Subject: | Neder-L, no. 0101.c: tijdschriftenoverzicht |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Wed, 31 Jan 2001 18:13:40 +0100 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Negende-jaargang--------- Neder-L, no. 0101.c -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Maandelijks tijdschriftenoverzicht | | ================================== | | (1) Tyd: 0101.27: Meesterwerk 18, juli 2000 | | (2) Tyd: 0101.28: Meesterwerk 19, december 2000 | | (3) Tyd: 0101.29: Ons Erfdeel, jrg. 43, no. 5 november-december 2000 | | (4) Tyd: 0101.30: Onze Taal, jrg. 69, no. 12, december 2000 | | (5) Tyd: 0101.31: Tijdschrift voor Taalbeheersing, jrg. 22, no. 3, | | oktober 2000 | | (6) Tyd: 0101.32: Tijdschrift voor Taalbeheersing, jrg. 22, no. 4, | | november 2000 | | (7) Tyd: 0101.33: Vaktaal, jrg. 13, no. 1-2, 2000 | | (8) Tyd: 0101.34: Vonk, jrg. 30, no. 2, november-december 2000 | | (9) Tyd: 0101.35: Vooys, jrg. 18, no. 3-4, december 2000 | |(10) Tyd: 0101.36: Lijst redacteurs tijdschriftenoverzicht Neder-L | |(11) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- ----------31-januari-2001-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0101.27=-=
MEESTERWERK 18 (juli 2000).
ISSN 1380-5118.
Door: Els Ruijsendaal, Amsterdam.
Amsterdam, 8 januari 2000.
- A. Feitsma.
Onderwijs in minderheidstalen. Blz. 2-11.
(Na een historisch overzicht van de positie van minderheidstalen richt Feitsma zich op het Fries, dat gezet wordt naast talen als Welsh, Catalaans, Nederduits, Occitaans en de minderheidstalen in Oost-Europa. Conclusie: in poli-etnische omgeving blijken minderheidstalen minder te zijn geintegreerd en kunnen nog een eigen rol vervullen.) - Marijke J. van der Wal.
De receptie van Lambert ten Kates ideeen in de achttiende eeuw. Blz. 12-18.
(Hoeveel is er bekend over de receptie van Ten Kate in zijn eigen tijd? Dat is de centrale vraag die Van der Wal systematisch tracht te beantwoorden. De onderwerpen daarbij zijn: Ten Kates ontdekking van de regelmaat bij sterke werkwoorden, zijn stilistische driedeling en zijn onderscheid tussen twee soorten spelling.) - Niels Helsloot.
Nietzsches toon. Antwoord van een filoloog op de opkomst van de taalkunde. Blz. 19-24.
(Een schets van Nietzsches haat-liefdeverhouding tot de taalkunde en haar beoefenaars, met als achtergrond de pasteltinten van taal en muziek.) - Randy Bax.
Foolish, foolisher, foolishest: achttiende-eeuwse Engelse grammatica’s en comparatieven. Blz. 25-30.
(Bax onderzoekt de invloed van achttiende-eeuwse grammatica’s op het verdwijnen van bepaalde comparatieven en superlatieven in het Engels. Conclusie: in overeenstemming met de gekende ontwikkeling van synthetisch naar analytisch valt ook een volgorde van benaderingswijzen te bespeuren die overeenstemt met de veranderingen in het beoogde publiek.) - Boekbespreking, blz. 31-33:
. <Door: L.F. van Driel:> De historische letterkunde in het voortgezet onderwijs – van toen, nu en straks: Hubert Slings, ‘Toekomst voor de Middeleeuwen. Middelnederlandse literatuur in het voortgezet onderwijs.’ - Verslag. Blz. 34-35.
. <Door: E. Ruijsendaal:> Verslag van de bijeenkomst van het PHG op 31 maart 2000. - Uit de tijdschriften. Blz. 34-35.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0101.28=-=
MEESTERWERK 19 (december 2000).
ISSN 1380-5118.
Door: Els Ruijsendaal, Amsterdam.
Amsterdam, 8 januari 2000.
- Marije Oudshoorn.
Het eerste Nederlands-Russische gespreksboek. Blz. 2-12.
(In de 16-de en 17-de eeuw zijn er zo’n vijftien gespreksboekjes van verschillende talen bekend; de meeste zijn van Duitse afkomst en er is ‘e’en Nederlandse onder, die in dit artikel besproken wordt.) - Petra Beij-Sutmuller.
Constantijn Calbet, een ‘bijzondere Franse schoolmeester’. Blz. 13-19.
(Het onderzoek naar de Franse scholen en schoolmeesters in Nijmegen over de periode 1795-1857 leverde een interessante schoolmeester op in de persoon van Constantijn Calbet, die van 1792 tot 1834 in Nijmegen woonde en werkte.) - L. van Driel.
Van Dale en het ‘WNT’. Blz. 20-26.
(Onze beroemde Van Dale werd, zo schat Van Driel in, te licht bevonden voor het wetenschappelijke werk aan het WNT: een onvermijdelijke conclusie uit de feiten op een rijtje.) - Verslag. Blz. 27-28.
. <Door: E. Ruijsendaal:> Verslag van de bijeenkomst van het PHG en het Werkverband op 27 oktober 2000. - Publicaties. Blz. 28-29.
- Berichten en aankondigingen. Blz. 29-31.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0101.29=-=
ONS ERFDEEL, jaargang 43, nummer 5 november – december 2000.
ISSN: 0030-2651.
Door: Jaap van Veen. (JaapJvanVeen@cs.com).
Uithoorn, 15 januari 2001.
- Hugo Brandt Corstius.
Het Nederlands in de 21e eeuw. Blz. 643-651.
(Er is over de Nederlandse taal niets te klagen. Nooit in de geschiedenis is er door zoveel mensen Nederlands gesproken. En dat komt niet eens door onze vruchtbaarheid, maar door onze immigranten.) - Kees van ’t Hof.
Van de vergankelijkheid en het verzet daartegen. Blz. 653-662.
(Wanneer in 1979 de debuutbundel van Ed Leeflang op de markt komt, krijgt deze meteen veel bijval. Als in 1983 de derde druk verschijnt, zijn er inmiddels al twee bundels bijgekomen: Bewoond als ik ben (1981) en Op Pennewipsplek (1982).) - Steven Jacobs, Ghent Urban Studies Team.
Museum, pretpark of shopping maal: modellen voor de hedendaagse stad. Blz. 663-669.
