Subject: | Neder-L, no. 0012.b en 0012.c (tijdschriftenoverzicht) |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Fri, 29 Dec 2000 01:27:23 +0100 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Negende-jaargang--------- Neder-L, no. 0012.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Med: 0012.22: Metamorfoze, nationaal programma in Nederland voor | | conservering van bibliotheekmateriaal, krijgt tien | | miljoen gulden extra | | (2) Med: 0012.23: Activiteiten DRUKsel in Gent: presentatie dichtbundel | | van M. Declercq op Gedichtendag, do 25 jan. 2001; en | | DRUKsel 2001, beurs van 'marginale' boekenmakers, | | drukkers en uitgevers op za 28 en zo 29 april 2001 | | (3) Med: 0012.24: Opmerking bij Neder-L 0012.06, de DBNL-oproep aan | | taalkundigen door Nicoline van der Sijs | | (4) Med: 0012.25: Panel Dutch Studies op jaarlijkse bijeenkomst MLA | | op vr 29 dec. 2000 in Washington, DC (USA) | | (5) Med: 0012.26: Verhuizing Ben Salemans | | (6) Web: 0012.27: Tweede Nationale eDebat start op vr 2 feb. 2001; wie | | wordt de beste Internetdebater 2001? | | (7) Web: 0012.28: Demo E-ANS op web | | (8) Vac: 0012.29: Vacatures voor twee universitair docenten voor de | | opleiding Bedrijfscommunicatie en Digitale Media, | | letterenfaculteit Tilburg (deadline: ma 5 feb. 2001) | | (9) Vac: 0012.30: Vacature voor een (gepromoveerd) wetenschappelijk | | assistent aan het Institut fuer Niederlaendische | | Philologie van de Wilhelms-Universitaet te Muenster | | (deadline: ma 15 jan. 2001) | |(10) Vac: 0012.31: Vooraankondiging vacatures voor een 'ma^itre de | | conf'erences' en een hoogleraar letterkunde bij de | | vakgroep Nederlands aan de Sorbonne-Paris IV | |(11) Vac: 0012.32: Vacature voor een onderzoeker bij de afdeling Taal en | | Spraak op de KU Nijmegen (deadline: wo 3 jan. 2001) | |(12) Lit: 0012.33: Nieuwe heruitgave: Dr. C.A. Backer. Verklarend | | woordenboek van wetenschappelijke plantennamen. Het | | Taalfonds. Deel 2 serie Heruitgaven onder redactie | | van N. van der Sijs. (Amsterdam/Antwerpen, 2000.) | |(13) Sym: 0012.34: Zesde Nederlandse Dialectendag rond thema 'Dialect en | | familienamen' op za 17 maart 2001 in Alden Biesen | | (bij Bilzen in Belgie) | |(14) Sym: 0012.35: LOT Linguistics Summer School van ma 9 tot vr 20 juli | | 2001 te Utrecht | |(15) Sym: 0012.36: Colloquium 'Focus on the Language Industry: Trends in | | Special Language and Language Technology' op do 29 en | | en vr 30 maart 2001 te Brussel | |(16) Col: 0012.37: Linguistisch Miniatuurtje LXXIII: Achtergebleven | | Onderwerpen? | |(17) Col: 0012.38: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 36: | | Neerlandistische tijdschriften op Internet: 2001 en | | daarna | | | |-------------------------- Neder-L, no. 0012.c --------------------------* | | | Maandelijks tijdschriftenoverzicht | | ================================== | |(18) Tyd: 0012.39: Moer, jrg. 32, no. 4, oktober 2000 | |(19) Tyd: 0012.40: Ons Erfdeel, jrg. 43, no. 4, september-oktober 2000 | |(20) Tyd: 0012.41: Onze Taal, jrg. 69, no. 11, november 2000 | |(21) Tyd: 0009.42: Lijst redacteurs tijdschriftenoverzicht Neder-L | |(22) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- ---------29-december-2000-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 20 Dec 2000 10:57:00 +0100
From: Gea Schelhaas <Gea.Schelhaas@kb.nl>
Subject: Med: 0012.23: Metamorfoze, nationaal programma in Nederland voor conservering van bibliotheekmateriaal, krijgt tien miljoen gulden extra
======================================
Nog eens tien miljoen voor Metamorfoze
======================================
In de Najaarsnota is tien miljoen gulden uitgetrokken voor papierconservering. Met dit geld zal Metamorfoze, het nationale programma voor conservering van bibliotheekmateriaal, in 2001 een begin gaan maken met de conservering van de cultuurhistorische en internationaal waardevolle collecties die door de verzuring van het papier worden bedreigd.
In september 2000 kende het ministerie al tien miljoen gulden toe voor de conservering en digitalisering van literaire collecties, voor de voortzetting van het project Behoud Nederlandse Boekproduktie en voor de conservering van tijdschriften.
Met de nu beschikbare middelen kan het Metamorfozeprogramma, dat wordt gecoordineerd door de Koninklijke Bibliotheek, in de komende jaren op een brede basis worden voortgezet. Gedrukte boeken, tijdschriften en verschillende typen collecties zullen worden geconserveerd door middel van verschillende combinaties van microverfilming, digitalisering, ontzuring, zuurvrije verpakking en verantwoorde opslag.
Daarnaast blijft Het Nationaal Bibliotheek Fonds zich inzetten voor het creeren van een structureel fonds ten behoeve van een grootschaliger aanpak van het probleem van het papierverval.
Noot van de Neder-L-redactie:
In Neder-L 9802.05, 9810.16 en 0004.07 vindt u eerdere informatie over Metamorfoze.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 19 Dec 2000 08:08:12 +0100
From: Johan Velter <Johan.Velter@Gent.be>
Subject: Med: 0012.23: Activiteiten DRUKsel in Gent: presentatie dichtbundel van M. Declercq op Gedichtendag, do 25 januari 2001; en DRUKsel 2001, internationale beurs van 'marginale' boekenmakers, bibliofiele drukkers en uitgevers op za 28 en zo 29 april 2001
====================
Activiteiten Druksel
====================
Op GEDICHTENdag (25 januari 2001, om 12.30 uur) wordt de nieuwste dichtbundel van Miguel Declercq voorgesteld in de Achilles Musschezaal van de bibliotheek in Gent, Belgie. De gedichten zijn vormgegeven door Danny Dobbelaere en worden uitgegeven door DRUKsel. De oplage bedraagt 126 exemplaren. De bundels zijn genummerd en gesigneerd, kosten BEF 450 of NLG 26. De inleiding wordt verzorgd door Jean-Paul Den Haerynck, gedichtenkenner. Miguel Declercq zal voorlezen.
DRUKsel 2001, de (internationale) beurs van aparte boekenmakers, bibliofiele drukkers en kleine uitgevers zal plaatsvinden in het Secundair Kunstinstituut, Kunstencampus, Ottogracht 4, 9000 Gent op 28 en 29 april 2001. De schrijvers Jan Lauwereyns, Lucas Hsgen, Robert Schaus en de stemkunstenaar Jaap Blonk zullen present zijn.
DRUKsel vzw, Gentbruggestraat 106 B-9040 Gent
j.velter@be.packardbell.org
+32-(0)9.228.56.70
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 21 Dec 2000 17:24:53 +0100
From: Marc van Oostendorp <marc.van.oostendorp@meertens.knaw.nl>
Subject: Med: 0012.24: Opmerking bij Neder-L 0012.06, de DBNL-oproep aan taalkundigen door Nicoline van der Sijs
=================================================
Opmerking bij Neder-L 0012.06, de DBNL-oproep aan taalkundigen door Nicoline van der Sijs
=================================================
In Neder-L 0012.06 stond Nicoline van der Sijs’ ‘Oproep aan taalkundigen in binnen- en buitenland i.v.m DBNL-project De Nederlandse taalkunde in honderd artikelen’. Naar aanleiding van dat artikel wil ik voor alle duidelijkheid opmerken dat de oproep niet de 100 artikelen betreft (die zijn al min of meer klaar), maar juist de rest van de taalkunde binnen de DBNL.
Marc van Oostendorp
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 15 Dec 2000 16:35:15 -0500
From: John Robert Jerome Eyck <ikelike@wam.umd.edu>
Subject: Med: 0012.25: Panel Dutch Studies op jaarlijkse bijeenkomst Modern Language Association op vr 29 december 2000 in Washington, DC (USA)
===================
Panel Dutch Studies
===================
For those who’ll be attending the annual convention of the Modern Language Association in Washington, DC, in just two short weeks, please remember to show your support of Dutch Studies by attending our panel, from 1:45-3:00 p.m., Friday, 29 December, in the Edison Room at the Washington Hilton, featuring:
- Andrew Fleck, UCLA, “Human Interest and State Interest: The Dutch in Aphra Behn’s Oroonoko”
- Jonathan Gill, Columbia U., “Between God and the Company: Blacks and Jews in Nieuw Amsterdam”
- Yasco Horsman, Yale U., “Rereading Anton de Kom’s Wij Slaven van Suriname”
Election of a new Executive Council officer will immediately follow these fine presentations. Please contact John Eyck with any nominations (nominees must be[come] members of the MLA).
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 26 Dec 2000 17:48:39 +0100
From: Ben Salemans <salemans@baserv.uci.kun.nl>
Subject: Med: 0012.26: Verhuizing Ben Salemans
=======================
Verhuizing Ben Salemans
=======================
Het is niet de gewoonte om u in Neder-L lastig te vallen met verhuisberichten. En dat wordt ook geen gewoonte. Het zou een mooie boel worden als de plm. 7500 verschillende lezers die Neder-L elke maand heeft hun verhuisberichten zouden (willen) laten plaatsen. Maar voor mijzelf maak ik een uitzondering, o.a. omdat veel instanties mij als hoofdredacteur nog via gewone ‘slakkenpost’ benaderen.
Welnu, sinds half november 2000 ben ik verhuisd van Nijmegen naar Maastricht. Dat zal voor menigeen die mij kent, of zich nog mijn kerstverhaal in Neder-L 9812.30 over de Kerstnachtmis in de Sint Servaas weet te herinneren, geen echte verrassing zijn. Ook al zit ik nog steeds tussen de verhuisdozen, toch voel ik me al helemaal thuis in mijn geboortestad, met zijn brug, zijn kerken en pleinen, Tribunal… En ach, met voetbalclub MVV kan het eigenlijk alleen maar beter gaan (kom op, Libertel!). Maar nu glijd ik af.
Mijn nieuwe adres luidt: Mergelweg 18b, 6212 XH Maastricht.
Natuurlijk wens ik u al het beste voor 2001. Een van mijn ‘goede voornemens’ voor volgend jaar is om in Neder-L veel meer boekrecensies en -signalementen geplaatst te krijgen.
Met vriendelijke groet,
Ben Salemans
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 20 Dec 2000 15:11:11 +0100
From: eDebatorganisatie <organisatie@edebat.nl>
Subject: Web: 0012.27: Tweede Nationale eDebat start op vr 2 februari 2001; wie wordt de beste Internetdebater 2001?
=======================
Tweede Nationale eDebat
=======================
Op 2 februari 2001 starten Stichting Almedia en het dagblad Trouw
het Tweede Nationale eDebat
het leukste digitale debattoernooi van Nederland! (zie http://www.edebat.nl/)
Vorig jaar streden zo’n 100 deelnemers van verschillend pluimage om de titel ‘beste internetdebater 2000’. Dit jaar wordt mogelijk een groter aantal deelnemers verwacht, die zich in drie ronden proberen te kwalificeren voor de 8 finaleplaatsen. Elke twee weken krijgen de deelnemers een actuele maatschappelijke stelling voorgeschoteld, waar zij -door het lot bepaald- voor of tegen moeten pleiten. Elke debater neemt dan de handschoen op tegen 1 tegenstander die zij met argumenten en stilistische hoogstandjes proberen te overtroeven. Of hen dat lukt, bepalen de 3 juryleden die een debat beoordelen.
Alle debatten zijn voor iedereen te volgen, want elke bijdrage die binnenkomt, wordt direct gepubliceerd op Internet. Trouw besteedt regelmatig in de krant aandacht aan eDebat.
