Subject: | Neder-L, no. 0007.c: tijdschriftenoverzicht |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Mon, 31 Jul 2000 03:44:55 +0200 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Negende-jaargang--------- Neder-L, no. 0007.c -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Maandelijks tijdschriftenoverzicht | | ================================== | | (1) Tyd: 0007.20: Leuvense Bijdragen, jrg. 88, no. 3-4, april 2000 | | (2) Tyd: 0007.21: Moer, jrg. 32, no. 3, juni 2000 | | (3) Tyd: 0007.22: Ons Erfdeel, jrg. 43, no. 1, januari-februari 2000 | | (4) Tyd: 0007.23: Ons Erfdeel, jrg. 43, no. 2, maart-april 2000 | | (5) Tyd: 0007.24: Onze Taal, jrg. 69, no. 6, juni 2000 | | (6) Tyd: 0007.25: Tijdschrift voor Taalbeheersing, jrg. 22, no. 2, | | juni 2000 | | (7) Tyd: 0007.26: Vaktaal, jrg. 12, no. 4, 1999 | | (8) Tyd: 0007.27: Vonk, jrg. 29, no. 5, mei-juni 2000 | | (9) Tyd: 0007.28: Lijst redacteurs tijdschriftenoverzicht Neder-L | |(10) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- -------------31-juli-2000-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 0007.20=-=
LEUVENSE BIJDRAGEN, Tijdschrift voor Germaanse Filologie, jaargang 88 (1999), nummer 3-4, april 2000.
ISSN 0024-1482.
Door: Hans Smessaert, F.W.O.-Vlaanderen & Departement Linguistiek, K.U.Leuven.
Leuven, 3 juli 2000.
- Frank Joosten & Hans Smessaert.
Afkortingen: een voorstel tot typologisering. Blz. 267-287.
(Zowel binnen de grafemische afkortingen, die enkel in geschreven taal voorkomen (zoals “verg.” of “m.a.w.”) als bij de grafonemische afkortingen (zoals “lab” of “KLM”) wordt een onderscheid gemaakt tussen unisegmentele en multisegmentele afkortingen.) - Bert Cappelle.
Keep and keep on compared. Blz. 289-304.
(Alhoewel ze dezelfde aspectuele betekenis uitdrukken doet het hulpwerkwoord “keep” dat op een conceptueel onvolledige manier, terwijl het zelfstandig werkwoord “keep on” dat op een volwaardig lexicale manier doet). - Carsten Kottmann.
Amor und Caritas. Zur Rolle des Maedchens im “Armen Heinrich” Hartmanns von Aue. Blz. 305-322.
(De fundamentele vraag is “waarom/waarvoor offert het meisje zich op?”.) - Georges De Schutter.
Het achterveld in de nominale constituent in het Nederlands. Blz. 323-354.
(De taxonomie van de nabepalingen van het nomen, m.n. specificeerders, complementen, adjuncten en uitbreidende omstandigheidsbepalingen wordt geintegreerd met de eerdere analyse van het voorveld in termen van specificeerders die tot vier verschillende functionele projecties van het nomen behoren.) - Roger J. Peeters.
The Adjunct Middle in Dutch. Blz. 355-401.
(Constructies van het type “deze stoel zit lekker”, waarbij de entiteit waarnaar wordt verwezen met een voorzetselgroep en die de rol van instrument, locatie of omstandigheid vervult promoveert tot het subject van de predicatie, hebben een generische, modale en comparatieve semantiek.) - Jack Hoeksema.
Blocking Effects in the Expression of Negation. Blz. 403-423.
(Het blokkeren van syntactische negatie (negatie + onbepaald voornaamwoord) door morfologische negatie (“n-woorden”) is afhankelijk van de positie van het negatieve element en de aanwezigheid van nabepalingen.) - Philippe Kreutz.
Perception and Identity. Blz. 425-446.
(Het onderscheid tussen “epistemic reports” en “perception reports” hangt samen met het feit dat de eerste groep logico-linguistische type-representaties genereren, terwijl de tweede groep analogische token-representaties induceren zonder identiteitsproblemen.) - Franz-Josef Schweitzer.
Immer noch: “Meister Eckhart und der unbekannte Laie”. Blz. 447-452.
(Antwoord op de boekbespreking door Robrecht Lievens in Leuvense Bijdragen, 88, 1999, Blz. 15-49.) - Caroline Smits.
Working class Maastricht versus middle class Maastricht; in search for a theoretical framework. Blz. 453-476.
(Grammaticale beivloeding gebeurt niet alleen op de te verwachten manier, nl. van de dominante taal (het dialect) naar de niet-dominante taal (het Standaard Nederlands) maar ook andersom.) - Antonio Lillo.
On the Etymology of Australian Slang: she’s apples ‘everything’s o.k.’. Blz. 477-482.
(Mogelijke oorsprong “apples and rice/spice”, “how we apples swim”, “aux pommes”.) - Boekbesprekingen
. <Door: J.A.M. Komen, op blz. 483-485:> A.M. Duinhoven. Middelnederlandse syntaxis, synchroon en diachroon: 2. De werkwoordgroep. Martinus Nijhoff, Groningen, 1997.
. <Door: Geert H.M. Claassens, op blz. 486-490:> A. Bollmann & N. Staubach. Schwesternbuch und Statuten des St. Agnes-Konvents in Emmerich. Emmericher Geschichtsverein, Emmerich, 1998.
. <Door: Geert H.M. Claassens, op blz. 491-494:> Bart Besamusca (red.). Jeesten van rouwen ende van feesten. Een bloemlezing uit de Lancelotcompilatie . Verloren, Hilversum, 1999.
. <Door: Geert H.M. Claassens, op blz. 495-500:> J.W.J. Burgers. De Rijmkroniek van Holland en zijn auteurs. Historiografie in Holland door de Anonymus (1280-1282) en de grafelijke klerk Melis Stoke (begin veertiende eeuw). Verloren, Hilversum, 1999.