(Het stedelijke landschap is gedurende de laatste twee decennia drastisch veranderd. Inmiddels vormt het ook het onderwerp van heel academisch onderzoek.) - St’ephanie Loriaux.
“Het laat haar niet los”. Marion Bloems zoektocht naar de Indische identiteit. Blz. 670-680.
(“Als je uit een andere culturele samenleving komt en je gaat je op zijn Hollands emanciperen, dan word je eenzaam. Je hoort nergens meer echt bij, niet bij de Hollanders en niet meer bij je eigen mensen”.) - Nico Nelissen.
Herbestemming van grote monumenten. Blz. 681-691.
(Rome, Florence, Parijs, Brussel, Amsterdam, Antwerpen, Maastricht en vele andere steden, zouden niet zo’n aantrekkingskracht hebben als ze niet zo ruim bedeeld waren met bouwkundige getuigenissen uit het verleden.) - Johan de Vos.
“Weemoedigheid die niemand kan verklaren”. De reis van Carl de Keyzer door Europa. Blz. 693-699.
(Carl de Keyzer is de beste fotograaf van de wereld. Zo zie ik dat. Hij kan van een banale situatie een onvergetelijke foto maken.) - Cees van der Geer.
De huizen van Jan van de Pavert. Blz. 701-706.
(Of het nu gaat om zo’n klein snel schetsje, waarmee Erich Mendelsohm volume en contouren van de Sterrenwacht in Potsdam suggereert, of om de rasters van een hoogbouw van Mies van der Rohe, in beide gevallen is de rol van de tekening evident – zonder tekening geen architectuur.) - Marijke Spies, Dani’ele Torck.
Rhetorica Rediviva. Over een wedergeboren vakgebied. Blz. 707-718.
(Al deze, en vele andere onderwerpen, die vanuit een retorische invalshoek worden bestudeerd, hebben te maken met de manier waarop men een ander kan overtuigen;…) - Riana Scheepers, Daniel Hugo.
Dieper dan gebloemd linoleum? De Afrikaanse cultuur in Zuid-Afrika. Blz. 719-728.
(Zelfs als je geboren bent in Zuid-Afrika blijft het moeilijk om te bepalen wat de Afrikaanse cultuur juist is, en hoe die er vandaag uitziet.) - Jean-Paul den Haerninck.
Niet weten of we winnaar of verliezer zijn. Over Lut de Block. Blz. 730-742.
(Lange tijd was Lut de Block de auteur van ‘e’en enkel gedicht, dat altijd opnieuw werd geciteerd: het openingsgedicht van haar debuut ‘Vader’.) - Culturele kroniek. Blz. 743-776.
Literatuur:
. <Door: Bart Vervaeck:> De ontdekking van de wereld van Cyrille Offermans.
. <Door: A.L. Soetemann:> Over de Vlaamse bibliotheek.
. <Door: Elke Brems:> 27 gedichten & Geen lied van Ramsey Nasr.
. <Door: Gwennie Debergh:> De roeping van het vlees, Kasper Valentijn en de Onhuwbaren van Willem Melchior.
. <Door: Frank Hellemans:> Spijkerschrift van Kader Abdolah.
. <Door: Koen Vergeer:> Koen bespreekt werk van Ben Cam.
. <Door: Dirk de Geest:> De kou van de liefde van Roger M.J. de Neef.
Beeldende kunst:
. <Door: Koen van Synghel:> Honderd jaar Nederlandse architectuur, 1900-2000. Tendensen en hoogtepunten van S. Umberto Barbieri en Leen van Duim.
. <Door: Lauran Toorians:> Kinderen op hun mooist. Het kinderportret in de Nederlanden 1500-1700.
. <Door: Dirk van Assche:> Vlaamse en Brabantse retabels in Belgische monumenten van Marjan Buyle en Christine van Thillo.
Theater:
. <Door: Jos Nijhof:> De tragedie van de schaarste en de overvloed.
. <Door: Luk van den Dries:> Het universum per vierkante millimeter, het gestage oeuvre van Eric de Volder.
Muziek:
. <Door: Yves Knockaert:> Het werk van Dirk Bross’e, een muzikale wereldveroveraar.
. <Door: Ernst Vermeulen:> Holland Festival en Holland Festival Oude Muziek.
Film:
. <Door: Erik Martens:> Over de middellange speelfilms die zich moeilijk laten inpassen in het programmaschema van de omroep. - Taal- en cultuurpolitiek. Blz. 777-786.
. <Door: Reinier Salverda:> Een rijke dis: Het IVN-congres te Leuven.
. <Door: Jelica Novakovic-Lopusina:> Gedeelde (anti)-utopieen. Bij de tachtigste verjaardag van Hubert Lampo.
. <Door: Paul Gillaerts:> Een succesvol genootschap: Onze Taal.
. <Door: Istvan N’emeth:> A h’etk”oznapi vilag bev”olete van Judit Gera, gelegenheidsstroperij op niveau.
. <Door: Filip Matthijs:> Het buitenland en wij. - Publicaties. Blz. 787-795.
. <Door: Anton Claessens:> Geschiedenis van het Nederlands in de twintigste eeuw van Joop en Kees van der Horst.
. <Door: Th’er’ese de Hemptinne:> Macht vrouwen en politiek 1477-1558. Maria van Bourgondie, Margareta van Oostenrijk, Maria van Hongarije van Monica Triest.
. <Door: Reinier Salverda:> Vergeten geschiedenissen uit het Nederlands koloniaal verleden,
. <Door: Tom Verschaffel:> Keizer Karel V, 1500-1558. De utopie van het keizerschap door Wim Blockmans.
. <Door: Remieg Aerts:> Nationalisme in Belgie. Identiteiten in beweging 1780-2000 van Kas Deprez en Louis Vos. - Bibliografie van het Nederlandse boek in vertaling. Blz. 796-798.
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0101.30=-=
ONZE TAAL, jaargang 69, nummer 12, december 2000.
ISSN 0165-7828.
Door: Jac Aarts, Hogeschool Larenstein, m.m.v. Jac Bennis.
Arnhem, januari 2001.
- Redactie.
Taal en beeld <inleiding>. Blz. 284.
(De laatste jaren zijn we getuige van een revolutie in de vormgeving van tekst. We gaan van een cultuur van boeken, kranten en stencils naar een beeldschermcultuur. Wat betekent dat in de praktijk voor lezers en schrijvers? En wat voor invloed hebben vorm en beeld op onze leeservaring? Dit zijn maar twee van de vele vragen die in dit themanummer over “taal en beeld” aan bod komen.) - Ren’ee van Bezooijen.