Nieuw!
Aan het eind van elke discussieronde organiseren Trouw en Almedia een live chat met speciale gasten met uitgesproken meningen over de stelling van eDebat.
Opzet toernooi en inschrijving
eDebat heeft drie voorrondes, die respectievelijk op 2 februari, 16 februari en 2 maart starten. De finalerondes starten op resp. 23 maart, 6 april en 20 april. De hoofdprijs bestaat onder andere uit een originele cartoon -geinspireerd op de winnaar- van Trouwcartoonist Tom Janssen. De prijsuitreiking vindt plaats op maandagavond 7 mei 2001 op de Trouwredactie in Amsterdam, in het bijzijn van de deelnemers en juryleden. Naast een feestelijke borrel staat er een rondleiding door het Trouw-gebouw op het programma.
Voorbeelddebatten (en juryrapporten) zijn te vinden op onze site http://www.edebat.nl/. Iedereen kan meedoen aan dit unieke evenement, zolang de kandidaat beschikt over een e-mailpostbus. Inschrijving is mogelijk tot 1 februari 2001:
- via een e-mail naar: organisatie@edebat.nl of
- vanaf 7 januari op onze site http://www.edebat.nl/
Bij zeer veel belangstelling geldt de volgorde van aanmelding als selectiecriterium.
Meer informatie is te verkrijgen via de site www.eDebat.nl of via een e-mail naar organisatie@edebat.nl.
Yolanda Mante en Nina Meilof
namens eDebat
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 26 Dec 2000 17:48:39 +0100
From: Ben Salemans salemans@baserv.uci.kun.nl
Subject: Web: 0012.28: Demo E-ANS op web
========================
Vernieuwde website E-ANS
========================
Nog net voor de kerstvakantie, op 22 december, deelde Walter Haeseryn (W.Haeseryn@let.kun.nl) ons mee dat er vanaf die dag een beperkte (publieks)demo van de E-ANS beschikbaar is op de ANS-website (url: http://www.kun.nl/e-ans/). Deze demo, die alleen te bekijken is met Internet Explorer 5 of hoger, bevat de teksten van de inleiding van de ANS en het hoofdstuk over het adjectief. Op- en aanmerkingen op deze beperkte demo zijn welkom.
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 20 Dec 2000 19:19:04 MET
From: Fons Maes <Maes@kub.nl>
Subject: Vac: 0012.29: Vacatures voor twee universitair docenten voor de opleiding Bedrijfscommunicatie en Digitale Media van de Letterenfaculteit Tilburg (deadline: ma 5 februari 2001)
===================================
Vacatures Letterenfaculteit Tilburg
===================================
(Een langere versie van de vacature is te vinden op de website van de opleiding Bedrijfscommunicatie en Digitale Media: http://let.kub.nl/bdm/vacature.html)
Aan de Faculteit der Letteren van de KUB is per september 1999 de nieuwe afstudeerrichting “Bedrijfscommunicatie en Digitale Media” (BDM) van start gegaan. Met het oog op de verdere uitbouw van het doctoraalprogramma BDM en de profilering van het onderzoek op het terrein van digitale media, heeft de faculteit twee vacatures voor een:
Universitair Docent v/m
voor 38 uur per week (volledige werktijd).
Een deeltijdfunctie is bespreekbaar.
(vac.nr. 810.00.16)
Omdat er in principe ruimte is voor twee vacatures, worden ook junior kandidaten uitdrukkelijk aangemoedigd zich kandidaat te stellen.
De kandidaat moet op de volgende domeinen inzetbaar zijn:
- het opzetten en uitvoeren van onderzoek naar de relatie tussen taal, tekst, communicatie enerzijds en digitale media anderzijds. Dat onderzoek sluit aan bij bestaande expertise binnen de secties Tekstwetenschap en Taal en Informatica;
- het opzetten en begeleiden van daaraan gerelateerd scriptieonderzoek;
- het verzorgen van onderwijs binnen de opleiding BDM;
- het ontwikkelen van nieuwe digitale leervormen en didactische werkvormen.
Functie-eisen
- Sterke voorkeur gaat uit naar kandidaten die gepromoveerd zijn in een voor de functie relevante discipline (tekstwetenschap, taal en informatica, (cognitieve) taalkunde, taalbeheersing, communicatiekunde, (cognitieve) psychologie, communicatiewetenschap.
- Ervaring met taal- en tekstgeorienteerd onderzoek op het gebied van digitale media of bereid om vanuit de eigen discipline onderzoek op dat gebied op te zetten.
- Expertise in of affiniteit met recente ontwikkelingen op het gebied van de digitale media.
- Inventief bij het inzetten van digitale media in het onderwijs.
- Inzetbaar voor organisatorische taken.
- Aantoonbare didactische kwaliteiten.
Inlichtingen
Meer informatie over de functie is te verkrijgen bij de coordinator van de opleiding BDM, dr. A. Maes (maes@kub.nl, werk +31-(0)13-466.2058; prive: +32-(0)3-484.56.04)
Aanstelling
Een dienstverband met uitzicht op een vast dienstverband wordt geboden.
Het salaris bedraagt afhankelijk van opleiding en ervaring maximaal NLG 9.015,- bruto per maand (schaal 12, salaristabel 1 juni 2000) bij volledige werktijd.
Sollicitatie
Schriftelijke sollicitaties worden ingewacht voor 5 februari 2001 en dienen vergezeld te gaan van een curriculum vitae, met vermelding van het vacaturenummer op sollicitatiebrief en envelop en dienen te worden gericht aan de Katholieke Universiteit Brabant, t.a.v. de heer C.J.A.W. de Graaf, directeur Letterenfaculteit, kamer B204, postbus 90153, 5000 LE Tilburg.
Fons Maes
Discourse Studies Group
Tilburg University
POBox 90153
5000 LE Tilburg
phone +31-13-466.2058
fax +31-13-466.3110
http://cwis.kub.nl/~fdl/general/people/maes/
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 22 Dec 2000 11:21:43 +0100
From: Amand Berteloot <bertelo@uni-muenster.de> en Marja Kristel <ivnnl@wxs.nl>
Subject: Vac: 0012.30: Vacature voor een (gepromoveerd) wetenschappelijk assistent aan het Institut fuer Niederlaendische Philologie van de Wilhelms-Universitaet te Muenster (deadline: ma 15 januari 2001)
================
Vacature Muenster
================
Am Institut fuer Niederlaendische Philologie
des Fachbereichs 9, Philologie, Philosophische Fakultaet der Westfaelischen Wilhelms-Universitaet Muenster ist zum 1.04.2000 die Stelle
einer wissenschaftlichen Assistentin /
eines wissenschaftlichen Assistenten
fuer die Dauer von 3 Jahren (mit der Moeglichkeit einer Verlaengerung um weitere 3 Jahre) mit einer Arbeitszeit von 38 1/2 WoSTd, Verguetung nach Besoldungsgruppe C1, zu besetzen.
Taetigkeiten:
Lehrtaetigkeit am Institut fuer Niederlaendische Philologie im Umfang von 4 SWS in den Bereichen niederlaendische Literaturwissenschaft (unter besonderer Beruecksichtigung der Periode vom 16. bis zum 19. Jahrhundert) und Landeskunde der Niederlande und Flanderns; Mitwirkung in der Forschung der historischen niederlaendischen Literaturwissenschaft; eigenstaendige Forschungsarbeit im Bereich der niederlaendischen Literaturwissenschaft zum Zwecke der Habilitation; Betreuung von Studierenden; Verwaltungsaufgaben und Betreuung der literaturwissenschaftlichen Bibliothek.
Geforderte Qualifikationen:
Promotion auf dem Gebiet der niederlaendischen und allgemeinen Literaturwissenschaft; moeglichst Lehrerfahrung im Niederlaendischunterricht im Ausland.
Wenn keine promovierten Bewerber zur Verfuegung stehen, kann die Stelle mit einer wissenschaftlichen Mitarbeiterin/einem wissenschaftlichen Mitarbeiter (Verguetung nach BAT 2a) besetzt werden. Die Bewerberin/der Bewerber sollte in diesem Fall anstelle der Promotion ein Hauptfachstudium der Niederlandistik mit Schwerpunkt Literaturwissenschaft und eine Magister- bzw. Staatsexamensarbeit im Bereich der historischen niederlaendischen Literaturwissenschaft vorweisen koennen.
Schwerbehinderte werden bei gleicher Qualifikation bevorzugt eingestellt. Die Westfaelische Wilhelms-Universitaet will eine Erhoehung des Frauenanteils erreichen und fordert deshalb besonders Frauen auf, sich zu bewerben.
Bewerbungen sind mit den erforderlichen Unterlagen bis zum 15.1.2001 zu richten an die Westfaelische Wilhelms-Universitaet Muenster, Institut fuer Niederlaendische Philologie, Alter Steinweg 6/7, 48143 Muenster.
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 22 Dec 2000 11:21:43 +0100
From: Marja Kristel <ivnnl@wxs.nl>
Subject: Vac: 0012.31: Vooraankondiging vacatures voor een 'ma^itre de conf'erences' en een hoogleraar letterkunde bij de vakgroep Nederlands aan de Sorbonne-Paris IV
=================================
Vooraankondiging vacatures Parijs
=================================
Naar verwachting zal bij de vakgroep Nederlands aan de Sorbonne-Paris IV per 1 september 2002 een post voor een “ma^itre de conf’erences” vrijkomen (I) en per 1 september 2003 een hoogleraarspost (II). Daar de eisen waaraan de kandidaten moeten voldoen om te kunnen solliciteren, voorbereiding vragen, menen wij er goed aan te doen de neerlandistiek nu op de hoogte te brengen.
Het “D’epartement d’Etudes N’eerlandaises” (twee hoogleraren, ‘e’en voor taalkunde, ‘e’en voor letterkunde; daarnaast zes medewerkers) staat voor de hoofd- en bijvakstudie Nederlands binnen de subfaculteit Germaanse talen.
De vakgroep is in ontwikkeling; zij doet behalve aan taal- en letterkunde en civilisation, aan didactiek van het Nederlands als vreemde taal.
De Franse sollicitatieprocedure moge ingewikkeld zijn, in het dagelijks leven kennen wij nog de oude academische vrijheid die veel ruimte laat voor onderzoek.
I. Post van “Ma^itre de conf’erences”
Het gaat om een plaats voor onderwijs en onderzoek voor het vak “civilisation” van Nederland en Vlaanderen. De gedachten gaan uit naar een historicus of een literatuurhistoricus met brede onderwijservaring. De kandidaat moet gepromoveerd zijn, een behoorlijk aantal publicaties op zijn naam hebben, in het Frans college kunnen geven, in teamverband kunnen werken, en een plaats hebben verworven op de “liste de qualification”.
De aanvraag voor een plaats op deze “lijst” moet v’o’or de zomer van 2001 worden ingediend; een sectie van de (landelijke) “Conseil national des universit’es” weegt het dossier. De uitslag volgt in het najaar 2001. Wie door een sectie van de CNU is aanvaard, kan solliciteren. De publicatie van de post wordt verwacht in januari/februari 2002. De selectie vindt plaats in het voorjaar, de beslissing wordt in juni 2002 bekendgemaakt.
Voor nadere inlichtingen over deze post kunt u bellen met prof. dr. Hanna Stouten, tel. 31.70.326.44.39.
II. Hoogleraarspost
Het gaat om een opvolger voor de huidige hoogleraar letterkunde. Deze heeft onder zijn verantwoording het onderwijs en onderzoek letterkunde en “civilisation”; beide gebieden bestrijken voor zowel Vlaanderen als Nederland de periode van Middeleeuwen tot en met Moderne Tijd. De gedachten gaan daarom uit naar een neerlandicus-letterkundige, bij voorkeur naar een specialist historische letterkunde of naar een letterkundige met een sterke component geschiedenis in zijn of haar vorming.
Naar de post kunnen solliciteren doctores die
a. zijn gehabiliteerd, d.w.z. de “Habilitation ‘a diriger des recherches” (HDR) bezitten. Zie onder “Habilitation”,
‘en
b. een plaats hebben verworven op de “Liste de qualification”. Zie aldaar.
