, wordt toegelicht.
Te bestellen bij:
Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
Koningstraat 18
b-9000 Gent
Belgie
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 27 Apr 1999 11:06:47 +0200
From: "Frysk Letterkundich Museum" <post@flmd.nl>
Subject: Ten: 9905.10: Tentoonstelling "Boppe!" in het Fries Letterkundig Museum t/m vrijdag 17 september 1999 te Leeuwarden
=========================================================
Tentoonstelling “Boppe!” in het Fries Letterkundig Museum
=========================================================
Nog tot en met 17 september is in het Frysk Letterkundich Museum en Dokumintaasjesintrum (FLMD) te Leeuwarden de tentoonstelling “Boppe!” te bezichtigen. Deze tentoonstelling, die samengesteld werd in samenwerking met Pieter Breuker uit Dronrijp, is gewijd aan de literaire en cultuurhistorische aspecten van het kaatsen in Friesland en daarbuiten.
In de tentoonstelling zijn in de eerste plaats uiteraard boeken over het kaatsen, gedenkboeken en jubileumboeken te zien, maar ook kinderboeken zoals “De jonge priiskeatser” van Nienke van Hichtum en “Keatse foar de kr^anse” van Jelle Bangma. Verder de “Keatsroman” van Piter Boersma, “Kening op sokken” van Hylke Speerstra en veel boekjes met gedichten en liedjes. Voor het toneel zijn een musical, een aantal grotere en kleinere toneelstukken en niet te vergeten heel veel revues geschreven en er is serieus onderzoek gepubliceerd over deze “Friese” volkssport, die zeker niet alleen in Friesland beoefend wordt. De serie documentaires die Omrop Frysl^an in 1997 heeft uitgezonden over het kaatsen in Europa kan op verzoek op video bekeken worden.
Het is heel bijzonder dat het voor deze tentoonstelling gelukt is een aantal zilveren ballen en andere eretekens in bruikleen te krijgen, waar ze ook thuishoren aangezien er vaak Friese dichtregels in gegraveerd zijn. Op dit moment zijn de PC-bal (1883), de Belgische bal (1908), de Rengers-bal (1927), de Van Slooten-bal (1917), de Molenschot-bal (1927) en de “Ouwe Griep” (1794) te bezichtigen. Binnenkort zal een aantal daarvan weer naar de besturen terug moeten als het kaatsseizoen begint en er weer om gekaatst zal moeten worden.
Meer informatie: http://www.flmd.nl/boppe.htm
Frysk Letterkundich Museum en Dokumintaasjesintrum Grutte Tsjerkestrjitte 212, 8911 EG Ljouwert/Leeuwarden
tel. +31 58 2120834, faks +31 58 2132672
e-mail: post@flmd.nl, homepage http://www.flmd.nl/
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sun, 09 May 1999 12:01:33 +0200
From: "Marc van Oostendorp" <oostendo@euronet.nl>
Subject: Col: 9905.11: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 30: Lang leve de leunstoel
========================================
NederNed, no. 30: Lang leve de leunstoel
========================================
In de vakbladen smaalden onlangs sommige onderzoekers over de leunstoel als onderzoeksinstrument, dat volgens hen alleen in een ivoren toren paste. Leunstoeltaalkunde was een scheldwoord voor het soort theoretische taalkunde dat vooral de intuities van een klein groepje moedertaalsprekers tot zijn data rekent. Echte wetenschappers deden veldwerk! Zij gingen de straten op, de laboratoria in, de wereld door!
Omgekeerd is er natuurlijk ook jarenlang gesmaald op die onderzoekers die zo dom waren de leunstoel te verlaten, maar langzamerhand wordt het volgens mij een beetje mal om nog verschil te maken tussen leunstoeltaalkunde en andere soorten onderzoek naar taal. De leunstoel wint ook in de minder hermeneutische takken van de taalkunde terrein. Je kunt tegenwoordig zo enorm veel gegevens met zoveel gemak bereiken zonder je leunstoel te verlaten, dat het verschil tussen die zogenaamde leunstoeltaalkunde en andere vormen van taalkunde wel moet vervagen: een theoreticus zou wel gek zijn als hij af en toe niet eens even snel een hypothese testte aan de hand van het corpus dat het Internet is; en iemand die dol is op gegevens hoeft zijn leunstoel ook niet meer uit.