Een toontje hoger of lager. Wat zegt de hoogte van onze stem? Blz. 328-330.
(In onze cultuur komen mannen en vrouwen met een lage stem zelfverzekerd en zelfstandig over, terwijl een hoge stem geassocieerd wordt met onzekerheid en onderdanigheid. Dit is hier en ook in Japan d.m.v. experimenten vastgesteld. Maar anders dan hier streven Japanse vrouwen er juist naar zo hoog mogelijk te spreken. Men laat zich daartoe zelfs aan de stembanden opereren. Hun gemiddelde toonhoogte ligt zo’n 40 Hz hoger dan die van Standaardnederlandssprekende vrouwen van dezelfde leeftijd. Maar ook binnen het Nederlandse taalgebied zijn er opmerkelijke verschillen. Zo praten Limburgse vrouwen (Valkenburg) 25 Hz lager dan Groningse vrouwen (Bedum), waarschijnlijk omdat men dat voor vrouwen mooier en/of passender vindt. Opvallend is dat in alle culturen mensen tegen baby’s op een hoge toon praten. Ook baby’s blijken zich aan te passen. In hun eentje brabbelen ze met 430 Hz, met hun moeder zakken ze tot 390 Hz en met hun vader zelfs tot 340 Hz.) - Ewoud Sanders.
De winkel van Sinkel. Blz. 330-331. Witte plekken in de etymologie? [1]
(De uitdrukking “winkel van Sinkel” komt niet uit het Maleis, zoals Martin ’t Hart beweerde (zie 0010), maar was een winkel die door ene A. Sinkel in 1822 werd geopend aan de Nieuwendijk in Amsterdam, waar inderdaad van alles te koop was.) - Nicoline van der Sijs.
Doerak. Blz. 331. Witte plekken in de etymologie? [2]
(Komt “doerak” uit het Maleis, zoals Frits van Oosten denkt? Volgens Van der Sijs stamt het uit het Russisch en is het waarschijnlijk overgenomen van de Kozakken die in de Betuwe doende waren de troepen van Napoleon te verdrijven. Tegen een Maleise herkomst spreekt ook het feit dat “doerak” in de negentiende eeuw ook in het Frans en het Duits voorkwam: die landen hadden geen connecties met landen waar Maleis werd gesproken.) - Jan Erik Grezel.
Vijf eeuwen lofliederen op het Nederlands. De voortreffelijkheid van onze taal (inleiding), gevolgd door een interview met prof. dr. A.M. Hagen, verzamelaar van lofzangen. Blz. 334-336.
(In de 16de eeuw noemde de Brabantse geneeskundige Becanus het Nederlands “de moeder aller talen”: Adam en Eva spraken het reeds. Tot aan de twintigste eeuw waren lofzangen op het Nederlands heel gewoon. Maar men zette zich ook af, eerst tegen het Latijn, vanaf de 17de eeuw tegen het Frans (bijvoorbeeld Bilderdijk, die het Frans omschreef als “rochelend keelgegrom en snorkend neusgebrom”). In de twintigste eeuw wijkt de expliciete lof voor impliciete: men beoogde slechts zo mooi mogelijk Nederlands te schrijven. Het zich afzetten bleef, maar nu tegen de Duitse invloed, hetgeen de stoot gaf tot de oprichting van het genootschap Onze Taal. Hagen heeft in de loop der jaren een verzameling lofliederen op het Nederlands aangelegd met verbindende teksten, die nu als boek is verschenen: “O, schone moedertaal. Lofzangen op het Nederlands”. De taaltrots is verweven met taalpolitiek en taalbeleid. In de periode 1815-1830, toen Nederland en Belgie ‘e’en waren, was er een stortvloed aan verzen. De positie van het Nederlands wordt absoluut niet bedreigd door het Engels. Lofzangen op het Nederlands zijn dus op zichzelf niet nodig. Wel is het nodig onze eigenheid te bewaren: die van culturele bemiddelaar in de taaldelta van Europa waar drie grootmachten samenvloeien.) - Taaladviesdienst.
(Is het “getuigeberg” of “getuigeNberg”? Is “onderdeel uitmaken van” correct Nederlands? En is “ter leering ende vermaack” de juiste schrijfwijze en waar komt de uitdrukking vandaan? Deze drie taalkwesties staan deze keer centraal in de rubriek Vraag en antwoord.) - Marc van Oostendorp en Kees van der Zwan.
Het taaljaar 2000 / Meningen. Van nieuwe taalcolumns tot multicultureel drama. Blz. 339-343.
(Het jaar 2000 was het jaar van het door Paul Scheffer aangezwengelde allochtonendebat. Naar aanleiding van zijn geruchtmakende NRC-artikel “Het multiculturele drama” werd er heftig gediscussieerd over de vraag wat er gedaan moest worden aan de taalachterstand van allochtone kinderen. De koningin sprak zich uit over het Nederlands, er werd ontdekt dat moedermelk goed is voor het taalgevoel en er verschenen opvallend veel taalcolumns. Het artikel geeft per maand de belangrijkste gebeurtenissen op taalgebied. Peter Burger (taaljournalist), Bert Chabot (dichter), Kees van Kooten (schrijver), Jeltje van Nieuwenhoven (voorzitter Tweede Kamer), Ludo Permentier (redacteur De Standaard), Wil Pijnenburg (hoofdredacteur Vroegmiddelnederlands Woordenboek) en Wim T. Schippers (schrijver, presentator en beeldend kunstenaar) geven antwoord op de volgende vragen van de redactie: 1. Wat viel u in 2000 op als het gaat om taal in de ruimste zin van het woord? 2. Wat vindt u de belangrijkste taalgebeurtenis van het jaar? 3. Wat is het beste boek (of artikel, of bericht of iets dergelijks) over taal dat u dit jaar las of gebruikte? 4. Wat is het ergste woord van 2000? 5. Wat is het mooiste woord van 2000? 6. Wie was dit jaar de beste taalgebruiker?) - Hans Beelen.
In het huwelijksbootje stappen. De oorsprong van een populaire zegswijze. Blz. 344-345.
(Het WNT noemt “in het huwelijksbootje stappen” de gewone uitdrukking voor trouwen. Ze gaat terug op een eeuwenoud gebruik en is onverslijtbaar omdat er een dynamische visie op het huwelijk achter schuilgaat. Bij Betje Wolf en Aagje Deken (1782, Sara Burgerhart) is de uitdrukking nog ietwat schertsend en oneerbiedig.) - Jaap Bakker.