. <Door: Ludger Kremer, op blz. 501-503:> Dieter Stellmacher. Niedersaechsischer Dialektzensus. Statistisches zum Sprachgebrauch im Bundesland Niedersachsen. Franz Steiner Verlag, Stuttgart, 1995.
. <Door: Franz Viktor Spechtler, op blz. 504:> A. Eisbrenner. Minne, diu der werlde ir vroeude meret. Untersuchungen zum Handlungsaufbau und zur Rollengestaltung in ausgewaehlten Werbungsliedern aus ‘Des Minnesangs Fruehling’. Stuttgart, 1995.
. <Door: Frans Beersmans & Guust Meijers, op blz. 505-508:> G. Augst. Wortfamilienwoerterbuch der deutschen Gegenwartssprache. Niemeyer, Tuebingen, 1998.
. <Door: Reinhild Vandekerckhove, op blz. 509-513:> A. Huesmann. Zwischen Dialekt und Standard. Empirische Untersuchung zur Soziolinguistik des Varietaetenspektrums im Deutschen. Niemeyer, Tuebingen, 1998.
. <Door: Patrick Heinrich, op blz. 514-516:> Ulrike Schilling. Kommunikative Basisstrategien des Aufforderns. Eine kontrastive Analyse gesprochener Sprache im Deutschen und im Japanischen.
. <Door: Ruediger Harnisch, op blz. 517-524:> G. Kandler & S. Winter. Wortanalytisches Woerterbuch. Deutscher Wortschatz nach Sinn-Elementen in 10 Baenden. Wilhelm Fink Verlag, Muenchen, 1992-1995.
. <Door: Ulrich Schroeter, op blz. 525-527:> J. Kilian. Demokratische Sprache zwischen Tradition und Neuanfang. Am Beispiel des Grundrechte-Diskurses 1948/49. Niemeyer, Tuebingen, 1997.
. <Door: Monika Unzeitig, op blz. 528-531:> Mediaevistische Komparatistik. Festschrift fuer Franz Josef Worstbrock zum 60. Geburtstag. Hg. v. Wolfgang Harms und Jan-Dirk Mueller in Verbindung mit Susanne Koebele und Bruno Quast. Hirzel Verlag, Stuttgart/ Leipzig, 1997.
. <Door: W.J.J. Pijnenburg, op blz. 532-536:> Peter Seidensticker. Pflanzennamen. Franz Steiner Verlag, Stuttgart, 1999. - Inhoud van tijdschriften. Blz. 537-541.
- Kroniek. Blz. 542-544.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 0007.21=-=
MOER, TIJDSCHRIFT VOOR HET ONDERWIJS IN HET NEDERLANDS, jaargang 32, nummer 3, juni 2000.
ISSN 0166-3755.
Door: Herman Giesbers, Bedrijfscommunicatie Letteren, KUN.
Nijmegen, 4 juli 2000.
- Redactioneel.
Jan Peter Houtman.
Eerst leren, dan toetsen. Blz. 89-90.
(Jan Peter Houtman spreekt zijn verbazing uit over het feit dat de term NT2 al zo lang meegaat in het onderwijsdebat, maar verwacht en hoopt dat het daarmee nu snel afgelopen zal zijn. Hij pleit voor een algemeen debat over onderwijs in taalvaardigheid, en dan niet alleen in verband met allochtone leerlingen, maar voor alle leerlingen.) - Ad Bok.
De twee gezichten van het leerproces. Kennisconstructie binnen taalontwikkeling en taaldidactiek. Blz. 91-103.
(Pabo-studenten werken aan een taalprogramma voor kinderen en reflecteren tegelijkertijd op hun leerproces. Ad Bok beschrijft in dit artikel hoe dat leerproces in elkaar steekt en hoe we dat in de praktijk kunnen bevorderen.) - Robbert Roosenboom.
Het profielwerkstuk. Over beoordeling van scriptievaardigheden bij de profielvakken. Blz. 105-111.
(Robbert Roosenboom bespreekt de criteria die door het CITO zijn vastgesteld ter beoordeling van het profielwerkstuk in de Tweede Fase. Hij heeft zo zijn twijfels bij deze criteria. Hij onderbouwt zijn twijfels en komt met een alternatief.) - Recensie, op blz. 112-115:
. <Door: Piet van de Craen:> J. Leman (red.), Moedertaalonderwijs bij allochtonen. Geiintegreerd onderwijs in de eigen taal en cultuur. Acco, Leuven/Amersfoort, 1999. - Leesvoer, op blz. 117-118:
. Karin Westerbeek & Peter Wolfgram. Deltaplan en het tij. Zeven jaar taalbeleid in Rotterdam. Deltaplan Taalbeleid Primair Onderwijs 1992-1999. Het Projectbureau/CED, Rotterdam, 1999.
. Josee Heemskerk & Wim Zonneveld. Uitspraakwoordenboek. Het Spectrum, Utrecht, 2000.
. Hanneke Houtkoop & Tom Koole. Taal in actie. Hoe mensen communiceren met taal. Coutinho, Bussum, 2000. - VON-info, op blz. 121-124.
(Een reactie van het ministerie van OC & W op de door het VON-bestuur geformuleerde bezorgdheid over sluipende bezuinigingen in de Tweede Fase; informatie over het leerplan moeilijk lerende NT2-leerlingen; informatie uit de algemene ledenvergadering; het beleid voor 2000-2005.)
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 0007.22=-=
ONS ERFDEEL, jaargang 43, nummer 1, januari-februari 2000.
ISSN: 0030-2651.
Door: Jaap van Veen.
Uithoorn, 17 juli 2000.
- Jan Goossens.
De toekomst van het Nederlands in Vlaanderen. Blz. 3-13.
