Subject: | Neder-L, no. 0105.b |
From: | BJP Salemans |
Reply-To: | Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek |
Date: | Tue, 29 May 2001 23:49:23 +0200 |
Content-Type: | TEXT/PLAIN |
********************* *-Negende-jaargang--------- Neder-L, no. 0105.b -----------ISSN-0929-6514-* | | | ************************************************************ | | * Neder-L, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek * | | ************************************************************ | | | | Onderwerpen in dit bulletin: | | ============================ | | (1) Med: 0105.14: Neerlandistiek.nl, het eerste wetenschappelijk | | tijdschrift over Nederlandse taal- en letterkunde in | | elektronische vorm, vanaf 14 juni 2001 op het web: | | https://neerlandistiek.nl/ | | (2) Rub: 0105.15: Evenementenagenda, met: | | - Veiling Van Stockum, wo 13 - vr 15 juni 2001 (Den | | Haag) | | - Veiling Bubb Kuyper, wo 30 - do 31 mei 2001 | | (Haarlem) | | - Congres Rederijkers, wo 5 - vr 7 september 2001 | | (Middelburg) | | - Veiling Beijers, ma 11 - di 12 juni 2001 (Utrecht) | | (3) Vac: 0105.16: Vacature voor een onderzoeker van veertiende-eeuwse | | teksten uit de zuidelijke Nederlanden bij KANTL te | | Gent (deadline: vr 1 juni 2001) | | (4) Vac: 0105.17: Vacatures voor 5 AiO's op het Instituut voor | | Linguistiek OTS, o.a. bij het speciale | | onderzoeksprogramma 'Language in Use' (deadline: ma | | 11 juni 2001) | | (5) Rub: 0105.18: Hora est! Promoties K. Korevaart op wo 30 mei 2001 te | | Leiden, M. de Vries op wo 6 juni 2001 te Amsterdam, | | P. de Hommel-Steenbakkers op wo 13 juni 2001 te | | Nijmegen | | (6) Med: 0105.19: WNT-Aanvullingen, eerder aangekondigd in Neder-L | | 0104.28, thans ook via WNT-website te bestellen | | (7) Rub: 0105.20: Pas verschenen: Andr'e Hanou. Bewegende beelden. | | Pygmalion en het beeld van de literatuur van de | | Nederlandse Verlichting. Inaugurale rede. Nijmegen, | | 2001 | | (8) Rub: 0105.21: Pas verschenen: 100 x Komrij. Honderd bijzondere | | boeken uit de collectie van Filip Marsboom in de | | marge van Druksel 2000. Wildert, 2000 | | (9) Rub: 0105.22: Pas verschenen: J.E. de Jong. De lof der stront. Met | | een inleiding van Gerrit Komrij. Wildert, 2000 | | [Komrijs Inleiding wordt in dit Neder-L-artikel | | integraal weergegeven] | |(10) Lit: 0105.23: Nieuw: Marcel De Smedt (red.). Teksteditie Vlaanderen | | 2000. Gent, 2000 | |(11) Lit: 0105.24: Nieuw: W. Vandeweghe, e.a. (red.). Polyfonie. | | Opstellen voor Paul Van Hauwermeiren. Gent, 2001 | |(12) Col: 0105.25: Column Willem Kuiper, no. 55: Een nieuw lied | |(13) Informatie over Neder-L | | | *-------------------------- --------------29-mei-2001-* *********************
(1)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 28 May 2001 08:58:28 +0200
From: Marc van Oostendorp <marc.van.oostendorp@meertens.knaw.nl>
Subject: Med: 0105.14: Neerlandistiek.nl, het eerste wetenschappelijk tijdschrift over Nederlandse taal- en letterkunde in elektronische vorm, vanaf 14 juni 2001 op het web: https://neerlandistiek.nl/
========================================================
Neerlandistiek.nl
Het eerste wetenschappelijk tijdschrift over Nederlandse taal- en letterkunde in elektronische vorm
========================================================
Wetenschappelijke informatie over de Nederlandse taal en letterkunde moet gratis worden aangeboden via internet voor iedereen die er belang in stelt. Dat is de gedachte achter het nieuwe, op 14 juni 2001 te verschijnen, elektronische tijdschrift neerlandistiek.nl. In dit tijdschrift zullen artikelen verschijnen van een hoog wetenschappelijk niveau; ze moeten gebaseerd zijn op substantieel eigen onderzoek en door minstens twee vakgenoten beoordeeld zijn.
Tot nu toe biedt geen enkel bestaand wetenschappelijk tijdschrift voor de neerlandistiek structureel informatie aan via het internet. Bovendien is de tijdschriftenmarkt de afgelopen jaren gekenmerkt door verregaande specialisering. De meeste bestaande tijdschriften voor neerlandistiek zijn opgegaan in bladen over taalkunde, over letterkunde of over taalbeheersing. Het nieuwe tijdschrift wil de verschillende deelvakken weer bij elkaar brengen en een kruisbestuiving tussen die deelvakken teweeg brengen.
Het nieuwe tijdschrift is een initiatief van vijf jonge neerlandici: dr. Bregje Holleman (Universiteit Utrecht), prof. dr. Matthias Huening (Freie Universitaet Berlin), prof. dr. Johan Koppenol (Vrije Universiteit Amsterdam), dr. Marc van Oostendorp (Meertens Instituut) en dr. Thomas Vaessens (Universiteit Utrecht), die tevens de redactie vormen. Het tijdschrift wordt wetenschappelijk ondersteund door een brede redactieraad van deskundigen en administratief door het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI).
Neerlandistiek.nl staat vanaf 14 juni 2001 ter beschikking op de website: https://neerlandistiek.nl/
Het tijdschrift opent met de volgende artikelen:
- Ton Anbeek en Arie Verhagen: Over stijl.
- A.M. Duinhoven: ‘Dat teen scoon moeste ghestorven sijn!’ Het vijfde vers van het Egidiuslied.
- Lia van Gemert: De voorwaarden voor een goed gesprek. De wetenschap en het publiek.
- Stefan Grondelaers, Dirk Speelman en An Carbonez: Regionale variatie in de postverbale distributie van presentatief ‘er’.
- Jan Konst: “Om dit treurspel werkzaam en aangenaam in de oogen der aanschouweren te maaken.” Theorie en praktijk van de episode in de treurspelen van Lukas Rotgans, Lukas Schermer en Balthasar Huydecoper.
- A. Hanou: Starost Lakeiski en de familie Adelpoort. Opmerkingen over enkele plaatsen in Langendijks Wederzijds huwelijksbedrog.
- Gert de Jager: Spoken in de dwaaltuin. Lucebert en de verleidingen van de intertekstualiteit.
Neerlandistiek.nl zal worden gelanceerd tijdens een borrel op 14 juni 2001, vanaf 16.00 uur, op het Meertens Instituut (Joan Muyskenweg 25, 1096 CJ Amsterdam). Tijdens deze bijeenkomst zal prof.dr. W.P. Gerritsen een toespraak houden onder de (voorlopige) titel: “La joie de se voir digitalis’e?”.
(2)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 28 May 2001 13:00:37 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 0105.15: Evenementenagenda
=================
Evenementenagenda
=================
DEN HAAG, Van Stockum’s Veilingen, Prinsegracht 15, +31 (0)70-3649840, 3649841, fax 3643340, http://www.vanstockums-veilingen.nl
Veiling van boeken, handschriften en prenten, woensdag 13 en donderdag 14 juni 2001, telkens om 10.00 en 14.00 uur, vrijdag 15 juni 2001, 10.00 uur.
- Auctie van 1654 nommers waaronder Nederlandse literatuur, kinderboeken, de vrijmetselaars-collectie van A. Overbeek, prenten (inclusief de collectie van W.P.J. van Baarsel), bibliografie, topografie, oude boeken en een aantal boekenkasten. Catalogus NLG 22,50. Kijkdagen: vrijdag 8 – zondag 10 juni 2001 van 10.00 tot 16.00 uur.
HAARLEM, Bubb Kuyper, Jansweg 39, +31 (0)23-5323986, fax 5323893, e-mail: info@bubbkuyper.com.
Veiling van boeken, handschriften en prenten, woensdag 30 en donderdag 31 mei 2001, telkens om 11.00 en 19.00 uur, vrijdag 1 juni 2001, 10.30 uur.
- Auctie van 4460 nommers waaronder Nederlandse literatuur, kinderboeken, bibliografie, kinderprenten en -spelen, topografie, oude boeken en (in een afzonderlijke catalogus) het derde deel van de prentencollectie van ‘Philip J.’ Catalogus NLG 30,00. Kijkdagen: vrijdag 25 – zondag 27 mei 2001 van 10.00 tot 16.00 uur, maandag 28 mei 2001 van 10.00 tot 13.00 uur.
MIDDELBURG, Abdij-complex.
Congres over de Rederijkers, woensdag 5 – vrijdag 7 september 2001.
