Subject: | Neder-L, no. 9912.b |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Wed, 29 Dec 1999 21:34:20 +0100 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Achtste-jaargang--------- Neder-L, no. 9912.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Rub: 9912.12: Evenementenagenda, met: | | - Middag met Enno Endt over Herman Gorter, zo 6 | | februari 2000 (A'dam) | | - Middag met Henk van Woerden over zijn schrijver- | | schap en werk, zo 20 februari 2000 (A'dam) | | (2) Rub: 9912.13: Hora est!: promotie M.E. Polman op di 11 januari 2000 | | te Nijmegen (KUN) | | (3) Vac: 9912.14: Vacature voor een lector Nederlands aan de universi- | | teit te Zagreb (deadline: di 15 februari 2000) | | (4) Med: 9912.15: Oprichting Netwerk Rederijkers | | (5) Med: 9912.16: KB Den Haag verwerft unieke verzameling vrienden- | | boeken; tentoonstelling t/m za 15 januari 2000 | | (6) Sym: 9912.17: Aankondiging workshop 'De allegorie als expressie- | | middel in de literatuur, theologie en beeldende | | kunsten' op vr 11 februari 2000 te Leuven (incl. | | inschrijvingsformulier) | | (7) Rec: 9912.18: 'Chomsky uitleggen'; recensie door Marc van Oostendorp| | van drie boeken (van James McGilvray, Neil Smith en | | Juan Uriagereka) over het werk van Noam Chomsky | | (8) Lit: 9912.19: Tussen Oud en Nieuw: Paardekoopers 'Beknopte Beknopte'| | en de derde druk van zijn 'ABN-uitspraakgids' | | (9) Lit: 9912.20: Pas verschenen: A. Roland Holst. Tusschen vuur en | | maan (Dodewaard 1999) | |(10) Col: 9912.21: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 33: | | Millenniumprijsvraag 1999: Wandelen van Oud naar Nieuw| |(11) Lit: 9912.22: Pas verschenen: G.G. Trimpe Burger-Mekking. Lijst van | | artikelen in Archief 1969-1998 (Middelburg 1999) | |(12) Lit: 9912.23: R. Schenkeveld-van der Dussen en A. de Jeu (red.). | | Gedichten van Anna Roemersdochter Visscher. Amazone- | | reeks, no. 1. (A'dam 1999) | |(13) Lit: 9912.24: Thijs Pollmann. De letteren als wetenschappen. (A'dam | | 1999) | |(14) Lit: 9912.25: Twee bundels verschenen bij afscheid van prof. dr. | | Willem van de Berg: 'Een bedachtzame beeldenstorm' en | | 'De as van de Romantiek' (A'dam 1999) | |(15) Col: 9912.26: Linguistisch Miniatuurtje LXV: Dicteejury maakt zich | | er weer vanaf | |(16) Col: 9912.27: Column Willem Kuiper, no. 46: AD 2000 | |(17) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------------------* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 20 Dec 1999 21:46:03 +0100
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 9912.12: Evenementenagenda
=================
Evenementenagenda
=================
AMSTERDAM, De Burcht, Henri Polaklaan 9, +31-(0)20-6241166, fax 6237331.
Middag over Herman Gorter, zondag 6 februari 2000, 14.00 uur.
- Neerlandicus en Gorter-kenner Enno Endt vertelt over de situering van Gorters socialistische poezie binnen zijn totale oeuvre en sociaal wetenschapper Marten Buschman vertelt over Gorters ‘politieke vrienden en vijanden’. Toegangsprijs NLG 10,00. Reserveren gewenst.
AMSTERDAM, De Burcht, Henri Polaklaan 9, +31-(0)20-6241166, fax 6237331.
Middag met Henk van Woerden, zondag 20 februari 2000, 14.00 uur.
- Schrijver Henk van Woerden vertelt over zijn schrijverschap en over zijn werk, met name zijn laatst verschenen roman ‘Een mond vol glas’. Toegangsprijs NLG 10,00. Reserveren gewenst.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 20 Dec 1999 21:46:03 +0100
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 9912.13: Hora est!: promotie M.E. Polman op di 11 januari 2000 te Nijmegen (KUN)
=========
Hora est!
=========
Dinsdag 11 januari 2000, 15.30 uur precies, Katholieke Universiteit Nijmegen.
Mevrouw M.E. Polman: ‘De keerzijde van het leven. Anton van Duinkerken als literatuurcriticus bij De Tijd (1927-1952)’.
Promotores: prof. dr. K. Fens, prof. dr. F.J.M. de Feijter.
Persbericht KUN:
Anton van Duinkerken was een spraakmakende dichter, criticus, essayist, literatuurhistoricus, orator en vanaf 1953 hoogleraar in de Nederlandse en algemene letterkunde aan de KUN. Van Duinkerken was een polemisch criticus, zoals blijkt uit confrontaties met verschillende collega’s, onder wie de ‘ketters’ Menno ter Braak en E. du Perron en de ‘moralist’ J. Creyghton SJ. Dit proefschrift gaat over zijn Amsterdamse periode tussen 1927 en 1952, toen hij literatuurcriticus was bij het katholieke dagblad De Tijd. Hoe vindt hij dat een criticus moet recenseren en hoe recenseert hij zelf? Deze vragen naar zijn ideaal en praktijk van de literatuurkritiek staan centraal. De antwoorden worden gezocht in zijn besprekingen van Nederlandse literatuur van tijdgenoten, maar ook zijn talrijke artikelen over onder meer Franse, Duitse en Engelse letterkunde en zijn beschouwingen over cultuurhistorische en godsdienstige onderwerpen komen aan de orde. De belangrijkste bijlage is de omvangrijke bibliografie van zijn artikelen in De Tijd. Deze biedt rijk bronnenmateriaal voor iedereen die benieuwd is naar Van Duinkerkens mening over letterkundige, cultuurhistorische en godsdienstige publicaties.
Van het proefschrift verschijnt een handelseditie bij de Valkhofpers te Nijmegen.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 10 Dec 1999 18:01:20 +0200
From: "J.M. Kristel" <ivnnl@wxs.nl>
Subject: Vac: 9912.14: Vacature voor een lector Nederlands aan de universiteit te Zagreb (deadline: di 15 februari 2000)
================
Vacature Zagreb
Herhaalde oproep
================
Per 1 maart 2000 (of per 1 september 2000) ontstaat er aan de filosofische faculteit, afdeling Germanistiek van de universiteit te Zagreb (Kroatie) een vacature voor een
lector Nederlands M/V
Het lectoraatsvak is in maart 1998 geintroduceerd. De hoofdtaak van de docent bestaat uit het geven van een cursus Nederlandse taalvaardigheid (12 lesuren per week). Daarnaast staat er in het wintersemester kennis van land en volk op het programma en voor het zomersemester een algemene introductie in de Nederlandse literatuur (2 lesuren per week). De kandidaat zal zelf moeten werken aan de verdere opzet van het studievak Nederlands; op termijn zal Nederlands namelijk als studierichting op bijvakniveau worden aangeboden.
Wij vragen:
- een neerlandicus of afgestudeerde letterenstudent met specialisatie Nederlands als vreemde/tweede taal; ervaring met NVT/NT2 strekt tot aanbeveling;
- goede kennis van Duits;
- goede organisatorische capaciteiten.
Arbeidsvoorwaarden:
De docent komt in dienst van de universiteit en ontvangt van deze instelling een vast salaris (NLG 700) en een vergoeding voor huisvesting (NLG 300). Voor financiele ondersteuning van Nederlands/Vlaamse zijde dient de kandidaat zelf contact op te nemen met de Nederlandse Taalunie.