Habilitation
Middels de HDR bewijst de kandidaat onderzoek te kunnen begeleiden; hij moet daartoe het dossier van zijn eigen onderzoek presenteren. Het dossier dient naast de bestaande publicaties en het proefschrift te bevatten:
- een met het oog op de habilitatie geschreven synthese van het onderzoek (omvang 80-150 pp.) en
- afhankelijk van de omvang van de bestaande publicaties, een “ouvrage original”, een nieuw boek (200-300 pp.). Wanneer een kandidaat meer dan 40 wetenschappelijke publicaties heeft, is in het algemeen een nieuw boek niet nodig.
De verdediging van het habilitatiedossier moet v’o’or de zomer van 2002 hebben plaatsgevonden.
Liste de qualification
De aanvraag voor een plaats op deze lijst kan pas worden ingediend nadat de “habilitation” is verworven; in het onderhavige geval ligt de uiterlijke datum van indienen v’o’or de zomer van 2002. Een sectie van de (landelijke) “Conseil National des Univerit’es” weegt het dossier. De uitslag volgt in het najaar. Wie door een sectie van de CNU is aanvaard, kan solliciteren.
Publicatie van de post wordt verwacht in januari/februari 2003; de selectie vindt plaats in het voorjaar, de beslissing wordt in juni 2003 bekendgemaakt.
Ter overweging
Doctores die veel publicaties hebben en/of ver zijn met een nieuw boek, kunnen dus hun maatregelen nemen.
Voor nadere inlichtingen over deze post kunt U mailen met prof. dr. Jan Pekelder (e-mail: pekelder@libertysurf.fr) of bellen met prof. dr. Hanna Stouten (31.70.326.44.39).
Info ook op: http://www.education.gouv.fr
Marja Kristel
IVN, Raadhuisstraat 1, 2481 BE Woubrugge, Nederland
tel. +31-(0)172-518.243
fax +31-(0)172-519.925
website: http://www.wxs.nl/~ivnnl
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 14 Dec 2000 09:21:33
From: Helmer Strik <strik@let.kun.nl>
Subject: Vac: 0012.32: Vacature voor een onderzoeker bij de afdeling Taal en Spraak op de KU Nijmegen (deadline: wo 3 januari 2001)
=================
Vacature Nijmegen
=================
Job opening:
VACANCY AT THE DEPT. OF LANGUAGE & SPEECH, UNIV. OF NIJMEGEN
The Dept. of Language & Speech offers a two-year position for research on ASR (Automatic Speech Recognition) within the European project MUMIS.
- Project title:
MUMIS: Multimedia Indexing and Searching Environment - Project description:
MUMIS will develop base technology, demonstrated within a laboratory prototype, to support automated multimedia indexing and to facilitate search and retrieval from multimedia databases in specific domains. The project will demonstrate that innovative technology components can operate on multilingual, multisource, and multimodal information and create a meaningful and queryable database with video content from the soccer domain. - Data of the MUMIS project:
Starting date: 1 July 2001
Duration: 30 months
The candidate should (preferably) start as soon as possible. The main task of the candidate will be to develop the automatic speech recognition (ASR) software for extracting text elements from audio files and video soundtracks; for Dutch, English and German.
- Required skills:
. experience in ASR technology
. ability to work as part of a team - Desired skills:
. Perl and UNIX
. MA Speech Science or Computer Science
Additional information on this vacancy and MUMIS can be found at http://lands.let.kun.nl/TSpublic/MUMIS
Additional information on the research activities carried out at the Dept. of Language & Speech can be found at http://lands.let.kun.nl/
. – . – . – . – . – . – . – . – . – . – . – . – . – . – . – . – . –
Information/Application:
Interested parties who (at least partially) fulfill the qualifications stated above should send the following information (preferably by e-mail) before 3 Jan. 2001:
- name and affiliation
- a short paragraph describing your qualifications
- list of publications and prior work
- contact details of references
- pointers to web sites or other relevant resources
to
prof. dr. L. Boves
Boves@let.kun.nl
Tel. +31-(0)24-3612902
http://lands.let.kun.nl/staff/boves.en.html
or
dr. H. Strik
Strik@let.kun.nl
Tel. +31-(0)24-3616104
http://zap.to/helmer
postal address:
A2RT, Dept. of Language and Speech,
University of Nijmegen
P.O. Box 9103,
6500 HD Nijmegen,
The Netherlands.
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 12 Dec 2000 16:51:24 +0100
From: Melanie Elst <melst@contact-bv.nl>
Subject: Lit: 0012.33: Nieuwe heruitgave: Dr. C.A. Backer. Verklarend woordenboek van wetenschappelijke plantennamen. Het Taalfonds. Deel 2 serie Heruitgaven onder redactie van N. van der Sijs. (Amsterdam/ Antwerpen, 2000.)
======================
Heruitgave Backer 1936
======================
Dr. C.A. Backer. Verklarend woordenboek van wetenschappelijke plantennamen. Met een inleiding door J.F. Veldkamp. Het Taalfonds. Deel 2 van de serie heruitgaven onder redactie van Nicoline van der Sijs. (Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen, 2000). Paperback. ISBN 9025495354. 664 + xxviii blz. Prijs: NLG 89,90 / BEF 1795.
Zojuist is bij het Taalfonds van uitgeverij Veen een heruitgave verschenen van dr. C.A. Backer, ‘Verklarend woordenboek van wetenschappelijke plantennamen’.
Dr. C.A. Backer, voormalig onderwijzer en nestor van de Indonesische botanie, publiceerde dit woordenboek van wetenschappelijke geslachts- en soortnamen in 1936. In dit unieke naslagwerk wordt voor ongeveer 22.500 namen van Nederlandse en Indonesische bloemplanten en varens de betekenis, afleiding, en uitspraak gegeven. Nationaal en internationaal is er grote vraag naar dit naslagwerk, want in geen enkele taal is een zo uitgebreid en grondig algemeen overzicht verschenen. Voor iedereen die met planten te maken heeft, hetzij voor hobby, hetzij voor beroep is ‘Backer’ een onmisbaar naslagwerk. Niet alleen wordt hier de gezochte informatie gegeven, het boek is bovendien doorweven met de veelzijdige kennis en droge humor van de auteur. Veel planten zijn naar ontdekkers, kwekers, politici en mythologische figuren vernoemd: Backer geeft van ca. 2700 van hen beknopte biografieen, wat een extra aspect aan deze encyclopedie geeft. De heruitgave wordt voorafgegaan door een inleiding over leven en werk van C.A. Backer door J.F. Veldkamp.
Deze heruitgave is deel 2 in de serie heruitgaven die onder redactie van Nicoline van der Sijs verschijnen. Als deel 1 verscheen in 1999: ‘Het versierde woord. De Epitheta of woordcombinaties van Anthoni Smyters uit 1620’, hertaald door Nicoline van der Sijs (paperback, 240 pagina’s, ISBN: 9025498337, prijs: NLG 49,90 / BEF 995). In dit boek geeft Smyters bij een kleine 3000 zelfstandige naamwoorden aan met welke woorden deze verbonden of ‘versierd’ kunnen worden. Daarnaast geeft hij synoniemen van trefwoorden en korte verklaringen bij sommige moeilijke namen en woorden. Dit woordenboek geeft ons, door de opname van gewone dagelijkse woorden, een verrassend kijkje in de zeventiende-eeuwse samenleving. Slechts in kleine kring is bekend wat een rijke taalkundige en historische bron dit werk is.
Voor meer informatie: Uitgeverij L.J. Veen, afdeling publiciteit,
+31-(0)20-5249.844; zie ook website http://www.boekenwereld.com/
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 21 Dec 2000 18:50:42 +0100
From: Veronique De Tier <veronique.detier@rug.ac.be>
Subject: Sym: 0012.34: Zesde Nederlandse Dialectendag rond thema 'Dialect en familienamen' op za 17 maart 2001 in Alden Biesen (bij Bilzen in Belgie)
===============================================
Zesde Nederlandse Dialectendag op 17 maart 2001 Landcommanderij Alden Biesen (Bilzen)
===============================================
De Stichting Nederlandse Dialecten wordt nog meer de Vlaams-Nederlandse dialectorganisatie die ze vanaf het begin al is: de tweejaarlijkse Dialectendag komt voor het eerst naar Vlaanderen! Op 17 maart 2001 kunnen liefhebbers van de dialecten uit het Nederlandse taalgebied terecht in de historische gebouwen van de landcommanderij Alden Biesen in Bilzen (Belgisch Limburg). Het thema van deze dag is DIALECT EN FAMILIENAMEN.
Net als op de vijf voorgaande edities in Nederland (Den Bosch en Zwolle) is het programma breed georienteerd met toegankelijke en informatieve ochtendlezingen en werkwinkels, caf’e-chantant, boekenmarkt en rondleidingen in de middaguren.
Klinkt het huidige dialect nog door in de officiele familienamen? In het zesde Dialectenboek, dat op deze dag gepresenteerd wordt, laten diverse auteurs zien dat over dit thema vanuit alle streken van het Nederlandse taalgebied veel bijzonders te vertellen valt.
Ochtendprogramma
09.30 – 10.00 Ontvangst met koffie
10.00 – 10.15 Opening door de heer Johan Sauwens, Vlaams minister van o.m. binnenlandse aangelegenheden
10.15 – 11.00 Toponiemen in familienamen
Prof. dr. M. Devos (Universiteit Gent) over namen voor landschappelijke verschijnselen
(cultuur- en natuurland, bossen en waters) die in familienamen terugkeren
11.00 – 11.30 Mijn naam is Hes
Henny Stoel (presentatrice van het NOS-journaal)
over misjpogologie, over namen om bij in slaap te vallen, en over de problemen bij spelling en uitspraak van namen in het journaal
11.30 – 12.00 Dialect, de taal van het thuisland
Jan Wauters (bekendste sportstem van Vlaanderen)
12.00 – 12.20 De verspreiding van de familienamen in Belgie en Nederland
Dr. A. Marynissen (Universiteit Keulen)
over het computerprogramma voor de verspreiding van de familienamen in Belgie en Nederland
12.20 – 12.30 Presentatie zesde dialectenboek en aanbieding van het eerste exemplaar aan Vlaams minister Johan Sauwens
12.30 – 13.45 Lunch (soep, belegde broodjes, koffie/thee)
Middagprogramma (14.00 – 16.30 uur)
- Werkwinkels
Alle werkwinkels duren ongeveer 30 minuten en worden twee keer aangeboden (om 14.15 en 15.00 uur). Vooraf inschrijven is noodzakelijk. Er is maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar.
Na de werkwinkels is er gelegenheid om de werkwinkelleiders vragen voor te leggen.