- Onder de titel ‘Rederijkers: conformisten en rebellen; literatuur, cultuur en stedelijke netwerken (1400-1650)’ wordt door de Vrije Universiteit en de Universiteit Gent een congres georganiseerd in de Abdij-gebouwen te Middelburg. Het is het slotcongres van het onderzoeksproject over de Rederijkers van beide genoemde universiteiten met vijf plenaire sessies over evenzovele thema’s en een openbare avondlezing door Herman Pleij op woensdag 5 september. Andere sprekers zijn Anne-Laure van Bruaene (Gent), Arjan van Dixhoorn (VU), Susie Sutch (Berkeley), Bart Ramakers (Nijmegen/VU), Hubert Meeus (Antwerpen), Johan Oosterman (Leiden/Antwerpen), Gary Waite (New Brunswick), Guido Marnef (Antwerpen), Dirk Coigneau (Gent), Johan Koppenol (VU), Nelleke Moser (Parijs), Yvette Bruijnen (Den Bosch), Werner Waterschoot (Gent), Louis Grijp (Meertens Instituut). Inlichtingen over het programma: Bart Ramakers, Afd. Nederlands KUN, Postbus 9103, 6500 HD Nijmegen, +31 (0)24-3615492, e-mail: b.ramakers@let.kun.nl. Ook in het kader van het Zeeland Nazomer Festival vindt een aantal gerelateerde activiteiten plaats. Inlichtingen daarover: Ruud van Meijel, info@nazomerfestival.nl.
UTRECHT, J.L. Beijers, Achter Sint Pieter 140, +31 (0)30-2310958, fax 2312061, e-mail: beijers@mail.com
Veiling van boeken en prenten, maandag 11 juni 2001, 19.00 uur, dinsdag 12 juni 2001, 14.00 en 19.00 uur.
- Auctie van 1624 nommers waaronder Nederlandse literatuur, koloniale geschiedenis, een Omar Khayyam-collectie, kinderboeken, ABC-boeken, prenten, bibliografie en oude boeken. Catalogus NLG 30,00. Kijkdagen: vrijdag 8 en zaterdag 9 juni 2001 van 10.00-17.00 uur, maandag 11 juni 2001 van 10.00 tot 13.00 uur.
(3)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Thu, 03 May 2001 16:29:18 +0200
From: Edward Vanhoutte <evanhoutte@kantl.be>
Subject: Vac: 0105.16: Vacature voor een onderzoeker van veertiende-eeuwse teksten uit de zuidelijke Nederlanden bij KANTL te Gent (deadline: vr 1 juni 2001)
==============
Vacature KANTL
==============
De Koninklijke Academie voor Nederlands Taal- en Letterkunde werft aan, voor een periode van twee jaar (niet verlengbaar), een onderzoeker afgestudeerd in de Letteren en Wijsbegeerte, in een voltijdse betrekking in de graad van wetenschappelijk attache bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap).
[De volgende alinea staat niet in de oorspronkelijke vacatureomschrijving en is er op ons verzoek door Edward Vanhoutte ter verduidelijking aan toegevoegd. De Neder-L-redactie.] De onderzoeker zal deelnemen aan een project dat beoogt dat een verantwoord geografisch gediversifieerd corpus samen te stellen van ambtelijke teksten in het Nederlands uit de veertiende eeuw, afkomstig van schrijfcentra uit de zuidelijke Nederlanden, meer specifiek wat nu in Belgie en Frankrijk ligt. De bedoeling is dat, zover nodig, aan exploratie en inventarisering gedaan wordt, dat dan van bepaalde fondsen (bij voorkeur hele fondsen) fotokopieen gemaakt worden, die in de mate van het mogelijke getranscribeerd, en in het beste geval van taggings per woord of per constituent voorzien worden.
Laatstejaarsstudenten, die een geschreven waarborg van de promotor van hun scriptie kunnen voorleggen dat zij nog in 2001 zullen afstuderen, kunnen zich kandidaat stellen. Houders van een doctoraatsdiploma komen niet in aanmerking.
Kandidaatstellingen moeten gericht worden aan:
Prof. dr. G. De Schutter,
Vast Secretaris van de KANTL
Koningstraat 18
9000 Gent
en dienen ten laatste op vrijdag 1 juni 2001 in het gebouw van de Academie aan te komen. Eventueel wordt ook met fax- of e-mailberichten die op deze dag binnenkomen nog rekening gehouden, in zoverre die onmiddellijk per brief bevestigd worden.
De selectiecommissie beslist op basis van de ingediende dossiers welke kandidaten voor een selectiegesprek in aanmerking komen. De selectiegesprekken vinden plaats in het gebouw van de Academie, op donderdag 28 juni, vanaf 11 u.
Contactpersoon: Marijke de Wit, tel. +32- (0)9-265.93.43
(4)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 14 May 2001 15:59:18 ?
From: UiL-OTS <UiL-OTS@let.uu.nl>
Subject: Vac: 0105.17: Vacatures voor 5 AiO's op het Instituut voor Linguistiek OTS, o.a. bij het speciale onderzoeksprogramma 'Language in Use' (deadline: ma 11 juni 2001)
=================
Vacatures Utrecht
=================
FACULTEIT DER LETTEREN
De Utrechtse Faculteit der Letteren verzorgt onderwijs en onderzoek op het gebied van de talen en culturen van West- en Zuid-Europa, het Midden-Oosten en het Amerikaanse continent, de geschiedenis, de verschillende kunstwetenschappen en de communicatie- en informatiewetenschappen.
Het onderwijsprogramma omvat in totaal 17 opleidingen met 19 studierichtingen en 32 specialisaties. De onderzoekprogramma’s zijn ondergebracht bij twee onderzoekinstituten, die hooggekwalificeerd, interdisciplinair en internationaal georienteerd onderzoek uitvoeren. De instituten onderhouden intensieve contacten met andere wetenschappelijke instellingen. Ze participeren in elf landelijke onderzoekscholen en maken deel uit van verschillende internationale samenwerkingsverbanden. De faculteit is gehuisvest in de historische binnenstad van Utrecht en uitgerust met uitstekende faciliteiten.
Het UiL OTS zoekt per 1 januari 2002 ambitieuze en enthousiaste kandidaten voor
5 posities als
Assistent-in-Opleiding
(vacaturenr. 68114)
Het betreft posities binnen het reguliere onderzoeksprogramma van het UiL OTS en het speciale onderzoeksprogramma ‘Language in Use’
Het Utrechts instituut voor Linguistiek OTS (http://www-uilots.let.uu.nl) is een onderzoeksinstituut van de faculteit der Letteren van de UU. Er werken een kleine honderd onderzoekers waaronder 13 hoogleraren, een tiental postdocs en ongeveer 40 promovendi. Het doel van UiL OTS is het ontwikkelen van wetenschappelijke expertise op het gebied van de systemen die ten grondslag liggen aan taal, spraak en hun gebruik. UiL OTS is penvoerder van de Landelijke Onderzoekschool Taalwetenschap en neemt deel in de Onderzoekschool Logica. Het onderzoek van UiL OTS bestrijkt zes hoofddisciplines van het vakgebied: (i) Syntaxis & Semantiek, (ii) Morfologie & Fonologie, (iii) Computationele Taalkunde & Logica, (iv) Fonetiek, (v) Taalontwikkeling, en (vi) Taalgebruik. Binnen Nederland is het UiL OTS het enige onderzoeksinstituut dat een lokale bundeling van onderzoek op al deze terreinen omvat. Het onderzoeksbeleid van het UiL OTS is erop gericht de meerwaarde die deze combinatie van onderzoeksgebieden verschaft ten volle te benutten.
Belangrijkste doelstelling van het speciale onderzoeksprogramma Language in Use is om inzicht te verkrijgen in een aantal fundamentele vragen op het gebied van taalstructuur, taalverwerking en taalverwerving middels het combineren van onderzoeksmethodes uit verschillende subdisciplines en het laten samenwerken van experts met verschillende achtergronden. Er zal met name worden geworven voor projecten binnen de thema’s Grammar & Interpretation (de relatie tussen het taalsysteem en interpretatieprocessen), Acquisition (eerste- en tweedetaalverwerving en taalpathologie) en Typology. Op al deze terreinen zullen de projecten worden gekenmerkt door een sterk interdisciplinaire benadering, waarbij van de kandidaten wordt verwacht dat zij in staat en bereid zijn om samen te werken met onderzoekers met een mogelijk andere achtergrond. Samenvattingen van deze promotieprojecten kunnen worden gevonden op (http://www-uilots.let.uu.nl/general/vacpos.htm).
Het reguliere onderzoeksprogramma van het UiL OTS wordt gekenmerkt door een streven naar samenwerking tussen de verschillende hoofddisciplines van de taalkunde en gerelateerde disciplines buiten de taalkunde zoals logica, informatica, cognitieve wetenschappen, didactiek en sociale wetenschappen. Specifieke domeinen van interdisciplinaire samenwerking zijn: het lexicon, eerste en tweede/vreemde taalverwerving, taalonderwijskunde, natuurlijke taalverwerking, relaties tussen taal, logica en informatica, tekstlinguistiek en conversatieanalyse, vertaalkunde, taal- en spraakpathologie, tekst design en evaluatie, taal- en spraaktechnologie. Samenvattingen van promotieprojecten kunnen worden gevonden op de UiL OTS website onder Vacant positions, Project descriptions. Kandidaten kunnen echter ook zelf onderzoeksprojecten indienen.