In een artikeltje in Nederlandse Taalkunde hebben Ton van der Wouden en ik vorig jaar een paar soorten onderzoek op een rijtje gezet die je vorig jaar al kon uitvoeren met het toenmalige Internet. Maar sindsdien is dat corpus alweer op een interessante manier gegroeid. Niet alleen is het aantal geschreven woorden dat via zoekmachines als Altavista (http://www.altavista.com/) en Ilse (http://www..ilse.nl/) te vinden is, sterk gestegen, maar bovendien beginnen er nu ook steeds meer gesproken woorden via Internet raadpleegbaar te raken. Dat komt vooral doordat de Nederlandse (publieke) omroepen steeds meer programma’s via het net aanbieden. Sinds een tijdje zijn zelfs alle programma’s van de VPRO via de website van die omroep te beluisteren: http://www.omroep.nl/vpro/. Oude programma’s worden gearchiveerd en zo ontstaat langzaam maar zeker een interessant nieuw corpus.
Natuurlijk is dat corpus nu nog klein en uiterst primitief. Omdat er geen transcripties zijn, zijn al die bestanden bijvoorbeeld nog helemaal niet doorzoekbaar. Van taalkundige of andere tags is al helemaal geen sprake en de publieke omroep is dus nog lang geen concurrent voor het Corpus Gesproken Nederlands. Toch zijn er volgens mij nu ook al fascinerende dingen te observeren.
Neem nu het radioprogramma De Avonden, een soort literair-cultureel tijdschrift dat vijf dagen in de week verschijnt. In dat programma worden interviews met schrijvers uitgezonden. Ook met buitenlandse schrijvers en dat veroorzaakt een zeer merkwaardig en bij mijn weten nooit eerder geobserveerd verschijnsel, dat wel iets weg heeft van code-switching maar op essentiele punten toch ook weer anders is.
Voorbeelden van wat ik bedoel kunt u vinden in de afleveringen van De Avonden van 4 en 5 mei 1999. In allebei die afleveringen wordt in het tweede uur een Engelstalige auteur geinterviewd door de Nederlandse presentator Wim Brands. De sfeer van die interviews is intiem: in een kleine studio zitten interviewer en geinterviewde met elkaar te praten over het net in het Nederlands vertaalde boek. De hoofdtaal van de interviews lijkt Engels maar af en toe, en soms middenin een zin, schakelt Brands ineens over om zijn gedachte af te maken in het Nederlands. De functie en de reden van die taalwisselingen zijn wat mij betreft over het algemeen volkomen raadselachtig en zouden het onderwerp kunnen zijn van een aardig onderzoekje. Je krijgt de indruk dat er systeem in zit maar wat dat dit systeem precies is, kan ik niet achterhalen. Het is in ieder geval niet mogelijk om het hele gesprek te volgen zonder dat je zowel Nederlands als Engels kent. De geinterviewde schrijver moet af en toe volkomen in het duister tasten over de onverwachte wendingen en de luisteraar die geen Engels spreekt zal al helemaal snel de draad kwijt raken. Terwijl je zou denken dat dergelijke een dergelijke luisteraar, omdat de interviews gehouden worden naar aanleiding van Nederlandse vertalingen van deze Engelse boeken.
Neem het gesprek dat Brands op 5 mei voerde met de Schotse schrijver Magnus Mills. De negende minuut vertelt Mills een uitgebreid verhaal over hoe hij vroeger als hekkenbouwer werkte. Hij merkte dat het bouwen van hekken nogal eentonig werk is en dat het veel herhaling in zich had. “That’s,” zegt hij aan het einde van dat lange verhaal, “why there’s a lot of repetition in the book.”
Dan gebeurt het (op 9 minuut 40). “Yeah,” zegt Brands, “That’s true. Hij zegt, daarom zitten er zoveel herhalingen in dat boek, het is alleen maar herhaling, herhaling, that’s what you remember of those days also.” Dan mag Mills weer verder vertellen. Waarom Brands nu juist alleen deze mededeling over die herhalingen vertaalt en niets zegt over het voorafgaande, veel interessantere verhaal, blijft in nevelen gehuld. De luisteraar die alleen Nederlands verstaat vraagt zich af waarom er nu zoveel herhalingen in het boek zitten; degene die het voorafgaande verhaal verstaan heeft, zal “that’s why there’s a lot of repetition in the book” waarschijnlijk ook wel verstaan hebben.