- Cultureel erfgoed
Hilde Schoefs (Vlaams Centrum voor Volkscultuur, Brussel)
In het kader van haar licentiaatsverhandeling (KULeuven 1996) over cultureel erfgoed in het Zuid-Limburgse Riemst werkte Hilde Schoefs vanuit een interdisciplinair perspectief rond orale en materiele cultuur waarbij dialecten, familienamen en familiegeschiedenissen een niet onbelangrijke rol speelden. Naast een toelichting bij de (initiele) opzet en de resultaten van haar verhandeling, zal zij in deze werkwinkel concreet ingaan op vragen van praktische en methodologische aard die zich stellen bij het voeren van een interdisciplinair onderzoek naar (vormen van) cultureel erfgoed in overwegend dialectsprekende gemeenschappen. - De oorsprong van onze namenvoorraad
Doreen Gerritzen (Meertens Instituut, Amsterdam)
Een belangrijke bron van familienamen vormen mannelijke voornamen. In deze werkwinkel wordt een overzicht gegeven van de oorsprong en ontwikkeling van deze voornamen. Belangrijk voor de oorsprong zijn de late Middeleeuwen. Toen raakte het Germaanse naamgevingssysteem, met namen als Amelrik en Hildebrand, deels verdrongen door christelijke namen als Johannes en Petrus. Door vernoeming naar familieleden hebben deze namen zich tot in deze eeuw kunnen handhaven. Deze traditionele naamgeving wordt beschreven aan de hand van een steekproef met voornamen uit de volkstelling van 1947. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan regionale verscheidenheid en de verschillen tussen katholieken en protestanten. - Een digitale woordatlas van de zuidelijk-Nederlandse dialecten
Jacques Van Keymeulen (Universiteit Gent)
In deze werkwinkel wordt aan de hand van de zuidelijk-Nederlandse dialectbenamingen voor een tiental dieren getoond hoe dankzij de computer illustraties en informatie over een dier gekoppeld kunnen worden aan een woordenboekartikel met de dialectwoorden, een woordkaart met de verspreiding ervan, geluidsfragmenten in dialect, en uitleg over de herkomst van de woorden. - Naamkunde en genealogie
Johan Roelstraete (Vlaamse Vereniging voor Familiekunde)
Naamkundigen en genealogen hebben elkaar nodig. Sommige naamsveranderingen kunnen immers alleen via genealogische weg bewezen worden. Herinterpretatie en pure vergissingen van scribenten of pastoors spelen b.v. een belangrijke rol. De genealoog kan helpen om de bakermat vast te leggen van bepaalde familienamen of, omgekeerd, de latere verspreiding en de vele varianten van een familienaam te achterhalen. Na de Franse tijd werd veel meer door de wet geregeld. Hoe zit het vanaf die tijd met verkeerde opgaven bij de Burgerlijke Stand? En wat heeft de wetgever nu in petto voor de toekomst?
- Infomarkt
In de Tiendeschuur stellen diverse heemkundekringen en dialectverenigingen uit heel het Nederlandse taalgebied hun activiteiten en publicaties voor. En ook als u wilt weten waar uw eigen familienaam in Nederland of Vlaanderen voorkomt, kunt u hier terecht. Vindt u dat uw vereniging niet op deze infomarkt mag ontbreken, neem dan gerust contact op met een van de organisatoren. - Caf’e-chantant
Tijdens het middagprogramma kunt u ook even rustig gaan zitten en genieten van volks- en streektaalmuziek. In de foyer brengen de volksmuzikanten Rosita en Herman Dewit (bekend van ’t Kliekske) en de muziekgroep Ramsj uit Kerkrade u afwisselend hun repertoire. - Rondleidingen
Onder leiding van een gids kunt u de historische gebouwen van de landcommanderij Alden Biesen bezoeken. Een rondleiding duurt ongeveer twee uur. Er zijn twee rondleidingen: om 14.00 u en om 15.45 u. Inschrijving vooraf is verplicht. U betaalt hiervoor BEF 150 BEF/ NLG 8 per persoon. - Verblijfsaccommodatie
Wilt u meer weten over verblijfsaccommodatie en toeristische uitstappen in Bilzen of omgeving, dan kunt u contact opnemen met VVV Bilzen (tel. +32-(0)89-51.56.54). Voor toeristische informatie kunt u ook terecht op http://www.toerisme-limburg.be.
De Nederlandse dialectendag wordt georganiseerd door de Stichting Nederlandse Dialecten in samenwerking met het Vlaams Centrum voor Volkscultuur vzw.
Inschrijvingsformulier
U kunt zich inschrijven voor de zesde Dialectendag door onderstaande bon in te vullen en naar ‘e’en van de vermelde adressen te mailen of per post te versturen. Op deze adressen kunt u ook terecht voor meer informatie.
U krijgt na inschrijving bericht over betaling, locatie, programma, reisroute e.d. Na overschrijving van het verschuldigde bedrag is de inschrijving definitief en ontvangt u op 17 maart bij aankomst aan de ontvangstbalie alle informatie en de bonnen waarmee u het bestelde in ontvangst kunt nemen.
Naam: ................................................... Adres: ................................................... Postcode: ........ Woonplaats ........................... Telefoonnr. .............................................. E-mail: .................................................. schrijft met .... perso(o)n(en) in voor de Dialectendag op 17 maart 2001 en wenst met .... pers. deel te nemen aan de lunch (BEF 500 / NLG 25.00 pp.) .... exemplaren van het dialectenboek 6 a BEF 300 / NLG 15.00 (winkelprijs BEF 500 / NLG 25.00) met .... pers. deel te nemen aan de rondleiding (BEF 150 / NLG 8 pp) 0 om 14.00 u 0 om 15.45 u zich in te schrijven voor de volgende werkwinkels (max. 2) 0 Cultureel erfgoed 0 De oorsprong van onze namenvoorraad 0 De digitale woordatlas van de zuidelijk-Nederlandse dialecten 0 Naamkunde en genealogie
Terugsturen naar:
VCV – Gallaitstraat 76/2, 1030 Brussel – +32-(0)2-243.17.39 – info@vcv.be
SND – Vakgr. Nederlandse Taalkunde (Univ. Gent) – V. De Tier, Blandijnberg 2, 9000 Gent – +32-(0)9-264.40.79 – veronique.detier@rug.ac.be
SND – Gen. Gavinstraat 344, 6562 MR Groesbeek, Nederland – +31-(0)24-361.59.98
(14)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Fri, 22 Dec 2000 13:17:45 +0100
From: LOT <lot@let.uu.nl>
Subject: Sym: 0012.35: LOT Linguistics Summer School van ma 9 tot vr 20 juli 2001 te Utrecht
=================
LOT Summer School
=================
From 9-20 July 2001 the Netherlands Graduate School of Linguistics (LOT) in cooperation with the North West Centre for Linguistics (NWCL) at the Universities of Bangor, Lancaster, Liverpool, Manchester, Salford and UMIST & Edge Hill College, is organizing a
LINGUISTICS SUMMER SCHOOL
in UTRECHT, The Netherlands
TOPICS:
The Summer School will offer about 24 courses in different linguistic fields, ranging from Phonetics to Formal Semantics, from Psycholinguistics to Typology.
TEACHERS (preliminary):
Sergey Avrutin (Utrecht), Harald Baayen (MPI Nijmegen), Huub van den Bergh (Utrecht), Diane Blakemore (Salford), Paul Bennet (UMIST), Peter Cole (Delaware), Nigel Duffield (McGill/MPI Nijmegen), Sam Epstein (Michigan), Janet Fodor (CUNY), Anastasia Giannakidou (Groningen), Ken Hale (MIT), David Lightfoot (Maryland/Reading), Matsuo (MPI Nijmegen), Tony McEnery (Lancaster), David Poeppel (Maryland), Neil Smith (UCL), Andrew Spencer (Essex), Hans van de Velde (Bruxelles/Nijmegen), and others…
REGISTRATION/LODGING:
Registration fee is NLG 400 per week. We expect to be able to offer student housing for NLG 250-300 per week. Students/faculty who are residents of an Eastern European country can apply for a grant with LOT (LOT@let.uu.nl)
FOR MORE INFORMATION:
The school will have its own web-site which will be launched by the end of January. In the meantime, if you have questions, write/mail tot:
LOT, Netherlands Graduate School of Linguistics
Trans 10, NL-3512 JK Utrecht
phone: +31-(0)30-2536006 / fax: +31-(0)3002536000
lot@let.uu.nl
http://wwwlot.let.uu.nl/scholen.html
(15)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 12 Dec 2000 17:02:39 -0000
From: Rita Temmerman <rita.temmerman@ehb.be>
Subject: Sym: 0012.36: Colloquium 'Focus on the Language Industry: Trends in Special Language and Language Technology' op do 29 en vr 30 maart 2001 te Brussel
==================================================
Trends in Special Language and Language Technology
==================================================
*------------------------------------------* | | | Focus on the Language Industry: | | | | International Colloquium on Trends in | | Special Language and Language Technology | | | | Brussels, 29 & 30 March 2001 | | | | | | --------------------------- | | Sponsored by | | Erasmushogeschool Brussels, | | De Nederlandse Taalunie and | | Vrije Universiteit Brussel | | | *------------------------------------------*
Topics:
- Trends in Special Language
. text, data and knowledge management
. corpora
. information retrieval
. terminology management - Trends in Language Technology
. internet challenges
. computer translation and translation memory tools
. localisation technology
. controlled writing tools
. speech technology - Academic corporate collaboration
- Language Technology and Life Long Learning
Venue:
- Flemish Parliament, Brussels, Belgium
- Registration is open now.
- Special rates for participants enrolling before 16 February 2001.
Programme:
- Invited keynote speakers
- Topic speakers: language technology professionals
- Tool and technology Exhibition
- The programme is available on the web: http://ttk.ehb.be/ (on-line registration is possible)
Further information:
dr. Rita Temmerman
Coordinator Centrum voor Vaktaal en Communicatie (CVC)
Applied Linguistics
Erasmushogeschool
Trierstraat 84
B-1040 Brussels
(16)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Sat, 23 Dec 2000 11:17:03 +0100
From: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl>
Subject: Col: 0012.37: Linguistisch Miniatuurtje LXXIII: Achtergebleven Onderwerpen?
=================================
Linguistisch Miniatuurtje LXXIII:
Achtergebleven Onderwerpen?
=================================
Het moet al meer dan een jaar geleden zijn -ik vond het in een oude aantekening- dat ik ’s avonds langs een sportprogramma zapte waar de Brabantse tennisster Mirjam Oremans geinterviewd werd tijdens een avondje stappen in Den Bosch. In een cafe binnenkomend merkte zij terloops op: “Leuke kroeg dit trouwens”. Gave uiting, ‘e’en intonatiegroep, geen komma’s of haperingen. Ongemarkeerde taaluiting.
Wel een gekke woordvolgorde dat overigens. Bij nader inzien vind ik bijna alles aan deze uiting problematisch: het predikaatsnomen staat voorop, maar het is ontdaan van een bij normale volgorde verplicht lidwoord (niet “dit is leuke kroeg”, maar “dit is een leuke kroeg”). Na het pronominale onderwerp staat een soort after thought (“trouwens”), die zonder komma-intonatie wordt uitgesproken. En ten slotte is het subject verplicht “dit” of “dat”, en nooit “het”. Wat is dat voor een rare constructie?
Een voor de hand liggende analyse is dat het hier een vooropplaatsing van het predikaat betreft (“Leuke kroeg is dit”), met weggelaten persoonsvorm. Het lidwoordloze predikaatsnomen lijkt hierop te wijzen. Maar we kunnen de uiting -enigszins geforceerd- uitbreiden tot “altijd een leuke kroeg geweest dit trouwens”, die ongetwijfeld van dezelfde soort is. Maar hieruit blijkt dat het onderwerp helemaal achter de werkwoordelijke groep staat, op een plaats waar het in normale zinnen nooit voorkomt.
Zinnen met een achteropstaand lijdend voorwerp, zoals “leg neer die bal” zijn in de generatieve literatuur wel eens besproken, bijvoorbeeld door Marcel Den Dikken. Die ontleende, in goede minimalistische traditie, onmiddellijk aan deze constructie een argument voor een onderliggende SVO-volgorde. Het object zou hier bij uitzondering zijn blijven staan op zijn basispositie.
Overigens nam Den Dikken wel nog een operator movement aan om parasitaire-gapzinnen te verklaren als “Leg nooit zonder op te pompen weg die bal”. Enfin, leest u het maar eens na in de bundel Language and Cognition uit 1992.
Het achteropstaand subject lijkt van hetzelfde laken een pak. Toch zijn er bij nadere beschouwing wel wat complicerende factoren. Zo zijn er volgens mij ten minste twee verschillende constructies: ‘e’en met een achteropstaand pronomen ‘jij’, dat gereserveerd is voor imperatieven en exclamatieven: “Leg neer die bal jij”, of “mooi gezongen dat lied jij!”. Dat is trouwens niet altijd een vocatief, zoals op het eerste gezicht lijkt (“goed gedaan dat zoontje van jou!”). Vervelend voor minimalisten is dat object en subject nu in een onverwachte volgorde optreden. Het is duidelijk dat niet beide zinsdelen op hun basispositie staan (tenzij we uitgaan van onderliggende OS-volgorde). Ze kunnen dus niet allebei zijn “achtergebleven” terwijl de hele rest van de zin naar voren geplaatst is.