Inlichtingen en sollicitatie:
Graag zien we uw sollicitatiebrief en CV in het Nederlands en in het Duits tegemoet voor 15 februari 2000.
Onder vermelding van “Docentschap Nederlands Zagreb” richt u uw sollicitatie aan:
Drs. M.A.E. van ’t Wout, Sveuciliste u Zagrebu, Filosofski Fakultet, Odsjek za germanistiku, Ulica Ivana Lucica 3, 10.000 Zagreb, Kroatie.
Voor inlichtingen kunt u contact opnemen met:
Drs. M.A.E. van ’t Wout
tel. universiteit: +385-1-6120050
tel/fax prive: +385-1-3779193
Medegedeeld door:
IVN, Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Raadhuisstraat 1,
2481 BE Woubrugge
tel.: +31-(0)172-518243
fax: +31-(0)172-519441
e-mail: ivnnl@wxs.nl
website: http://www.wxs.nl/~ivnnl/
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 21 Dec 1999 11:40:00 +0100
From: Anne-Laure Van Bruaene <AnneLaure.VanBruaene@rug.ac.be>
Subject: Med: 9912.15: Oprichting Netwerk Rederijkers
===================
Netwerk Rederijkers
===================
In het kader van het VNC-project ‘Rederijkers: conformisten en rebellen. Literatuur, cultuur en stedelijke netwerken (1400-1650)’ (Universiteit Gent – Vrije Universiteit Amsterdam) wordt een ‘Netwerk Rederijkers’ opgericht. Door middel van een gesloten discussielijst per e-mail willen we een forum bieden voor onderzoekers die zich interesseren voor de rederijkersstudie (sociaal-historisch, literair-historisch, kunsthistorisch, etc.) of studie van aanverwante literaire corporaties (puys, academies, Singschulen, Sprachgesellschaften etc.). Geinteresseerden kunnen e-mailadres en onderzoeksthema’s opgeven aan Anne-Laure Van Bruaene, Vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis, Universiteit Gent, Blandijnberg 2, B-9000 Gent, +32-(0)9-2643995, annelaure.vanbruaene@rug.ac.be
Anne-Laure Van Bruaene
Vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis
Universiteit Gent
Blandijnberg 2
9000 Gent
BELGIUM
tel +32-(0)9-2643995
fax +32-(0)9-2644182
annelaure.vanbruaene@rug.ac.be
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 14 Dec 1999 09:56:09 +0100
From: "Gea Schelhaas" <gea.schelhaas@konbib.nl>
Subject: Med: 9912.16: KB Den Haag verwerft unieke verzameling vriendenboeken; tentoonstelling t/m za 15 januari 2000
==================================================================
Koninklijke Bibliotheek verwerft unieke verzameling vriendenboeken
==================================================================
De Koninklijke Bibliotheek is er in geslaagd een unieke collectie vriendenboeken of alba amicorum uit het einde van de 16de en begin van de 17de eeuw te verwerven uit het bezit van de vooraanstaande Friese familie Van Harinxma thoe Slooten. Het is nog nooit eerder voorgekomen dat een dergelijke verzameling vriendenboeken aangelegd door leden van ‘e’en adellijk geslacht op de markt kwam. De uiterst luxueus uitgevoerde alba amicorum bevatten een grote schat aan prachtige wapenschilderingen, fraaie illustraties ontleend aan de bijbel en de klassieke mythologie, en talrijke bijdragen van geleerden van naam en faam.
De Koninklijke Bibliotheek bezit ruim 450 alba amicorum en poeziealbums uit de 16de tot en met de 20ste eeuw en heeft daarmee de grootste collectie in Nederland. Alba amicorum zijn boekjes waarin de eigenaar inscripties verzamelde van mensen aan wie hij een herinnering wilde bewaren. Vanaf hun ontstaan zijn alba altijd nauw verweven geweest met het universitaire milieu. Studenten beperkten zich niet tot ‘e’en universiteit maar trokken voor hun vorming langs een aantal Europese universiteiten en verzamelden daar bijdragen van hoogleraren en medestudenten. In de collectie-Van Harinxma wordt dit aspect op een heel bijzondere manier gedocumenteerd door de alba van de broers Juw, Homme en Pieter van Harinxma, die rond 1630 gezamenlijk Frankrijk doorreisden na hun eerste vorming aan de universiteiten van Franeker en Leiden.
Alba amicorum waren niet exclusief voorbehouden aan mannen, ook vrouwen beoefenden het genre naar hartelust. Het aantal alba van vrouwen is echter aanzienlijk geringer en het is dan ook heel bijzonder dat de collectie-Van Harinxma niet minder dan vier van dit soort alba telt. Het allermooiste hiervan is het album van Juliana Roussel, dat bekleed is met een unieke zwart brokaten band en geheel uit perkament bestaat, waarop een keur aan Friese jongedames hun wapenschildering – vaak begeleid door afbeeldingen van bloemen die bepaalde deugden symboliseren – heeft laten aanbrengen. Curieus is ook het album van Geertruydt van Engelsteedt, waarin meerdere mannen haar op papier het hof maken en waarbij haar uiteindelijke echtgenoot, Frans van Donia, zijn overwinning als het ware symboliseert door een schitterende gouache van een zegevierende legeraanvoerder in een veldslag.
Het bestaan van de collectie was al bekend door een publicatie uit 1857 in het tijdschrift De Vrije Fries, maar sinds een expositie in 1915 waren de elf boekjes niet meer in het openbaar gesignaleerd. Dat ze echter niet vergeten in een kast lagen blijkt uit het feit dat in de eerste helft van de 20ste eeuw het album van Homme van Harinxma sr. door de toenmalige eigenaar, de commissaris der koningin van Friesland P.A.V. van Harinxma thoe Slooten, bij herhaling ter signering werd voorgelegd aan leden van het Koninklijk Huis wanneer zij in Friesland op werkbezoek waren.
De aankoop kwam tot stand door bemiddeling van Kunsthandel Th. Laurentius te Voorschoten en vergde een bedrag van NLG 700.000,-. Deze duurste acquisitie ooit door de KB gedaan ging het reguliere aankoopbudget ver te boven en was slechts mogelijk dankzij de ruimhartige steun van de volgende culturele fondsen: Stichting VSB Fonds Den Haag en Omstreken, Prins Bernhard Fonds, M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting, Prof Mr. Herman de la Fontaine Verwey Stichting, Jaff’e-Pierson Stichting, Stichting Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds en de Vereniging Vrienden der Koninklijke Bibliotheek.
De alba amicorum zijn nog te bezichtigen tot en met 15 januari 2000 van maandag tot en met vrijdag van 9-17 uur en op zaterdag van 9-13 uur.
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 22 Dec 1999 16:00:15 +0100
From: Anne-Laure Van Bruaene <AnneLaure.VanBruaene@rug.ac.be>
Subject: Sym: 9912.17: Aankondiging workshop 'De allegorie als expressiemiddel in de literatuur, theologie en beeldende kunsten' op vr 11 februari 2000 te Leuven (incl. inschrijvingsformulier)
================================
De allegorie als expressiemiddel
================================
*-------------------------------------------------------*
| Workshop Vlaamse Werkgroep Medievistiek |
| |
| 'De allegorie als expressiemiddel in de literatuur, |
| theologie en beeldende kunsten' |
| |
| Leuven, 11 februari 2000 |
*-------------------------------------------------------*
Op vrijdag 11 februari 2000 organiseert de Vlaamse Werkgroep Medievistiek een workshop rond verschillende aspecten van de middeleeuwse allegorie. De workshop gaat door aan de KULeuven, Erasmushuis, 8ste verdieping, Blijde Inkomststraat 21, 3000 Leuven, en vangt aan om 10h15. Mogen wij vragen om via bijgevoegd formulier of via e-mail in te schrijven bij het secretariaat van de Vlaamse Werkgroep Medievistiek en dit tegen 1 februari e.k.