DOEL van de AiO-aanstelling is dat u een opleiding volgt tot wetenschappelijk onderzoeker die uitmondt in een dissertatie binnen een periode van vier jaar. Als onderdeel van uw opleiding wordt u in de gelegenheid gesteld onderwijs te volgen binnen de Landelijke Onderzoekschool Taalwetenschap en/of de Onderzoekschool Logica.
WIJ VRAGEN enthousiasme voor taalwetenschappelijke vragen en aantoonbare belangstelling op een van de onderzoeksgebieden van het UiL OTS. Kandidaten dienen afgestudeerd te zijn in de taalwetenschap, fonetiek, psychologie (specialisatie psycholinguistiek, in het bijzonder voor een aantal van de projecten) of een doctoraalexamen te hebben met een specialisatie in de taalkunde of een ander vergelijkbaar examen met een passende specialisatierichting. Zij die binnenkort afstuderen (maar v’o’or 1 januari 2002) kunnen ook solliciteren. Onderdeel van de selectieprocedure is het uitwerken van en invulling geven aan een samenvatting van een projectvoorstel.
WIJ BIEDEN een aanstelling als AiO voor 4 jaar (bij positieve beoordeling na 1 jaar) binnen een stimulerende en innovatieve onderzoeksomgeving met veel internationale contacten (gastonderzoekers, internationale samenwerkingsverbanden), een opleiding waarin u de gelegenheid geboden wordt u wetenschappelijk breed te ontwikkelen (met de mogelijkheid colleges te volgen van gegeven door experts vanuit binnen- en buitenland), uitstekende mogelijkheden voor congresbezoek, ruime experimentele en informatiseringsvoorzieningen. Een salaris van minimaal NLG 3.195,- en maximaal NLG 4.511,- per maand bij een fulltime dienstverband (CAO Nederlandse Universiteiten). Overige arbeidsvoorwaarden zijn eveneens volgens de CAO Nederlandse Universiteiten.
HEEFT U BELANGSTELLING? Dan kunt u voor nadere inlichtingen contact opnemen met prof. dr. E.J. Reuland (wetenschappelijk directeur) telefoon +31 (0)30-253.6006, of dr. F.A.C. Drijkoningen (promovendi-coordinator), telefoon +31 (0)30-253.6214. Sollicitatiebrieven o.v.v. vacaturenummer en voorzien van een uitgebreid curriculum vitae, een lijst van gevolgde cursussen en behaalde resultaten, twee namen van referenten en scriptie kunt u VOOR 11 JUNI 2001 sturen naar Universiteit Utrecht, Faculteit der Letteren, Afdeling P&O, t.a.v. de heer T. van Fulpen, Kromme Nieuwegracht 46, 3512 HJ Utrecht.
(5)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 16 May 2001 23:01:46 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 0105.18: Hora est! Promoties K. Korevaart op wo 30 mei 2001 te Leiden, M. de Vries op wo 6 juni 2001 te Amsterdam, P. de Hommel-Steenbakkers op wo 13 juni 2001 te Nijmegen
=========
Hora est!
=========
Woensdag 30 mei 2001, 16.15 uur, Academiegebouw Universiteit Leiden, Rapenburg 73.
Mevrouw Korrie Korevaart: Ziften en zemelknoopen.
Promotores: prof. dr. A.G.H. Anbeek van der Meijden en prof. dr. J. Hemels.
Woensdag 6 juni 2001, 12.00 uur, Aula Universiteit van Amsterdam.
Mevrouw Marleen de Vries: Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800. Nijmegen, Vantilt, 2001.
Promotores: prof. dr. W. van den Berg, prof. dr. A.J. Hanou.
Referenten: prof. dr. N.C.F. van Sas (UvA), prof. dr. J.J. Kloek (UU), prof. dr. A.W.F.M. van de Sande (UL), dr. A.N. Paasman (UvA) en dr. G.J. Vis (UvA).
‘Beschaven!’ Samenvatting door Marleen de Vries
Inleiding
———
Tussen 1750 en 1800 telde Nederland minstens zestig
letterkundige genootschappen, onder te verdelen in beschouwende, taal- en dichtgenootschappen. Bijna alle verenigingen waren strak georganiseerd en hielden er uitgebreide wetten en statuten op na. Hun doel was verbetering van het niveau van de Nederlandse literatuur. Uitgangspunt van deze studie is dat in de genootschappen niet zozeer werd getheoretiseerd over literatuur, als wel geidealiseerd. Literatuur groeide uit tot een middel in de strijd naar een betere, verlichte samenleving.
Hoofdstuk I: Idealen
——————–
Vandaar dat de genootschappen er vooral idealen op nahielden. Ze streefden naar een nieuw soort poezie, die ‘en maatschappelijk nuttig ‘en ‘vaderlands’ ‘en vooral beschavend moest zijn. Als aan die voorwaarden werd voldaan, zouden zowel dichtkunst als maatschappij vooruit gaan. Minder onbaatzuchtige motieven waren er ook. Veel leden hoopten via een lidmaatschap van een letterkundig genootschap op onsterfelijke roem, of op zijn minst, handige contacten. Hoe het ook zij, er ontstond een constructief literair klimaat. De genootschappen publiceerden veel: poezie en theoretische verhandelingen. Dat laatste was vernieuwend. Literaire traktaten in de Nederlandse taal waren tot dan toe een zeldzaamheid. Bij dit alles bleef de bewondering voor klassieke literatuur groot. De sfeer in de genootschappen kan het best worden getypeerd als ‘burgerlijkhumanistisch’.
Hoofdstuk II: Dichterlijke principes
————————————
Men begon bij het begin: de Nederlandse taal. Een standaard- spelling en grammatica bestonden nog niet. De taalgenootschappen uit de jaren 1760 probeerden beide te verwezenlijken. Zij richtten het allereerste literaire tijdschrift van Nederland op: Tael- en dichtkundige Bydragen (1758-1762). Uit hun gelederen ontstond in 1766 ook het eerste landelijke literaire genootschap, de nog altijd bestaande ‘Maatschappij der Nederlandse letterkunde’. Dit genootschap poogde een groot woordenboek der Nederlandse taal samen te stellen. Het project strandde wegens te weinig animo, maar inmiddels was de status van de Nederlandse taal dermate gestegen, dat de dichtgenootschappen, die vanaf 1772 op grote schaal ontstonden, de taal konden laten voor wat zij was. Zij gingen over tot actie, schreven prijsvragen uit over breed maatschappelijke kwesties en publiceerden veel poezie. In het kader van het beschavingsideaal was dat vooral zedenkundige en religieuze poezie. Gelegenheidsgedichten werden verboden. Om inhoud ging het, om maatschappelijk relevante bijdragen; niet om virtuoze rijm- en schrijftechnieken. Vondel was het grote voorbeeld. Zijn poezie ademde rebellie, strijdvaardigheid en engagement; precies datgene wat de achttiende-eeuwse genootschappers nastreefden.
Hoofdstuk III: Religie
———————-
Genootschappelijke wetten bepaalden dat alle leden christelijk moesten zijn. Religieuze gedichten waren veruit het populairst. Daarbij ging het om een vrijzinnig, heterodox soort religieuze poezie, die geheel en al in dienst stond van het beschavingsideaal. Godsdienst en bijbel werden niet omwille van de dogmatiek beoefend, maar uitsluitend vanwege de bijbelse zedenleer. Niet het paradijs was het doel, maar een beter aards bestaan. Deugdzaamheid, al dan niet christelijk geinspireerd, kon het vaderland redden. Predikanten speelden een belangrijke rol in deze gezelschappen. Zij waren ervan overtuigd dat poezie het beste middel was om mensen te beinvloeden, omdat poezie regelrecht doordrong tot het hart. En wat was geloven anders dan voelen? Veel religieuze gedichten lopen over van emoties. Zowel qua inhoud als stijl was deze poezie een verzet tegen de Frans-classicistische doctrine, die religieuze onderwerpen op het toneel verbood en een rationeler soort poezie propageerde.
Hoofdstuk IV: Politiek en vaderlandsliefde
——————————————
Het beschavingsideaal leidde in de patriottentijd onvermijdelijk tot politieke stellingname. Maakten de genootschappen veiligheidshalve eerst op verhulde wijze propaganda, allengs werd de toon duidelijker en radicaler. Via gedichten over vaderland en vrijheid in het algemeen, via verering van vaderlandse helden tijdens de Opstand, maar ook door middel van identificatie met buitenlandse vrijheidsstrijders, zoals Pascal Paoli, of slachtoffers van religieuze intolerantie, zoals Jean Calas, maakten de genootschappers hun standpunten duidelijk. Besloten genootschappen als ‘Concordia et libertate’ en ‘Felix meritis’ ontwikkelden zich in stilte tot patriottenclubs. Tussen 1780 en 1787 werden er opvallend veel nieuwe dichtgenootschappen opgericht. Het waren zowel mantelorganisaties als literaire clubs. Uit die periode stamt een groep ‘protestdichters’ waartoe Pieter Vreede, Johannes Lublink de Jonge, Brender ‘a Brandis, Petronella Moens en Adriana van Overstraten behoorden. Later in de eeuw waren het jonge genootschapsdichters als Helmers, Tollens en Loots die deze verzetstraditie voortzetten. De genootschappen waren intussen democratischer georganiseerd dan de buitenwereld. Hun wetten waren open en duidelijk. Bij een meerderheid van stemmen werd een voorstel aangenomen. Dissenters, arbeiders en vrouwen waren in dichtgenootschappen welkom. Hun mening werd er serieus genomen. In 1795 verruilde een aanzienlijk gedeelte van de genootschapsbevolking de literaire loopbaan voor een politieke.