Een andere constructie is gereserveerd voor exclamatieve constructies met vooropstaand object of predikaatsnomen, en weggelaten persoonsvorm van ‘hebben’ of ‘zijn’: “een spieren die vent!”, “een heel gewicht zo’n walvis”, of zelfs “een hoop mensen gelukkig gemaakt met dure kado’s die Sinterklaas!” Bij al die constructies kun je een exclamatief ‘wat’ toevoegen.
Vreemd genoeg zijn de beperkingen op het achteropstaande subject in deze laatste constructie identiek aan die voor het achteropstaande object bij imperatieven: het moet deiktisch gemarkeerd zijn, met ‘dit’, ‘dat’ of ‘zo’n’. De zin kan wel verder gecompleteerd worden met persoonsvorm en pronominaal subject, maar dan krijg je onmiddellijk een komma-intonatie, waardoor het achteropstaande subject het karakter van een after thought krijgt: “wat heeft hij een spieren, die vent!” of “dat is een heel gewicht, zo’n walvis!”. Net zo bij “Leg ‘m eens neer, die bal!”. Het lijkt erop dat er in dat geval sprake is van een echte herhalende constructie, waarbij het achteropstaande subject of object in after-thoughtpositie staat.
Den Dikken observeerde de mogelijkheid tot een parasitair gat bij het achteropstaande object. Dat kan ik ook. Dat wil zeggen, ik kan het met een cross-overeffect op een beknopte bijzin met PRO. Zie het voorbeeld “Er is een baby, na in de baarmoeder te zijn geopereerd, toch nog vlot geboren”. Beetje geforceerd maar dat zijn die pg-zinnen ook allemaal. Neem even aan dat hij correct is. Apprecieer in elk geval het verschil met “Er is, na in de baarmoeder te zijn geopereerd, een baby toch nog vlot geboren”, die gewoon fout is. En vergelijk die twee nu met “Na in de baarmoeder te zijn geopereerd toch nog vlot geboren die baby!”. Lijkt meer op de eerste variant, niet? Dus moet er een cross over hebben plaatsgevonden van een element dat op z’n minst anaforisch verbonden is met het subject. Met andere woorden, ofwel er moet, net als in Den Dikkens analyse, een operator over de bijzin heengegaan zijn, ofwel het subject zelf moet via een soort “jojo-movement” eerst naar voren, en dan naar achteren geplaatst zijn.
Die operatorverplaatsingsanalyse is natuurlijk problematisch als je beide vormen kunt combineren: de al eerder genoemde gevallen als “Leg neer die bal jij!”. Helaas (gelukkig?) is het cross-overeffect hier lastiger aan te tonen vanwege het feit dat in dit geval het subject altijd tweede persoon is. Maar is dat wel zo? Laten we eens kijken naar de volgende zin: “ik zag zonder je te haasten jou de kadootjes inpakken”. Foute zin nietwaar? Nu “ik zag jou zonder je te haasten de kadootjes inpakken”. Die is goed. De PRO in de vrije adverbiale bijzin kan alleen gebonden worden als het antecedent v’o’or de bijzin staat. Welnu, hoe doen we dan: “Leg zonder je te haasten neer die bal jij!”. Moet nu niet dat antecedent in onzichtbare vorm v’o’or de bijzin aanwezig zijn?
Iemand zou eens serieus moeten kijken naar die constructies met achteropstaande subjecten, en zeker in combinatie met achteropstaande objecten. Wat zijn dat voor constructies? Wat vertellen ze ons over de structuur van gewone zinnen? Vormen ze inderdaad weer eens een aanwijzing dat de gekste zinnen ons de meeste informatie over de gewoonste gevallen geven?
Peter-Arno Coppen
(17)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 21 Dec 2000 17:24:53 +0100
From: Marc van Oostendorp <marc.van.oostendorp@meertens.knaw.nl>
Subject: Col: 0012.38: Column Marc van Oostendorp: NederNed, no. 36: Neerlandistische tijdschriften op Internet: 2001 en daarna
==========================================================
NederNed, no. 36:
Neerlandistische tijdschriften op Internet: 2001 en daarna
==========================================================
Hoe staat het ervoor met de neerlandistiek op Internet? Het gaat volgens mij de goede kant op. Een handjevol pioniers klaagt al jaren dat het allemaal veel te traag gaat, maar langzaam begint er toch schot in te komen. Er is een heus centrum voor tekstedities, de DBNL, er is het onvolprezen Neder-L, en er zijn her en der toch al aardig wat onderzoeksgroepen die op zijn minst minimale informatie geven over hun eigen werk. Zoals het er nu uitziet is Neder-L over een jaar eindelijk niet meer het enige neerlandistische tijdschrift op Internet. Als alles goed gaat, komen er volgend voorjaar minstens drie bladen bij, die zich exclusief op het Internet richten:
- Neerlandistiek.nl: een wetenschappelijk tijdschrift met langere wetenschappelijke en gereviewde artikelen onder redactie van vijf neerlandici (Bregje Holleman, Matthias Huening, Johan Koppenol, Marc van Oostendorp, Thomas Vaessens) van verschillende disciplines en onder technisch beheer van het NIWI.
- Vliegende Bladen: een tijdschrift met zeer korte beschouwingen en observaties over taalkundige en letterkundige artikelen — het soort stukjes dat in de taalkunde ‘squibs’ genoemd pleegt te worden. Dit tijdschrift zal vanaf dit voorjaar maandelijks moeten verschijnen, maakt deel uit van de Digitale Biblotheek van de Nederlandse Letteren en zal onder redactie staan van onder andere Ren’e van Stipriaan.
- Taalschrift: de elektronische versie van het journalistieke magazine van de Taalunie zal (mogelijk onder een andere naam) ook dit voorjaar van start gaan. Hierin zullen vooral langere journalistieke stukken worden gepubliceerd.
De verschillende tijdschriften hebben precies verschillende doelstellingen. Bij elkaar (en in combinatie met enige bestaande websites voor het grote publiek, zoals http://www.onzetaal.nl/) kunnen ze de kern gaan vormen voor een nieuwe informatieinfrastructuur voor het hele vak — een infrastructuur die gebaseerd is op het Internet. Neder-L vormt van deze infrastructuur overigens de spil: het is het informatieblad, de snelste vorm van informatieverstrekking, die hopelijk ook steeds meer boeksignalementen en congresbesprekingen zal plaatsen en die bijvoorbeeld de lezers precies op de hoogte kan stellen van wat er in de bladen allemaal gebeurt. Een beetje neerlandicus leest Neder-L en maakt op basis daarvan zijn keuze uit de andere tijdschriften.
Het is geloof ik ook niet de bedoeling van deze drie nieuwe initiatieven om te concurreren met de bestaande tijdschriften. De redacties van al deze tijdschriften zijn nog huiverig voor Internetpublicatie, maar als ze over deze angst heen zijn, zijn ze van harte welkom om met hun elektronische zusters te praten. Wij, en waarschijnlijk ook de andere redacties, zullen ze graag voorzien van alle technische adviezen om ook elektronisch te gaan publiceren. Ik ben pas tevreden als Nederlandse Taalkunde, Nederlandse Letterkunde, TNTL, Madoc, Taal en Tongval, en al die andere bladen ook elektronisch raadpleegbaar zijn, en als ze allemaal tegelijkertijd kunnen worden doorzocht in ‘e’en groot digitaal elektronisch archief.
Zelfs dan zijn we overigens nog niet klaar. De ideale wetenschappelijke infrastructuur voor het vak ziet er volgens mij veel eerder als volgt uit. Er is een grote centrale database waar iedereen die dat wil al zijn artikelen en boeken in een eenvoudige digitale vorm kan aanbieden (laten we voor het gemak zeggen: Word-bestanden met een minimale hoeveelheid opmaakcodes). Alle materiaal wordt in die grote database opgenomen. Er is geen enkele redactionele controle, wat betekent ook dat alles te vinden is, ook onzin en onbetrouwbare gegevens. Auteurs kunnen nieuwe versies van hun artikelen maken, maar bij grote revisies blijft de oude versie ook gearchiveerd.
Een mens kan niet alles lezen, een mens heeft behoefte aan een zeef die de goede van de minder goede artikels scheidt, en daarom blijven de tijdschriftredacties ook bestaan. Auteurs bieden hun werk nog steeds bij die redacties aan, althans, ze maken hen erop attent dat ze een artikel aan de database hebben toegevoegd. De redacties behandelen zo’n artikel vervolgens op de manier die hen goeddunkt: ze laten hem beoordelen door proeflezers, ze stellen wijzigingen voor, enzovoort. Pas als een artikel de vorm heeft die de redactie van het tijdschrift bevalt, verleent zo’n redactie haar goedkeuring aan het desbetreffende record in de database.
Tijdschriften kunnen vervolgens hun eigen webpagina inrichten waarin ze op gezette tijden lijsten publiceren met door hen goedgekeurde artikelen. Ze kunnen deze artikelen desgewenst ook op papier afdrukken, er een kaftje omheen doen, en deze naar hun abonnees sturen. Daarnaast blijven de artikelen ook in de database staan met een labeltje: goedgekeurd door de redactie van Nederlandse Letterkunde. Een artikel kan op deze manier ook door meerdere redacties worden goedgekeurd, en dus tot meerdere tijdschriften tegelijkertijd behoren.
Vooral voor de lezers van neerlandistische tijdschriften — en alle onderzoekers zijn natuurlijk ook lezers — biedt dit scenario grote voordelen. Als lezer kun je in de database zoeken op elk willekeurig onderwerp. Als dat onderwerp heel klein en specialistisch is, of als je alles over dat onderwerp wilt weten en daarbij het risico durft te nemen om onbetrouwbare informatie tegen te komen, kun je kiezen binnen de hele database. Wie bang is overspoeld te raken, of alleen de echt betrouwbare stukken wil zien, kan ervoor kiezen zijn zoekopdracht te laten filteren door de redactie van TNTL, of Taal en Tongval, of allebei deze tijdschriften.
Omdat alle informatie in deze database terechtkomt, heeft het weinig zin om dezelfde onderzoeksresultaten op verschillende manieren op te schrijven en deze aan verschillende tijdschriften aan te bieden. Auteurs kunnen en moeten zich er dus toe beperken die resultaten ‘e’en keer op te schrijven, maar dan wel zo duidelijk mogelijk. De hoeveelheid overbodige artikelen kan daarmee hopelijk iets worden ingedamd.
We zijn nog lang niet zover. De algemene database voor het hele vak is waarschijnlijk nog ver weg en wordt in deze vorm bijvoorbeeld nog door de redactie van geen enkel papieren of elektronisch tijdschrift nagestreefd. Uiteindelijk zou dat volgens mij wel zo moeten. Ik ben bereid eraan te werken.
Marc van Oostendorp
-Einde-------------------- Neder-L, no. 0012.b --------------------------
-Begin-------------------- Neder-L, no. 0012.c --------------------------
(18)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0012.39=-=
MOER, TIJDSCHRIFT VOOR HET ONDERWIJS IN HET NEDERLANDS, jaargang 32, nummer 4, oktober 2000. Themanummer over taalgericht vakonderwijs.
ISSN 0166-3755.
Door: Herman Giesbers, Bedrijfscommunicatie Letteren, KUN.
Nijmegen, 10 december 2000.
- Marianne Verhallen.
Van de ontdekdoos naar de zaakvaktekst. Taalzaakvakonderwijs: een win-winmodel voor het basisonderwijs. Blz. 126-134.
(Taal speelt een rol in alle vakken en in alle vakteksten in het basisonderwijs. Dat is niet problematisch, het biedt juist perspectieven, omdat taalontwikkeling voortdurend nieuwe impulsen kan krijgen in authentieke, betekenisvolle situaties. Groepswerk in de klas draagt bij aan taalontwikkelende interactie. Marianne Verhallen beschrijft de principes en instrumenten van geintegreerd taalzaakvakonderwijs met voorbeelden uit de praktijk van het vak natuuronderwijs.) - Koen van Gorp.