Programma:
10.15 – Delphine Piraprez (Katholieke Universiteit Leuven)
‘The Fruyt and the Chaf’: allegorizering in Chaucers ‘Canterbury Tales’
– Virginie Minet (Universit’e Catholique de Louvain)
Les X sens de l”ecriture: l’all’egorie dans la po’esie en moyen francais, de l”etablissement philologique du texte aux lectures symboliques
12.30 Vrije lunch
14.00 – Anko Ypenga (Rijksuniversiteit Groningen)
Allegorie van de liturgie en de bijbelhermeneutiek
– Wybren Scheepsma (Universiteit Leiden)
De geestelijke wijnkelder. Allegorie in de ‘Limburgse sermoenen’
– Henk Smit (Vrije Universiteit Amsterdam)
De allegorie van het ‘Pleidooi van de Vier Dochters van God’ in de middeleeuwse literatuur: een verkenning
Voorzitter: Prof. dr. Guido Latr’e (Katholieke Universiteit Leuven)
Referent: Prof. dr. Paul Wackers (Katholieke Universiteit Nijmegen)
Expert: Dr. Susie Sutch (Berkeley University, Fullbright fellow verbonden aan de Universiteit Gent)
–Inschrijvingsformulier———————————————–
Naam:
Instelling:
Adres:
zal deelnemen aan de Workshop op vrijdag 11 februari 2000 aan de KULeuven
handtekening
Opsturen naar: Secretariaat Vlaamse Werkgroep Medievistiek, Myriam Carlier / Anne-Laure Van Bruaene, Vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis, Blandijnberg 2, B-9000 Gent, e-mail: myriam.carlier@rug.ac.be of annelaure.vanbruaene@rug.ac.be
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 21 Dec 1999 11:57:49 +0200
From: Marc van Oostendorp <Marc.van.Oostendorp@Meertens.knaw.nl>
Subject: Rec: 9912.18: 'Chomsky uitleggen'; recensie door Marc van Oostendorp van drie boeken (van James McGilvray, Neil Smith en Juan Uriagereka) over het werk van Noam Chomsky
=================
Chomsky uitleggen
=================
Recensie door Marc van Oostendorp van:
James McGilvray. ‘Chomsky. Language, Mind and Politics.’ Cambridge (UK): Polity Press, 1999. ISBN 0-7456-1887-1
Neil Smith. ‘Chomsky. Ideas and Ideals.’ Cambridge (UK): Cambridge University Press, 1999. ISBN 0-521-47517-1 (hardback), 0-521-47570-8 (paperback)
Juan Uriagereka. ‘Rhyme and Reason. An Introduction to Minimalist Syntax.’ Cambridge (Mass.), 1998. ISBN 0-262-21014-2.
Ik weet niet of het toeval is, maar in de loop van dit jaar zijn er drie mooie boeken verschenen die het werk van Noam Chomsky uitleggen voor een publiek van niet-specialisten.
In sommige opzichten lijken die boeken op elkaar, bijvoorbeeld als het gaat om het voorwoord. ‘My greatest intellectual debt […]’, schrijft de Canadese filosoof James McGilvray, ‘is to Noam Chomsky. He read and critically commented on a draft of this book, and over the last few years has generously corresponded with me and set aside time to discuss a wide range of philosophical and linguistic issues.’ De Britse taalkundige Neil Smith schrijft: ‘My greatest debt, both intellectual and personal, is to Noam Chomsky. […] [H]e has made time over the years to talk and correspond with me […]. Most recently, when I sent him the pre-final version of the manuscript, he replied with some sixty pages of comments and suggestions.’ En de Baskisch-Amerikaanse syntacticus Juan Uriagereka zegt: ‘The most detailed comments on this book were provided by Noam Chomsky; his generous advice and support simply cannot be adequately recognized.’
Chomsky heeft er zijn handen vol aan gehad, denkt de lezer argeloos als hij drie voorwoorden achter elkaar leest – tot hij beseft dat Chomsky zelf in de tussentijd ook nog twee boeken over politiek geschreven heeft en werkte aan een taalkundige studie. Bovendien blijven er ook genoeg verschillen tussen deze drie boeken.
Zo hebben ze alle drie een duidelijk andere invalshoek en een andere doelgroep. McGilvray richt zich vooral op lezers met een filosofische belangstelling, een doelgroep die volgens hem tot nu toe slecht bediend was. Hij probeert een soort algemeen-Chomskyaans wereldbeeld te reconstrueren uit het taalkundig en het politieke werk en dit wereldbeeld vervolgens in een aantal filosofische tradities te plaatsen. De technische details van de taalkundige analyse interesseren McGilvray duidelijk minder. Hij geeft alleen een heel algemene en ruwe schets van het minimalisme, de nieuwe theorie die Chomsky in de jaren negentig ontwikkeld heeft. Concrete analyses van echte zinnen komen daarbij zelfs nauwelijks aan de orde, zodat de niet-taalkundige lezer zich volgens mij na lezing van ‘Language, Mind and Politics’ nauwelijks kan voorstellen waartoe het allemaal nu eigenlijk dient. McGilvray zegt wel de hele tijd dat Chomsky van de taalkunde een echte harde natuurwetenschap (‘science’) heeft gemaakt, die wiskundig is en met mathematische precisie. Maar als die harde wetenschap alleen lijkt op te leveren dat je de woorden ‘Wanda, watch, the’ en ‘river’ aaneen kunt rijgen tot de zin ‘Wanda watch the river’ (die op deze manier nog niet eens grammaticaal is), begint een beetje geinteresseerde lezer zich toch al snel achter de oren te krabben.
Zo’n lezer kan beter beginnen aan ‘Rhyme and Reason’ van Uriagereka, een kolossaal boek dat het minimalisme uitlegt aan de ontwikkelde lezer met een redelijke achtergrond in de moderne wetenschap (laten we zeggen, de gemiddelde lezer van ‘Scientific American’). Ook dit boek bevat wat passages waarin luid wordt getrompetterd over het natuurwetenschappelijke karakter van de methodologie van de generatieve grammatica, maar wie zich daar doorheen gewerkt heeft, krijgt vervolgens wel degelijk allerlei interessante analyses te lezen van taalkundige verschijnselen waarover hij nooit eerder had nagedacht – dat je wel ’there is a child crying’ kunt zeggen, maar niet ’there is the child crying.’ Wie dit boek helemaal heeft doorgenomen heeft geloof ik een aardig inzicht in het minimalisme (in ieder geval in de versie van 1995, met wat eigen uitbreidingen van Uriagereka zelf). Aan de andere kant is ‘Rhyme and Reason’ niet echt een inleiding in de denkwereld van Chomsky. Het behandelt alleen zijn syntaxis, en ten dele de wetenschapsopvatting, maar doet zelfs dat zonder directe verwijzing naar zijn persoon. Het boek is geschreven als een socratische dialoog tussen een figuur die de Ander genoemd wordt en waarschijnlijk een soort natuurkundige is, en een figuur die de Taalkundige genoemd wordt, die langs de oever van de Charles-rivier wandelt, de rivier waaraan het Massachusetts Institute of Technology ligt, waar Chomsky al zo ongeveer zijn hele leven werkt. Maar de politieke en andere gedachten van Chomsky komen op deze manier natuurlijk niet aan de orde; dat is zelfs niet de bedoeling van dit boek.