Conclusies
———-
De productiviteit van genootschapsdichters was geheel en al het resultaat van het beschavingsideaal en niet van een ongebreidelde rijm- en schaafdrift, zoals in het verleden is beweerd. Vooral het feit dat de genootschappen zich als nieuw communicatiemedium presenteerden, verklaart hun succes. In een tijdsbestek van vijftig jaar slaagden zij erin een nieuwe, nationale, cultuurtaal te creeren, hoewel dat woord nog niet in zwang was. Die cultuurtaal was weliswaar in spelling niet gestandaardiseerd, maar haar idioom was dat wel. Door te schrij ven en te spreken over zedenkunde, religie en vaderland ontstond een ‘eenheidsthematiek’ en ontwikkelden de genootschappen zich tot platformen voor publieke en politieke discussies.
Woensdag 13 juni 2001, 13.30 uur, Aula Katholieke Universiteit Nijmegen
Mw. drs. P.H.J. de Hommel-Steenbakkers: Een openbaring: Parijs, Biblioth’eque nationale, Ms. n’eerlandais 3. Nijmegen, Nijmegen University Press, 2001.
Promotores: prof. dr. A.M. Koldeweij, prof. dr. P.W.M. Wackers (UU)
De fascinatie met de Apocalyps van Johannes heeft door de eeuwen heen veel kunstwerken voortgebracht, waaronder een groot aantal geillumineerde Apocalypshandschriften. Het handschrift n’eerlandais 3, de Apocalyps in Dietsche, dat wordt bewaard in de Biblioth’eque nationale te Parijs maakt deel uit van die traditie. Voor zover bekend is er geen tweede volledig bewaard. Het proefschrift van mw. drs. de Hommel-Steenbakkers handelt over dit handschrift neerlandais 3. Voor de eerste maal is het als eenheid bestudeerd, dus zowel de tekst als de bladgrote afbeeldingen zijn onderzocht Deze interdisciplinaire aanpak maakt duidelijk wat de oorzaak is geweest van de onjuiste volgorde van een aantal hoofdstukken, stelt de West-Vlaamse origine van de vertaling ter discussie, plaatst het handschrift in de Middelnederlandse Apocalypstraditie en legt ten aanzien van de miniaturen een niet te ontkennen verband met de verluchte Anglo-Normandische Apocalypshandschriften.
Mw. drs. de Hommel-Steenbakkers (Udenhout ) behaalde in 1994 haar doctoraal Mediaevistiek (cum laude). Zij is medeauteur van Tolken Strafzaken Vreemdelingenzaken (Arnhem 1988) en van Nederlandse Rechtsbegrippen vertaald (Den Haag 1992 en 1998).
E-mail: de.hommel@wxs.nl
(6)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 23 May 2001 14:44:00 +0200
From: Sanderien de Jong <S.d.Jong@sdu.nl>
Subject: Med: 0105.19: WNT-Aanvullingen, eerder aangekondigd in Neder-L 0104.28, thans ook via WNT-website te bestellen
==================================
WNT-Aanvullingen bestellen via web
==================================
Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), het grootste woordenboek ter wereld, is compleet!
Deze zomer zullen drie delen Aanvullingen Woordenboek der Nederlandsche Taal verschijnen met in totaal zo’n 30.000 woorden uit de periode 1500-1976. Vele duizenden woorden en betekenissen, geillustreerd met ruim 120.000 citaten, zijn in de Aanvullingen opgenomen. Van bajes tot zebrapad en van nozem tot supermarkt, nieuwe woorden en oude woorden, leenwoorden en vergeten woorden, het is nu allemaal compleet! Daarmee zijn de Aanvullingen een onmisbare toevoeging, de kroon op uw WNT.
De Aanvullingen bij het WNT zijn verkrijgbaar in drie uitvoeringen:
- als fotografische herdruk, gebonden, in drie delen, ISBN 90-12-09003-2, prijs: NLG 345,-
- als fotografische herdruk, paperback, in drie delen, ISBN 90-12-09002-4, prijs: NLG 295,-
- als drie delen ongesneden boekblokken (voorheen katernen, in totaal 60 afleveringen), artikelcode WNTAVI-III, prijs: NLG 1500,-
- tevens zijn drie leren banden te bestellen bij de boekblokken, met een setprijs van NLG 285,- (artikelcodes BWNTD30, BWNTD31, BWNTD32)
Bestellen kan via http://www.sdu.nl/wnt of door een mailtje of brief te sturen naar Sanderien de Jong (zie eind van dit bericht).
Op termijn zal ook het WNT op CD-ROM weer in de handel komen, inclusief de Aanvullingen. Als u hiervan op de hoogte wilt worden gehouden, stuur dan kunt u dat ook aan Sanderien de Jong kenbaar maken
Gelieve uw bestelling voor 18 juni door te geven om zeker te zijn van een exemplaar (de oplage wordt bepaald aan de hand van het aantal bestellingen).
Sanderien de Jong,
Sdu Uitgevers,
Fonds TGP,
Postbus 20025,
2500 EA Den Haag
E-mail: S.d.Jong@sdu.nl
(7)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 28 May 2001 13:00:37 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 0105.20: Pas verschenen: Andr'e Hanou. Bewegende beelden. Pygmalion en het beeld van de literatuur van de Nederlandse Verlichting. Inaugurale rede. Nijmegen, 2001
==============
Pas verschenen
==============
Andre Hanou. Bewegende beelden. Pygmalion en het beeld van de literatuur van de Nederlandse Verlichting. [Nijmegen]: Uitgeverij Vantilt, 2001 (Inaugurele rede Nijmegen 22 mei 2001). 31 blz.; ills.; ISBN 90-75697-59-7.
Een kunstenaar, verliefd op het door hem gemaakte beeld dat daarna tot leven komt: aan dat oude verhaal over Pygmalion besteedt de literatuur pas tijdens de Verlichting echt aandacht. De belangstelling gaat dan echter niet uit naar kunstenaarschap of verliefdheid, maar naar het mens worden van het beeld (Galathea). Ook de Nederlandse literatuur van de Verlichting is gebiologeerd door deze geboorte. Dat is verklaarbaar: in die tijd gaat haast elke tekst over menswording, over de wijze waarop het individu zich moet ontwikkelen, van onbeschreven blad tot nuttig lid van de maatschappij.
Die hartstochtelijke betrokkenheid van de eigen Nederlandse Verlichtingsliteratuur bij het leven wordt ontkend, wanneer men, doorgaans om ideologische redenen, onze geschriften van die tijd doodverklaart; soms door die betrokkenheid te ontkennen (Verlichting? dat kwam niet voor bij ons; alleen bij de Fransen), soms door moedwillig vast te houden aan het begrip pruikentijd (wij waren achterlijke pruiken, slechts voortdurend bezig de Fransen na te apen, en hadden geen eigen Verlichte belangstelling).
Kortom, er is sprake van een soort beeldenstrijd rond onze nationale Verlichting, en de literatuur daarvan.
(8)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 28 May 2001 13:00:37 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 0105.21: Pas verschenen: 100 x Komrij. Honderd bijzondere boeken uit de collectie van Filip Marsboom in de marge van Druksel 2000. Wildert, 2000
==============
Pas verschenen
==============
100 x Komrij. Honderd bijzondere boeken uit de collectie van Filip Marsboom in de marge van Druksel 2000. Wildert: De Carbolineum Pers, 2000. 32 blz.; oplage 75 gen. exx., waarvan er 45 bestemd zijn voor de handel: BEF 2500,00 of NLG 130,00.
Tijdens de beurs Druksel voor bijzondere boeken, te Gent eind april 2000, kwam de Vlaamse bibliofiel Filip Marsboom voor het eerst naar buiten met zijn Komrij-collectie, bijeengebracht sinds begin jaren ’80. De 100 nummers omvatten vele eerste drukken en luxe-uitgaven, maar ook minder bekende vertalingen van en door Komrij, plus efemera. Door zijn rijkdom en veelzijdigheid is deze collectie een ijkpunt voor alle andere Komrij-verzamelingen. Deze met de hand gezette catalogus mag dan ook in geen enkele collectie ontrbeken, temeer daar Gerrit Komrij er speciaal een voorwoord in schreef.
Het boek is verkrijgbaar door betaling van bovengenoemde bedragen op respectievelijk rekening 001-2190765-96 van Boris Rousseeuw, Elf Novemberstraat 22, B-2910 Wildert of op ING-bankrekening 683319698 van Boris Rousseeuw. Het boek is eveneens verkrijgbaar in Minotaurus Boekwinkel, St. Antoniesbreestraat 3D, Amsterdam, +31 (0)20-6227748.