(“Bevordert de verzelfstandiging van Vlaanderen het streven naar een eigen taalnorm, afwijkend van de Nederlandse? Is dit de goede weg?” Analyse van de werkelijkheid.) - Marjoleine de Vos.
Kan poezie de wereld redden? Blz. 15-21.
(’s Nachts kun je er niet van slapen. Hoe gaat de poezie dat doen. En wat is de wereld redden eigenlijk voor iets? Waarvan kan de wereld gered worden?) - Pieter Leroy.
De inrichting van het landschap. Verschillen tussen noord en zuid. Blz. 23-34.
(Niet toevallig begint Fernand Braudel zijn historische trilogie, De middellandse zee, met het boekdeel “Het landschap en de mens”. Hierin schetst hij het fysieke landschap, de geologische ontstaansgeschiedenis, de kustlijnen, de bergen en de vlaktes, de bodemgesteldheid en de stroomgebieden. Maar veel meer dan de fysieke gegevens, besteedt hij aandacht hoe mensen en culturen met de fysieke gegevens zijn omgegaan.) - Hans Ebelings.
Experimenten met traditionele middelen. Het werk van Soeters van Eldonk Architecten. Blz. 35-41.
(De ontwikkelingen vanuit de Pop Art.) - Marc Ruyters.
Uit de twee werelden van Peter Rogiers. Blz. 43-48.
(Hoe bedreigd is de hedendaagse beeldende kunst? We bedoelen: d’ie; hedendaagse, actuele beeldende kunst van jonge kunstenaars die nieuwe artistieke wegen zoeken en nog moet zijn ingekapseld door het systeem.) - Joris Gerits.
Reizen en thuiskomen in de taal. De poezie van Stefaan van den Bremt. Blz. 51-62.
(De toewijding waarmee de dichter zijn taak als nachtwaker van het woord vervult, levert intrigerende, sterke poeziebundels op, waarin het gedicht, het woord, de taal zelf een almaar centralere plaats krijgen.) - Jos Nijhof.
De blik van het tekort. Theater in Nederland tussen economie en ideaal. Blz. 63-71.
(In het pamflet ‘De toekomst van het toneelbestel’ (november 1998) geschreven in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Theatergezelschappen (VNT), luiden negen theatermakers de noodklok over het toneellandschap in Nederland.) - Frans C. de Rover.
Het meedogend schaden van de menselijke soort. Het werk van Anton Grunberg. Blz. 73-79.
(“Is dit een grap, of om te huilen / Is er niemand die van mij houdt?” Deze (variatie op) regels uit een liedje van de muzikale clown/kleinkunstenaar Herman van Veen dreinen steevast in mijn hoofd wanneer ik Arnon Grunberg lees.) - Ger Groot.
De blik van Hans Achterhuis. Filosofie in debat met de tijd. Blz. 95-102.
(Enkele momenten aan de oppervlakte weggeplukt uit de indrukwekkende filosofisch oeuvre van negen boeken, minstens vijf door Achterhuis samengestelde bundels en een onafzienbare reeks artikelen en bijdragen, zijn tegelijk veelzeggend en bedrieglijk.) - Culturele kroniek. Blz. 103-136.
Literatuur:
. <Door: Bart Vervaeck:> Goya als hond, van Stefan Hertmans.
. <Door: Frank Helleman:> Zeepijn, van Charlotte Mutsaerts.
. <Door: Dietlinde Willocks:> Voorbijganger, van Leonard Nolens.
. <Door: Elke Brems:> Weloverwogen en onopgemerkt, en, Nors en zonder haten, van Piet Gerbrandy.
. <Door: Aad Nuis:> Landschappen van onze tijd, vermaakt aan een beminde, Gedichten, en, Honderhart. Een terugreis, van Breyten Breytenbach.
. <Door: Anne Marie Musschoot:> Louis Paul Boon en het modernisme in Vlaanderen, van Ernst Bruinsma, en, Onder de giftige rook van Chipka. Louis Paul Boon en de fabrieksstad Aalst, van Kris Humbeeck, en, Louis Paul Boon. Het vergeefse van een droom, van Jos Muyres, en, Op het spoor van Boon. Een contextuele benadering, van R.J. van de Maele, en, Het recht van vervormen, van Louis Paul Boon.
. <Door: Jeroen Vullings:> Eilandgasten, van Vonne van der Meer.
. <Door: Jan Deloof:> Een springvoed van Afrikaanse bloemlezingen Robert Dorsman en Adriaan van Dis, Johann Lodewijk Marais en Ad Zuiderent, Gerrit Komrij, Ronel Forster en Louise Viljoen.
. <Door: Cyrille Offermans:> Dubbelliefde. Geschiedenis van een jonge man, van Adriaan van Dis.
Beeldende kunst:
. <Door: Juleke van Lindert:> Elck zijn waerom. Vrouwelijk kunstenaars in Belgie en Nederland, van Katlijne van Stighelen en Mirjam West.
. <Door: Filip Luyckx:> Anne-Mie van Kerckhoven: beauty, therapeutic use of, van R. van Sompel, K. Raes en E. Luyckx.
Theater:
. <Door: Max Smith:> In de arena, van Erik Vos.
. <Door: Eva van Schaik:> Moed en avontuur, 25 jaar Werkcentrum Dans / De Rotterdamse Dansgroep, van Kathy Gosschalk en Erik Quint.
. <Door: Jozef de Vos:> De honden van King Lear: Beschouwingen over hedendaags theater, van Juergen Pieters.
Muziek:
. <Door: Jan Rubenstein:> Jaap van Zweden, de gedreven maestro.
. <Door: Yves Knockaert:> Kameropera en muziektheater in Vlaanderen.
Film:
. <Door: Dana Linssen:> Het International Documentary Filmfestival Amsterdam. - Taal- en cultuurpolitiek Blz. 137-146
. <Door: Filip Matthijs:> Het buitenland en wij
. <Door: Wilfried Vandaele:> Het Vlaams-Nederlands Cultureel Verdrag, samenwerking van nu en straks. - Publicaties Blz. 147-154
. <Door: Jo Tolbeek:> De graanrepubliek, van Frank Westerman.