Wie een algemene inleiding in al Chomsky’s werk wil lezen, kan het best beginnen aan ‘Ideas and Ideals.’ Smith heeft bijna hetzelfde doel gehad als McGilvray, maar hij heeft het wat minder uitgebreid over de algemene filosofische principes en gaat in stede daarvan veel uitgebreider in op de taalkunde; hij geeft natuurlijk niet zo’n compleet overzicht als Uriagereka, maar in ieder geval wel een paar interessante inkijkjes in wat de generatief taalkundige interesseert. Een aardig detail is overigens dat McGilvray een aanbeveling op de kaft van ‘Ideas and Ideals ‘heeft geschreven: ‘Neil Smith’s book is a sympathetically personal and academically astute introduction to important themes in Chomsky’s linguistic and political work.’ Dat is nog een adequate karakterisering ook. Van alle drie de boeken is Smith het persoonlijkst, maar dan wel zonder dat dit opdringerig is, of de objectiviteit schaadt. Integendeel, waar je vooral bij McGilvray weleens het gevoel krijgt dat hij zich wel heel erg tot spreekbuis van zijn onderwerp heeft gemaakt, houdt Smith op deze manier enige afstand. Smith haalt er ook (net als Uriagereka) expliciet zijn eigen werk of dat van zijn collega’s in Londen bij.
Prettig is dat alle drie de boeken redelijk tot zeer goed geschreven zijn. McGilvray is het vlakst en het abstractst, maar dat komt natuurlijk vooral ook doordat hij met name over de filosofische aspecten schrijft. Soms glibbert hij in ieder geval een beetje weg over zijn eigen geleerdheid. Hij schrijft dan bijvoorbeeld: ’the child typically begins to produce grammatically correct (‘well-formed’ is problematic, because philospohers give it an inappropriate use; ‘non-crashing’ is best) expressions immediately’. Die zin is lelijk, en wat er nu fout is aan de manier waarop filosofen het woord ‘welgevormd’ gebruiken, wordt mij niet duidelijk. Zoals het iemand die het minimalisme alleen kent uit dit boek niet duidelijk zal worden wat er nu zo geweldig goed is aan het weinig fraaie, en buiten het jargon onbegrijpelijke, woord ‘niet-crashend’. Meestal onthoudt McGilvray zich echter van dit soort tussendoortjes en geeft hij heldere uitleg. De ‘uomo universale’ Uriagereka is het merkwaardigst. Zijn 669 bladzijden dikke boek maakt een exuberante indruk. Niet alleen is het geschreven als een socratische dialoog tussen twee fictieve personages, bovendien wordt het boek geillustreerd met cartoons, foto’s, wiskundige figuren, enzovoort. Als motto is gekozen voor een oud Galicisch raadsel. Dat min of meer artistieke aspect spreekt deze recensent wat minder aan; de titel, ‘Rhyme and Reason’, klinkt bijvoorbeeld wel erg mooi voor een inleiding in de taalkunde, maar ‘rhyme’ noch ‘reason’ worden echt behandeld en uiteindelijk is die titel dan ook niet erg van toepassing. Zoals ik ook de min of meer fictionele aspecten van de dialogen niet altijd even interessant vond:
”Wait!’
‘What?!’ the Other was able to say.
‘You haven’t told me who you are!’
Then there was silence. […] But it was getting late and cold – and he could feel it.So he just chose an optimal path to walk on, by the dark river.”
Dat optimale pad is een woordgrapje – in de zojuist uitgelegde theorie wordt verkondigd dat woorden in de afleiding van een zin verplaatst kunnen worden volgens zulke paden – maar de relevantie van de mededelingen over het weer voor het gebodene is bijna even gering als hun esthethische aantrekkingskracht.
De beste schrijver van de drie is Neil Smith, zoals iedereen natuurlijk al wist die zijn eerdere boeken gelezen heeft, of zijn column in ‘Glot International’. Smith kan dingen schrijven als: ‘The eminent philosopher Dagfinn F/ollesdal reports that ‘my parents taught me the semantics of ‘it is raining’ by rewarding me for saying ‘it is raining’ when, in their opinion, it was raining.’ Most people’s childhood is rather different’. Allebei die zinnen zijn zo onweerstaanbaar grappig dat je alleen al daarom dit boek op ieders nachtkastje zou willen leggen. McGilvray geeft een veel diepzinniger filosofische verhandeling, en Uriagereka leidt goed in tot het minimalisme, maar wie op een begrijpelijke manier kennis wil nemen met Chomsky’s gedachtewereld, zowel op taalkundig als op politiek terrein, en over het mogelijk verband daartussen, kan zich het best wenden tot ‘Ideas and Ideals.’
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 27 Dec 1999 15:06:58 +0100
From: P. C. Paardekooper via <rpkooper@stad.dsl.nl>
Subject: Lit: 9912.19: Tussen Oud en Nieuw: Paardekoopers 'Beknopte Beknopte' en de derde druk van zijn 'ABN-uitspraakgids'
===================
Tussen Oud en Nieuw
===================
Tussen Oud en Nieuw zwerven onze gedachtes naar de slokop Oud die alle Nieuw verslindt en verteert en laat vergaan, ook nieuwe boeken. M’n oude ‘Beknopte ABN-syntaksis’ was als zevende druk nieuw in 1986, en m’n oude ‘Beknopte Beknopte’ was het toen als eerste druk. Die was bedoeld als aperitief voor het grote boek, maar bevatte toch een eigen aroma: de nieuwe onderscheiding van ‘rij’ en ‘paradigma’. Ik heb gemerkt dat zelfs eminente syntaktici het bestaan van dat boekje niet kennen.
Eveneens bij velen onbekend is de derde druk van de ‘ABN-uitspraakgids’ die in grove transkriptie de uitspraak geeft van de frekwentste ABN-woorden, maar geen tussentaal en dialektwoorden (242 blz.; ISBN 90-75-56678-6).
De twee eerste boeken zijn uitgegeven in eigen beheer en kosten resp. NLG 110 en NLG 37 (port inbegrepen), bij vooruitbetalen op de Nederlandse giro 1104606 van ondergetekende (Nieuwstraat 21, B 8500 Kortrijk). Het laatste boek kost NLG 25, en is gewoon in de boekhandel te krijgen (Uitgeverij Sdu-Standaard).
P. C. Paardekooper
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 20 Dec 1999 21:46:03 +0100
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Lit: 9912.20: Pas verschenen: A. Roland Holst. Tusschen vuur en maan (Dodewaard 1999)
==============
Pas verschenen
==============
A. Roland Holst. Tusschen vuur en maan. Dodewaard: Atelier De Distelkamp, 1999. 60 blz.
In 1919 en 1920 schreef A. Roland Holst de twee verhalen ‘Het lied buiten de wereld’ en ‘Achtergelaten’. In 1932 verscheen bij Halcyon Pers ‘Tusschen vuur en maan’, waarin beide verhalen gebundeld zijn. Met toestemming van de Stichting A. Roland Holst Fonds te Bergen verzorgt Atelier De Distelkamp bv, handboekbind- en marmeratelier Lia & Geert van Daal, een uitgave van deze bundel in boekdruk met vijf speciaal hiervoor vervaardigde houtsneden van Huub van der Weele uit Ouderkerk aan de Amstel.
De oplage bedraagt 55 genummerde exemplaren, waarvan de nummers 1-16 gebonden zijn in half leder. De overige nummers zijn in linnen gebonden. Alle exemplaren zijn voorzien van door Lia van Daal met de hand vervaardigde schutbladen. Het loodzetsel werd vervaardigd op Intertype met het lettertype Palatino; het werd afgedrukt op 170 grs Bioset van Grafisch Papier te Andelst. Het formaat van de 60 pagina’s tellende uitgave is 180 x 257 mm. De gehele productie was in handen van Atelier De Distelkamp.