(9)-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 28 May 2001 13:00:37 +0200
From: P.J. Verkruijsse <piet.verkruijsse@hum.uva.nl>
Subject: Rub: 0105.22: Pas Verschenen: J.E. de Jong. De lof der stront. Met een inleiding van Gerrit Komrij. Wildert, 2000 [Komrijs inleiding wordt in dit Neder-L- artikel integraal weergegeven]
==============
Pas verschenen
==============
J.E. de Jong. De lof der stront. Met een inleiding van Gerrit Komrij. Wildert: De Carbolineum Pers, 2000. 170 blz.; oplage 60 gen. exx.: BEF 7500,00 of NLG 390,00.
Het boek is verkrijgbaar door betaling van bovengenoemde bedragen op respectievelijk rekening 001-2190765-96 van Boris Rousseeuw, Elf Novemberstraat 22, B-2910 Wildert of op ING-bankrekening 683319698 van Boris Rousseeuw. Het boek is eveneens verkrijgbaar in Minotaurus Boekwinkel, St. Antoniesbreestraat 3D, Amsterdam, +31 (0)20-6227748.
In 1882 publiceerde de Zuid-Afrikaanse dichter J.E. de Jong in eigen beheer zijn lange gedicht ‘De lof der stront’. Alleen al door zijn omvang – 300 strofen van acht regels – is het uniek in de scatologische literatuur. De lof is bovendien goed geschreven en erg geestig. Het werk behandelt de stront niet louter als kak, maar ook als metafoor voor alles wat mis loopt in het leven en in de maatschappij.
Gerrit Komrij ontdekte dit unieke gedicht in de bibliotheek van Kaapstad tijdens zijn research voor de bloemlezing ‘De Afrikaanse poezie in 1000 en enige gedichten’. Met speciale toestemming van de auteur volgt hier zijn inleiding bij deze bibliofiele uitgave.
Vooraf
Het navolgende gedicht gaat over stront, de inleidende woorden gaan over drijfzand.
Bibliografisch drijfzand.
Het begon toen ik, bij de samenstelling van ‘De Afrikaanse poezie in 1000 en enige gedichten’, in de Suid-Afrikaanse Biblioteek in Kaapstad mappen en convoluten aan het doorsnuffelen was. Ik zat daar in een van de zalen aan de Kompanjiestuin (ik verbeeldde me langs de hoge ramen af en toe een giraffenhals te zien voorbijschuiven) en plotseling viel er een losse brochure uit een convoluut, pardoes voor mijn neus, met als opschrift ‘De Lof der Stront’.
Het bleek het langste scatologische gedicht dat ik ooit had gezien (ik heb wat scatologische gedichten gezien) en bovendien van hoge kwaliteit, met alle fijnzinnigheden die men mag verwachten van een vooraanstaand stront-dichter.
Over een goeie dag gesproken.
Dit was een unicum in de literatuur, buiten alle bibliografieen gebleven, niet alleen de literaire, maar ook de scatologische en erotische. (De bibliografische wetenschap rekent strontboeken gewoontegetrouw onder erotica.) Via het registergedeelte kon ik in de onvolprezen, veeldelige inventaris van de inhoud aller Zuid-Afrikaanse bibliotheken, de SABIB geheten, iets over deze anonieme uitgave terugvinden. Daar stond:
DE JONG, Johannes Engelbertus, 1847-1915]
De lof der stront, door **** (Worcester, De Jong & Co., drukker, 1882].
1 p.1., [22]p. 24cm.
No t.p. Catalogued from caption title.
Satirical verses on some human frailties.
C LP copy has note in ink: “Written by J.E. de Jong, Worcester; printed by de Jong & Co., Worcester, 1882”. One copy at CS has pencilled note signed A.C.G. L[loyd]: “Author J.E. de Jong, published at Worcester, C.C., 1882. Authorities for above statement (1) Dr. de V. Hugo, formerly District Surgeon of Worcester to A.C.G.L. (2) Note in the Jardine copy, Library of Parliament”.
J.E. de Jong was a Hollander who came to South Africa in 1875 and, after a period with Saul Solomon & Co., established his own newspaper in Worcester in 1880, the ‘Worcester Weekly News’, changed to ‘Worcester Advertiser’ in Aug. 1882 (‘cf Paper and ink’, March 1959, p.31).
Zelden had ik een anoniem werk zo snel vleugels zien krijgen. Er was een drukker, er was een auteur. Een auteur met geboorte- en sterfjaar nog wel. En met iets van een achtergrond.
Ik zag geen reden om niet een klein fragment uit zijn lofzang op te nemen in ‘De Afrikaanse poezie in 1000 en enige gedichten’ – een fragment dat de meeste Nederlandse critici aangenaam opviel (al wisten sommigen zeker dat ik het geschreven had) en dat de meeste Afrikaanse critici met weerzin en wanhoop vervulde (Geen Hoge Literatuur!).
Toen ik Zuid-Afrika opnieuw bezocht, na het verschijnen van de bloemlezing, had ik eindelijk tijd voor iets anders dan mappen en convoluten. Voor giraffenhalzen bij voorbeeld en een foto van J.E. de Jong. Ik was nieuwsgierig geworden naar deze pionier. (Negentiende-eeuws scatologisch werk in het Nederlands is hoogst schaars, je moest er altijd voor bij de buren zijn. En deze ‘stanze in lode delli stronzi’ waren duidelijk origineel.)
Op naar Worcester, wat rijmt op Assepoester.
Worcester ligt op enkele uren ten noordoosten van Kaapstad. Een
dorp in de Karoo. Zou de ‘Worcester Advertiser’ nog bestaan? H’e’eft Worcester nog wel een krant? Hoe informeert men in een calvinistisch gat naar een uitbundige strontdichter? Zie ik er wel genoeg uit als een buitenlander die onderzoek doet naar honderd jaar journalistiek in Worcester?
Eerst ontdekken we in het Beckhuis, het plaatselijk museumpje, een negentiende-eeuwse kakstoel. Die zou de kont van De Jong wel eens gezien kunnen hebben. De eerste foto is gemaakt.
De archivaris is, zoals altijd, afwezig. Toch nog onverwacht staan we een uur later voor het kantoor van de ‘Worcester Standard’. Links ervan, aan de Hoogstraat, bevindt zich een oude drukkerij. De ‘Standard’ is, zo blijkt, de opvolger van de ‘Advertiser’ en in die drukkerij daar moet dus, jawel, ‘De Lof der Stront’ zijn gedrukt. We informeren naar de oprichter. De dames van de balie weten, zoals altijd, van niks. We willen juist vertrekken als we aan de muur, ingelijst en vergeeld, een krantenknipsel ontdekken. Een jubileumknipsel. Saturday, August 24, 1946. Met foto van de krantenbazen. Vader en zoon. De vader is onze J.E.
Later zal de huidige baas van de ‘Worcester Advertiser’ me uiterst behulpzaam zijn met het toezenden van wat er nog bestaat aan materiaal over J.E. de Jong, die in 1847 in Deventer blijkt geboren en na zijn huwelijk in 1875 als meester-drukker naar Kaapstad verhuisde. Er bestaat een indrukwekkende foto van hem met walrussnor. Er zijn verhalen over zijn weigering, aan het eind van de negentiende eeuw, om zijn krant aan Cecil Rhodes te verkopen (‘Mijn pen en mijn inkt verkoop ik niet! ‘)
Er komt een ingezonden brief boven water van Mej. J.W.C. Schutzler uit ‘Die Nataller’ (jaren ’50 of ’60 van de vorige eeuw?) en daarin is voor het eerst sprake van De Jong als dichter:
In Worcester, Kaap, my geboorteplek, was daar ’n drukkery. Die eienaar was ’n Hollander, ene mnr. De Jong. My oorlede broer het sy amp by mnr. De Jong geleer.
Mnr. De Jong het gedurende die Tweede Vryheidsoorlog baie geskryf wat hy nie moes geskrywe het nie, en ook parodie”e op die Engelse generaals gedig. Ek onthou een parodie op generaal Roberts. Dit lui so: Generaal Roberts het gevlug, met ’n meid op sy rug- Toe sluit die Engelse die drukkery .
Kortom, een man naar ons hart. De literatuur lijkt verrijkt met een nieuwe vorm en een nieuwe vent. We zijn een beetje jaloers op Zuid-Afrika.
In de rubriek ‘Uit het lood’ van Arjen Fortuin (NRC Handelsblad, 28 april 2000) wordt uitgebreid en met gepaste trots de uitgave van ‘De Lof der Stront’, auteur J.E. de Jong, aangekondigd. Het adres van de Carbolineum Pers is bijgevoegd.
Dan komt de bliksemslag bij heldere hemel.
Op het adres stroomt de ene bestelling na de andere binnen, maar er bevindt zich ook een bericht tussen van Wil Pullen uit Schiedam. Hij blijkt in het bezit van een handschrift van ‘De Lof der Stront’, gedateerd ‘Kadzand, den 10 December 1868’ en getekend ‘A. van Houte’.