Vensters in het taalmuseum. De grote Van Dale op cd-rom. Blz. 346-348.
(De hele Van Dale past op ‘e’en goudkleurig schijfje. Recensent Bakker heeft de cd grondig uitgetest en is heel enthousiast over de schat aan informatie en zoekmogelijkheden: – verbogen en vervoegde vormen – verbasterde woorden – uitspraakinformatie (alle lemma’s) – lemma’s kunnen in verschillende graden van uitgebreidheid op het scherm worden gebracht – retrograde ordening (woordeinden) – een anagrammenprogramma, en nog veel meer. “Als je met dit schijfje bezig bent, heb je het gevoel dat de toekomst vandaag begonnen is.”) - Taaladviesdienst.
Oefendictee der Nederlandse taal. Blz. 348 en 353.
(Ter voorbereiding op uw deelname aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal presenteert de Taaladviesdienst drie oefeningen: wat is de juiste schrijfwijze, zoek de fouten, vul de juiste letters in.) - Redactie Onze Taal.
Tamtam. Blz. 349.
(Vier taalberichten: 1. “Turk stoort zich aan Van Dale” (Een Nederlander van Turkse afkomst stoort zich aan negatieve uitdrukkingen met “Turk” in de grote Van Dale); 2. “Vousvoyeren in gemeentehuis stuit op verzet” (Aan de Rotterdamse raadsleden is voorgesteld dat zij elkaar in het bijzijn van publiek weer met “u” gaan aanspreken) 3. “Moet geschiedenis tot naamswijzigingen leiden?” (De eerste aflevering van de zesdelige tv-documentaire “Holokaust” deed veel stof opwaaien. De makers vonden dat men voortaan “Holocaust” op zijn Duits moest uitspreken en spellen om zodoende het historisch bewustzijn van de Duitsers op te vijzelen.) 4. “Rob Trip beste radiostem”.) - Marc van Oostendorp.
Oliebollen in het regenwoud. De grammatica van een taal met 25 sprekers. Blz. 350-351.
(In een reservaat in het tropisch regenwoud van Rondonia (Brazilie) leven twee families met in totaal ongeveer 25 personen die onderling nog Kwaza spreken. De taalkundige Hein van der Voort heeft een jaar in dat reservaat gewoond en een grammatica van het Kwaza geschreven. Hij vindt het van belang de sprekers te helpen hun taal levend te houden en in ieder geval vast te houden voor later. Dat is mogelijk door een schriftsysteem te ontwerpen, leermiddelen te ontwikkelen en door ze voor te lichten over de waarde van hun taal. De mensen zelf hebben voor hun economische ontwikkeling het Portugees nodig en denken dat hun eigen taal minderwaardig is. Het Kwaza zal het waarschijnlijk niet redden, omdat er te weinig sprekers over zijn.) - Marc van Oostendorp.
Toelaten of verbieden. Blz. 352.
(In haar proefschrift “The forbid/allow asymetry. On the cognitive mechanisms underlying wording effects in surveys”) doet Bregje Holleman verslag van haar onderzoek naar de vraag of “ja” altijd het tegenovergestelde van “nee” is. Aan een groep studenten legde ze de volgende vraag voor: “Vindt u dat de overheid uitsluiting van allochtonen voor bepaalde vacatures moet verbieden?” Aan een vergelijkbare groep studenten vroeg ze: “Vindt u dat de overheid uitsluiting van allochtonen voor bepaalde functies moet toelaten?” Het merkwaardige was dat 46 procent van de eerste groep de vraag met “nee’ beantwoordde, terwijl van de tweede groep 13 procent de vraag met “ja” beantwoordde. Een verklaring zou kunnen zijn dat “verbieden” en “toelaten” een negatieve bijklank hebben. Maar uit vervolgonderzoek is Holleman gebleken dat de ondervraagden beinvloed worden door de extremiteit van het gebruikte werkwoord. De meeste mensen vinden iets verbieden veel sterker dan iets toelaten en zullen daarom nog minder geneigd zijn om “ja” te zeggen op de vraag over verbieden dan op de vraag over toelaten. Dit levert een praktisch advies op voor vragenstellers: je kunt beter vragen of (ongewenst) gedrag moet worden verboden dan of het moet worden toegelaten.) - Alied Blom.
Bezuiniging bij KPN. Blz. 353.
(Als Blom haar berichtenbox (Voicemail) leegt, krijgt ze te horen: “U heeft een nieuw bericht” of “U heeft twee nieuwe berichten”. Daarna worden de nieuwe berichten stuk voor stuk aangemeld met: “eerste nieuw bericht”, “tweede nieuw bericht”, enz. Steeds dus zonder de vereiste uitgang -e. Dit is waarschijnlijk het gevolg van een overdreven zuinig gebruik van geluidsbestanden op de banden van de geautomatiseerde spraak.) - Guus Middag.
Gewij. Blz. 354. Woordenboek van de poezie.
(In een gedicht van Vasalis in de bundel “De vogel Phoenix” (1947) komt het woord “gewij” voor. Is het een ordinaire spelfout of heeft Vasalis dat expres zo geschreven? Het staat in geen enkel woordenboek. Misschien speelt een associatie met “waaien” ook een rol: het gedicht gaat over platanen die met dorstige herten worden vergeleken en waarbij de wind door de toppen waait.) - Riemer Reinsma.
Hoogt. Blz. 355. Geschiedenis op straat.
(“Hoogt” is een dialectvorm van “hoogte”. De oudste vorm is “hoogde”. In Heerlen is een straat met de naam “De Heugden”, in feite een vorm met umlaut. Na “heugde” kwam “heugte” en ten slotte ontstond de vorm “hoogte”. Het gaat oorspronkelijk om de-woorden. Het Utrechtse filmhuis ’t Hoogt werd vroeger als “De Hoogt” aangeduid; er zijn 6 gemeenten met de naam “De Hoogt”.) - Raymond No”e.
Inzicht. Blz. 356-357.
(InZicht licht u in over nieuwe boeken, congressen en lezingen in taalkundig Nederland. Deze keer: korte besprekingen van 10 boeken, een scheurkalender en – zoals steeds – speciale aandacht voor een neerlandistisch tijdschrift.)
. Eric Tiggeler en Rob Doeve, “Webwijzer” (voor de beginnende schrijver van webpagina’s).