De prijs voor de in linnen gebonden exemplaren bedraagt NLG 185,00; voor die in half leder NLG 225,00. Bestellingen kan men richten aan het genoemde Atelier, Welysestraat 19c, 6669 DG Dodewaard, +31-(0)488-413111, fax 412713.
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 24 Dec 1999 17:04:33 +0200
From: Marc van Oostendorp <Marc.van.Oostendorp@Meertens.KNAW.nl>
Subject: Col: 9912.21: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 33: Millenniumprijsvraag 1999: Wandelen van Oud naar Nieuw
======================================================
NederNed, no. 33:
Millenniumprijsvraag 1999: Wandelen van Oud naar Nieuw
======================================================
Een traditie moet van tijd tot tijd veranderen. Toen het instituut van de Grote Neder-L Kerstprijsvraag enkele jaren geleden werd ingesteld, besloot de jury deze prijsvraag de vorm te geven van twaalf vragen over de Nederlandse taal en literatuur, waarop de deelnemers een antwoord moesten vinden met gebruikmaking van het Internet.
De kerstprijsvraag van 1998 leverde in drie opzichten een groot schandaal op. In de eerste plaats deden er slechts twee personen mee, in de tweede plaats wonnen allebei deze personen de hoofdprijs, in de derde plaats hebben allebei de winnaars door een administratieve vergissing hun hoofdprijs nooit ontvangen.
Zo kon het niet langer, besloot daarom onlangs de het bestuur van de stichting. De vorige jury werd van haar taken ontheven, er werd een nieuwe jury geformeerd die de moeilijke taak kreeg een nieuwe formule te bedenken “die ook de jongeren in het studiehuis zou aanspreken” en de inderhaast samengestelde nieuwe jury verbond zich ertoe om de hoofdprijs van dit jaar in ieder geval ook uit te reiken aan de deelnemers van het vorige jaar, en dat op zo kort mogelijke termijn.
De Grote Neder-L Millenniumprijsvraag heeft niet langer de vorm van een oubollige kwis. De tijd dat je al een wizzkid moest zijn om iets op het Internet te kunnen vinden is voorgoed voorbij. Bovendien vindt de jury het nodig om ook de creatieve gaven van de deelnemers dit jaar aan te spreken. Een laatste voorwaarde was dat ook in Neder-L nu eindelijk eens aandacht moest worden besteed aan de hoe dan ook met rasse schreden naderende millenniumwisseling, al was het maar in de vorm van een verwijzing naar de rijke historie.
Het geheel nieuwe opgaveconcept luidt: maak een virtuele wandeling over het Internet van ‘oud’ naar ‘nieuw’. ‘Oud’ staat in dit verband voor een digitale editie van het fragment ‘hebben olla uogala nestas hagunnan hinase hic anda thu uuat unbidan uue nu’, dat u ergens op Internet kunt vinden en dat we voor het gemak zullen beschouwen als de eerste Nederlandstalige tekst. ‘Nieuw’ staat voor het laatste artikel uit Neder-L van dit jaar (uitgezonderd het tijdschriftenoverzicht), dat wil zeggen de column van Willem Kuiper, die het einde van het millennium behandelt. De wandeling moet een manier zijn om van het ene document naar het andere te komen door alleen maar hyperlinks te volgen; iemand die op het begindocument begint en vervolgens alleen zijn muis gebruikt, moet de wandeling kunnen volgen om uiteindeijk op het einddocument uit te komen.
Onderweg moeten in chronologische volgorde minstens vijf hoogtepunten uit de Nederlandse taal- of literatuurgeschiedenis worden aangedaan. Deze hoogtepunten moeten gepresenteerd zijn op websites die (a) al bestaan op het moment dat deze wedstrijd gepubliceerd wordt, (b) elk op een andere servercomputer staan (u mag dus bijvoorbeeld hooguit een van de pagina’s van de Koninklijke Bibliotheek als hoogtepunt aanmerken). Waarschijnlijk hebt u telkens enkele tussenliggende stappen nodig om van het ene hoogtepunt naar het andere te komen. Deze mogen zo nodig wel van dezelfde servercomputer komen (u mag net zoveel pagina’s van de Koninklijke Bibliotheek in uw wandeling betrekken als u nuttig lijkt, maar er mag slechts ‘e’en hoogtepunt zijn.)
Er zijn waarschijnlijk oneindig veel van dergelijke wandelingen te bedenken. De jury zal bij de beoordeling van de inzendingen onder meer letten op kortheid van de wandeling, originaliteit, de interessantheid van de hoogtepunten en van de wandeling als geheel en breedheid van de onderwerpkeuze. De inzending bestaat uit een lijst van alle Internet-adressen die onderweg worden aangedaan, met een markering van welke vijf adressen als ‘hoogtepunt’ worden aangemerkt.
De hoofdprijs bestaat uit naar keuze het boek Computers en taal van Marc van Oostendorp (Sdu/De Standaard, 1999) of de Onze Taal Taalkalender (Sdu/De Standaard, 1999). Zoals gezegd zal een van deze boeken ook gaan naar de winnaars van 1998 (meld u!). Als zij dit jaar weer winnen, krijgen zij allebei de boeken. De inzendingen moeten voor 29 januari 2000 08:30:00 (Middeneuropese tijd, volgens de computers van het Meertens Instituut) via e-mail ontvangen zijn op het adres Marc.van.Oostendorp@Meertens.knaw.nl. Zoals elk jaar wordt elke manier om de jury goedgunstig te stemmen in de overweging betrokken.
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 20 Dec 1999 21:46:03 +0100
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Lit: 9912.22: Pas verschenen: G.G. Trimpe Burger-Mekking. Lijst van artikelen in Archief 1969-1998 (Middelburg 1999)
==============
Pas verschenen
==============
G.G. Trimpe Burger-Mekking. Lijst van artikelen verschenen in Archief, uitgegeven door het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen in de jaren 1969-1998. [Middelburg 1999]. 40 blz.; ISBN 90-70534-28-2.
De lijst van mevrouw Trimpe Burger is een aanvulling op het in 1969 verschenen overzicht van mevrouw C. Kannegieter over de periode 1769-1968. Alle artikelen uit de jaarboeken vanaf 1969 tot en met 1998 worden eerst in chronologische volgorde opgesomd, waarna een systematische ordening volgt op thema (waaronder ook taal- en letterkunde) en geografie (Zeeland algemeen, regionaal en lokaal). Daarna volgen alfabetische lijsten op auteur, personen en aardrijkskundige namen.
Geinteresseerden kunnen zich wenden tot het Secretariaat van het Genootschap, p/a Zeeuwse Bibliotheek, Kousteensedijk 7, 4331 JE Middelburg, +31-(0)118-654347.
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 23 Dec 1999 16:18:36 +0100
From: Francoise Kraaijenzank <francoisek@aup.uva.nl>
Subject: Lit: 9912.23: R. Schenkeveld-van der Dussen en A. de Jeu (red.). Gedichten van Anna Roemersdochter Visscher. Amazone-reeks, no. 1. (A'dam 1999)
=============
Amazone-reeks
=============
Riet Schenkeveld-van der Dussen en Annelies de Jeu (red.). Gedichten van Anna Roemersdochter Visscher. Amazone-reeks, no. 1. Ingenaaid; 143 pagina’s; november 1999; NLG 29,50; geillustreerd; ISBN 90-5356-413-6.