Er staan talrijke varianten en afwijkingen in de tekst, maar niettemin: het zijn dezelfde driehonderd strofen. ‘Het boekje heb ik tezamen met enkele andere documenten waaronder een soort schoolschrift met verzen van dezelfde hand gekregen van een bejaarde buurvrouw, die op het punt stond om het weg te gooien!’ schreef Wil Pullen. ‘Ze gaf aanvankelijk eerst de andere documenten en toen ze zag hoe enthousiast ik was kwam ze aarzelend met de lof der stront aan. Ik moest het van haar maar niet echt lezen want er stonden toch alleen maar vieze dingen in.’
Ik wil het nieuwe parcours van de bibliograaf die te gulzig geloof hechtte aan de aantekeningen van derden snel samenvatten. Gezien de kwaliteit van de ‘verzen van dezelfde hand’ lijkt A. van Houte niet in aanmerking te komen voor het auteurschap van ‘De Lof der Stront’. Er duikt trouwens nog een afschrift op. Het is duidelijk dat ons scatologische epos steeds werd gekopieerd om heimelijk te worden doorgeschoven. Het was ‘not printable’ en toch uiterst geschikt voor de komische voordracht. In de andere teksten van A. van Houte treffen we dan ook duidelijke declamatie-aanwijzingen aan. Ook de raadselachtige regel ‘Ik liet u veertien dagen vasten’ in strofe 2 zou op de traditie van voorleesbijeenkomsten kunnen duiden. ‘De Lof der Stront’ moet zeer repertoirehoudend zijn geweest.
Zo dienen we ons de winteravonden in het eenzame Worcester aan het eind van de negentiende eeuw voor te stellen. Een nieuwe Hollander heeft een geheime, ‘hete’ tekst uit zijn land van herkomst meegenomen, waaraan al door velen is gesleuteld en waaraan hij zelf ook nog een beetje heeft zitten sleutelen (de tekst van J.E. de Jong loopt verreweg het soepelst) en hij draagt die in de kring van de Worcester notabelen voor, de districtschirurg en de archivaris en zo nog wat meer. Er wordt voor de zoveelste keer bulderend gelachen. De Jong heeft er een drukje van gemaakt – hij is tenslotte drukker – en deelt dat als herinnering aan de aanwezigen uit.
‘De Lof der Stront’ moet verhuizen van de Zuid-Afrikaanse naar de Nederlandse literatuur, maar J.E. de Jong blijft de eer toekomen dat hij het toen al meer dan een halve eeuw oude gedicht voor het eerst heeft gedrukt. Hij zal het hebben aangedurfd omdat er in zijn drukkerij toch alleen mensen werkten die de tekst maar half begrepen.
Toen al meer dan een halve eeuw oud, schreef ik. Meegesleept door zijn begrijpelijke wens om zo’n klein meesterwerkje aan een wezen van vlees en bloed toe te schrijven vergat de bibliograaf aandacht te schenken aan de aanwijzingen die in de tekst zelf lagen verscholen. Er wordt in de strofen herhaalde malen verwezen naar de contemporaine geschiedenis en naar gebeurtenissen die voor de toehoorders actueel moeten zijn geweest. We leven nog voor de Belgische afscheiding, want Frankrijk is onze naaste buur (strofe 50, maar zie ook 33 en 41). Het is de tijd van de Turks-Russische oorlog en de Griekse vrijheidsoorlog. De vrede van Adrianopel (1829) en de Franse expeditie van Angoul^eme tegen Spanje komen ter sprake (strofen 192 en 195). Al met al lijkt er weinig tegen in te brengen dat de tekst ontstond in de periode 1829-1830.
De vraag naar de oorspronkelijke auteur blijft open. Die vraag is niet oninteressant, want hier is duidelijk geen amateur aan het werk. ‘De Lof der Stront’ mag hier en daar als vergaarbak dienen van regelrechte strontanekdoten, maar ze is meer. Een satire op de ‘human frailties’, zeker, maar ook een aanleiding om religie, vertoon van rijkdom, hypocrisie, kuisheid, militarisme en propaganda op de hak te nemen. Uiteindelijk is het een zang over de geringheid van het bestaan zelf, een ‘memento mori’.
Daar is geen kopieerder, maar een dichter voor nodig. Misschien moeten we het zoeken in de hoek van de collega’s en navolgers van ‘de zeer erotische heer’ Pieter Boddaert Junior (1766-1805), de schrijver van de ‘Erotische portefeuille’ en ‘Venus-Lusthof’, die zelf bekend stond om zijn poetische improvisaties en wiens werk gedurende de hele negentiende eeuw een typisch artikel voor ‘onder de toonbank’ was. Handige uitgevers namen in Boddaert-edities ook schuine verzen op die helemaal niet van Boddaert waren. Het wijst op een clandestiene cultuur die nog nauwelijks in kaart is gebracht.
De tweede en meest populaire druk van de ‘Levensgeschiedenis van den vermaarden dichter Mr. P. Boddaert Jr., benevens zijne poetische en prozaische portefeuille’ was zojuist in 1827 verschenen.
In de strofen 98 en 99 van ‘De Lof der Stront’ wordt prominent aan Piet Boddaert gerefereerd – als aan een lichtend voorbeeld. Pieter Boddaert wordt daar een strontman bij uitstek genoemd en in ‘De Lof der Stront’ komt juist de erotische anekdote weer volop aan bod. Thematische verwantschappen. Het is voorlopig het enige baken dat we in ons drijfzand hebben. ‘Uit de school van Pieter Boddaert Junior.’
Gerrit Komrij
(10)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Wed, 16 May 2001 14:01:10 +0200
From: Edward Vanhoutte <evanhoutte@kantl.be>
Subject: Lit: 0105.23: Nieuw: Marcel De Smedt (red.). Teksteditie Vlaanderen 2000. Gent, 2000
=====
Nieuw
=====
Marcel De Smedt (red.). Teksteditie Vlaanderen 2000. Gent: KANTL (CTB), 2000. 106p. – ill. ISBN 90-72474-37-6. EURO 11 / BEF 443 / NLG 24,50 (incl. portokosten).
Inhoud:
- Marcel De Smedt – 7-9.
Inleiding. - Sylvia van Peteghem – 11-18.
“Voor dit boek is het de moeite waard zich in gevaar te stellen.” Het soms moeizame maar zekere tot stand komen van de teksteditie van Virginie Lovelings oorlogsdagoek (1914-1918). - Hugo Dehennin – 19-30.
Korte Spreucken, langhe Sticht. Beschouwingen bij de editie van Erycius Puteanus’ Sedigh Leven, Daghelijcks Broodt (1639). - Vincent Neyt. 31-42.
Zamais malde toezoer kontant. Pierke de Spiegelleire. - H.T.M. van Vliet. 43-56.
Het Constantijn Huygens Instituut aan het begin van een nieuw millenium. Ideeen en projecten. - Johan Dierinck. 57-68.
Cancan/Carcas. De genese van het tweeluik De nieuwe lady’s Hamilton – Het boek Jezebel van Louis Paul Boon. - Harold Polis – 69-78.
Een toekomst voor onze moderne klassieken. - Georges de Schutter – 79-82.
Terugblik door de vast secretaris van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. - Marcel De Smedt – 85-88.
Inleiding op de presentatie van de editie. - Saskia de Vries – 89-95.
AUP en De teleurgang van den Waterhoek. Een model voor nieuwe uitgeefcombinaties. - Edward Vanhoutte – 96-106.
De elektronisch-kritische editie van De teleurgang van den Waterhoek. Een demonstratie.
Te bestellen bij de boekhandel of rechtstreeks bij de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Koningstraat 18, b-9000 Gent.
tel: +32 (0)9-265.93.40 / fax +32 (0)9-265.93.49 / e-mail: info@kantl.be.
(11)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Tue, 29 May 2001 17:44:35 +0200
From: Willy Vandeweghe <willy.vandeweghe@pandora.be>
Subject: Lit: 0105.24: Nieuw: W. Vandeweghe, S. Evenepoel, A. Maes & A. De Meersman (red.). Polyfonie. Opstellen voor Paul Van Hauwermeiren'. Gent, 2001
=====
Nieuw
=====
In het voorjaar van 2001 verscheen een huldeboek voor Paul Van Hauwermeiren, hem aangeboden ter gelegenheid van zijn 65-ste verjaardag. Het boek stond onder redactie van de vakgroep Nederlands van het departement Vertaalkunde van de Mercator Hogeschool te Gent.
W. Vandeweghe, S. Evenepoel, A. Maes & A. De Meersman (red.):
‘Polyfonie. Opstellen voor Paul Van Hauwermeiren’.
Het verscheen te Gent, en is uitgegeven door Mercator Hogeschool.
Het boek bevat bijdragen i.v.m. de verschillende gebieden waarop de gehuldigde zich heeft bewogen: taalkunde, vertaalkunde, taalbeheersing, onderwijskunde. Zoals uit de inhoudsopgave kan worden afgeleid, bevat het nogal wat bijdragen van Neerlandici.
Het boek kost BEF 480 (of EURO 12,-), inclusief portokosten maar exclusief bankkosten. Het kan besteld worden bij Mevr. M. Van Autreve,
p/a:
Mercator Hogeschool
Abdisstraat 1,
B-9000 Gent.