. Ewoud Sanders en Koos Metselaar (red.), “Stijlboek NRC Handelsblad” (taaladviezen, vooral spelling, maar ook encyclopedische informatie en gedragsrichtlijnen voor journalisten).
. Frida Balk-Smit Duyzentkunst, “Grammatica van het Nederlands” (grammatica kan erg leuk zijn).
. Joop van der Horst en Fred Marschall, “Korte geschiedenis van de Nederlandse taal” (herdruk).
. Jan van de Pol, “Spellingboek voor iedereen”.
. Dik Pak, “Duizend dilemma’s. Spelen met spelling”.
. Geert Bos, “ICT-woordenboek. Ruim 7500 begrippen van A tot Z”.
. Eric Tiggeler en Mieke Vuijk, “Nu nog smeuiger. Reclametaal en ander trendy taalgebruik”.
. Henri”ette Hou”et, “Schrijfstandaard. Raadgever bij taalkwesties” (een klapper met tabbladen die je op je bureau kunt zetten).
. Roeland M. van Poll, “Financieel woordenboek. 4500 verklaringen van financiele en economische begrippen”.
. “Gebarenscheurkalender 2001” (om aan een breder publiek duidelijk te maken dat gebarentaal een echte taal is).
. Tijdschrift: ‘TaalActief” verschijnt zesmaal per jaar en richt zich op mensen die in hun beroepspraktijk veel met taal te maken hebben. Het is de voortzetting van de losbladige uitgaven Taaltips Actief en Taalbaak. Hoofdred.: Riemer Reinsma.
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0101.31=-=
(Neder-L zoekt een nieuwe tijdschriftenredacteur voor het Tijdschrift voor Taalbeheersing, als opvolger voor de onvolprezen Louise Cornelis. Interesse? Meld u aan bij de Neder-L-redactie: salemans@baserv.uci.kun.nl.)
TIJDSCHRIFT VOOR TAALBEHEERSING, jaargang 22, nummer 3, oktober 2000.
ISSN 1384-5853.
Door: Louise Cornelis, Amsterdam.
Amsterdam, 6 januari 2001.
- Tom Koole en Xiangling Li.
Onderzoek naar interculturele communicatie: op zoek naar het culturele of het interculturele? Blz. 189-199. - Henk Lammers.
Het gebruk van we/wij in media-interviews. Blz. 200-219. - Michael Steehouder en Joyce Karreman.
De verwerking van stapsgewijze instructies. Blz. 220-239. - Jan Renkema.
Tussen de regels. Over taalgebruik in bijsluiters, belastingformulieren en bijbelvertalingen. Blz. 240-252.
(Een verkorte versie van Renkema’s oratie aan de KUB, 30 juni 2000). - Eveline Feteris en Peter Houtlosser.
Bibliografie Arugmentatietheorie 1999. Blz. 253-267. - Boekbeoordelingen:
. <Door: Per van Wijst, op blz. 268-272:> Xiangling Li. Chinese-Dutch business negotiations. Insights from discourse. Amsterdam/Atlanta: Rodopi. 1999. Utrecht Studies in Language and Communication 14. Dissertatie TU Eindhoven.
. <Door: Agnes van Rees, op blz. 272-274:> Hanneke Houtkoop en Tom Koole. Taal in actie. Hoe mensen communiceren met taal. Bussum: Coutinho. 2000. - Signaleringen, blz. 275-279.
(Van Over taal, De letteren als wetenschappen, Knelpunten bij het reviseren van teksten en Computers & Taal.) - <Door: Peter Houtlosser, blz. 280-282:> Uit de tijdschriften.
(Een overzicht van de meest recente afleveringen van enkele neerlandistische tijdschriften.) - Nieuws uit het vakgebied. Blz. 283-284.
(Met promoties, personele veranderingen en congressen).
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0101.32=-=
TIJDSCHRIFT VOOR TAALBEHEERSING, jaargang 22, nummer 4, december 2000.
ISSN 1384-5853.
Door: Louise Cornelis, Amsterdam.
Amsterdam, 6 januari 2001.
Themanummer Persuasieve Teksten.
Gastredactie: Hans Hoeken, Alfons Maes en Peter Jan Schellens.
- Hans Hoeken, Alfons Maes en Peter Jan Schellens.
Het ontwerp van persuasieve teksten. Ter inleiding. Blz. 285-287. - Peter Jan Schellens en Menno de Jong.
Soorten argumenten in de voorlichting. Blz. 288-308. - Lettica Hustinx en Hans Hoeken.
De eigen-schuldvuistregel en ernst van de aandoening bij fondswerving. Blz. 309-323. - Luuk Lagerwerf en Bauke Jousma.
Waardering en herkenning van dubbelzinnige slagzinnen. Blz. 324-343. - Wilbert Spooren, Brenda Smith en Jan Renkema.
De invloed van stijl en type argumentatie op de overtuigingskracht van direct mail. Blz. 344-357. - Bob le Pair, Rogier Crijns en Hans Hoeken.
Het belang van cultuurverschillen voor het ontwerp van persuasieve teksten. Blz. 358-372. - Boekbeoordelingen:
. <Door: Marcel Bax, op blz. 373-375:> Rene Dirven en Marjolijn Verspoor (red.). Cognitieve inleiding tot taal en taalwetenschap. Leuven/Amersfoort: Acco. 1999.
. <Door: Paul van de Hoven, op blz. 375-379:> H.J. Plug. In onderlinge samenhang bezien. De pragma-dialectische reconstructie van complexe argumentatie in rechterlijke uitspraken. Dissertatie Universiteit van Amsterdam. 2000. - Signaleringen, blz. 380-385.
(Van Wat woorden doen, Taalhaver voor een bewuster taalgebruik in een juridische omgeving en Geschiedenis van het Nederlands in de twintigste eeuw.) - Nieuws uit het vakgebied. Blz. 386.
(Met oraties, promoties en congressen). - Inhoud jaargang 22. Blz. 387-388.
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0101.33=-=
VAKTAAL, jaargang 13, nummer 1/2, 2000.
ISSN 0921-5867.
Door: Guido Leerdam.
Amsterdam, 3 januari 2001.
- Astrid de Groot.
‘De juf werdt er niet vroluk van’. Brief aan Karin Adelmund. Blz. 1-4.