Dit boek is het eerste deel in de nieuwe Amazone-reeks. Als vervolg op het veelgeprezen ‘Met en zonder lauwerkrans’ (1997) is een reeks opgezet waarin aan belangrijke schrijfsters uit het verleden, uit Nederland en Vlaanderen, meer plaats en aandacht gegeven kan worden dan in dat verzamelwerk mogelijk was. De redactie is dezelfde: Riet Schenkeveld-van der Dussen, Karel Porteman, Lia van Gemert en Piet Couttenier. De naam van de serie herinnert uiteraard aan de amazonen, legendarische strijdbare vrouwen uit de klassieke oudheid.
Anna en Maria Tesselschade Roemers Visscher zijn als dichteressen niet weg te denken uit de Nederlandse cultuurgeschiedenis van de zeventiende eeuw. Het werk van Maria Tesselschade is inmiddels in de laatste jaren bekend gemaakt, daarom behoort ook Anna aan het moderne lezerspubliek voorgesteld te worden.
De Amazone-reeks opent met een uitgebreide bloemlezing uit de gedichten van Anna Roemersdochter Visscher (1583-1651), een van de bekendste vrouwen uit de zeventiende eeuw. Ze is de literatuurgeschiedenis ingegaan als de ‘wijze’ Anna, maar deze bloemlezing laat zien dat ze behalve wijs ook geestig en kritisch was. De omvangrijke inleiding toont haar als een groot netwerkster die via brieven en gedichten contacten onderhield met allerlei grootheden uit haar tijd, zoals Hooft, Hugo de Groot, Huygens en Rubens. Ook wordt de eigen aard van de poezie belicht. Het boek is voorzien van illustraties, waaronder embleemprenten van een door Anna gegraveerde roemer.
Amsterdam University Press
Prinsengracht 747-751
1017 JX Amsterdam
Tel: +31-(0)20-4200050 / 6250928
Fax: +31-(0)20-4203214
e-mail francoisek@aup.uva.nl
http://www.aup.nl/
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 23 Dec 1999 16:18:36 +0100
From: Francoise Kraaijenzank <francoisek@aup.uva.nl> Subject: Lit: 9912.24: Thijs Pollmann. De letteren als wetenschappen. (A'dam 1999)
=============================
De letteren als wetenschappen
=============================
Thijs Pollmann. De letteren als wetenschappen. Ingenaaid; 208 pagina’s; NLG 39,50 / BEF 725; ISBN 90-5356-3938
“De Letteren? Daar stort geen brug van in,” vond een Amsterdamse taalkundehoogleraar in de jaren vijftig. Vier decennia later laat Thijs Pollmann in ‘De letteren als wetenschappen’ zien hoe de geschiedenis, de taalkunde, de letterkunde en de kunstendisciplines desondanks deugdelijk zijn. Met begrippen uit de filosofie van de wetenschappen wordt het waarheidsstreven en de groei van kennis in deze vakken geanalyseerd. Coherentie blijkt een sleutelwoord te zijn. Niettegenstaande de chaotische, en soms tegendraadse, discussie in de gespecialiseerde tijdschriften en de algemene pers over de grondslagen van de geesteswetenschappen worden heldere lijnen getrokken, gebaseerd op voorbeelden van onderzoek. Pollmann besteedt veel aandacht aan hoe kennis in taal wordt omgezet en aan de consequenties van deze vertaling.
In een inleidend hoofdstuk wordt het renaissance-humanisme geschetst als bron van de letteren als discipline, en wordt een aantal factoren beschreven die de letteren hebben gemaakt tot wat ze nu zijn. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan de maatschappelijke waarde van de moderne vakbeoefening in deze disciplines.
De letteren als wetenschappen is als inleiding in de theorie van de wetenschappen, geillustreerd aan onderwerpen uit de geesteswetenschappen, onmisbaar voor studenten in de letteren en vakgenoten.
Thijs Pollmann is sinds 1985 coordinator van de opleiding Algemene Letteren aan de Universiteit Utrecht en sinds 1989 hoogleraar in de linguistiek, met speciale aandacht voor de rol van de taal in de humaniora. Hij is (mede)auteur van ‘Over zinnen gesproken’ (1977), ‘Een inleiding in de taalkunde’ (1982) en ‘De letteren en het werk’ (1989).
Amsterdam University Press
Prinsengracht 747-751
1017 JX Amsterdam
Tel: +31-(0)20-4200050 / 6250928
Fax: +31-(0)20-4203214
e-mail francoisek@aup.uva.nl
http://www.aup.nl/
(14)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 23 Dec 1999 16:18:36 +0100
From: Francoise Kraaijenzank <francoisek@aup.uva.nl>
Subject: Lit: 9912.25: Twee bundels verschenen bij afscheid van prof. dr. Willem van de Berg: 'Een bedachtzame beeldenstorm' en 'De as van de Romantiek' (A'dam 1999)
=======================================================
Twee bundels bij afscheid prof. dr. Willem van den Berg
=======================================================
Op 12 november jl. nam prof. dr. Willem van den Berg afscheid als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde van de Universiteit van Amsterdam. Ter ere van zijn afscheid is een tweetal bundels gepubliceerd: ‘Een bedachtzame beeldenstorm’ en ‘De as van de Romantiek’.
Een bedachtzame beeldenstorm
Een bedachtzame beeldenstorm. Beschouwingen over de letterkunde van de achttiende en negentiende eeuw. (Een selectie artikelen van Willem van den Berg.) Onder redactie van Klaus Beekman, Marita Mathijsen en George Vis. November 1999; NLG 55,-; geillustreerd; paperback; ISBN 90-5356-380-6
Willem van den Berg staat bekend als specialist op het terrein van de literatuur in de achttiende en negentiende eeuw. Zijn afscheid leek een goede gelegenheid om enige van zijn spraakmakende artikelen te bundelen. Deze artikelen hebben, dankzij Van den Bergs ongenadig kritische pen, allemaal iets van een persoonlijke beeldenstorm. Ook laten de artikelen duidelijk de verschuivingen zien die er de afgelopen decennia zijn geweest in het onderzoek van historisch letterkundigen. Onderzoekers zijn andere vragen gaan stellen, nieuwe onderzoeksmethoden gaan gebruiken en men is zich op andere facetten van de cultuur in de negentiende eeuw gaan richten.
De as van de Romantiek
De as van de romantiek. Opstellen aangeboden bij het afscheid van Willem van den Berg. Redactie: K.D. Beekman, M.T.C. Mathijsen-Verkooijen, G.F.H. Raat. November 1999; NLG 59,90; geillustreerd; paperback; ISBN 90-5629-077-0
Dit Liber Amoricum werd in het geheim gemaakt en als verrassing aan Van de Berg aangeboden op 12 november. De auteurs, allen (oud-)promovendi en medewerkers Moderne en Historische Letterkunde van de Afdeling Nederlands van de Universiteit van Amsterdam, onderzoeken de grenzen van de Romantische periode in de literatuur. Vele schrijvers en verschijnselen uit heden en verleden zijn romantisch genoemd zonder dat ze iets met de periode van de Romantiek te maken hadden. Zo vormt deze bundel een voortzetting van het eigen onderzoek van Willem van den Berg naar de term ‘Romantiek’.
Amsterdam University Press
Prinsengracht 747-751
1017 JX Amsterdam
Tel: +31-(0)20-4200050 / 6250928
Fax: +31-(0)20-4203214
e-mail francoisek@aup.uva.nl
http://www.aup.nl/
(15)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 22 Dec 1999 16:05:43 +0100
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
Subject: Col: 9912.26: Linguistisch Miniatuurtje LXV: Dicteejury maakt zich er weer vanaf
===================================
Linguistisch Miniatuurtje LXV:
Dicteejury maakt zich er weer vanaf
===================================
Ik ben een ellendige lafbek. Verblind door een te competitieve instelling heb ik mijn principes verloochend en een foutloze spelling laten prevaleren boven grammaticale correctheid. Het gebeurde tijdens het Nationaal Dictee, waar ik weliswaar slechts in de huiskamer aan deelnam, maar dat doet niets af aan het principe.