. <Door: Luc Devoldere:> Een levensverhaal, van Manu Ruys.
. <Door: E.H. Kossmann:> Land van kleine gebaren. Een politieke geschiedenis van Nederland 1780-1990, van Remieg Aerts, Herman de Liagre Boehl, Piet de Rooy en Henk te Velde.
. <Door: Reinier Salverda:> Het verleden onder ogen. Herdenking van de slavernij, van Gert Oostindi”e.
. <Door: Els Witte:> De Belgische staatshervorming revisited. - Bibliografie van het Nederlandse boek in vertaling. Blz. 155-157.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 0007.23=-=
ONS ERFDEEL, jaargang 43, nummer 2, maart-april 2000.
ISSN: 0030-2651.
Door: Jaap van Veen.
Uithoorn, 26 juli 2000.
- De Redactie.
Belgie. Meer of minder? Of anders en beter? Blz. 163-183.
(Vragen voorgelegd aan Derk-Jan Eppink, Filip Rogiers, Manu Ruys, Kies Deschouwer.) - Daan Cartens.
Onbedwingbare passies. De romans en verhalen van Rascha Pepers. Blz. 184-191. - G’erard de Tillo.
Multireligieus Nederland Blz. 192-199.
(Ondanks zijn kleine oppervlakte herbergt Nederland een groot aantal religieuze organisaties. Behalve het christendom in vele variaties zijn er niet alleen de andere wereldgodsdiensten vertegenwoordigd, maar ook allerlei vormen van occultisme en esoterie.) - E. Cockx-Indestege.
Letterheren in de marge. Bibliofiel drukwerk in Vlaanderen en Nederland 1987-1999. Blz. 201-219.
(Getracht wordt de actuele tendensen in Vlaanderen en Nederland te schetsen over niet alledaags drukwerk.) - Lut Missine.
Waarom is de verkeerde vraag. Over het werk van Carl Friedman. Blz. 221-226.
(In een interview naar aanleiding van haar eerste roman, Tralievader, formuleerde Carl Friedman de ongeschreven wet, die algemeen geldig lijkt voor de literatuur van oorlogs- en kampervaringen.) - Bert De Graeve.
De publieke omroep in het tijdperk van de convergentie. Blz. 227-232.
(Ondanks de sterke internationalisering van de media groeit bij de bevolking blijkbaar de behoefte om zich terug te vinden in haar eigen lokale cultuur.) - Paul Depondt.
Dat spiegelbeeld, ben ik dat? Het werk van Philip Akkerman. Blz. 233-240.
(In nauwelijks twintig jaar heeft hij ruim drieduizend zelfportretten gemaakt, 1300 schilderijen en 1700 tekeningen, een uiterst persistente verkenning van zijn eigen gezicht en zijn trekkebekken.) - G.F.H. Raat.
De clausen van Claus. Het niet-realistisch drama van Hugo Claus. Blz. 241-249.
(De dubbelzinnige verhouding tussen schijn en werkelijkheid in film en toneel heeft Hugo Claus steeds gefascineerd.) - Dirk de Geest.
Jij kwam thuis met fonkelende stenen. De poezie van Wiel Kusters. Blz. 251-261.
(Wiel Kusters is een pendelaar. Beroepshalve pendelt hij geregeld heen en weer tussen de Hollandse Randstad en het Limburgse buitenland Maastricht. Hij pendelt ook literair, doordat hij tegelijk actief is als academicus, als literair criticus ‘en als creatief auteur.) - Culturele kroniek. Blz. 263-298.
Literatuur:
. <Door: Gaston Durnez:> Carmiggelt. Het levensverhaal, van Henk van Gelder.
. <Door: Cyrille Offermans:> Publieke werken, van Thomas Rosenboom.
. <Door: G.F.H. Raat:> Verzameld werk, van Gerard Reve.
. <Door: Gwenny Debergh:> Zwarte Tranen, van Tom Lanoye.
. <Door: Joris Gerits:> Gedichten 1953-1998, van Adriaan de Roover.
. <Door: Dan Roodt:> Moenie kyk nie, Tikoes, Een mond vol glas, van H. van Woerden.
. <Door: Rudi van der Paardt:> Hermans zijn tijd, zijn werk, zijn leven, van Hans van Straten.
. <Door: Wam de Moor:> We waren zo heerlijk jong, Verzamelde gedichten, De verzameling, De tand des tijds, van Armando en Een boom over Armando, van J. Heymans.
Beeldende kunst:
. <Door: Joost de Geest:> Bespreekt diverse boeken over Roger van der Weyden: Rogier van der Weyden het volledige oeuvre, van Dirk de Vos, Rogier de la Pasture, Van der Weyden: introduction a l’oeuvre, relecture des sources, van Elisabeth Dhanens en Jelle Dijkstra, Rogier van de Weyden, van Albert Ch^atelet.
. <Door: Els Roelandt:> primal gestures, minor roles, van Aernoudt Mik.
Theater:
. <Door: Jos Nijhof:> Beschrijving van ‘Growing up in Public’ o.a. aan de hand van De Illusie in Eigen Beheer; Tien jaar Theaterfirma Growing up in Public, van Marijn van der Jagt, Publieke Vrouwen, Toneel, van Daphne de Bruin, Zes Burgelijke Drama’s, Toneel, van Paul Feld.
. <Door: Paul Demets:> Over STAN het ’toneelspelersgezelschap’.
Muziek:
. <Door: Wim Chielens:> Vlaamse folk verlegt grenzen.
Film:
. <Door: Wim de Poorter:> Het boek steeds beter dan de film? Over film en literatuur. - Taal- en cultuurpolitiek Blz. 299-301.