(In 1999 riep staatssecretaris Adelmund op de voorjaarsconferentie van Het Expertisecentrum Nederlands (HEN) de onderwijzers op, deel te nemen aan het maatschappelijk debat over de kwaliteit van het taalonderwijs. In een open brief zet Astrid de Groot, betrokken bij de Mile-projecten van HEN, haar ideeen voor verbetering uiteen. Onder andere wordt gekeken naar de mogelijkheid om Vlaamse modellen te implementeren.) - Christine van Baalen.
Couperus extra muros. Nederlands doceren in Wenen. Blz. 5.
(Impressie van een docentschap neerlandistiek extra muros aan het Institut fuer Germanistik van de Universitaet Wien.) - Wim Klooster.
Grammatica voor de liefhebber 2. Blz. 6.
(Over de rol van de “canonieke positie” van zinsdelen in de zin.) - Puk Claver. Blz. 7.
50 wereldboeken voor peuters en kleuters. Blz. 7.
(Signalement van het gelijknamige nieuwste boek van Hannie Humme.) - Edwin Lucas.
Op gezang en vlees belust. Boek over Jan Engelman. Blz. 8.
(Bespreking van de op 7 juni 2000, ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van de dichter Jan Engelman, verschenen monografie.) - J.M.J. Sicking.
Column: Gefascineerd door het verleden. Blz. 9.
(Historisch getinte mijmering naar aanleiding van de op internet geplaatste Vlaamse soldatenbrieven uit de tijd van Napoleon.) - Patrick Bassant.
Colloquium Vertaling en Verbeelding. Blz. 10-11.
(Verslag van het symposium ‘Vertaling en Verbeelding: de creativiteit van de literaire vertaler’, gehouden in Gent in mei 2000.) - Margreet Onrust.
Wat woorden doen. Blz. 12-13.
(Bespreking van het gelijknamige boek van Agnes Sneller en Agnes Verbiest.) - Arie Jan Gelderblom, Anne Marie Musschoot.
Brandende kwesties. Enkele beschouwingen bij de nieuwe literatuurgeschiedenis. Blz. 14-17.
(De twee eindredacteuren van de ‘nieuwe Knuvelder’ stippen enkele problemen aan die zij zijn tegengekomen bij de opzet van dit standaardwerk in spe.) - Register 1999.
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0101.34=-=
VONK, Tijdschrift van de Vereniging voor het Onderwijs in het Nederlands vzw, jaargang 30, nummer 2, november-december 2000.
ISSN 0770-2086.
Door: Rita Rymenans, vakgroep didactiek Nederlands, Universiteit Antwerpen (UIA).
Antwerpen, 2 januari 2001.
- Marc Stevens & Jan T’Sas.
De kracht van variatie. Blz. 3-16.
(‘In het onderwijs staat variatie borg voor gunstige leereffec- ten’, daarvan zijn Marc Stevens en Jan T’Sas overtuigd. Als inspiratiebron voor leerkrachten (vooral uit het secundair onderwijs) geven ze een concreet overzicht van een veertigtal didactische werkvormen voor allerlei soorten (taal)lessen. Deze werkvormen zijn onder vijf kopjes samengebracht: presenteren, (op)zoeken, samenwerken, creatief handelen en herhalen. Heel wat van de voorgestelde werkvormen zijn onderling met elkaar te combi- neren. En ook differentieren is mogelijk: naargelang van de begin- situatie, het tempo of de leerinhoud kunnen groepjes leerlingen met verschillende werkvormen aan de slag. Dat het hanteren van werkvormen op een oordeelkundige manier moet gebeuren en dat dit overzicht zeker geen trukendoos is, hoeft geen betoog.) - Pieter Van Biervliet.
Spellen via mondeling spellen. Blz. 18-28.
(Uit recent onderzoek is gebleken dat het inprenten van woordbeelden niet de enige en beste manier is om kinderen te leren spellen. Pieter Van Biervliet vat de belangrijkste inzichten en ervaringen met betrekking tot ‘mondeling spellen’ samen en presenteert een eigen onderzoek naar de meest effectieve spellingtraining. Bij 1617 leerlingen uit het tweede leerjaar van de lagere school werden drie spellingaanpakken vergeleken: een training door middel van een visueel dictee, het leren spellen via overschrijven en een aanpak via het mondeling spellen. Het blijkt dat de drie aanpakken even effectief zijn, maar dat het mondeling spellen ook bij het visueel dictee en het overschrijven een centrale rol blijft spelen. Dat leren spellen vooral op een grondige en geconcentreerde manier moet gebeuren, illustreert de auteur met enkele concrete voorstellen voor de klaspraktijk.) - Joeri Brands.
De ontdekking van de Boekenbaai. Boekpromotie in de praktijk. Blz. 31-37.
(Na gemengde schoolse ervaringen met boeken en lezen, heeft Joeri Brands zich ontpopt tot een echte boekpromotor. Als meester van de vierde klas basisonderwijs werkt hij voortdurend aan de ontwikkeling van het boekplezier en leesplezier van zijn leerlingen. De leescirkel van Chambers dient als leidraad bij het uitbouwen van zijn boek- en leesbevorderingsprojecten. Op een erg aanstekelijke manier stelt hij er een vijftal voor. Dat hij zelf het enthousiaste voorbeeld geeft, veel voorleest, de nieuwsgierigheid van de kinderen prikkelt, en het leuk maakt in de boekenles, lees je tussen de regels door.) - Veerle Geudens.
Rosalinde. Een filmproject in de kleuterklas. Blz. 39-42.
(Een ander inspirerend verhaal uit het basisonderwijs: kleuters maken een heuse film, ‘Rosalinde’ genaamd. Veerle Geudens ging praten met de twee kleuterleiders van ‘De Waterval’, een ervaringsgerichte basisschool in Ekeren. Daar liep vorig schooljaar dit groots filmproject waarbij zowel leerkrachten, kleuters als ouders betrokken waren. Aanleiding was een wandeling door het park van het Veltwijckkasteel waar een dramatische legende aan verbonden is. Benieuwd naar hoe het allemaal begon, welke voorbereidingen er getroffen werden, hoe de film onthaald is en… of de kinderen het leuk vonden?) - Katrien De Vlaemynck.
Gidsen in Parijs. Blz. 43-46.
(Rubriek ‘Spiekerskorner’.) - Jan T’Sas.
E’en procent inspiratie. Blz. 48-49.
(Rubriek ‘Interkl@s’.) - Rita Rymenans.
Rubriek ‘Werkhuis’.Blz. 51-53.
(Rubriek ‘Werkhuis’ met signalementen van: Pedagogische Bijdragen 138; Levende Talen Magazine 87/6; Stepnet; IVO 80.) - Rita Rymenans m.m.v. Veerle Geudens.