Het geldt misschien een beetje als een taalkundig taboe om mee te doen aan een dictee, maar dat lijkt me de ethiek van het vak wat te ver doorgevoerd. Akkoord, spelling heeft weinig met taalkunde te maken, maar net zo min als je een medievist de recreatieve genoegens van het klaverjasspel zou onthouden, moet je ook de syntacticus zo’n verzetje misgunnen. Ik durf zelfs te beweren dat het verband tussen een spellingspel en de syntaxis groter is dan dat tussen klaverjassen en de medievistiek. Spellingkwesties kunnen wel degelijk aanleiding geven tot interessante syntactische speculaties.
De overwegende kritiek op het Nationaal Dictee is dat het zo vol zit met allerlei toevalligheden in de Nederlandse spelling, en zo weinig een beroep doet op regelkennis of reflectie op de spelling als systeem. Maar tegelijkertijd maakt dit het Dictee zo aantrekkelijk als spelletje: omdat geen mens nou eenmaal alle uitzonderingen, en anderzijds iedereen in principe elke uitzondering kan leren, blijft de dicteemaker een bijna absolute autoriteit en kan iedere deelnemer beter zijn dan een ander. Niemand haalt de nul fouten, maar iedereen kan het beter doen dan zijn buurman.
Toch – en ik zeg daar uiteraard volmondig bij: gelukkig! – bevat het Dictee ook altijd spellingproblemen waarbij wel een strategie moet worden gevolgd die verder gaat dan het opzoeken van een woordbeeld in een mentaal lijstje. Deze kwesties kunnen heel goed taalkundig interessant zijn, en je zou van de dicteemakers mogen verwachten dat ze juist hierover goed nadenken. Helaas krijg ik de indruk dat ze dit niet doen. Dicteemakers verlaten zich al te gemakkelijk op de woordenlijsten zonder zich te bekommeren om een fatsoenlijke verantwoording.
De spellingkwestie waar ik hier op doel is in deze rubriek al eens aan de orde geweest: het betreft het aan elkaar spellen van werkwoorden en partikels. Het concrete voorbeeld zit in de bijzin ‘maar maakten zich nochtans niet met een jantje-van-leiden ervan af’. En natuurlijk is het probleem niet gelegen in de ongetwijfeld belangwekkende spelling-zonder-hoofdletters-en-met-koppeltekens van het woord ‘jantje-van-leiden’, maar in het los dan wel aan elkaar spellen van de woorden ‘er()van()af’.
Over deze kwestie gaat mijn miniatuurtje van oktober 1996 (http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/archieven/miniatuurtjes/961003.html). Daar stel ik – ik vat even samen -, dat we taalelementen alleen aan elkaar zouden moeten spellen als ze samen een woord vormen. Nou zijn er twee duidelijke gevallen van splitsbare taalelementen die we toch als een woord zouden kunnen beschouwen als ze naast elkaar staan: de voornaamwoordelijke bijwoorden (zoals ‘er()van’), en de scheidbaar samengestelde werkwoorden (zoals ‘in()peperen’). Problematische gevallen zijn er – zo constateerde ik al – natuurlijk ook: de achterzetsels (‘de garage in rijden’), en de achterzetselachtige aanvullingen bij voorzetselconstructies (‘naar iemand toe lopen’). In beide gevallen is de neiging groot om het achterzetsel in het werkwoord te incorporeren en dus ook aan het werkwoord vast te spellen. Mijn conclusie indertijd was dat we hier met een syntactische constructie te maken hadden die we in de zin als woord ervaren, maar die dat eigenlijk niet is.
Als ik dat miniatuurtje uit 1996 nog eens doorlees, dan zie ik dat ik de suggestie wek dat ik achter de heersende praktijk sta om in deze gevallen de partikels aan de werkwoorden vast te schrijven. Maar dat is niet zo. Ik kan vaststellen dat veel mensen ’toelopen’ en ‘inrijden’ schrijven, het lijdt voor mij geen enkele twijfel dat in bovenstaande voorbeelden sprake is van het werkwoord ‘lopen’ en niet ’toelopen’ en van ‘rijden’ en niet ‘inrijden’.
Vervang je dus de achterzetselconstructies door voornaamwoordelijke bijwoorden, dan moeten die naar mijn mening aan elkaar: ‘erin rijden’ en ‘ernaartoe lopen’. Immers, als ’toe’ bij het voornaamwoordelijk bijwoord hoort en er geen sprake is van een werkwoord ’toelopen’, kan de spelling ‘ernaartoe’ wel beargumenteerd worden en ’toelopen’ niet. Bij de voorzetsel-achterzetselconstructie is de zaak nog het meest duidelijk: zo’n achterzetsel ’toe’ kan zelfs niet doordringen in de werkwoordelijke eindgroep: ‘voordat we ernaar zijn toegelopen’ is gewoon onmogelijk, evenals ‘ik zou er best naar willen kunnen toelopen’. Uiteraard zijn deze voorbeelden in de Vlaamse standaardtaal akkoord, maar in die taalvariant kunnen ook andere zinsdelen de werkwoordelijke groep doorbreken: ‘hij zou goed moeten kunnen daarover spreken’. In de Nederlandse standaardtaal daarentegen zijn deze doorbrekingen onmogelijk. In die variant zou het vermeende werkwoord ’toelopen’ dus een VERPLICHT scheidbaar samengesteld werkwoord zijn. De delen moeten gescheiden worden bij aanvulling van het werkwoord met hulpwerkwoorden.
Het woordje ’toe’ kan dus best van het werkwoord gescheiden worden. Anderzijds staat ’toe’ altijd wel onmiddellijk naast de voorzetselconstructie. Onmogelijk is ‘daarnaar zijn we toe gelopen’ of ‘dit is de fiets waar we naar huis mee toe moeten rijden’. Als ’toe’ niet bij de voorzetselconstructie hoort en wel bij het werkwoord, hoe moeten we deze verschijnselen dan verklaren?
De overeenkomst met het dicteevoorbeeld zal inmiddels duidelijk zijn: ‘De jury zou zich niet met een jantje-van-leiden ervan moeten afmaken’ is onjuist, evenals ‘Dit is het knoeiwerk waar de jury zich ervan mee af heeft gemaakt’. Het moet zijn: ‘Dit is het knoeiwerk waar de jury zich mee ervanaf heeft gemaakt’, en eventueel zelfs: ‘Dit is het knoeiwerk waar de jury zich ervanaf mee heeft gemaakt’. Het partikel ‘mee’ kan dus wel achter de richtingsbepaling, maar niet tussen ‘ervan’ en ‘af’. Als ‘af’ dan bij ‘maken’ moet horen, waarom kan het dan niet in alle gevallen naast ‘maken’ blijven staan, maar moet het wel naast ‘ervan’?