. <Door: Dirk van Assche:> Maison du N’eerlandais, ingericht door Sandrine Demange in Belle (Bailleul).
. <Door: Magdalena Koch:> Gelukkig is wie bijtijds waanzinnig wordt. Dagboek van Belgrado, van Jelica Nowakowic. - Publicaties. Blz. 303-313.
. <Door: Jo Tollebeek:> De eeuw van mijn vader, van Geert Mak.
. <Door: Luc Devoldere:> De eeuw van Belgie, van Marc Reynebeau en Golden Sixties, Belgie in de jaren zestig 1958-1973, van Marc Hooghe en Ann Jooris.
. <Door: Hans van Dulken:> De overheid in spagaat: theorie en praktijk van het Nederlandse kunstbeleid, van A. Winsemius
. <Door: Rik Pinxten:> Minderheden in Brussel. Sociopolitieke houdingen en gedragingen, van M. Swyngedouw, K. Phlet en K. Deschouwer.
. <Door: Lode Wils:> Redt en Helpt U Zelven & Elkander of hoe de daensistische beweging de sociale problemen bestreed, van Machteld van de Perre.
. <Door: Luc Devoldere:> Op de Oranjeberg, Opstellen en toespraken over de Vlaamse Beweging, van Herman Balthazar. - Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling CXLV. Blz. 314-317.
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 0007.24=-=
ONZE TAAL, jaargang 69, nummer 6, juni 2000.
ISSN 0165-7828.
Door: Jac Aarts, Hogeschool Larenstein, m.m.v. Jacques Bennis.
Arnhem, juli 2000.
- Jan Erik Grezel.
Taal in de hoofdrol. Moedertaal en Nederlands in het multiculturele drama. Blz. 148-150.
(Enige taalkundigen van naam hebben onlangs, in reactie op het droef stemmende NRC-artikel van Paul Scheffer (Het multiculturele drama), een manifest uitgebracht: ‘Het multiculturele voordeel: meertaligheid als uitgangspunt’. Taalkundig onderzoek heeft aangetoond dat jonge kinderen heel goed in staat zijn twee of zelfs drie talen tegelijkertijd te verwerven. Het zogenaamde onderdompelen van allochtone kinderen in het Nederlands zal als resultaat hebben dat zij uiteindelijk noch het Nederlands noch hun moedertaal goed beheersen. Meertaligheid in een multiculturele samenleving behoort uitgangspunt te zijn. Hans Bennis, directeur van het Meertens Instituut en samen met o.a. Guus Extra en Pieter Muysken opsteller van het manifest: “Als Paul Rosenmoeller in de Kamer ’taal, taal, taal’ roept, weet hij echt niet waarover hij het heeft”. Onderwijssocioloog M.J. de Jong echter vindt dat de aandacht op school op het Nederlands gericht moet zijn. Wel benadrukt hij het belang van een goede didactische training voor de leerkrachten.)
(Opmerking: de volledige tekst van het Manifest is te vinden in Neder-L 0006.a (2000): http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/bulletin/2000/06/000602.html.). - Taaladviesdienst.
Vraag en antwoord. Blz. 153.
(Als het ‘basketbalde’ en ‘gebasketbald’ is, waarom is het dan ‘baseballde’ en ‘gebaseballd’ met dubbele ‘l’? Waar moeten de spaties staan bij: er+op+uit+gaan (uitstapje maken)? Een woord als ‘integendeel’ kan ook ‘verzachtend’ worden gebruikt. Deze drie taalvragen staan centraal in deze aflevering) - Jan Erik Grezel.
Laveren tussen wetenschap en ambacht. Interview met Jan Renkema, hoogleraar Taalverzorging vanwege het Genootschap Onze Taal. Blz. 154-156.
(Al sinds zijn ‘Schrijfwijzer’ heeft Renkema de naam precies te weten wat goed en wat fout is. Van dat beeld wil hij af. Het zou moeten gaan om de normen die je aanlegt voor goed taalgebruik en om de vraag waarop je je oordeel baseert in taalkwesties. Aan zijn gloednieuwe leerstoel is natuurlijk ook onderzoek gekoppeld. Er lopen al verkennende studies naar het gebruik van buitenlandse termen, het effect van taalfouten en de relatie tussen vorm en functie. Er komen steeds meer vragen over regels die men zou moeten hanteren bij het communiceren via e-mail e.d. Instellingen en bedrijven stellen regelmatig vragen over het imago van een tekst. - Ton den Boon.
“De bal wordt in Den Haag voortdurend rondgespeeld”. Voetbalwoorden in gewone taal. Blz. 158-159.
(Van alle sporten is voetbal de belangrijkste leverancier van nieuwe woorden. Politici, managers en vakbondsleiders nemen, als ze behoefte hebben aan pakkende beeldspraak, hun toevlucht tot voetbaljargon. Als een voetbalterm of -uitdrukking met een zekere regelmaat in een figuurlijke toepassing buiten de voetballerij voorkomt, hebben we te maken met idioom en krijgt deze een plaats in een algemeentalig woordenboek.) - Kees van der Zwan.
“Als de ruimte over de middenlijn ligt, moet ik inschuiven”. Gewone woorden in voetbaltaal. Blz. 160.
(In de voetbalwereld worden gewone woorden gebruikt in een heel andere betekenis. Voorbeelden: actie, rug, compact, diepte, inschuiven, knijpen, openen, meevoetballen, ruimte, scherp(te), zone) - Gaston Dorren.
Het Sarnami. Een bijna-wereldtaal zonder prestige. Blz. 161-163.Onze talen (3).