Rubriek ‘Ingeblikt’. Blz. 54-60.
(Rubriek ‘Ingeblikt’ met signalementen van: Moer 2000/4; Levende Talen Tijdschrift 1/3; Levende Talen Magazine 87/6-7; Pedagogische Bijdragen 138; Openbaar 30/2; Al dat buiten-gewoon geluid; Leesidee Jeugdliteratuur 6/1-5; Lesbrieven Clavis; Issue; Schrijfonderwijs en ICT in de tweede fase (SLO); Team voor Taal (SLO); Ons Erfdeel 43/4-5; nachbarsprache niederlaendisch 2000/1; Over taal 39/3; Knack op School; Jeugd en Vrede; Bevrijdingsfilms; Kleur bekennen; CGSO Trefpunt.)
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0101.35=-=
VOOYS: TIJDSCHRIFT VOOR LETTEREN, jaargang 18, nummer 3/4, december 2000.
NLG 13,75 bij de betere boekhandel, jaarabonnement NLG 25,-.
ISSN 0921-3961.
Door: Marloes van Beersum.
Utrecht, 17 januari 2001.
- Thomas Vaessens.
De literatuur volgens Gummbah. Over de representatie van het dichterschap. Blz. 4-15.
(‘De dichter’ is een type dat vaak opduikt in de cartoons van Gummbah. Het is een beklagenswaardige figuur: hij is lelijk, weet niet waarover hij dichten moet, ontbeert wereldse erkenning en leeft onder het bewind van een forse kenau, zijn vrouw. Een karikatuur? Zeker, maar zoals alle goede karikaturisten legt ook Gummbah in zin literaire tekeningen de vinger op de verborgen cliches van het dichterschap.) - Patrick Rooijackers.
Wat bloemrijker, drukker en heftiger. Tachtig en het antisemitisme. Blz. 16-26.
(“O smousje met uw onanisten-snuit / Dat laat suceeren u door kleine meisjes”, schreef Tachtiger der Tachtigers Willem Kloos over de joodse schrijver Bernard Canter. Zijn kunstbroeders Diepenbrock, Van Eeden en Paap maakten het nog veel bonter, zo betoogt Patrick Rooijackers in zijn artikel. Hoe verheven deze kunstenaars zich ook mochten gedragen, in hun afkeer van het jodendom ontstegen zij het burgermansniveau niet.) - Bertram Mourits.
Dust bowl ballads. Of: over de weg van Oklahoma naar Californie. Blz. 27-35.
(De geschiedenis van Amerika is altijd begeleid geweest door muziek. De burgeroorlog, de trek naar het westen, de crisis en de voorspoed: er klonk muziek op de achtergrond. Opballend is de hoeveelheid liedjes die gewijd is aan wat weinig meer was dan een incident in de Amerikaanse geschiedenis, de dust bowl, een serie rampzalige stofstormen die vele boerderijen in de vlakke, weidse heartlands vernietigden. Van Agnes Cunningham en Woody Guthrie tot Ry Cooder, Bruce Springsteen en Billy Bragg: deze periode in de Amerikaanse geschiedenis is eigenlijk nooit meer uit de muziek verdwenen.) - Gert den Toom.
Column “De voorbijganger als deskundige”. Blz. 36-37.
(Gert den Tooms column over de Nederlandse literatoren en hun onvermogen tot engagement.) - Krijn Peter Hesselink.
De zee als een uitgestrekte pagina zonder metaforen. Blz. 38-45.
(“Any island would drive you crazy, / I knew you’d grow tired / of all that iconography of the sea”. De Caribische dichter Derek Walcott is zijn leven lang omgeven door de zee. Zij vormt voor hem een onuitputtelijke, maar niet geheel onproblematische bron van metaforen. Krijn Peter Hesselink belicht Walcotts ambivalente verhouding tot “the ocean’s catalogue” aan de hand van diens meesterwerk Omeros.) - Ton Harmsen.
Het speeltoneel in kaart gebracht. Een census van Nederlandse toneelstukken tot 1803. Blz. 46-50.
(Iedereen die onderzoek wil doen naar Nederlandse toneelteksten kan Ceneton raadplegen, een site waarop beschrijvingen van deze teksten tot 1803 zijn verzameld. Ton Harmsen, initiatiefnemer van dit project, vertelt in zijn beschouwing over het waarom ervan, en legt uit wat erbij komt kijken.) - Wim Gerritsen.
De zee, de zee. Blz. 51-56.
(Wie in Van Dale het woord ‘zee’ opzoekt, vindt een waslijst van citaten en vergelijkingen. Zo vreemd is dat niet: de zee met haar uitgestrekte verten en woeste golven spreekt al eeuwenlang tot de verbeelding van literatoren. Wim Gerritsen, zelf ook gefascineerd door de zee, beschrijft in dit drieluik de rol van dit magische wateroppervlak in moderne teksten, in Middeleeuwse teksten als De reis van Sint Brandaan en De vertellingen van duizend-en-een-nacht, en in zijn eigen leven.) - Maartje Laterveer.
De ondraaglijke macht der vertalers. Blz. 57-63.
(Zonder vertalingen zou de wereldliteratuur er voor iedereen beduidend anders uitzien: romans als Don Quichot en Vaders en zonen zouden slechts bereikbaar zijn voor hen die het Spaans of het Russisch beheersen. Dat vertalingen geen probleemloze omzettingen van de ene in de andere taal zijn, heeft de Tsjechische auteur Milan Kundera geweten; uit onvrede met de vertalingen van zijn werk is hij zelf aan het vertalen geslagen. Maartje Laterveer toont de haken en ogen van het vertaalproces aan de hand van Kundera’s De ondraaglijke lichtheid van het bestaan.) - Marloes van Beersum en Lex van der Linden.
Interview. Zonder remmen de snelweg opgaan. Een gesprek met Hans Croiset. Blz. 64-67.
(“Het overkomt je zelden dat je een stuk twee keer regisseert.” Toch overkomt het Hans Croiset. Begin 2001 brengt hij bij Het Toneel Speelt zijn tweede regie van Vondels drama Lucifer op de planken. In 1979 regisseerde de toen 44-jarige Croiset voor de eerste keer, toen bij het Publiekstheater. Dankzij deze Vondelregie kreeg hij de eretitel ‘modern vormgever van klassieke meesterwerken’. Lucifer betekende het begin van een traditie van nieuw Vondelinterpretaties, waarvan het einde nog niet in zicht is. Lex van der Linden en Marloes van Beersum keken in de laatste dagen van het theaterseizoen 1999-2000 op een zolderkamertje van de Amsterdamse stadsschouwburg met Hans Croiset naar Adriaan Ditvoorts’ televisieregistratie van Croisets eerste Luciferregie en spraken met de theatermaker.) - Rijk Schipper.