Het gesprek gaat er vervolgens over de gesprekken die Mills als hekkenbouwer ’s avonds in de pub voerde met zijn collega’s. Er werd weinig gepraat en sommige hekkenbouwers dronken heel veel, maar Mills zegt dat hij zelf niet veel dronk, omdat hij zijn geld wilde sparen om als de 3 kilometer hek klaar waren bijvoorbeeld een motor te kopen. Zijn collega’s zegt hij, hadden dan niets: ze hadden 6 maanden lang hard gewerkt en aan het eind van die periode hadden ze niets gespaard.
We zijn dan iets meer dan een minuut verder (10.50) in de conversatie en weer pleegt Brands een Nederlandstalige interruptie, die het verhaal min of meer samenvat, maar over het sparen van Mills of het niet-sparen van zijn collega’s zegt hij niets. Ook hier is de portee van de interruptie dus onduidelijk uit het oogpunt van de eentalige Nederlander. Degene die ervan afhankelijk is, mist een cruciaal gedeelte van het gesprek. Dan zegt Brands: “Er wordt niet veel gepraat, dat geldt ook voor de mannen in het boek, Tim en Ritchie, die zeggen ook niet zo veel.” Hij vertelt dan een aantal details over het werk van deze mannen overdag (“knap zwaar werk”). Dat Nederlandstalige betoog sluit dan als volgt: “’s Avonds gaan ze naar de kroeg, drinken, zwijgen, knikken naar elkaar. That’s it. When did you get the idea to write a novel about fencers?” En vervolgens gaat het gesprek weer verder in het Engels. Hier gebeurt dus in zekere zin het omgekeerde: That’s it vat het voorafgaande samen, maar het voorafgaande heeft de geinterviewde niet verstaan, en de hypothetische luisteraar die geen Engels verstaat, heeft niets aan dit signaal dat hiermee Brands’ eigen bijdrage is afgerond.
Nogmaals, er zou een aardig onderzoekje te doen zijn naar deze merkwaardige taalwisselingen. De geschiedenis ervan is denk ik vrij duidelijk: zij wortelt in het gebruik van radiojournalisten om af en toe de antwoorden van hun geinterviewde voor de luisteraar die de taal van het interview niet verstaat. Maar die functie heeft het helemaal verloren. De vraag is nu: waarom worden sommige dingen wel in het Nederlands gezegd of vertaald, en andere niet?
Mijn eerste idee is het volgende. Brands voert een interview met een schrijver die een boek in het Engels geschreven heeft en als een goed radiopresentator vist Brands vooral naar de eventuele autobiografische achtergronden van dat boek. Over die autobiografie gaat het interview eigenlijk en om dat de beklagenswaardige schrijver nu eenmaal geen Nederlands verstaat, stelt Brands uit beleefdheid zijn vragen in het Engels. Soms valt Brands dan ineens een parallel op met het boek dat de schrijver. Het heeft uiteraard weinig zin om de schrijver op deze parallellen te wijzen. De enige die er belang bij heeft dat Brands dit vertelt is de luisteraar. Die spreekt, neemt Brands aan, Nederlands.
Nu is er met Nederlanders en het Engels iets vreemds aan de hand. Er wordt altijd gezegd dat een groep Nederlanders altijd meteen overschakelt op het Engels zodra een buitenlander zich bij die groep voegt. Dat is denk ik waar. Maar het is evenzeer waar dat die groep Nederlanders, in ieder geval in mijn ervaring, onmiddellijk terugschakelt naar het Nederlands als die buitenlander weer verdwijnt. De eerste twee Nederlanders die onder elkaar Engels spreken zonder dat er een niet-Nederlandstalige in de buurt is, moet ik nog tegenkomen.
Brands’ wisselingen zijn het gevolg van het feit dat hij tegelijkertijd een gesprek voert met een buitenlander en aan de luisteraar iets wil uitleggen over die buitenlander. Omdat die buitenlander ongetwijfeld de uitleg aan de luisteraar niet zo interessant zal vinden, voert Brands in metaforische zin een kringgesprek waarbij de anderstalige zich af en toe even verwijdert.
Om deze eerste hypothese te testen, is natuurlijk onderzoek op een groter corpus nodig. De VPRO bouwt aan dat corpus en iedereen kan dat vanuit zijn leunstoel volgen.
Marc van Oostendorp
oostendorp@rullet.leidenuniv.nl
Marc van Oostendorp en Ton van der Wouden. 1998. Corpus Internet.
Nederlandse Taalkunde 3, pp. 347-361. URL:
http://www.ned.univie.ac.at/ned-tk/digitaal-04.htm
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Oostendorp@rullet.leidenuniv.nl (voor | | neerlandistiek op het Web), of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9905.a --------------------------*
Laat een reactie achter