Tel. ++32 (0)9-224.94.32.
Algemene nummers:
tel. ++32 (0)9-224.94.00
fax ++32 (0)9-224.94.01
Bestelling kan ook door eenvoudige overschrijving van het verschuldigde bedrag (plus eventuele bankkosten) op rekeningnummer 091-0116627-62 van Mercator Hogeschool, Abdisstraat 1, B-9000 Gent.
Inhoud
- Ludo Beheydt
Tweetalige scholen: vloek of zegen? - Fred Van Besien
Van productgericht naar procesgericht onderzoek van simultaan tolken - Pierre Bonnarens
Onderwijsinternationalisering en kwaliteit - Herman Brondeel
De vertaalroutines Revisited - Joost Buysschaert en Paul Robberecht
Enkele informatiseringsaspecten van het MeSH-Vertaalproject - Stefan Delplace
Internationalisering anno 2000 aan een Vlaamse hogeschool - Stefaan Evenepoel
Leren recenseren. Een cursus schrijfvaardigheid voor studenten vertaalkunde - Rita Geens
Een revisieprocedure voor complexe zinnen - Paul Gillaerts
Het genreconcept toegepast - Pol Grymonprez
De lexical approach in de praktijk. Que descanse en paz is geen wensformule bij pensionering! - Alfons Maes
Van leesbaarheidsonderzoek tot tekstkwaliteit - Elfrida Matthys
Evoluties in het hoger onderwijs - Guy Rooryck en Chris Meuleman
De (on)draaglijke (on)doorzichtigheid van de taal - Georges de Schutter
Actief en passief: wat voor een functioneel verschil bestaat daartussen? - Femke Simonis
Taalvariatie en taalnormen: nattevingerwerk en subjectiviteit - Johan Taeldeman
Enkele aspecten van ‘onverteerde’ leenfonologie in Vlaanderen - Sonia Vandepitte
Kritische reflectie bij Brondeels vertaalroutines - Willy Vandeweghe
ANS: over de moeilijke relatie tussen beschrijving en theorie - Stijn Verrept
De moeilijke weg van de (Vlaamse) taalbeheerser in het hoger onderwijs - Lodewijk De Wilde
Leesbaarheid, Flesch, Microsoft en Van Hauwermeiren - Publicaties van Paul Van Hauwermeiren
(12)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Date: Mon, 28 May 2001 21:35:09 +0200
From: Willem Kuiper <willem.kuiper@hum.uva.nl>
Subject: Col: 0105.25: Column Willem Kuiper, no. 55: Een nieuw lied
=============================
Column Willem Kuiper, no. 55:
Een nieuw lied
=============================
Toen Robert Dudley (1533-1588), graaf van Leicester, gedurende de jaren 1585-1587 de aan Spanje opstandige Republiek der Zeven Provincien landvoogde, werd hij niet alleen door Engelse soldaten vergezeld maar ook door komedianten. Uit ooggetuigenverslagen weten wij dat die Engelse zangers en acteurs – professionals! – hier erg veel succes hadden en met stip de toenmalige Top 40 bestegen. In het album van Aefgen Claesdochter van Giblant (1598-1601) worden verschillende Engelse melodieen genoemd als ‘op de wijze van’: Een nieu may liedeken op een Engels voysken (nr. 3), Op die wyse van ‘Soet Robbertghen’ (nrs. 7 en 17), Een nieu liedeken op de wys ‘Van d’Engelse fortuyn’ (nrs. 42 en 65), Een nieuw liedeken op de wyse vanden ‘Engelschen mascerade’ (nr. 43) en Een nieu liedeken op de wyze ‘Go fro my wynde go et go’ (nr. 60). Het zou me niet verbazen als dit begrepen moet worden als: ‘Go from my window, go and go’. In Engels was men destijds veel minder goed dan in Frans.
Omdat het Hollandse publiek hen niet of slecht verstond, maakten de Engelse acteurs van de nood een deugd en gingen voor het theatrale effect. Zij zongen dat het een lieve lust was en speelden dat de stukken eraf vlogen. Dat laatste letterlijk: fameus waren hun zwaardgevechten op het toneel. Tot de nieuwigheden die zij introduceerden behoorde de ‘jigg’, een muzikale uitsmijter gezongen door 2 tot 5 personages, die opgevoerd werd na een ’tragedy’ of ‘history play’, te vergelijken met een ‘sotternie’ na een ‘abel spel’. Een van de meest bekende was ‘Rowland’.
In het tweede deel van zijn monumentale ‘Het oude Nederlandsche lied’ vinden we onder nummer 320, op de wijs van ‘Soet, soet Robbertjen’ een door Florimond Van Duyse (1843-1910) zelf vervaardigde Nederlandse vertaling van de Duitse navolging ‘O Nachbar lieber Robert’ van 1603. De Engelse oertekst is namelijk verloren gegaan, en een contemporaine Nederlandse vertaling was onvindbaar. Vandaar deze creatieve oplossing van Van Duyse die hij overigens ook toepaste op het lied van ‘Heer Halewijn’ die een liedekijn zong…
De voor Van Duyse onvindbare Nederlandse ‘Roland’ is teruggevonden in het album van niemand minder dan Aefgen Claesdochter van Giblant. Op blad 17 verso begint lied 14, geschreven door Hand 2 – die de meeste liedteksten, en vooral in de eerste helft van het album geschreven heeft – zonder wijsaanduiding en slechts voorafgegaan door ‘Een nieu liet’ een tekst die sprekend lijkt op de vroeg 17e-eeuwse Duitse vertaling van dit ‘Rowland’-lied. Zie hier:
Roelant:
O nabeur Robrecht / myn hert is vol van pyn!
Robrecht:
O nabeur Roelant / waerom mach dat toch syn?
Roulant:
Jan koster lieft Margeriette / ende dat is my een smert.
Robrecht:
4 Weest te vreden goede Roulant / het is toch maer int scherts.2
Roulant:
Sy is met hem opt kerchoff!
Robrecht:
O wee ende wat schaet dat?
Roulant:
Sy vryen daer ick vruchte my / sy doen ick weet niet wat!
Robrecht:
Weest te vreden goede Roulant / en volcht toch myn gebodt.
Roulant:
8 Siet hoe sy tsaemen lopen / nu is myn hert schier doot…3
Robrecht:
Licht neder en versteeckt u doch / en hoort toch wat sy sagen.
Roulant:
Neen neen maer ick wil opstaen / en wil den koster wech jaghen!
Robrecht:
Soo verlaet ick u goede Roulant!
Roulant:
O Robrecht hoe syt ghy gesint?
Robrecht:
12 Myn cloeckheyt sal u helpen
[Roulant:]
Ick slae den koster blint!Jan Koster:
Wat faelt u liefste Margeriette / dat ghy my so vremt aensiet?
Margeriette:
Ick gelove ghy my niet lieff en hebt / vaet toch wel myn bediet.
koster:
Hebt ghy verlaeten Roulant?
Margeriette:
Dat is al langh geschiet…
koster:
16 Soo wil ick u dan trouwen!
Roulant:
’t Waer beter dat ghyt liet!5
Robrecht:
Godt groet u lieve Margeriette / ick brenghe u boses nys.
Margeriette:
Wat is dat goede Roberecht / maeckt ghy my niet wat wys?
Robrecht:
Uwen Roulant is gestorven!
Margeriette:
O Robrecht wie heeftet gedaen?
Robrecht:
20 Om dat ghy lieft een koster.
[koster:]
O laet hem toch wech ghaen…6
Robrecht:
Siet doch hoe hy daer ligget / die u heeft uut ver weelt.
Margeriette:
Vergevet my lieve Roulant / myn smert my toch verveelt.
O Robrecht het gerouwet my!
Robrecht:
Het is met u maer spodt.
koster
24 Compt tot my en lievet my…
Roulant:
Ick slae ju koster doot!7
Margeriete:
O onbarmhertige Margeriette / hebt ghy hem bracht omt leven!
koster:
Soete liefste verlaet toch hem…
Roulant:
Ick sal u slaeghen geven!
koster:
Om niet is al u treuren / compt Margeriette gaet met my.
Margeriete:
28 Treuren mach Roulant niet helpen / compt koster ick gae met dy.8
Jan koster:
Myn hoocheyt sal van daeghe syn.
Margeriete:
U wille hebt ghy aen my.
Roulant:
Maer hoort toch nabeur koster / een woort heb ick aen dy.
Margeriette:
Leeft noch myn lieve Roelant?
koster:
Dat is my grote pyn!
Roulant:
32 Gaet ter kercken en luyt die klocken / nu sal myn hoocheyt syn!9
Margeriette:
Ick begere geen ander als Roulant / ghy koster gaet toch wech!
koster:
Wilt Margeriette my verlaeten?
Roulant:
Ghy syt een arghe gheck!
koster:
Lichtveerdige jonckvrouwen en trou ick niet…
Margeriette:
Gaet maeckt ghy koster een graff!
koster:
36 Nu is Margeriette Roelants…
Roulant:
Soo syt ghy nu daer aff.