Geef uw leerlingen ‘de ruimte’! Op zoek naar geintegreerd onderwijs in de bovenbouw van de basisschool. Blz. 135-146.
(Koen van Gorp gaat op zoek naar de ruimte waar taal- en vakonderwijs elkaar vinden. Het is een zoektocht die vertrekt van taakgericht taalonderwijs en voortgezet wordt in taakgericht vakonderwijs, een zoektocht in de bovenbouw van de basisschool. Het vak wereldorientatie biedt hierbij goede perspectieven.) - Gertrud Lemmens.
Experimenteren met taalgerichte vaklessen. Blz. 146-157.
(Op verschillende Utrechtse basisscholen merken docenten dat het taalniveau van de leerlingen een andere werkwijze vereist in het zaakvakonderwijs dan die in de bestaande methoden gehanteerd wordt. Gertrud Lemmens beschrijft de ervaringen met experimenteel lesmateriaal dat voor deze scholen ontwikkeld werd en waarin vakdoelen en taaldoelen hand in hand gaan. Hierbij gaat zij ook in op de verschillende knelpunten bij de ontwikkeling van dergelijk materiaal.) - Yolande Timman.
Kijk en vergelijk, grijp en begrijp: beeldspraak als handvat. Het gebruik van metaforen in taal- en zaakvaklessen in relatie tot taalontwikkeling. Blz. 158-168.
(Metaforisch taalgebruik (‘het schip der woestijn’) wordt vaak beschouwd als bijzonder en abstract taalgebruik. Kinderen zouden er moeite mee hebben en geneigd zijn tot letterlijk interpreteren. Maar niet alle metaforen zijn ingewikkeld. Om die reden juist treft men in zaakvakteksten vaak zulke vergelijkingen aan. Sluit het taalgebruik in zaakvakteksten op dit punt aan op het taalbeheersingsniveau van de leerlingen? Yolande Timman geeft een eerste antwoord op deze vraag. Daarbij schetst ze ook enkele mogelijkheden die het werken met metaforen biedt voor zowel de taal- als de zaakvaklessen.) - Angeliek van der Zanden.
Taalgericht vakonderwijs in de eerste opvang. Blz. 168-175.
(Binnen de eerste opvang voor nieuwkomers en het leerwegondersteunend onderwijs (LWO) gebruiken vakdocenten doorgaans de methoden voor het reguliere onderwijs. Nieuwkomers, maar ook leerlingen in het LWO, hebben vaak niet het taalniveau en de voorkennis die in deze methoden verondersteld worden. Angeliek van der Zanden licht de werkwijze toe die in haar publicatie ‘Taal in vakonderwijs aan nieuwkomers’ wordt beschreven. Deze werkwijze kan door alle docenten binnen de eerste opvang gebruikt worden om hun vakmethoden toegankelijker te maken voor hun leerlingen.) - Ankie Bakker.
Naar een taalgerichte vakles. Experimenten in het leerwegondersteunend onderwijs. Blz. 176-184.
(Ankie Bakker beschrijft hoe docenten aan een Rotterdamse school werken met de tips uit de publicatie ‘Taal in vakonderwijs aan nieuwkomers’ -zie hierboven-, zodat ook leerlingen uit het leerwegondersteunend onderwijs de lesstof begrijpen.) - Els van der Veer.
Monocultuur en klimaatbeheersing. Blz. 184-193.
(Op een aantal scholen voor voortgezet onderwijs in Rotterdam werken vakdocenten aan een taalbewuste aanpak in hun eigen vak. Aan de hand van programma’s als ‘Lezen in alle vakken’ of ‘Woordbreker’ bekijken zij welke taalvaardigheden nodig zijn om de vakinhoud voor leerlingen toegankelijk te maken. Vervolgens wisselen de docenten ervaringen uit over de talige aspecten van hun vakteksten en zoeken zij naar effectieve lesideeen. Els van der Veer beschrijft ervaringen van docenten wiskunde, geschiedenis, biologie en Frans die meer aandacht geven aan het Nederlands als tweede taal in hun eigen vak.) - Simon Verhallen.
Taalbeleid in een V(S)O-school. Blz. 194-202.
(Ook aan het Voortgezet Speciaal Onderwijs -VSO- nemen steeds meer allochtone leerlingen deel. In twee scholen in de regio Arnhem-Nijmegen is een taalbeleidsproject uitgevoerd. Het gaat in dit project om twee didactische verbeteringen: een andere manier van omgaan met (vak)teksten en intensieve, systematische aandacht voor woordenschatuitbreiding. Met behulp van een lesplanformulier en daaraan gekoppelde scholing kregen de docenten een handvat voor praktisch taalbeleid.) - Marieke Veen.
‘Je leert heel snel met een spel’. Blz. 203-213.
(Kenmerken van gewervelde dieren leren via een vier-op-een-rijspel, kan dat? In het Rotterdamse voortgezet onderwijs wordt gewerkt met zogenaamde taalspellen om de leerstof te introduceren of te verwerken. Principe achter zo’n (vakgericht) taalspel is dat de leerlingen over de leerstof moeten praten en daardoor actief bezig zijn met de inhoud, terwijl ze tegelijkertijd werken aan hun taalvaardigheid. Marieke Veen ging kijken en interviewde leerlingen en een docente over de taalspellen.) - Regine Bots.
De pest komt in Kampen. Werken aan vakinhoudelijke en taalvaardigheidsdoelen bij geschiedenis. Blz. 214-224.
(Regine Bots beschrijft een lessenserie geschiedenis waarin zowel taal- als vakdoelen aan de orde komen. In de lessen wordt o.a. gebruik gemaakt van schrijfkaders: schrijfopdrachten in de vorm van werkbladen die leerlingen helpen bij het formuleren van vakinhouden. Dergelijke schrijfkaders kunnen bij ieder vak gebruikt worden. Ook de ervaringen van leerlingen en docent komen aan de orde.) - Carla Diemont & Yvonne de Jager-Struik.
Taalgericht vakonderwijs op het Vader Rijncollege te Utrecht. Blz. 224-232.
(De auteurs beschrijven hoe zij op hun school binnen het taalgericht vakonderwijs-project leerlingen samenwerkend laten leren en lezen. Carla Diemont geeft voorbeelden van taalgerichte opdrachten en groepswerk bij biologie en verzorging. Yvonne de Jager-Struik, taalcoordinator op het Vader Rijncollege, maakt duidelijk onder welke omstandigheden taalgericht vakonderwijs op een school kan slagen.) - Anne-Mieke Janssen-van Dieten.
Sleutelen aan de leerling of sleutelen aan de les? Twee invalshoeken voor Content Based Language Instruction nader bekeken. Blz. 232-240.
(Anne-Mieke Janssen-van Dieten bespreekt twee inhoudsgerichte benaderingen, te omschrijven als taalgericht vakonderwijs en inhoudgericht taalonderwijs. Het artikel is gebaseerd op materiaal uit het scriptieonderzoek van Esther Steman.) - An Lanssens.
Nederlands op de werkvloer of de werkvloer in het Nederlands? Blz. 240-246.
(In Nederland heeft men al heel wat ervaring met cursussen Nederlands op de werkvloer. In Vlaanderen werd er de laatste jaren hard aan gewerkt. An Lanssens gaat in op Nederlands-Vlaamse gelijkenissen en verschillen. Daarbij staat ‘e’en vraag centraal: hoe verhouden taal- en vakdoelen zich ten opzichte van elkaar in een cursus Nederlands op de werkvloer?) - Inge van Meelis & Ina den Hollander.
De beroepspraktijk als middel en doel van NT2-leren. Effectieve korte leerwegen op een ROC. Blz. 247-252.
(De Taalschool van het ROC in Breda ontwikkelt een snelle weg naar vier assistent-opleidingen. Het gaat om het gelijktijdig laten plaatsvinden van drie componenten binnen een leertraject: praktijkervaring, vakonderwijs en verbetering van de taalvaardigheid. Inge van Meelis, adviseur, onderzoeker en trainer bij het ITTA, en Ina den Hollander, docent aan het Baronie College, beschrijven hoe geintegreerde scholing een middel is om de leerweg van volwassen anderstalige leerders binnen het ROC te verkorten en meer op de praktijk toe te spitsen.) - Annet Berntsen.
Training ’taal en vaktaal’ voor bedrijfsopleiders. Blz. 252-260.
(Hoe verbeteren we de vak- en praktijkinstructie voor anderstalige werknemers? Deze vraag zette de technische bedrijfsopleiders van een groot productiebedrijf aan om te gaan schaven aan hun lesopbouw, taalgebruik en de uitleg van vaktaal in hun cursussen, dit alles in samenwerking met Annet Berntsen, docente NT2/Nederlands op de werkvloer, van het ITTA. Zo is een begin gemaakt met taalbeleid in het bedrijf: samenhang in activiteiten die het mogelijk moeten maken dat alle werknemers, ook degenen die tekortschieten in taalvaardigheid Nederlands, maximaal van de aangeboden bedrijfscursussen kunnen profiteren.) - Anne-Mieke Janssen-van Dieten.
Ontdek je plekje. Werkstages en taalondersteuning. Blz. 260-267.
(Anne-Mieke Janssen-van Dieten toog naar het oosten van het land om daar met drie begeleiders te spreken over het ‘Leerwerkplaatsenproject Hardenberg’. De sleutelwoorden voor het succes van dit project zijn: korte lijnen tussen en flexibiliteit bij alle partijen die zich om een volwassen anderstalige werkzoekende hebben verzameld. Over het werk van pioniers dat inmiddels landelijke navolging heeft gekregen.) - Annet Berntsen & Geert van de Ven.
Toren van Babel of doos van Pandora? Het beoordelen van (talige) performance op de werkvloer. Blz. 268-276.
(De woorden performance, competence en port folio zijn inmiddels bekenden in opleidingsland en voor de zoekmachines op internet. Maar er gaat wel degelijk een probleem verscholen achter deze modewoorden: hoe maak je een juiste inschatting van de werkelijke (taal)vermogens van iemand in opleiding of op de werkvloer? Het maakt veel uit of je daar een leidinggevende, een vakopleider of een taaltrainer over spreekt. In dit artikel geven Annet Berntsen en Geert van de Ven, taaltrainers op de werkvloer, een verkenning vanuit de praktijk, op en over de grenzen van het vak.) - Uitleiding, door: Maaike Hajer.
Kringen in de vijver. De reikwijdte van taalgericht vakonderwijs. Blz. 277-282.
(De paraplu ’taalgericht vakonderwijs’ omvat een variatie aan initiatieven, gericht op een effectievere didactiek in meertalige klassen. Zowel in de didactiek, in de externe ondersteuning van het ontwikkelproces als in de schoolorganisatie blijkt zich de focus op deze kwestie te verruimen. Ging het eerst om een beperkte, overzichtelijke aanpak van enkele didactische aspecten, nu ontvouwt de paraplu zich over ingrijpender veranderingen van het onderwijs. Het is alsof er een steen in de vijver is gegooid waardoor het onderwijswater in steeds wijdere kringen in beweging raakt. Maaike Hajer schetst die cirkels, zoals ze in de artikelen in dit themanummer van Moer naar voren zijn gekomen.) - VON-info, blz. 288-290.
(Corinne Sebregts bespreekt de stand van zaken rond de leerplanaanvraag van het VON-bestuur met betrekking tot moeilijk lerenden in het NT2-onderwijs. Onder andere komen kort de resultaten van een rapport van M. Meestringa & M. Miedema aan de orde: ‘Moeilijk lerenden in de ISK. Een literatuurstudie en twee casestudies’. Enschede, SLO, 2000.)
(19)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0012.40=-=
ONS ERFDEEL, jaargang 43, nummer 4, september-oktober 2000.
ISSN: 0030-2651.
Door: Jaap van Veen. (JaapJvanVeen@cs.com)
Uithoorn, 24 december 2000
- Annette Portegies.
“Mijn liefste blauwe hemel”. Brieven van Maurice Gilliams en Maria de Reymaekers. Blz. 482-495.
(Brieven en gedichten van Maurice Gilliams werden via Maria de Reymaekers aan ons, zijn lezers, gericht.) - Jan W. de Vries.