Gaston Dorren interviewt de Haagse politicus, televisiemaker en lexicograaf Rabin Baldewsinghover zijn moedertaal, het Sarnami (letterlijk:Surinaams). De Surinaamse Hindoestanen spreken onder elkaar Sarnami, maar zodra zij op een podium staan of voor een microfoon, gaan ze over op het Hindi, de officiele taal van India. Toch beheerst vrijwel geen Surinamer die taal echt. Het Sarnami ontstond met name uit het Bhojpuri, een taal (dialect) die door 100 miljoen mensen wordt gesproken en die aanzienlijk afwijkt van het Standaardhindi. Het Sarnami is dus bijna een wereldtaal, maar zonder prestige. VolgensTilburgs onderzoek is het samen met het Sranan en het Maleis een van de minst vitale talen) - Frank Jansen.
“In a word: geweldig”. Het Extreme Nederlands van de snowboarder. Blz. 164-165.
(Wie een actievoerder tegen de verengelsing van het Nederlands de stuipen op het lijf wil jagen, moet hem een exemplaar geven van het tijdschrift Funbox, bestemd voor de extreme sporter. De koppen zijn schreeuwerig Engels, de interviews zelf zijn echter eentalig Nederlands. Het extreme Engels van Funbox is daarom niet zozeer een benadering van de taal die de doelgroep echt zo spreekt, maar meer een koeterwaals dat het bedrijfsleven de doelgroep in de mond wil leggen. - Marc van Oostendorp.
Van ‘dat’ naar ‘wat’. Blz. 166. Het proefschrift van …
(In haar proefschrift “Analyse, norm en gebruik als factoren van taalverandering. Een studie naar veranderingen in het Nederlands onzijdig relativum” betoogt Schoonenboom dat in de loop der tijd het woord ‘dat’ al vaker in ‘wat’ is veranderd. Ze ging daarbij uit van o.a. een bijbelvertaling uit 1399. Hoe onbepaalder de betekenis, hoe eerder men geneigd is ‘wat’ te gebruiken. Het is dus niet verwonderlijk dat precies in dit soort zinnen in de veertiende eeuw ‘dat’ begon te veranderen in ‘wat’. Woorden als “hetgeen” bleken geen levensvatbaar alternatief.) - Redactie Onze Taal.
Tamtam. Blz. 167.
(Drie taalberichten: ‘Taalbuddy’s in Veendam, Nederlands op het werk, To Kollumise) - Guus Middag.
Wolkschap. Blz. 168. Woordenboek van de poezie.
(In het gedicht ‘Pool’ uit de bundel “Wat zij wilde schilderen” (1996) van Judith Herzberg komt het woord ‘wolkschap’ voor. Wat het precies betekent, blijft onduidelijk. Misschien duidt het woord alleen een hoorbare stilte aan. “Het is een woord om stil voorbij te laten drijven (..)”. - Riemer Reinsma.
Lombardstraat. Blz. 169. Geschiedenis op straat.
(De naam ‘lommerd’ is afgeleid van de Lombarden die tegen het einde van de dertiende eeuw naar Nederland kwamen en zich toelegden op het uitlenen van geld. De kerk verbood het uitlenen van geld tegen rente, maar niet tegen onderpand.) - Raymond No”e.
InZicht. Blz. 170-171.
(Korte besprekingen van 8 boeken en 1 tijdschrift:
. Tony Rombouts en Bert Evers, “Het Antwerps Nederlands woordenboek”.
. Ankie Broekers-Knol en Bart van Klink, “Pleitwijzer. Succesvol pleiten in de praktijk”.
. A. Agnes Sneller en Agnes Verbiest, “Wat woordendoen”. (Genderlinguistiek: studie van de relatie tussen taal en opvattingen over geslacht en rolpatronen)
. Liesbeth Koenen en Rik Smits, “E-mailetiquette” (voor beginnende e-mailers).
. Hanneke Houtkoop en Tom Koole, “Taal in actie. Hoe mensen communiceren met taal”.
. Jan Vanroose, “Kleine namenboek” (wetenswaardigheden en anekdoten over de oorsprong van namen van mensen, plaatsen, dieren en dingen).
. Willy Vandeweghe, “De grammatica van de Nederlandse zin”.
. Willem Wilmink, “Schriftelijke cursus dichten” (derde druk).
. Tijdschrift: “Levende Talen”, het tijdschrift van de Vereniging van Leraren in Levende Talen (VLLT).
(Dit al uit 1914 stammende blad werd begin dit jaar opgesplitst in twee aparte uitgaven: ‘Levende talen magazine’ en ‘Levende talen tijdschrift’. Het eerste is een journalistiek blad met nieuws, aankondigingen, recensies, interviews en op de actualiteit gerichte achtergrondartikelen, bedoeld voor talendocenten in het jeugdonderwijs. Het tweede heeft een aanzienlijk zwaarder (wetenschappelijk) kaliber en richt zich vooral op docenten in het voortgezet en wetenschappelijk onderwijs.)
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 0007.25=-=
TIJDSCHRIFT VOOR TAALBEHEERSING, jaargang 22, nummer 2, juni 2000.
ISSN 1384-5853.
Door: Louise Cornelis, Amsterdam.
Amsterdam, 17 juli 2000.
- Tigrelle Uijttewaal.
Citaten als argumenten in literaire recensies. Blz. 97-111. - Frans van Eemeren, Peter Houtlosser en Francisca Snoeck Henkemans.
Indicatoren van dialectische geschilprofielen. Blz. 112-125. - Agn’es van Rees.
De interpretatie en reconstructie van argumentatie. Een overzicht van het onderzoek. Blz. 126-149. - Carel Jansen.
Zo werkt dat. Het ontwerp van instructieve teksten. Blz. 150-159.
(Een verkorte versie van Jansens oratie aan de KU Nijmegen, 22 oktober 1999.) - Boekbeoordelingen:
. <Door: Huub van de Berg, op blz. 160-163:> Peter Bimmel. Training en transfer van leesstrategieen: training in de moedertaal en transfer naar een vreemde taal. Een effectstudie bij leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Dissertatie Universiteit Utrecht, 1999.