De feiten zijn overweldigend, de conclusie onontkoombaar: ‘af’ hoort bij ‘ervan’ en niet bij ‘maken’. Dat is ook te beredeneren vanuit de generatieve grammatica: volgens de huidige opvattingen zou deze constructie immers geanalyseerd moeten worden als het werkwoord ‘maken’ met small clause. Naar analogie van ‘[iets kapot] maken’ krijg je dan ‘[zich ervanaf] maken’, waarbij ‘ervanaf’ het predikaat is bij het subject ‘zich’. De andere mogelijkheid, een speciaal werkwoord ‘afmaken’ met een small clause ‘[zich ervan]’ is om twee redenen bizar: ‘afmaken’ komt met geen enkele andere small clause voor, en de small clause ‘[zich ervan]’ combineert met geen enkel ander werkwoord. De small-clauseanalyse laat van de spelling ‘afmaken’ geen spaan heel.
Maar wat is dan de reden dat de dicteejury laconiek opmerkt dat ‘ervan’ en ‘af’ los moeten worden gespeld omdat hier sprake is van het werkwoord ‘afmaken’? Dat komt, beste lezer, omdat de dicteemakers niet hebben doorgedacht, maar alleen opgezocht. In het Groot Woordenboek van Van Dale staat immers het lemma ‘afmaken’ opgenomen met de omschrijving ‘zich van iets lastigs, of onaangenaams vrijmaken, maken dat men ervan afkomt, ervan bevrijd of ontslagen raakt’. Deze betekenis geldt natuurlijk alleen in de combinatie met een voorzetselconstituent met ‘van’ en een reflexief pronomen: ‘zich van iets afmaken’. Ik kan die redenering overigens wel volgen. Van Dale ziet ‘af’ naar analogie van ‘vrij’ als een resultatief predikaat met een prepositioneel object ‘van iets’: ‘[zich [[van iets] af] maken’. Ik vraag me echter af of dit de juiste analyse is. Immers, het object bij ‘vrij’ is optioneel, bij ‘af’ zou het verplicht zijn. Bij ‘vrij’ staat het object bij voorkeur erachter (‘Ik ben eindelijk vrij van vooroordelen’), bij ‘af’ is deze volgorde vreemd. ‘Ik ben eindelijk van mijn vooroordelen af’ is beter dan ‘Ik ben eindelijk af van mijn vooroordelen’. Is dat laatste niet gewoon fout?
Maar er zijn overtuigender argumenten: als ‘ervanaf’ het predikaat is in de small clause, dan is dat predikaat directioneel. Directionele predikaten combineren met de aspectuele werkwoorden ‘komen’ en ‘gaan’: ‘Ze ging van hem af’ of ‘Ik kom er niet vanaf’, maar niet ‘Ik kom/ga ervan vrij’. Directionele predikaten komen voor bij modale hulpwerkwoorden: ‘ik wil/moet naar huis’ maar niet ‘ik wil rijk’. Zo ook ‘Ik wil/moet ervanaf’ en niet ‘Ik wil ervan vrij’. Het werkwoord ‘helpen’ kun je met een small clause verbinden, maar alleen als het predikaat directioneel is: ‘Ik hielp hem uit de puree/naar huis/de trap op’. Volgens verwachting krijgen we dan ook ‘Ik hielp hem ervanaf’ en niet ‘Ik hielp hem ervan vrij’. Conclusie: ‘ervanaf’ is een predikaat dat prima spoort met andere directionele predikaten, en ‘ervan vrij’ is dat niet.
In elk geval wordt door de handelwijze van de dicteejury een regelkwestie gereduceerd tot een opzoekprobleem, met ongrammaticaal resultaat. Misschien willen we dat graag, maar dan kunnen we net zo goed meteen de regels afschaffen. En dan nog moeten we de evidentie negeren.
Maar wat was dan eigenlijk mijn frustratie? Welnu, een dag eerder was ik op de Van Dale website deze kwestie al tegengekomen, ook nog in nagenoeg dezelfde bewoordingen. In een internetdictee stond de passage ‘maakte zich er duidelijk niet met een jantje-van-leiden van af’, waarbij ‘vanaf’ niet aan elkaar gespeld mocht worden. Uiteraard was ik het hier niet mee eens, maar bij het echte dictee kende ik dus het standpunt van Van Dale, en spelde ik, tegen mijn eigen opvatting in, ‘ervan af’. Alleen maar om een foutje minder te hebben. Kan een mens dieper zinken?
Peter-Arno Coppen
(16)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 27 Dec 1999 08:53:51 +0100
From: Willem Kuiper <Willem.Kuiper@hum.uva.nl>
Subject: Col: 9912.27: Column Willem Kuiper, no. 46: AD 2000
=====================================
Column Willem Kuiper, no. 46: AD 2000
=====================================
Wie in de dertiende-eeuwse ‘Eerste Partie’ van Jacob van Maerlants ‘Spiegel historiael’ leest, waarin de geschiedenis van de wereld beschreven wordt vanaf de schepping tot kort na het sterven van Jezus van Nazareth, komt welgeteld negen jaartallen tegen. Gebruikelijk is: in het zoveelste jaar van de regering van die en die koning of keizer.
Deze manier van regeringsjaren tellen was de meest gangbare bij onze erflaters, de Romeinen. Maar daarnaast maakten de Romeinen ook gebruik van een andere jaartelling, gebaseerd op de stichting van de stad Rome: ab urbe condita. Die stichting en alles wat daarna volgde was beschreven in het gelijknamige magnum opus van Titus Livius (59 vC – 17 nC), een giga geschiedenis in honderdtweeenveertig boeken, waaraan hij veertig jaar onafgebroken schreef.
Omdat de Romeinse christenen behalve christenen ook Romeinen waren – de meesten tegen wil en dank – ontkwamen zij er niet aan tradities voort te zetten waarmee zij zo vertrouwd waren dat zij zich niet konden voorstellen dat het ook anders kon. Jaren tellen bijvoorbeeld. En omdat de vroege middeleeuwers niet wisten dat zij middeleeuwers waren – zij dachten dat zij Romeinse Rijkers waren – gingen die daar aanvankelijk gewoon mee door. Totdat het keizerschap zo in verval geraakt was dat men uitzag naar een nieuw ijkpunt in de tijd.
Omstreeks het jaar 525 (volgens onze jaartelling) berekende ene Dionysius Exiguus in opdracht van paus Johannes I het aantal jaren dat verstreken was sinds de geboorte van de Verlosser. Dionysius kwam tot de – overigens onjuiste – slotsom dat dit gebeurd moest zijn in het 754-ste jaar na de stichting van Rome. Dat werd dus het eerste jaar van de christelijke jaartelling: het jaar 1.
Deze manier van – inclusief – tellen wijkt af van hoe wij met (leef)tijd omgaan, maar vind je wel terug op bijna elke bladzijde van de Bijbel: het vertrekpunt wordt meegeteld. Jezus van Nazareth sterft op Goede Vrijdag en verrijst drie dagen later op … Paas Zondag. Mensen van nu rekenen de eerste dag niet mee dan wel tellen hem voor nul. En omdat wij mensen van nu met een nul overweg kunnen, denken wij dat men dat vroeger ook kon.
Niet dus. Wiskundigen kenden het getal nul, maar het gebruik ervan bleef beperkt tot de studeerkamer. De rest van de wereld begon te tellen bij een.
Over het bestaan van Jezus van Nazareth misschien een andere keer, maar het jaar nul heeft nooit bestaan.
Kalenderjaren tellen anders dan levensjaren: een mens begint bij nul en wordt pas ‘e’en na verloop van een jaar, terwijl een jaar met ‘e’en begint en een jaar later twee wordt.
Laat u dus niet misleiden door de millenniumgekte: het jaar 2000 is niet het begin van de volgende eeuw, maar het laatste jaar van de twintigste eeuw.
Willem Kuiper
(17)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda), naar Marc.van.Oostendorp@Meertens.KNAW.nl (voor | | neerlandistiek op het Web), of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 9912.b --------------------------*
Laat een reactie achter