Monument of instrument. Wel en wee van twintig jaar Taalunie. Blz. 496-502.
(Bij de viering van twintig jaar Taalunie en de vijfhonderdste geboortedag van Karel de Vijfde.) - Luk van den Dries.
De geheugenkunst van theatergroep Hollandia. Blz. 503-511.
(Elke vier jaar waait er een zware stroom door de Nederlandse toneelwereld. Wie diep geworteld is of zijn huis stevig verankerd heeft, hoeft niets te vrezen. Wie echter meedraait met de wind of zijn woning schromelijk heeft verwaarloosd, verdwijnt in het oog van de orkaan. De Raad van Cultuur is verantwoordelijk voor die vierjaarlijkse windhoos.) - H.L. Wesseling.
Een vreemd land waar de mensen de dingen anders doen. Blz. 512-519.
(Hoe overzichtelijk was de geschiedenis zoals we die leerden in onze schooljaren. Dat begon met de Batavieren…….) - Geert van Istendael.
“Het is niet de schrijver die het boek maakt, maar de lezer”. De receptie van Jeroen Brouwers. Blz. 520-528.
(Jeroen Brouwers zegt dat hij drie zielen heeft. Het heeft een Indische ziel, een Nederlandse ziel en een Vlaamse ziel!) - Christopher Brown.
Canons verglijden, de glorie blijft. 200 jaar Rijksmuseum. Blz. 530-536.
(Het Amsterdamse Rijksmuseum vierde zijn tweehonderdste verjaardag met de tentoonstelling De Glorie van de Gouden Eeuw. Daarin combineerde men een aantal opmerkelijke stukken uit binnen- en buitenland, uit musea- en prive-collecties.) - Marc Hooghe.
“We moeten alles opnieuw uitvinden”. De analyses van Luc Huyse. Blz. 542-549.
(Of het nu gaat om verzuiling, de werking van het recht, de democratisering van het onderwijs, journalistieke verantwoordelijkheid of de bestraffing van collaboratie; bij alle belangrijke politieke discussies, die de afgelopen decennia in Belgie werden gevoerd, heeft de Leuvense socioloog Luc Huyse een prominente rol gespeeld.) - Carlo van Baelen.
De verwoesting van het Vlaamse Boekenlandschap. Blz. 550-559.
(Dit artikel analyseert de feiten, oorzaken, mogelijke ontwikkelingen en zekerheden over de de situatie van de boekhandel in Vlaanderen.) - Piet Gerbrandy.
De schrale troost van de sneeuw. Over de poezie van Frank Koenegracht. Blz. 560-572.
(De wereld kan gedefinieerd worden als alles wat het geval is, zoals Witgenstein zegt, maar wat is het geval?) - Frits Groeneveld.
Theologie van of voor deze tijd. Over H.M. Kuitert. Blz. 573-580.
(Godsdienst neemt in de Nederlandse geschiedenis een heel bijzondere plaats in. Er is werkelijk geen ander Europees land waarin zij in de afgelopen honderd jaar zo’n zwaar stempel op de politieke en maatschappelijke verhoudingen heeft gedrukt als in Nederland.) - Culturele kroniek Blz. 581-610.
Literatuur:
. <Door: Cyrille Offermans:> Het Arsenaal van J. Eijkelboom.
. <Door: Joris Gerits:> De Bloedproever van Paul Koeck.
. <Door: Rudi van der Paardt:> De tweede man van Doeschka Meijsing.
. <Door: Karel Osstyn:> Arend van Stefan Brijs.
. <Door: Wim Rutgers:> Surinaamse en Caraibische literatuur.
. <Door: Thomas van den Bergh:> Veel werk van Jan Boerstoel.
. <Door: G.F.H. Raat:> Doe nooit wat je moeder zegt. Annie M.G. Schmidt, de geschiedenis van haar schrijverschap, van Joke Linders.
. <Door: Wam de Moor:> Tussen de gebeurtenissen van Martin Reints.
Beeldende Kunst:
. <Door: Lieven van den Abeele:> Frits Van den Berghe 1883-1939, Frits Van de Berghe, van Piet Bovens en Gilles Marquenie.
. <Door: Jos’e Boyens:> Ik heb weer vele nieuwe denkbeelden opgedaan, van Theo van Doesburg en Nelly van Doesburg van Wies van Moersel.
Theater:
. <Door: Fred Six:> Tweemaal Becket.
. <Door: Jos Nijhof:> “Toptheater” in het Holland Festival.
Muziek:
. <Door: Paul Rans:> Het Vlaamse volkslied in Europa, van Albert Boone.
. <Door: Jan Rubinstein:> Tien jaar Philip Morris Kunstprijs.
Film:
. <Door: Dana Linssen:> Paul Driessen, Fantasie met een kwinkslag. - Taal- en cultuurpolitiek Blz. 611-631.
. <Door: Filip Matthijs:> Het buitenland en wij.
. <Door: Dirk van den Assche:> Oldenburg: een draaischijf voor de neerlandistiek in Noordoost-Europa.
. <Door: Hans Vanacker:> CAANS: bijna dertig jaar “Nederlandse studies” in Canada. - Publicaties:
. <Door: Patrick Stouthuysen:> De draagbare De Swaan, van Johan Heilbron en Geert de Vries.
. <Door: Herman van Goethem:> Het enfant terrible Camille Huysmans van Jan Hunin.
. <Door: Reinier Salverda:> Soekarno, Nederlandsch onderdaan. Een biografie, van Lambert Giebels.
. <Door: Ludo Abicht:> Het neoliberalisme van Jaap Kruithof en Dwaalsporen van Rudolf Boehm.
. <Door: Marnix Beyen:> Rome Athene Jerusalem. Het leven en werk van Prof. Dr. David Cohen, van Piet Schrijvers.
. <Door: Paul Soetaert:> Jaarboek de Franse Nederlanden
. <Door: Reinier Salverda:> De Waaier van het Fortuin. De Nederlanders in Azie en de Indonesische archipel 1595-1950. - Bibliografie van het Nederlandse boek in vertaling. Blz. 632-635.
(20)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0012.41=-=
ONZE TAAL, jaargang 69, nummer 11, november 2000.
ISSN 0165-7828.
Door: Jac Aarts, Hogeschool Larenstein, m.m.v. Jac Bennis.
Arnhem, december 2000.
- Redactie.
Taal en beeld – inleiding. Blz. 284.
(De laatste jaren zijn we getuige van een revolutie in de vormgeving van tekst. We gaan van een cultuur van boeken, kranten en stencils naar een beeldschermcultuur. Wat betekent dat in de praktijk voor lezers en schrijvers? En wat voor invloed hebben vorm en beeld op onze leeservaring? Dit zijn maar twee van de vele vragen die in dit themanummer over “taal en beeld” aan bod komen.) - Ron Kaal.
Geen woord zonder beeld. Blz. 285-286.
(Kijken is benoemen, zoals noemen beelden oproept. Iedereen ziet iets als hij woorden hoort of leest, al ziet niet iedereen hetzelfde. Zoals alle talen kent ook de beeldtaal een vocabulaire, een grammatica, een syntaxis en een retoriek. Dat beelden heel effectief als taal kunnen worden gebruikt, hebben de Egyptenaren al met hun hierogliefen gedemonstreerd. En voor de huidige tijd geldt: “Geen rijker taal dan het beeldverhaal”.) - Karel F. Treebus.
Van zwarte kunst tot allemanstovenarij (Typografische aspecten van de leesbaarheid van tekst). Blz. 287-289.
(Leken zonder enige kennis van leesbaarheid en esthetica hebben tegenwoordig via de huiscomputer toegang tot de meest geavanceerde mogelijkheden van de typografie. Toch kan een heldere tekst “behoorlijk worden verziekt” door slechte typografie. Daarom geeft Treebus in dit artikel nuttige tips ter verhoging van de leesbaarheid van uw tekst.) - Marleen van der Weij (tekst) en Jan Willem Bruins (foto’s).
Gedichten op de muur.
(Leiden is een stad vol poezie. Meer dan zeventig gedichten zijn er her en der op gevels geschilderd. Drie worden er hier afgedrukt: “Avond op het land” (Cees van Hoore), “Gronmama” (Trefossa) en “Spreeuw” (Judith Herzberg).) - Frans van Mourik.
Dynamische typografie. De onbegrensde mogelijkheden van het beeldscherm. Blz. 290-292.
(Het gebruik van het beeldscherm voor het weergeven van tekst is de ingrijpendste ontwikkeling op het gebied van de typografie sinds de uitvinding van de boekdrukkunst. Het is echter niet te verwachten dat het beeldscherm gedrukte teksten zal vervangen. Langere teksten print men meestal uit en het lezen van romans via het scherm is al helemaal niet aanlokkelijk. Gedrukte teksten zijn niet interactief. Via de computer kunnen zij dat wel zijn. Beeldschermteksten kunnen dimensies toevoegen: snelheid, geluid, hypertekst e.d. Hierin liggen ongekende mogelijkheden, bv. voor de internetversies van kranten.) - W.P. Gerritsen.
De uitvinding van de spatie. Een waterscheiding tussen Oudheid en Middeleeuwen. Blz. 293-295.
(In de Grieks-Romeinse Oudheid was het schrift een middel om gesproken taal visueel vast te leggen. De teksten werden geschreven zonder spaties tussen de woorden: in “scriptura continua”. Een tekst was primair bedoeld om hardop voorgelezen te worden en aan het voorlezen ging een grondige voorbereiding vooraf, de zg. “praelectio”. Daarbij werd gebruik gemaakt van tekentjes om daar waar verlezing dreigde, de woordscheiding aan te geven. Pas in de zesde en zevende eeuw kwam het besef dat men een tekst ook zonder deze hardop te lezen tot zich kon nemen. Benedictijnse kloosters speelden daarbij een belangrijke rol. Het nieuwe literaire genre “meditatio” was namelijk speciaal bedoeld voor individuele lectuur in stilte. En zo kwam het dat in kloosterbibliotheken waar de monniken aanvankelijk in aparte celletjes hardop zaten te lezen, leeszalen ontstonden waar absolute stilte vereist was.) - Redactie.
Ontbrekende leestekens. Kunstacademiestudenten vullen gaten in het schrift. Blz. 296-298.
(De Redactie van Onze Taal nodigde via een prijsvraag kunstacademiestudenten uit om vijf leestekens te ontwerpen die nog niet bestaan maar waaraan wel behoefte is. In gesproken taal hebben we genoeg mogelijkheden om onze bedoeling aan te geven, bv. intonatie en gezichtsuitdrukking, maar in geschreven taal wordt dat moeilijker. Hoe geef je bv. aan dat je met de zin “Dat was lekker” precies het tegenovergestelde bedoelt…? En zou het niet handig zijn als je met een tekentje kon aangeven dat overal waar “hij” en “hem” staat, ook “zij” en “haar” gelezen moet worden?) - Piet Westendorp en Paul Mijksenaar.
“Bij doorstart niet roken”. Instructieve hieroglyfen. Blz. 299-301.
(Er is een toenemende behoefte om met tekeningen boodschappen over te brengen, bijvoorbeeld op internationale luchthavens. Het is de kunst die tekeningen zo te maken dat iedereen zonder mankeren de bedoeling snapt. Helaas is dit niet altijd het geval. De schrijvers plaatsten op de website van Onze Taal enkele visuele taalpuzzels en vroegen bezoekers wat er volgens hen bedoeld werd. Lang niet iedereen zag er hetzelfde in. Zo werd een tekening die bedoelde aan te geven dat de reizigers tijdens de start en landing niet mochten roken, door sommigen gelezen als een rookverbod tijdens een doorstart of bij het passeren van de verkeerstoren. Vaak wordt beeldtaal te letterlijk genomen. Mede door het ontbreken van (abstracte) regels die overal toegepast en begrepen worden, is de visuele taal voorlopig nog zeer fragiel.) - Piet Westendorp en Jaap de Jong.
Verboden paraplu op te steken als het regent? Stijlfiguren in beeld. Blz. 302-304.