In de ban van Dionysos. Blz. 68-75.
(Waag je niet aan de Dionysosmythen of het zal verkeerd met je aflopen! Feit is dat de mythen rond deze Griekse god nauwelijks navolging hebben gevonden, dit in tegenstelling tot de verhalen rond Elektra, Oedipus en andere Griekse helden. Rijk Schipper gaat in zijn artikel op zoek naar het waarom hiervan, waarbij hij zich afvraagt of het voor Nietzsche beter was geweest om Dionysos met rust te laten.) - J. Tchong.
De generatieve moraal van Noam Chomsky. Blz. 76-82.
(Noam Chomsky, de man die vooral bekend is als grondlegger van de transformationeel-generatieve grammatica, blijkt bovendien een leven te leiden als criticus van alles wat naar consensus en rechtse ideeen zweemt. J. Tchong laat in dit artikel zijn licht schijnen over deze minder bekende, maar zeker niet minder interessante kant van de wereldberoemde taalkundige.) - Hans van Stralen.
Zucht und Zoegellosigkeit. Over Der Tod in Venedig van Thomas Mann. Blz. 83-87.
(Thomas Manns novelle Der Tod in Venedig is een probleemgeval voor interpreten: waar het werk te plaatsen binnen de kaders van de literatuurgeschiedenis? Hans van Stralen onderzoekt de verschillende tendensen die zijn aan te wijzen in de novelle, en legt verbanden met onder andere Gide, Plato en de Griekse mythologie.) - Recensies, blz. 88-96:
. Gerrit Komrij, De Afrikaanse poezie in duizend en enige gedichten’. Amsterdam (Bert Bakker) 1999. 1179 blz. NLG 72,75. Gerecenseerd door Rosemarie Buikema.
. Jaap Goedegebuure, Zee, berg, rivier. Het leven van H. Marsman. Amsterdam/Antwerpen (De Arbeiderspers) 1999. 434 blz. NLG 69,90. Gerecenseerd door Reinder Storm.
. Esther Blom, De vlam van het menselijk denken; Nico van Suchtelen (1878-1949). Amsterdam (Wereldbibliotheek) 1999. 239 blz. NLG 39,50. Gerecenseerd door Patrick Rooijackers.
. Fernand Auwera, ‘Willem Elsschot’. Baarn (De Prom) 1999. 128 blz. NLG 24,95. Gerecenseerd door Sonja van Stek.
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-Neder-L-bericht, no. 0101.36=-=
*-------------Redacteurs--tijdschriftenoverzicht--Neder-L-----------------* | Amsterdamer Beitraege Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | de Achttiende Eeuw: Rudy Beernink <R.Beernink@slo.nl> | | de Boekenwereld: Marja Smolenaars <msmolenaars@compuserve.com> | | Cahiers voor een Lezer: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Driemaandelijkse Bladen: Harrie Scholtmeijer | | <Harrie.Scholtmeijer@meertens.knaw.nl> | | Gezelliana: Piet Couttenier <Piet.Couttenier@ufsia.ac.be> | | Gramma/TTT: Peter-Arno Coppen <P.A.Coppen@let.kun.nl> | | Leuvense Bijdragen: Hans Smessaert | | <Hans.Smessaert@arts.kuleuven.ac.be> | | Literatuur: Jose Rekers <jjrekers@hotmail.com> | | Literatuur Zonder Bea Ros <Bea@Zunneberg-Ros.nl> | | Leeftijd: | | Lust & Gratie: Fleur Speet <fspeet@hetnet.nl> | | Mededelingen Stichting Frank van Lamoen <f.v.lamoen@hccnet.nl> | | Jacob Campo Weyerman: | | Meesterwerk: Els Ruijsendaal <ruisdaal@cistron.nl> | | Millennium: ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Moer: Herman Giesbers <H.Giesbers@let.kun.nl> | | Over Multatuli: Reinder Storm <Reinder.Storm@kb.nl> | | Naamkunde: Tanneke Schoonheim <schoonheim@inl.nl> | | Nederlandse Letterkunde: Marja Geesink <marja.geesink@pica.nl> | | Nederlandse Taalkunde: Corry de Haan <c.de.haan@LET.leidenuniv.nl> | | Neerlandica Extra Muros: Olga van Marion <ovmarion@rullet.leidenuniv.nl>| | de Negentiende Eeuw: Jan Stroop <J.Stroop@hum.uva.nl> | | Ons Erfdeel: Jaap van Veen <JaapJvanVeen@cs.com> | | Ons Geestelijk Erf: Thom Mertens <thom.mertens@ufsia.ac.be> | | Onze Taal: Jac Aarts <j.aarts@chello.nl> | | de Parelduiker: Wieneke 't Hoen <Wieneke.t.Hoen@chi.knaw.nl> | | Queeste: ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Spiegel der Letteren: Betty van Wonderen | | <Betty=van=Wonderen@uba.uva.nl> | | Taal en Tongval: Roland de Bonth, <salemans@baserv.uci.kun.nl> | | Tabu: Ton van der Wouden <vdwouden@let.rug.nl> | | Tekst[blad]: Judith Mulder <tekst.en.uitleg@wxs.nl> | | TNTL: Dick Wortel <wortel@inl.nl> | | Tijdschrift voor ... Een nieuwe redacteur wordt gezocht ... | | Taalbeheersing | | Tydskrif vir Nederlands Jean Jordaan <rgo_anas@rgo.sun.ac.za> | | en Afrikaans: | | Vaktaal: Guido Leerdam <G.Leerdam@dienst.vu.nl> | | Verslagen KANTL: Edward Vanhoutte <evanhout@uia.ua.ac.be> | | Volkskundig Bulletin: Theo Meder <Theo.Meder@meertens.knaw.nl> | | Vonk: Rita Rymenans <rymenans@uia.ua.ac.be> | | Vooys: Marloes van Beersum | | <m.p.vanbeersum@students.let.uu.nl> | | de Zeventiende Eeuw: Ton Harmsen <harmsen@rullet.leidenuniv.nl> | *-------------------------------------------------------------------------*(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda) of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 0101.c --------------------------*
Laat een reactie achter