. <Door: Micha”el Steehouder, op blz. 163-166:> A. Freudenthal. The design of home appliances for young and old customers. Delft University Press, 1999. Dissertatie TU Delft. - Signaleringen, blz. 167-180.
(Tien signaleringen maar liefst dit keer, namelijk van Eureka! Handleiding voor het samenstellen van registers, Taal in de klas, het Van Dale idioomwoordenboek, het Taalboek van de eeuw, de Beleidstekstwijzer, Eekhoorntje op de lange weg, De taal van het jaar, Vergeten Woorden, O schone moedertaal, Schrijven voor het beeldscherm: internet, intranet, helpsystemen.) - <Door: Peter Houtlosser, blz. 181-184:> Uit de tijdschriften.
(Een overzicht van de meest recente afleveringen van enkele neerlandistische tijdschriften.) - Nieuws uit het vakgebied. Blz. 185.
(Met benoemingen, promoties, personele veranderingen, en de aankondiging van de 11e An’ela Juniorendag.)
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 0007.26=-=
VAKTAAL, jaargang 12, nummer 4, 1999.
ISSN 0921-5867.
Door: Guido Leerdam.
Amsterdam, 20 juli 2000.
Themanummer: Gender in het Nederlands
- Wim Klooster.
Wat doen woorden? Blz. 1-3.
(Inleiding, uitgesproken op het LVVN-congres ‘Gender in het Nederlands’, 11 december 1999 in Leiden.) - Maaike Meijer.
Fragiele helden. Mannelijkheid in de Nederlandse literatuur. Blz. 4-6.
(Serpentina’s Petticoat van Jan Wolkers langs de genderanalytische meetlat gelegd.) - Johan De Caluwe.
Stereotiepe voorstellingen bij functienamen. Blz. 6-8.
(Over genderproblematiek bij functiebenamingen in het Nederlands.) - Arie Jan Gelderblom.
Column: Contrastaccent. Blz. 9.
(Over werkg’evers, werkn’emers, w’erkgevers en w’erknemers.) - Agnes Sneller.
Woorden en beelden. Blz. 10-12.
(Over de rol van – interculturele – tradities in taalgebruik.) - Dora Dolle.
Leren niet voor de school maar voor het leven: kansen op onderwijs. Blz. 13-16.
(Over de stimulerende rol van het onderwijs bij het leveren van een kansrijk toekomstperspectief aan jongeren.) - Evenementen in de neerlandistiek. Blz. 17-19.
(Colloquium Werkgroep 17-de eeuw, Afscheidssymposium Wim Klooster, 9-de Bert van Selmlezing, Symposium 19-de-eeuwse bibliotheektypen, Achterbergsymposium.)
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 0007.27=-=
VONK, Tijdschrift van de Vereniging voor het Onderwijs in het Nederlands vzw, jaargang 29, nummer 5, mei-juni 2000.
ISSN 0770-2086.
Door: Rita Rymenans, vakgroep didactiek Nederlands, Universiteit Antwerpen (UIA).
Antwerpen, 24 juli 2000.
- Jo van den Hauwe, Marc Stevens & Werner Schrauwen.
Taalbeleid op de lagere school. Een brede aanpak. Blz. 3-18.
(De basisschool heeft als taak het taalonderwijs zo in te richten dat alle – ook taalzwakkere – leerlingen maximale kansen krijgen om aan het maatschappelijk leven deel te nemen. Dat doel kan alleen maar bereikt worden met een ‘brede aanpak’, aldus Jo van den Hauwe, Marc Stevens & Werner Schrauwen. Dat een taakgerichte taaldidactiek alleen niet altijd volstaat om de taalachterstand weg te werken, illustreren ze aan de hand van enkele portretten van ‘gettokinderen’ uit de grootstad. De didactiek moet deel uitmaken van een ruimer taalbeleid dat gericht is op de relatie tussen de school en de kinderen-ouders-buurt enerzijds en op het bewust omgaan met meertaligheid op school en in de klas anderzijds. Belangrijk is ook dat hoge eisen worden gesteld aan het taalmateriaal dat in de les gehanteerd wordt. De auteurs belichten een aantal ingrepen op verschillende niveaus (van macro tot micro) en stofferen ze rijkelijk met concreet voorbeeldmateriaal.) - Mie Sterckx.
Graffiti op school. Een manier om anderstalige nieuwkomers uit het secundair taalvaardigheid bij te brengen? Blz. 19-30.
(In het vorige nummer van VONK heeft Mie Sterckx de principes voorgesteld van een taakgerichte aanpak bij anderstalige nieuwkomers in het secundair onderwijs. Dat deze leerlingen in de beginperiode een basistaalvaardigheid moeten opbouwen die later als fundament dient voor de alfabetisering, illustreerde ze met de voorbeeldtaak “Hoe til je met ‘e’en lucifer 15 andere lucifers op?” In deze bijdrage verduidelijkt ze door middel van drie voorbeeldtaken uit “Taalkit 1” hoe je de taalvaardigheid van deze nieuwkomers verder kan opbouwen. De verschillen met de lucifer-taak worden meteen duidelijk: ze situeren zich op het vlak van de kloof die de leerlingen moeten overbruggen en de manier van ondersteuning bij het uitvoeren van de taak. Verder legt ze uit hoe je niet- en andersgealfabetiseerde leerlingen kan alfabetiseren en welke alfabetiseringslijn in de taken opgenomen is.) - Els Gallin.
Over leven – Overleven. Jeugdliteratuur, milieueducatie en vakoverschrijdend werken in de eerste graad so. Blz. 31-39.