Vergeleken met het Duits zijn de strofen 6 en 7 met elkaar verward, en enkele keren is niet de juiste spreker aangegeven. Verder is de tekst vrij gaaf. Maar is dit een vertaling uit het Engels? Ik vertrouw de rijmwoorden niet: smert / scherts; gebodt / doot; sagen / jaghen; nys / wys; verweelt / verveelt; spodt / doot; wech / geck. Het zou mij niet verbazen als dit een vertaling uit het Duits is. De ‘cloeckheyt’ uit regel 12 heeft niets met cloeck en moedigh te maken, en alles met het Duitse ‘klugheit’. Dat zou betekenen dat er een oudere Duitse versie geweest moet zijn dan ‘en de oudste bewaard gebleven Duitse ‘Roland und Margareth’ en deze Nederlandse vertaling.
De oorspronkelijke plot zal als volgt geweest zijn:
Roulant klaagt zijn nood bij zijn buurman Robrecht. Zijn Margeriette, met wie hij nog niet gehuwd is, flirt met koster Jan. Robrecht probeert hem gerust te stellen, maar slaagt daar niet in.
Roulant vertelt dat Margeriette met koster Jan op het kerkhof is – vermoedelijk is de koster daar beroepshalve een graf aan het graven – en dat hij vreest dat die twee in de kuil liggen te vrijen – wat heel goed zou kunnen. Besloten wordt naar het kerkhof te gaan, waar zij Jan de koster en Margeriette zien lopen. De manier waarop dat gebeurt – te intiem natuurlijk – maakt Roulant gek van jaloezie.
Robrecht sommeert Roulant op de grond te gaan liggen om het paar af te luisteren. Maar Roulant – hij heet niet voor niets Roulant – wil erop af en koster Jan het kerkhof afjagen. Zoek het dan maar zelf uit, zegt Robrecht. Voor wie ben je nu?, vraagt Roulant. Vertrouw op mijn slimheid, antwoordt Robrecht. Roulant, die de koster liever te lijf gaat, pocht koster Jan blind te slaan.
Wat is er toch Margeriette, je kijkt me zo raar aan?, vraagt koster Jan. Omdat ik het gevoel heb dat jij niet (zo veel) van mij houdt (zoals ik van jou houd), antwoordt Margeriette. Maar Roulant dan?, vraagt koster Jan. O, dat is allang uit, zegt Margeriette. In dat geval trouw ik met u, belooft koster Jan. Inmiddels zijn de twee gearriveerd waar Roulant op de grond ligt en ‘dood’ gevonden wordt.
Robrecht groet Margeriette en brengt haar het droeve nieuws dat haar Roulant is overleden aan liefdespijn, veroorzaakt door haar vrijage met koster Jan. Ga toch niet om met die man!
Margeriette verwijt zichzelf Roulant om het leven te hebben gebracht. Koster Jan probeert haar af te lijden: dood is dood… Maar zo snel kan ze Roulant niet vergeten. Robrecht wakkert haar schuldgevoel aan door haar rouwmisbaar spotternij te noemen. en ondertussen kan Roulant zich amper inhouden.
Maar dan realiseert Margeriette zich dat het leven doorgaat, en dat ze met haar verdriet Roulant niet terugkrijgt. Ze besluit daarom met koster Jan in zee te gaan.
Terwijl koster Jan victorie kraait en zijn bruiloft proclameert, herrijst Roulant uit de dood, en vraagt hij Margeriette: Van wie houd je nou echt?! Van mijn Roulant, luidt Margeriettes antwoord. Ga jij de klok maar luiden – zal vast wel obsceen zijn – want vandaag zal mijn bruiloft zijn.
Margeriette laat koster Jan als een baksteen vallen, waarop deze zich groot houdt door te zeggen dat hij geen wispelturige vrouw wil – alsof er andere zijn, denken de mannen in het publiek. De koster wordt tenslotte uitgenodigd het graven van zijn eigen graf te voltooien.
Volgens Van Duyse was de wijs van het ‘Rowland’-lied die van de hit ‘Soet soet Robbertjen’, maar welke ‘Soet soet Robbertjen’? De verschillende notaties verschillen nog al. Hetzelfde geldt voor de Duitse notaties. Al zoekend, lezend en luisterend heb ik begrepen dat de melodie van het ‘Rowland’-lied dezelfde is als die waarop een welkomstlied ter ere van de Engelse generaal Lord Willoughby geschreven werd. Omdat mijn grammofoonplaten nog altijd in de opslag staan, ben ik op Internet op zoek gegaan naar de notatie en een uitvoering van ‘My Lord Willoughby’s Welcome Home’, en heb die gevonden. Zie hier de notatie in het arrangement van de luitist John Dowland (1563-1626):
[plaatje]
Transcriptie van de muziek ‘My Lord Willoughby’s Welcome Home’:
http://debussy.music.ubc.ca/~opus1/NoteAbility/NASamples/Willoughby.html
En hier kunt u een ‘instrumentale’ uitvoering beluisteren:
http://sunsite.univie.ac.at/Classmidi/early.htmld
http://members.home.nl/mark.erna/text_nl/general/duo.html
http://www.12streetmusic.com/SndBites.htm
Vooral de laatste uitvoering bevalt mij zeer. Het ‘Roulant’-lied laat zich er perfect op zingen.
Het ‘Roulant’-lied tenslotte is door Hand 2 ondertekend met ‘Liefde gaet boven al’. Als typering van het lied zelf lijkt me dat niet adequaat, ik denk eerder aan een devies. Helaas bleek dit motto onvindbaar in de pdf-versie – en dus digitaal doorzoekbaar! – van het monumentale ‘Retoricaal Memoriaal’, waarvan de typografische versie geen register bevat… Het dichtste bij komt de zinspreuk ‘Liefde boven al’ van de Haarlemse rederijkerskamer ‘De Wijngaertrancken’. Nu staan er in het ‘Album Giblant’ meer vingerwijzingen richting Haarlem, wat het extra verleidelijk maakt Hand 2 te duiden als een lid van deze rederijkerskamer.
Literatuuropgave:
- F.C. van Boheemen en Th.C.J. van der Heijden, ‘Retoricaal Memoriaal. Bronnen voor de geschiedenis van de Hollandse rederijkerskamers van de middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw.’ Delft 1999.
- Ludwig Erk & Franz M. Boehme, ‘Deutsche Liederhort. Auswahl der vorzueglicher Deutschen Volkslieder’ […]. Zweiter Band. Hildesheim usw. 1963, p. 308-313.
- Fl. van Duyse, ‘Het oude Nederlandsche lied. Wereldlijke en geestelijke liederen uit vroegeren tijd’. Teksten en melodieen verzameld door – . Tweede deel. ‘s-Gravenhage enz. 1905, p. 1149-1154.
- A.J. Hoenselaars, ‘Engelse acteurs voeren in Utrecht ‘De werken van Hercules’ op’, in: R.L. Erenstein e.a. (red.), ‘Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen’. Amsterdam 1996, p. 142-147.
- Willem Kuiper, ‘Eer voor goet is myn gemoet’, in: ‘Neder-L’ 0101.26.
- Willem Kuiper, ‘De Venus van Giblant’, in: ‘Neder-L’ 0104.33.
- Mary Springfels, ‘Music in Shakespeare’s Plays’, op: http://shakespeare.eb.com/shakespeare/esa/660007.html
PS. Wat zou ik graag met een theaterdeskundige, een musicoloog en een cineast dit ‘Roulant’-lied verfilmen.
(13)=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
*-------------------------------------------------------------------------* | | | Informatie over Neder-L: | | ======================== | | Algemene informatie opvragen over Neder-L: stuur mail naar | | listserv@nic.surfnet.nl met daarin de boodschap: GET NEDER-L INFO | | Abonnement nemen op Neder-L: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl | | met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam | | Neder-L op het web/WWW: Neder-L-nummers zijn vanaf januari 1997 in | | web-formaat te lezen via: http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/ | | Nadere informatie over Neder-L in web-formaat: zie artikel 9706.01 | | Er is ook een WWW-archief met alle e-mailversies van Neder-L sinds | | juni 1992, dat ook op trefwoord doorzocht kan worden; de URL van dit | | listserv-archief: http://listserv.surfnet.nl/archives/neder-l.html | | Neder-L wordt ook verspreid via de Internet-newsgroup bit.lang.neder-l | | Oude Neder-L-bulletins opvragen: stuur mail naar listserv@nic.surfnet.nl| | met daarin een boodschap als: GET NEDER-L LOG9206 | | (resultaat: logboek met Neder-L-artikelen van juni '92 wordt gestuurd)| | Of maak gebruik van het listserv-archief (zie enkele regels hierboven)| | Bijdrage voor Neder-L opsturen: stuur mail naar neder-l@nic.surfnet.nl | | Contact met redactie: stuur mail naar Salemans@baserv.uci.kun.nl, naar | | Willem.Kuiper@hum.uva.nl, naar Piet.Verkruijsse@hum.uva.nl (voor de | | evenementenagenda) of naar P.A.Coppen@let.kun.nl | *-------------------------------------------------------------------------**-Einde-------------------- Neder-L, no. 0105.b --------------------------*
Laat een reactie achter