(Naast stijlfiguren in de gesproken taal zien we overeenkomstige stijlfiguren in de beeldtaal. Er zijn tekeningen die we kunnen benoemen als anakoloet, anticipatie, eufemisme, hyperbool, ironie, litotes, metafoor, paradox, personificatie, synecdoche, repetitio, reticentia, sarcasme en subjectie. Toch lukte het de schijvers niet van alle bekende stijlfiguren een beeldvariant te vinden.) - Onno Crasborn en Marc van Oostendorp.
Je nier aanwijzen. De abstracte iconen van de Nederlandse Gebarentaal. Blz. 306-307.
(De vorm van veel gebarentaalwoorden lijkt rechtstreeks verband te houden met hun betekenis. Taalkundigen spreken dan van “iconische” woorden. Lang hebben pedagogen, taalgeleerden en de doven zelfgedacht dat je met gebaren uitbeeldde wat je bedoelde. Nu weet men dat de gebarentaal in veel opzichten lijkt op gesproken taal, behalve dan dat ze niet gemaakt wordt met stembanden, tong en lippen maar met handen, bovenlichaam en gezicht, en dat ze niet beluisterd maar bekeken moet worden. Ze heeft een grammatica die even ingewikkeld is als die van een gesproken taal. Volwassenen leren een gebarentaal even moeilijk als een willekeurige vreemde taal, en kinderen even gemakkelijk. Gebaarders slaan gebaren op in hun geheugen, zoals sprekers dat doen met klanken.) - Guus Middag.
Baai. Blz. 308-309. Woordenboek van de poezie.
(Een paar jaar geleden bevond dichter Willem van Toorn zich in de vallende avond op het strand bij Sesimbra aan de Portugese kust en dichtte “Sesimbra”, een elfregelig vers, bestaande uit een enkele zin, uitmondend in het woord “baai”. Maar wat bij Sesimbra te zien valt is slechts een bocht in de zee, maar zo mooi en met zodanige baaiachtige kwaliteiten dat deze bij een zekere lichtval en een juiste stemming gerust een baai genoemd mag worden.) - Hans Schouten (foto).
Aanleg drukriool. Blz. 309. Taal in beeld.
(Wie een groot bord plaatst naar aanleiding van de aanleg van een drukriool, komt niet in deze rubriek. Behalve natuurlijk als je dat doet in Rectum, een buurtschap in Twente…) - Redactie.
Meer snackbenamingen. Blz. 312.
(Op de oproep van Ubel Zuiderveld om “volkse hoogstandjes aangaande de Nederlandse snackcultuur” naar de redactie op te sturen (OT 0078), kwamen tientallen reacties: van “patat jappenkak” tot “vitamine V”.) - Taaladviesdienst.
Bedacht/verdacht op? Blz. 313. Vraag en antwoord.
(Is “midden de mensen”Standaardnederlands? Is mist “verraderlijk” of “verradelijk”? Zeg je “hij was er niet op verdacht” of “hij was er niet op bedacht”? En is het mogelijk een “toast” op iemand uit te brengen? Over deze vier taalkwesties laat de Taaladviesdienst haar licht schijnen.) - Ton den Boon.
Wappen, webben en wobben. Blz. 314-315. Verse woorden.
(Bijna elke dag wordt onze taal verrijkt met een nieuw woord. Dat is meestal een zelfstandig naamwoord. Nieuwe bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden zijn veel dunner gezaaid. Een nieuw functiewoord (voornaamwoord, voegwoord) zou een historische taalkundige gebeurtenis zijn. Toch zijn er in de afgelopen tijd veel werkwoorden bijgekomen. Vaak afgeleid van een zelfstandig naamwoord, zoals “internetten”, “netwerken” of “webben”; soms van een afkorting, zoals “wappen” (WAP: wireless application protocol) of “wobben” (WOB: Wet Openbaarheid van Bestuur). Een bekend type afleiding is het koppelen van een bijwoord of voorzetsel aan een bestaand werkwoord, zoals “afkaarten”, “doorexerceren” en “inbellen”. Een ander type ontstaat door samenstelling, zoals “nachtzweten”, “pinbetalen” en ‘websurfen”.) - R.W. Asser.
Virtueel. Een toverwoord voor ingewijden? Blz. 315.
(Het woord “virtueel”, dat vroeger “in schijn bestaande” betekende, wordt nu vaak gebruikt om aan te geven dat iets door of met de computer of op het internet wordt gerealiseerd: bv. “een virtuele tentoonstelling”. Maar als de politie een “virtuele” winkel op internet vindt waar een oplichter achter zit, noemt NRC Handelsblad dat een “fictieve” winkel.) - Aad van de Wetering e.a.
Taalergernissen. Blz. 316-317.
(Twaalf lezers van Onze Taal mogen hier hun ergernis zien kwijt te raken. Aan de orde komen:
. lelijk rijm in “Weinig afstand, erg riskant”;
. stopwoorden als “zeg maar”;
. “een doelpunt scoren”, terwijl “scoren” al betekent: een doelpunt maken;
. een driedubbel pleonasme is te vinden in “.. reinigt hygienisch schoon”;
. Dr. Jo Daan (Barchem): fouten in gebruiksaanwijzingen, vooral los van elkaar geschreven woorden (“richting aanwijzer”);
. men kent het verschil tussen “meebrengen” en “meenemen” niet meer;
. in de tv-reclame over de snoepjes van Werther’s heeft de opa het ten onrechte over “Werther’s originals” (moet zijn: “- echte”);
. “starten” in de algemene betekenis van “iets beginnen”;
. “- heen” en “- toe” is overbodig in zinnen als “We gaan naar Duitsland toe” en “De depressie trekt over Nederland heen”;
. “al” gaat “reeds” verdringen;
. “dat” als betr. vnw. wordt verdrongen door “wat”;
. “spektakel” en “mega-” als modewoorden ter aanduiding van alles wat maar enigszins opmerkelijk is.) - Sjef Barbiers en Marc van Oostendorp.
D”a doe! Syntactische atlas brengt verschillen in zinsbouw in kaart. Blz. 318-319.
(De dialectverschillen die taalkundigen al vele decennia optekenen in taalatlassen, hebben vooral betrekking op uitspraak, woordbouw en woordkeus. Syntactische verschillen echter zijn tot op heden nog maar nauwelijks bestudeerd en in kaart gebracht. Daarin komt binnenkort verandering. Taalkundige onderzoekers van zes Nederlandse en Vlaamse universiteiten en onderzoeksinstituten zijn eerder dit jaar begonnen aan een grootschalig project dat moet uitmonden in de “Syntactische atlas van de Nederlandse dialecten”. In het hele taalgebied hebben ze 250 plaatsen angewezen waar ze dialectsprekers zullen interviewen) - Taaladviesdienst.
204 andere woorden voor “babyshower” / Ander woord voor “fusion cooking”. Blz. 321.
(Hoe noem je het feestelijke samenzijn v’o’or de geboorte? Uiteindelijk koos de redactie voor “buikborrel” boven bv. “buikfuif”, omdat het een mooie (prenatale) tegenhanger is van de postnatale “babyborrel”. Nieuwe oproep: een goed Nederlands woord voor ‘fusion cooking”, dat is: multicultureel koken met oosterse en westerse ingredienten.) - Raymond No”e.
InZicht. Blz. 322-323.
. C.A. Backer, “Verklarend woordenboek van wetenschappelijke plantennamen” (fotografische herdruk van de 1e dr uit 1936).
. Drs. P, “Versvormen. Leesbaar handboek”.
. Van Dale, “Groot woordenboek der Nederlandse taal” op cd-rom
. Van Dale, “Spellingcorrector” (voor Word 97/2000).
. Frans Debrabandere, “Wat woorden weten. Over woorden en hun geschiedenis”.
. Rob Berkel, “Het ABC van Japan. Schrift en schrijven in een fascinerend land”.
. Karina van Dalen-Oskam en Marijke Mooijaart, “Bijbels lexicon. Woorden en uitdrukkingen uit de bijbel in het Nederlands van nu”.
. Antoine Braet (red.), “Taalbeheersing als communicatiewetenschap. Een overzicht van theorievorming, onderzoek en toepassingen”.
. Tijdschrift:
“Tijdschrift voor taalbeheersing”, vaktijdschrift voor “taalbeheersing’ d.w.z. de studie van de doelmatigheid van taalgebruik en dan vooral van teksten in allerlei vormen. Redactie: F.H. van Eemeren, P.J. van den Hoven, C.J.M. Jansen en P.J. Schellens.
. Aankondigingen:
Symposium taalpolitiek en lexicografie (UvA), Leidse Letterendag (Thema: taalbeheersing en professionele communicatie), Prijs Nederlandstalige cd-roms.)
(21)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0012.42=-=
*-------------Redacteurs--tijdschriftenoverzicht--Neder-L-----------------* | Amsterdamer Beitraege Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | de Achttiende Eeuw: Rudy Beernink <R.Beernink@slo.nl> | | de Boekenwereld: Marja Smolenaars <msmolenaars@compuserve.com> | | Cahiers voor een Lezer: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Driemaandelijkse Bladen: Harrie Scholtmeijer | | <Harrie.Scholtmeijer@meertens.knaw.nl> | | Gezelliana: Piet Couttenier <Piet.Couttenier@ufsia.ac.be> | | Gramma/TTT: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl> | | Leuvense Bijdragen: Hans Smessaert | | <Hans.Smessaert@arts.kuleuven.ac.be> | | Literatuur: Jose Rekers <jjrekers@hotmail.com> | | Literatuur Zonder Bea Ros <Bea@Zunneberg-Ros.nl> | | Leeftijd: | | Lust & Gratie: Fleur Speet <fspeet@hetnet.nl> | | Mededelingen Stichting Frank van Lamoen <f.v.lamoen@hccnet.nl> | | Jacob Campo Weyerman: | | Meesterwerk: Els Ruijsendaal <ruisdaal@cistron.nl> | | Millennium: ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Moer: Herman Giesbers <H.Giesbers@let.kun.nl> | | Over Multatuli: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Naamkunde: Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | Nederlandse Letterkunde: Marja Geesink <marja.geesink@pica.nl> | | Nederlandse Taalkunde: Corry de Haan <c.de.haan@LET.leidenuniv.nl> | | Neerlandica Extra Muros: Olga van Marion <ovmarion@rullet.leidenuniv.nl>| | de Negentiende Eeuw: Jan Stroop <J.Stroop@hum.uva.nl> | | Ons Erfdeel: Jaap van Veen <JaapJvanVeen@cs.com> | | Ons Geestelijk Erf: Thom Mertens <thom.mertens@ufsia.ac.be> | | Onze Taal: Jac Aarts <j.aarts@chello.nl> | | de Parelduiker: Wieneke 't Hoen <Wieneke.t.Hoen@chi.knaw.nl> | | Queeste: ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Spiegel der Letteren: Betty van Wonderen | | <Betty=van=Wonderen@uba.uva.nl> | | Taal en Tongval: Roland de Bonth, <salemans@baserv.uci.kun.nl> | | Tabu: Ton van der Wouden <vdwouden@let.rug.nl> | | Tekst[blad]: Judith Mulder <tekst.en.uitleg@wxs.nl> | | TNTL: Dick Wortel <wortel@inl.nl> | | Tijdschrift voor Louise Cornelis <LHCornelis@cs.com> | | Taalbeheersing | | Tydskrif vir Nederlands Jean Jordaan <rgo_anas@rgo.sun.ac.za> | | en Afrikaans: | | Vaktaal: Guido Leerdam <G.Leerdam@dienst.vu.nl> | | Verslagen KANTL: Edward Vanhoutte <evanhout@uia.ua.ac.be> | | Volkskundig Bulletin: Theo Meder <Theo.Meder@meertens.knaw.nl> | | Vonk: Rita Rymenans <rymenans@uia.ua.ac.be> | | Vooys: Rianne Kootstra <r.kootstra@students.let.uu.nl>| | de Zeventiende Eeuw: Ton Harmsen <harmsen@rullet.leidenuniv.nl> | *-------------------------------------------------------------------------*(22)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda) of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 0012.c --------------------------*
Laat een reactie achter