(Vakoverschrijdend werken met jeugdliteratuur hoeft niet altijd geinitieerd te worden door de leraar Nederlands. Els Gallin is leraar ecologie en toegepaste wetenschappen in de derde graad tso van een tuinbouwschool en zat in de schrijfgroep voor de vakoverschrijdende eindtermen milieueducatie voor het secundair onderwijs. In deze bijdrage werkt ze een voorstel uit om milieueducatief te werken met jeugdliteratuur in de eerste graad so. Volgens haar sluiten de ‘overlevingsverhalen’ goed aan bij de leerwensen van jongeren omtrent natuur en milieu: ze gaan uit van het (over)leven in en met de natuur, het gedrag van dieren speelt vaak een rol, alsook de manier waarop andere culturen met de natuur omgaan. Aan de hand van “Julie van de wolven” van Jean Craighead George formuleert ze ideeen voor een interdisciplinair project dat aan heel wat vakoverschrijdende eindtermen voldoet. Een geannoteerde lijst met andere bruikbare overlevingsverhalen rondt de bijdrage af.) - Wouter Brandt.
Blz. 41-47.
(Rubriek ‘Werkhuis’ met initiatieven, publicaties, websites en onderzoeksresultaten op het gebied van (begeleid) zelfstandig werken en leren.) - Jan T’Sas.
Blz. 48-49.
(Rubriek ‘Interkl@s’ met belangwekkende taalsites.) - Boekbesprekingen (Rubriek ‘Ingeboekt’. Blz. 51-54.):
. <Door: Wouter Brandt:> S. Bolhuis: Naar zelfstandig leren. Wat doen en denken docenten? Leuven/Apeldoorn: Garant, 2000.
. <Door: Wouter Brandt:> J. Kaldeway (red.): Leren leren in het hoger onderwijs. Leuven/Amersfoort: Acco, 1999.
. <Door: Wouter Brandt:> H. Van Gorp e.a.: Lexicon van literaire termen. Groningen/Deurne, 1998.
. <Door: Kristin Maes:> D. Schram & C. Geljon (red.): Grensverleggend literatuuronderwijs. Zutphen, 1998. - Ingeblikt. Blz. 55-59.
(Korte inhoud van: Moer 2000/2; Spiegel 16/3; Levende Talen Magazine 87/2; Levende Talen Tijdschrift 1/1; Werkblad voor Nederlandse Didactiek 28/3; Ons Erfdeel 43/1-2; Klapper 7/4; Openbaar 30/1; Schokla 165-166; Plein Primair; diverse SLO-publicaties.) - Jaarregister 29e jaargang. Blz. 60-68.
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=Neder-L-bericht, no. 0007.28=-=
*-------------Redacteurs--tijdschriftenoverzicht--Neder-L-----------------* | Amsterdamer Beitraege Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | de Achttiende Eeuw: Rudi Beernink <R.Beernink@slo.nl> | | de Boekenwereld: Marja Smolenaars <msmolenaars@compuserve.com> | | Cahiers voor een Lezer: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Driemaandelijkse Bladen: Harrie Scholtmeijer | | <Harrie.Scholtmeijer@meertens.knaw.nl> | | Gramma/TTT: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl> | | Leuvense Bijdragen: Hans Smessaert | | <Hans.Smessaert@arts.kuleuven.ac.be> | | Literatuur: Jose Rekers <jjrekers@hotmail.com> | | Literatuur Zonder Bea Ros <Bea@Zunneberg-Ros.nl> | | Leeftijd: | | Lust & Gratie: Fleur Speet <fspeet@hetnet.nl> | | Mededelingen Stichting Frank van Lamoen <f.v.lamoen@hccnet.nl> | | Jacob Campo Weyerman: | | Meesterwerk: Els Ruijsendaal <ruisdaal@cistron.nl> | | Millennium: Paul Wackers <wackers@let.kun.nl> | | Moer: Herman Giesbers <H.Giesbers@let.kun.nl> | | Over Multatuli: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Naamkunde: Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | Nederlandse Letterkunde: Marja Geesink <marja.geesink@pica.nl> | | Nederlandse Taalkunde: Corry de Haan <c.de.haan@LET.leidenuniv.nl> | | Neerlandica Extra Muros: Olga van Marion <ovmarion@rullet.leidenuniv.nl>| | de Negentiende Eeuw: Jan Stroop <J.Stroop@hum.uva.nl> | | Ons Erfdeel: Jaap van Veen <JaapJvanVeen@cs.com> | | Ons Geestelijk Erf: Thom Mertens <thom.mertens@ufsia.ac.be> | | Onze Taal: Jac Aarts <j.aarts@chello.nl> | | de Parelduiker: Wieneke 't Hoen <Wieneke.t.Hoen@chi.knaw.nl> | | Queeste: Willem Kuiper <Willem.Kuiper@hum.uva.nl> | | Spiegel der Letteren: Betty van Wonderen | | <Betty=van=Wonderen@uba.uva.nl> | | Taal en Tongval: Roland de Bonth, <salemans@baserv.uci.kun.nl> | | Tabu: Ton van der Wouden <vdwouden@let.rug.nl> | | Tekst[blad]: Judith Mulder <tekst.en.uitleg@wxs.nl> | | TNTL: Dick Wortel <wortel@inl.nl> | | Tijdschrift voor Louise Cornelis <lcornelis@compuserve.com> | | Taalbeheersing | | Tydskrif vir Nederlands Jean Jordaan <rgo_anas@rgo.sun.ac.za> | | en Afrikaans: | | Vaktaal: Guido Leerdam <G.Leerdam@dienst.vu.nl> | | Verslagen KANTL: Edward Vanhoutte <evanhout@uia.ua.ac.be> | | Volkskundig Bulletin: Theo Meder <Theo.Meder@meertens.knaw.nl> | | Vonk: Rita Rymenans <rymenans@uia.ua.ac.be> | | Vooys: Michiel Ruijgrok <mruijgrok@theo.uu.nl> | | de Zeventiende Eeuw: Ton Harmsen <harmsen@rullet.leidenuniv.nl> | *-------------------------------------------------------------------------*(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda) of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 0007.c --------------------------*
Laat een reactie achter